Mijn vlucht tussen de Chinezen is goed gegaan. Niet te veel geboer of andere ongepaste geluiden gehoord. Om half 3 's nachts kon ik het bedje van mijn hostel induiken. Toch maar een beetje op tijd opgestaan.. Half tien, je moet natuurlijk wel nog iets aan je dag hebben.
In het hostel had ik wel wat mensen gesproken, maar niemand waarmee ik Jakarta ging verkennen. Erg spannend dus om in mijn eentje de grote stad te bezoeken. Zeker ook omdat ik een held ben in kaartlezen en de weg vinden! Met enkele tips en mijn lonely planet ging ik op weg. Ik heb de trein gepakt naar de oude binnenstad. Die treinreis was al een beleving op zich. Stel je een coupé met 100 Indonesiërs voor die alle ogen richten op één lange blanke vrouw. En wat was het zweten in die trein.
Aangekomen op het plein waar veel koloniale gebouwen staan, voelde ik me net een fotomodel. Opeens kwamen allemaal mensen vragen of ze met me op de foto mochten. Eenmaal ja gezegd, bleven de verzoeken maar komen. Toen ik het plein was overgestoken en even rustig op een trap ging zitten, werd ik al snel verzocht om niet op de trap te zitten, maar bij een groepje mensen te komen zitten, waaronder 2 politieagenten. Ik werd hartelijk ontvangen en ze wilden in gebrekkig Engels vanalles over me weten. Zoals: are you a single parent? Het moest zijn a single traveler! Wat is het verschil..
Ze waren zo blij met hun 'blonde' vriendin, dat een meisje zelfs naar de markt is gegaan om pen en papier te halen om emailadressen uit te wisselen. Na iets gegeten te hebben, verliet ik mijn nieuwe vrienden om de stad verder te bekijken. Een man van het groepje vroeg of hij me de stad kon laten zien. Daar zei ik natuurlijk als vrouw van het verdwalen geen nee tegen! De meneer heeft me alle overblijfselen van de Nederlandse overheersing laten zien; ophaalbrug, huis van een voormalige generaal, haven, vismarkt. Met de tuktuk zijn we terug gereden naar het plein. Ik wilde hem wat geld geven, omdat hij zoveel moeite had gedaan. Dat wilde hij absoluut niet aannemen. Vantevoren moest ik ook al moeite doen zodat hij een drankje van me aannam. Wat een lieverd was het!
Vervolgens op zoek naar het busstation, want ik moest naar het treinstation om mijn ticket naar Yogyakarta te kopen. Eenmaal de bus uitgestapt, heb ik gevraagd welke kant ik op moest lopen naar het station. De meeste mensen spreken geen Engels, maar als iemand hoort dat je iets vraagt in het Engels komen ze je meteen helpen. Zo nu ook.. Een man kwam meteen naar me toe. Hij zei dat hij me ook kon brengen met zijn motor. Na een beetje te hebben getwijfeld dacht ik: Waarom niet? Mijn vluchtwegen al bekeken (hoe spring ik van deze motor!).. Maar dat was Nederlands wantrouwen. Ook deze meneer was zo oprecht aardig, dat ik ook hem niks mocht geven voor het ritje. Daar kunnen wij als Nederlanders nog wat van leren!
Add new contribution