Hoorcollege week 4

Les 4A: Rechtmatigheidstoetsing, conforme interpretatie en staatsaansprakelijkheid

Dit zijn de andere drie doorwerkingsmechanismen, eenvoudiger dan rechtstreekse werking.

Doorwerking van het Unierecht: rechtstreekse werking, objectieve rechtmatigheidstoetsing, plicht tot Unierechtconforme interpretatie nationaal recht en Francovich-aansprakelijkheid lidstaten.

 

Implementatie: Transpositie, operationalisering, toepassing en handhaving, sanctionering.

Het hof heeft 4 doorwerkingsmechanismen ontwikkelt, de soelaas is alleen voor de partij die zich beroept op een van deze doorwerkingsmechanismen. Het is niet een soelaas voor de hele maatschappij.

Het zijn een soelaas voor de partijen die zich beroepen op deze vier doorwerkingsmechanismen, als gevolg kan het zijn dat degene die het proces heeft verloren, de regelgeving zal aanpassen zodat geen geschil in de toekomst zou ontstaan. Maar in eerste instantie hebben de doorwerkingsmechanismen alleen soelaas voor de partijen die hier beroep op hebben gedaan, geen vervanging voor volledige, correctie en tijdige implementatie.

 

Rechtstreekse werking versus rechtmatigheidstoetsing. In beide gevallen sprake van een private partij die zich beroept op een specifieke bepaling van Europees recht (inroepen van een verplichting), dit moet voor de nationale rechter (evt HvJ 268 VWEU). Maar de voorwaarden zijn net iets anders! Bij rechtstreekse werking is de voorwaarde: voldoende duidelijk en onvoorwaardelijk. Bij rechtmatigheidstoetsing is de grens aan de nationale discretionaire ruimte. De effecten van het inroepen van EU-recht leidt beide tot nationaal recht buiten toepassing laten. Dus enige verschil geldt ten aanzien van de voorwaarden van de toepassing van deze twee doorwerkingsmechanismen. Ook bestuursorganen kunnen zich op deze twee beroepen.

 

We kijken in beide gevallen naar de discretionaire ruimte die het EU-recht, aan de lidstaten geeft. Is er te veel? Dan kan de rechter niet op de stoel van de wetgever of uitvoerende macht gaan zitten. Dit is hetzelfde onder beide mechanismen. Het begrip van rechtmatigheidstoetsing bestaat niet, alleen in Nederland, in alle andere Europese landen niet. Het is een bijzondere vorm voor rechtstreekse werking, voorwaarden worden soepel geïnterpreteerd (onvoorwaardelijkheid omvat ook onrechtmatigheidstoetsing). Bij beide kijken naar de discretionaire ruimte die wordt geboden om de publieke belangen te balanceren. Hebben ze teveel dan is de bepaling niet onvoorwaardelijk voor rechtstreekse werking, maar is ook niet vatbaar voor rechtmatigheidstoetsing. Want de grens is niet gegeven.

 

Kraaijeveld: MER-richtlijn

Kraaijeveld: versterken van een Dijk, dit zou leiden tot afsluiten tot waternetwerken voor de heer Kraaijeveld. Dus hij ging op zoek naar redenen om dit besluit aan te vechten, de versterking van de Dijk had plaatsgevonden zonder een MER. Dus in strijd met de MER-richtlijn. Artikel 2 (1). Artikel 4 lid 2 biedt discretionaire ruimte, NL zei alles onder 5km vallen buiten de MER richtlijn. NL zei we nemen een drempelwaarde van 5 km dijk. Dit ging te ver want geen een project die langer zou zijn dan de gestelde 5km, dus buiten MER-plicht. Veel zaken over schending van artikel 4 lid 2, en dus inroepen van richtlijn jegens besluiten. (lid 1 is project en moet altijd MER).

Veel projecten en plannen die potentieel goedgekeurd zijn, die nog steeds in strijd zijn met artikel 4 MER-richtlijn.

 

Zie zaken zoals Wells en Salzburg Flughaven.

Wells: heropening van een mijn, discretionaire ruimte overschreden. Wells kon zich beroepen op de richtlijn, uiteindelijk had ze gelijk en moest het bestuursorgaan een nieuw besluit nemen. MER gedaan, negatieve gevolgen voor milieu maar boeien.

Salszburg Flughaven: uitbreiding van vliegveld van Oostenrijk, zeer aantrekkelijk voor Ryanair. Zij moesten de landingsbaan vergroten. Ook hier gold dat de MER-richtlijn, drempelwaarde zodanig hooggezet dat het project buiten de MERplichtreikwijdte zou vallen. Ze deed anders zoals in Wells, wel rechtstreekse verplichting in het leven. Hof zei nee, hetzelfde als in Wells. In dit arrest rechtstreekse werking gebruikt, in Wells bij alleen regering en niet het Hof.

 

Ook al grondslag voor justiciability theory. Rechtstreekse werking gaat over toetsing van wat lidstaten doen in het licht van EU-recht, het gaat over het bestraffen van lidstaten. Alle zaken over rechtmatigheidstoetsing zijn gestart door individu, eerste instantie zijn doorwerkingsmechanismen een soelaas voor de partij die zich beroept op rechtmatigheidstoetsing of rechtstreekse werking.

 

 

 

Van objectieve rechtmatigheidstoetsing naar rechtstreekse werking

Kraaijveld en Wells à bewoording duidt op onrechtmatigheidstoetsing Salzburg laat zien van een expliciete referentie naar rechtstreekse werking. Van inroepbaarheid- naar rechtmatigheidstoets? Hoe worden de doorwerkingsmechanismen ontwikkeld? Het Hof begint klein in Van Gend & Loos, hierbij alleen onder zeer specifieke omstandigheden. Daarna breidt het Hof dit uit in Salzburg Flughaven.

Rechtstreekse werking en rechtmatigheidstoetsing maakt het mogelijk om privaatrechtelijke handhaving van EU-recht te hebben. Ons beroepen op bepaling om potentieel strijdige nationale bepaling aan te vechten.

Nationale praktijk als katalysator. Kan een versoepelend effect hebben op doorwerkingsmechanismen, deze zijn een soort van minimum beschermingsniveau. Omdat de doorwerkingsmechanismen de voorwaarden zijn, die gelden als een minimumstandaard. Zie de zaak Leth, de voorwaarden voor staatsaansprakelijkheid maar lidstaten mogen hier soepeler mee omgaan dan is gesteld door het Hof. Lidstaten mogen verdergaande bescherming bieden aan individuen bij doorwerking van het EU-recht. Nationale uitkomst COSTA/ENEL als voorbeeld van verschuiving van inroepbaarheid subjectieve rechten naar inroepbaarheid belangen. Niet rechtstreekse werking, dan behandel ik ze alsof het nationaal recht zijn.

 

Plicht tot Unierecht conforme interpretatie

Richtlijn mag niet tegen een particulier worden ingeroepen, verbod op horizontale rechtmatigheidstoetsing en niet ingeroepen worden door een overheidsorgaan tegen particulier verbod op omgekeerde verticale rechtmatigheidstoetsing. Kolpinghuis: staat mag zich niet beroepen op een richtlijn jegens een particulier.

Door rechtstreekse werking wordt een EU-bepaling gebruikt om het geschil op te lossen. In het kader van uniconforme interpretatie (indirecte werking) wordt het nationaal recht gebruikt om de zaak op te lossen, het nationaal recht wordt geïnterpreteerd in het licht van het EU-recht. Zodat de volle werking in dat specifiek geding kan worden verzekerd, effect EU-recht nemen plaats in kader van nationaal recht.

De volle werking verzekert door EU-recht als zodanig, de conforme interpretatie is nationale interpretatie van nationaal recht in kader van EU-recht (reflexwerking). Conform aan het EU-recht.

Rechters zoeken naar woorden in de bepaling die ruimte bieden voor verschillende soorten interpretatie, kijken of een van deze mogelijke interpretaties in lijn is met het hogere recht. Dus of het in lijn is met het Europees recht. Hier zien wij de grenzen van conforme interpretatie.

 

Oplossing voor drastische karakter en verbod van horizontale rechtstreekse werking. De plicht tot zoveel mogelijk richtlijnconforme interpretatie van nationale wetten (Marleasing-zaak). Ongeacht of wetten voor of na de richtlijn zijn, je kan alles gebruiken op nationaal niveau om het nationaal recht te interpreteren die conform is aan het EU-recht. In het licht van bewoordingen en doel richtlijn, door middel van nationale uitleggingsmethoden en gehele nationale recht (Pfeiffer) en de plicht geldt vanaf verstrijken omzettingstermijn (Adeneler). In strijd met beginselen redelijkheid en billijkheid en dus ontbonden moet worden? Hof zegt goede trouw beginsel om alsnog tot conclusie te komen dat deze ‘taalovk’ niet was overeengekomen namens redelijk en billijkheid en dus moet Paula de overeenkomst kunnen ontbinden. Rechters mogen het recht interpreteren, maar die interpretatieruimte moet er zijn. Dit op basis van nationale uitleggingsmethoden en op andere nationale bepalingen, die nodig zijn om de richtlijn om te zetten (goede trouw). Marleasing: Plicht tot zoveel mogelijk richtlijnconforme interpretatie van nationale wetten. Dus als er geen ruimte is voor interpretatie conform EU-recht, is er geen verplichting om dit toe te passen. Rechters mogen het recht interpreteren, maar die ruimte moet er zijn.

 

Vier uitleggingsmethoden. Theologisch (interpretatie op doel van de tekst), grammaticale, stelselmatige interpretatie en wetshistorisch (wil van de wetgever). Stel dat in een lidstaat een van deze methoden niet bestaat, dan hoeft die uitleggingsmogelijkheid niet worden gebruikt. Conforme interpretatie bouwt op bestaande interpretatiemethoden in de lidstaten. Bij rechtstreekse werking heeft de EU de controle, de voorwaarden zijn door hen gesteld. Bouwen op bestaande nationale culturen en ruimte voor uitlegging. In kader van richtlijnen, geldt begrenzing en plicht tot interpretatie gaat in vanaf het verstrijken van de omzettingstermijn. Wanneer is richtlijnconforme interpretatie (on)mogelijk? Arrest Klopinghuis. Er moet wel een nationale wet zijn om conform uit te leggen. In kolpinghuis was er geen nationaal recht, als er niks is dan is er niks wat geïnterpreteerd kan worden en dan geen conforme interpretatie. Bovendien moet dit binnen de rechtsbeginselen van de EU, rechtszekerheid. Uiteindelijk verbod contra legem, letter/tekst van de bepaling bepaalt de grenzen van de interpretatieruimte van de rechters. Toch kunnen er gevallen zijn waarin BO voldoende ruimte hebben om het nationaal recht zo te interpreteren in het licht van EU-recht dat er conformiteit is in omgekeerde verticale rechtsbetrekkingen.

 

Rechtstreekse werking vs Conforme interpretatie

Bij richtlijn conforme interpretatie gebruik je het nationale recht, je laat het juist niet buiten toepassing.

Is er een hiërarchie tussen rechtstreekse werking, objectieve rechtmatigheidstoets en conforme interpretatie? Conforme interpretatie bij gebrek aan rechtstreekse werking, in andere zaken zien we het tegenovergestelde.

Als er een conflict is en een ervan heeft hogere rang, dan gaat die hogere rang voor (lex superior derogati inferiori). Ene heeft algemene reikwijdte, en ander specifiek onderdeel daarvan dan heeft specifiek onderdeel voorrang op de algemene regel (lex speciailis derogat generali). Zelfde rang, waarvan ene een latere tijd heeft, heeft latere regel voorrang (lex posterior derogat priori). Voor dat we kijken naar conflictenregels, moeten we kijken of het mogelijk is om de strijdige bepalingen zodanig te interpreteren dat er geen conflict is (conforme interpretatie). Interpretatie contra legem is verboden. In kader van conforme interpretatie is alles toegestaan. Wat als dat ook niet mogelijk is? Wat als individu achtergelaten wordt met niks? Dan staatsaansprakelijkheid.

 

Francovich-aansprakelijkheid

Dit is de staatsaansprakelijkheid, staatsaansprakelijkheid gaat over de geldigheid van compensatie dat het individu niet kan genieten van de baten die het EU-recht beoogde te creëren. Als de baten geldelijke baten zijn, kan een volledige overeenkomst zijn tussen staatsaansprakelijkheid en de andere doorwerkingsmechanismen. Is het niet duidelijk in een geldbedrag? Dan zijn de uitkomsten niet hetzelfde. Omdat de andere drie kijken naar oplossingen voor een doorgaande rechtsbetrekking, voor de toekomst geen problemen/strijdigheid meer met nationaal recht. Staatsaansprakelijkheid treedt in als doorwerkingsmechanismen niet werken.

 

EU-recht creëert rechten voor private personen, zodat er een recht is op schadevergoeding indien dergelijke rechten worden overtreden en dit tot schade leidt. Voorwaarden staatsaansprakelijkheid (Brasserie en Dillenkofer) à Brasserie ! Niet Francovich.

  1. Schade
  2. EU-bepaling geeft rechten aan individuen
  3. Duidelijke schending van die EU-bepaling
    1. Hoe duidelijker de bepaling, hoe duidelijker de schending
  4. Causaal verband tussen schending en schade

EU-bepaling geeft rechten aan individuen: Toch werd er in de Leth-zaak een recht tot schadevergoeding toegekend op basis van de MER-richtlijn. De richtlijn beoogd de leefbaarheid van een gebied te beschermen, een criteria is te kijken naar de marktwaarde van percelen. Vanwege uitbreiding vliegveld is de marktwaarde van het perceel van mevrouw gedaald, de daling is de schade. Dit toont aan dat de leefomgeving minder waard is en dus gedekt door de MER-richtlijn. Daarna moet gekeken worden naar de voorwaarden: duidelijke schending van die EU-bepaling. In Dillenkofer ging het over schending omzettingstermijn van de richtlijn. In Kobel was er iets gedaan om de bepaling om te zetten, alleen er was iets fout gegaan. Hoe duidelijk is de EU-bepaling die is geschonden? In Britisch telecom ging het over aanbestedingstelecom, alle lidstaten die deel hadden genomen allerlei andere interpretaties hadden aangenomen. En Hof zei, geen van jullie heeft gelijk. In zo’n zaak kan ik niet verwijten dat een lidstaat een fout heeft gemaakt bij toepassen van de richtlijn. Kobler ging over verantwoordelijkheid van de rechters voor toepassing van het EU-recht, ook Hof zegt 267 VWEU is ook lastig (cifil-regel vereist vergelijking oude gezag en reeds beslechte zaak). Het is lastig, kan het niet verwijten dat acte éclare verkeerd heeft toegepast.

 

Les 4B: Doorwerkingsmechanismen sluit

Opdracht 2 tentamen 2013-2014 (Energielabel Richtlijn, energielabel vereist behalve bij HISTORISCHE gebouwen (zegt Richtlijn), België zegt energielabel vereist behalve bij OUDE gebouwen of makelaar. In casu wil meneer een oud gebouw kopen. Meneer wil wel energielabel ivm inboedelverzekering, wat doet u als rechter bij deze zaak?).

Hoe pak je zo’n zaak aan?

Het gaat over doorwerking, welk doorwerkingsmechanismen? Het betreft een richtlijn, een fout in de implementatie in Belgische wet. Bij verkeerde implementatie is doorwerking een oplossing voor individuele geschillen, in casu sprake van twee private partijen.

 

Stap 1: Implementatietekort? Welke 4 zijn er, omzetting, toepassing, operationalisering of sanctionering? Het is een probleem bij de omzetting, want is omgezet maar geen goede vertaling van de richtlijn. België heeft ruimere uitzonderingsbevoegdheid, belemmering van richtlijn.

Dus kijk of er sprake is van een implementatie te kort.

Welke soorten implementatie te korten zijn er?

 

Stap 2: Welke doorwerkingsmechanismen kunnen we gebruiken voor dit implementatie te kort? Welke vereisten heb ik nodig om het toe te passen? Rechtstreekse werking (voldoende duidelijk en onvoorwaardelijk), hier niet want niet volledige bepaling. Objectieve rechtmatigheidstoetsing (zelfde als RW, behalve dat de bepaling veel discretionaire ruimte moet bieden), ook hier aandacht op tekst van de bepaling maar is er niet dus ook niet van toepassing. Conforme interpretatie (Nationale bepaling die voldoende ruimte biedt voor uiteenlopende interpretatie waarvan een in lijn kan zijn met de bewoording en geest van EU-bepaling),nodig is nationaal recht. In casu wordt de nationale bepaling gegeven, dus er is sprake van conforme interpretatie.

Staatsaansprakelijkheid (schadevergoeding), wordt hier over schadevergoeding gesproken? Nee dus geen staatsaansprakelijkheid.  

Dus kijk welk doorwerkingsmechanismen relevant is.

 

Stap 3: beschrijf theorie en voorwaarden op de zaak toepassen. Oud bevat historisch.

Geef definitie van het doorwerkingsmechanismen + verwijzing arrest.

Dan voorwaarden voor het doorwerkingsmechanismen.

Dan voorwaarden toepassen op de zaak.

 

Welke doorwerkingsmechanismen kunnen we gebruiken voor dit implementatie te kort? Welke vereisten heb ik nodig om het toe te passen?

Rechtstreekse werking (voldoende duidelijk en onvoorwaardelijk), hier niet want niet volledige bepaling. Objectieve rechtmatigheidstoetsing (zelfde als RW, behalve dat de bepaling veel discretionaire ruimte moet bieden), ook hier aandacht op tekst van de bepaling maar is er niet dus ook niet van toepassing.

Conforme interpretatie (Nationale bepaling die voldoende ruimte biedt voor uiteenlopende interpretatie waarvan een in lijn kan zijn met de bewoording en geest van EU-bepaling),nodig is nationaal recht.

Staatsaansprakelijkheid (schadevergoeding), wordt hier over schadevergoeding gesproken?

 

Overzicht

Wat zijn de kenmerken van het EU-recht? Autonomie, voorrang en loyale samenwerking.

Implementatie van EU-recht.

Doorwerking van het Unierecht: rechtstreekse werking, objectieve rechtmatigheidstoetsing, plicht tot Unierechtconforme interpretatie van nationaal recht en Francovich-aansprakelijkheid lidstaten.

Randvoorwaarden aan nationaal procesrecht: gelijkwaardigheid en doeltreffendheid.

 

Subsidiariteitsbeginsel en procedurele autonomie

Kort gezegd moet de EU slechts regelen wat nodig is en de procedurele autonomie ligt bij de lidstaten, want zij zijn prima in staat om procedures te bepalen. Dit wil niet zeggen dat EU-recht geen procedurele bepalingen harmoniseert, zie bijvoorbeeld artikel 108 (3) en 267 VWEU; staatssteun, of Aarhus Richtlijn en IE richtlijn. Formele eisen gesteld aan de procedure, vastgesteld op Europees niveau.

 

Procesrechtelijke inbedding

Doorwerking is vaak gericht op materiële rechtsregels die voor de procesrechtelijke inbedding afhankelijk zijn van nationaal recht. De nationale procesautonomie moet binnen de voorwaarden van de Rewe/Comet-doctrine. Dus stel dat de EU geen procedurele maatregelen heeft genomen, moeten we kijken naar het nationaal procesrecht zover dit in lijn is met de Rewe/Comet-doctrine. Dit zijn twee arresten die het gelijkwaardigheidsbeginsel en het doeltreffendheidsbeginsel/effectiviteitsbeginsel gespecialiseerd. Rol van de effectieve rechtsbescherming in art. 19 VEU, traditionele deel van doctrine is het een subcategorie van doeltreffendheidsbeginsel. In de praktijk maakt het niet uit, het is een begrenzing van de vrijheid van de lidstaten.

 

Rewe/Comet-doctrine

Ten eerste moeten nationale procedurele bepalingen in het kader van beroepen die ertoe strekken Unierechten te beschermen niet ongunstiger zijn dan die voor soortgelijke nationale beroepen gelden (gelijkwaardigheidsbeginsel). Bijvoorbeeld: Termijn voor instellen van beroep, 6 weken nationale termijn, vergelijkbaar geschil met EU-tintje is 4 weken, dit is in strijd met gelijkwaardigheidsbeginsel. Andersom mag wel EU langer zijn dan nationaal.

 

Ten tweede mogen nationale procedurele bepalingen de uitoefening van Unierechten in de praktijk niet onmogelijk of uiterst moeilijk maken (doeltreffendheidsbeginsel). Dit werkt autonoom van gelijkwaardigheidsbeginsel, inbreuk op een van deze beginselen is voldoende om te concluderen dat het niet toegestaan is en niet toegepast mag worden op dat geschil. Soort effectenanalyse. Bijvoorbeeld termijn milieu is 1 week, is het dan mogelijk om een fatsoenlijk beroep in te dienen? Nee, schending doeltreffendheidsbeginsel. Per geschil gekeken of kenmerken van geschil uiterste moeilijk/onmogelijk maken om EU-recht toe te passen. Regie zit in de hand van de Europese Unie.

 

Rewe/Comet-doctrine en nationale identiteit, capita selecta

Legaliteits- en specialiteitsbeginsel: Nederlandse bestuursorganen mogen besluit nemen als zij hiervoor een rechtsgrondslag hebben in een wet. In het arrest Fratelli Costanzo, zagen we dat bestuursorganen rechtstreekse werking moeten toepassen ook bij het ontbreken van de rechtsgrondslag. Dit was bij Boxtel paradox; in geval van inbreuk dan zijn bestuursorganen gedoemd om te falen. Verschil maken tussen begunstigende en bestraffende beschikkingen, rechtstreekse werking kan leiden tot inperking legaliteitsbeginsel (rechtsgrondslag Europees wijzigen). Zie ook Salzburg Flughaven. In Factortrame werd besloten dat rechters voorlopige maatregelen kunnen voorschrijven, want anders waren de vissers failliet aan het einde van de procedure. Het nuttige effect van het Unierecht en 267 VWEU moet ertoe leiden dat de nationale rechter zulke maatregelen/voorzieningen kunnen worden genomen. Rechtsgrondslag creëren.

 

Trias politica: In Factortrame werd besloten dat rechters voorlopige maatregelen kunnen voorschrijven, want anders waren de vissers failliet aan het einde van de procedure. Het nuttige effect van het Unierecht en 267 VWEU moet ertoe leiden dat er zulke maatregelen kunnen worden genomen. Dus iets doen waarop de andere machten niet hadden gerekend. Lufthansa: voorlopig besluit Commissie ten aanzien van staatssteun is bindend voor nationale rechters, het nuttig effect is voldoende om grenzen te leggen op de nationale rechter. Wachten ze niet op de goedkeuring Commissie? Dan in strijd handelen met EU-recht. Staatssteun terugvorderen.

 

Res iudicata: Emmott: nationale procedureregels inzake termijnoverschrijding, redelijke termijn is toegestaan mits voldaan is aan gelijkwaardigheids- en doeltreffendheidsbeginsel. Stel dat besluit is genomen en termijnoverschreden, besluit krijgt gezag van gewijzigde, Emmott stelt gezag gewijsde niet worden ingeroepen door overheid. Nieuwe zaak beginnen tegen dat besluit, rechtszekerheid wordt aangetast. Pas na correcte omzetting kan een particulier zijn rechten kennen en pas dan kan een termijn gaan lopen voor gezag van gewijsde. In Kempter een uitzondering via inperking op Emmott, verzoek tot heroverweging van een definitief geworden bestuursbesluit naar aanleiding van later arrest van het Hof. Termijnen lopen wel, maar als heroverweging mogelijk is onder nationaal recht + res iudicata + ontbreken prejudiciële vraag + uitspraak in strijd met latere interpretatie Hof, dan kan heroverweging plaatsvinden.

Daarna de Byankov uitzondering: niet voldaan van Kempter-voorwaarden, toch heroverweging op definitief besluit. Vanwege onderbuikgevoel Hof. Commissie v. Duitsland uitzondering verkeerde implementatie, niet in beroep tegen deze besluiten. DU recht aangepast, zodat geen strijdigheid meer is. Hof zei geen toepassing gezag van gewijsde, van zou neerkomen op het toekennen van een nieuwe omzettingstermijn onder MER richtlijn. Verschil; richtlijn wil het harmoniseren. Stel dat EU procesregels wel wil harmoniseren, dan kan dit aan de weg staan aan verkrijgen van gezag van gewijsde.  Doeltreffendheidsbeginsel bij Byankov + commissie.

 

Verbod op ultra petita: ambtshalve toetsing aan het EU-recht. Inbreng partijen zijn leidend voor de rechter. Kan een rechter zelf gronden toevoegen in het geding die niet door partijen zijn ingebracht? Dit is ambtshalve toetsing.

Stap 1: plicht ambtshalve toetsing, indien er onder nationaal recht een plicht is om regelgeving te toetsen op basis van hogere regels (schijndel en van veen).

Stap 2: ook als er sprake is van een bevoegdheid (Kraaijeveld).

Stap 3: ambtshalve toetsing op basis van het Europees recht moet kunnen, ongeacht of dit geboden of verboden is of hiertoe ook maar een bevoegdheid bestaat onder nationaal recht (Krizan).

 

Mostazo Claro: nuttig effect EU-consumenten recht, civiele rechters moeten ambtshalve toetsen alleen voor consumentenrecht.

Krizan: nuttig effect EU-milieubescherming juncto nuttig effect, 267 VWEU. Nuttig effect, verplichting om prejudiciële vragen te stellen is voldoende voor verplichting om ambtshalve te toetsen.

Toetsing nationaal recht aan Europees recht die niet afhankelijk is van de inroepbaarheid.

 

De positie van de rechter

De nationale rechter meot een actieve rol spelen in het verzekeren van de volle werking (art. 4 lid 3 VEU), zie ook Factortrame. De nationale rechter is tegelijkertijd de zwakste schakel, zie Kempter en Köbler. Köbler zegt dat een lidstaat aansprakelijk is voor Europeesrechtelijke foute rechtspraak van de hoogste rechter.

Rechter moet loyaal zijn aan de lidstaat en aan de EU.

Access: 
Public
Comments, Compliments & Kudos

Hoorcollege 4A + 4B 2018-2019

Het onderwerp van college 4A is Mededingingsrecht: art. 101 en 102 VWEU, en het onderwerp van college 4B is Mededingingsrecht: art. 106 en 107 VWEU

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.