2.2.2. Aanvulling verplichte stof Werk en Gezondheid

Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.

Hoofdstuk 2: Ziek door werk? Werknemers met werkgerelateerde aandoeningen

Al in de oudheid was bekend dat blootstelling aan lood en kwik tot ernstige ziekte kon leiden. Pas veel later, in de zeventiende eeuw, werd ook een verband met blootstelling in het beroep gelegd. Op grond hiervan werd de beroepsanamnese aanbevolen als belangrijk onderdeel van de anamnese. Ook bij veel andere beroepen en werkzaamheden is een verband met ziekte beschreven, zoals astma onder bakkers.

Naast de term beroepsziekten spreekt men ook van werkgerelateerde aandoeningen. Dit begrip geeft vooral de multicausaliteit aan. Werkgerelateerde aandoeningen zijn meestal zowel somatisch als psychisch. Beroepsziekten/ werkgerelateerde aandoeningen zijn deels verdwenen door een betere arbozorg (bv. loodintoxicaties). Een probleem hiervan is echter dat deze productie verschuift naar derde wereldlanden, waarbij de normen minder streng zijn, bijvoorbeeld asbestproductie. Veel klachten die verholpen zijn, komen weer terug door nieuwe technologieën, voornamelijk klachten van de arm, nek en de schouder (computertechnologie). Daarnaast ontstond sinds de komst van luchtbevochtigers in kantoren luchtbevochtigerskoorts, een vorm van toxische inhalatiekoorts door inhalatie van endotoxinen, die zich uit in griepachtige verschijnselen. Dit komt omdat de luchtbevochtigers bacteriën en schimmels door het gebouw blazen. Met de komst van de computertechnologie ontstonden klachten, zoals een muisarm. Nu spreken we van klachten van arm, nek en schouder (KANS). De oorzaak wordt gezocht in de frequente aanslagen op het toetsenbord, de ongunstige houding bij het werken met een computer en het werken onder tijdsdruk. Sommige werkgerelateerde aandoeningen verdwijnen niet ondanks maatregelen, denk hierbij aan lawaaidoofheid. Het voorkomen van beroepsziekten is gekoppeld aan de arbeidsomstandigheden waardoor ze worden veroorzaakt. Dit betekent dat in steden met zware industrie, zoals scheepsbouw of metaalindustrie, werkgerelateerde longklachten veel vaker voorkomen dan in steden waar deze industrie niet aanwezig is.

De diagnose beroepsziekte

Acties die uit de diagnose beroepsziekte volgen, kunnen op de volgende vier terreinen liggen:

  1. Specifieke therapie

  2. Problemen bij de begeleiding

  3. Preventieve maatregelen

  4. Erkenning en financiële compensatie

In het algemeen geldt voor beroepsziekten, waarbij de symptomen reversibel zijn, zoals longaandoeningen en huidaandoeningen, dat deze consequenties hebben op de therapie. Een therapie kan bijvoorbeeld zijn dat je moet stoppen met werken. Bij de diagnose blaaskanker, mogelijk opgelopen door werk met veel toxische stoffen, geldt dat de therapie niet anders zal zijn dan bij mensen die blaaskanker hebben zonder dat hun werk daar iets mee te maken heeft. Daar staat tegenover dat er meestal grote emotionele problemen ontstaan wanneer een werknemer een levensbedreigende of invaliderende ziekte oploopt door zijn werk. Hij voelt zich dan het slachtoffer van een onzorgvuldig en nalatig veiligheidsbeleid van de werkgever. Dit is vaak een belangrijk motief voor werknemers met kanker om in een juridische procedure erkenning en financiële compensatie te eisen. Hiermee moeten de schade aan de gezondheid, ook wel letselschade genoemd, de kosten en gederfde inkomsten worden vergoed. De bewijsvoering is echter erg ingewikkeld, waardoor lange juridische procedures ontstaan. De overheid heeft daarom besloten een arbeidsinstituut op te richten, waar de expertise die voor de bewijsvoering van asbestslachtoffers nodig is, geconcentreerd wordt. In Nederland is met de invoering van de WAO in 1967 de Ongevallenwet vervangen en het risque social ingevoerd: onafhankelijk van de oorzaak van de ziekte wordt financiële compensatie geregeld indien er sprake is van gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid. Op dit moment bestaat er in Nederland geen uitkering die aan de diagnose beroepsziekte gekoppeld is. Systemen van financiële compensatie van beroepsziekten in andere landen hebben de volgende kenmerken. De financiële risico’s van arbeidsongevallen en beroepsziekten worden gedekt. Het gaat om een verplichte verzekering waarbij de werkgever de premie betaalt. Er is bovendien geld voor zorg en preventie, op grond waarvan de kosten van medische zorg en revalidatie worden vergoed. De werkgeversaansprakelijkheid wordt door de verzekering uitgesloten. Alleen bij grove schuld is het nog wel mogelijk om de werkgever aansprakelijk te stellen. Mogelijk wordt er in Nederland ook een Extra Garantieregeling Beroepsrisico’s ingevoerd. Vooral in Angelsaksische landen wordt ervan uitgegaan dat het aansprakelijk stellen van werkgevers voor de schade ten gevolge van beroepsziekten een sterke prikkel vormt voor het nemen van preventieve maatregelen. In Nederland is de werkgever wettelijk verplicht om met preventieve maatregelen veiligheid en gezondheid op het werk te waarborgen.

Op grond van de Arbowet zijn bedrijfsartsen verplicht om beroepsziekten te melden aan het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten, dat in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de registratie van beroepsziekten bijhoudt.

Beroepslongziekten

Beroepsastma
Bij de diagnose beroepsastma is het belangrijk om in de anamnese te vragen of collega’s ook klachten hebben, of de klachten in het weekend/ vakanties verminderen, in het verleden al eerder allergie/ eczeem (atopie) is geconstateerd en belangrijk is het uitvragen van het soort werk, waarbij vooral gekeken wordt naar specifieke blootstelling tijdens het werk. In het onderzoek kan men een peak flow-meting gedurende twee werkweken en twee vrije weken doen. Deze meting moet 4 keer daags. Daarnaast kan een specifieke huidtest gedaan worden, de zogenaamde RAST test. Men kan ook een inhalatie-provocatietest doen.

De diagnose van een beroepsziekte verloopt via een beslissingsschema:

  1. Aantonen van de ziekte: uit NHG-standaarden moet blijken dat het bv. om astma gaat

  2. Relatie met werk: uit literatuurstudies moet een allergie bij een bepaald soort werk bekend zijn

  3. Hoogte en duur blootstelling: op grond van de literatuur moet het aannemelijk zijn dat bij de desbetreffende werkzaamheden de blootstelling voldoende hoog is om de klachten te kunnen verklaren. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van een huidtest, peak flow-meting en een RAST-test

  4. Geen andere oorzaken aantoonbaar: uitsluiten van andere mogelijke oorzaken

  5. Afgewogen oordeel: op grond van de bovenstaande stappen moet het voldoende aannemelijk zijn dat de allergenen op het werk de beroepsziekte hebben veroorzaakt.

Het diagnosticeren van een beroepsziekte is belangrijk voor het individu om een keuze te maken dit allergeen te vermijden (therapeutisch), het is belangrijk om begeleiding te geven in het eventueel veranderen van baan en het is belangrijk vanuit een preventief oogpunt.
Bij het veranderen van werk kent men ook een beslissingsschema, waarbij de volgende punten worden nagegaan: Is de diagnose beroepsziekte zeker? Is de blootstelling te elimineren? Is geen werk erger dan dit werk? Is het mogelijk om met persoonlijke beschermingsmiddelen te werken?

Er worden ongeveer 30 gevallen per jaar gediagnosticeerd met beroepsastma, vooral bakkersastma. Men denkt echter dat dit 500 gevallen per jaar zijn, maar dat deze mensen geen goede diagnose krijgen. Kennis van beroepen en stoffen is van belang en daarnaast is het van belang dat je onderscheid kunt maken tussen een immunologische reactie (vroeg of laat) en een direct toxische reactie. De preventie van beroepsastma bestaat voornamelijk uit het wegnemen van allergenen uit de werksituatie. Er bestaat een dosis-responsrelatie. Naarmate werknemers langduriger aan een hogere concentratie van het allergeen worden blootgesteld, is er een veel groter risico op sensibilisatie en het optreden van klachten. Het heeft dus altijd zin om door middel van arbeidshygiënische maatregelen de werksituatie door te nemen.

Extrinsieke allergische alveolitis (EAA) en toxische koorts
De extrinsieke allergische alveolitis (EAA) is een immunologisch gemedieerde ontsteking van het longparenchym als gevolg van blootstelling aan specifieke stofdeeltjes of chemicaliën, zoals schimmels, bacteriën of isocyanaten. Vaak krijgen ze de naam dat het beroep doet vermoeden, zoals boerenlong of champignonkwekerslong. Bij de anamnese van EAA is het van belang om te vragen naar griepachtige symptomen, zoals koorts, kortademigheid en blootstelling aan een bekend allergeen. Bij het onderzoek kun je kijken naar een restrictieve longfunctiedaling en een verhoogd gehalte aan antilichamen in het serum. In tegenstelling tot beroepsastma is er een restrictieve longfunctiedaling te zien (VC en FEV1 dalen in gelijke mate). Er is verder sprake van koorts, leukocytose en eventueel een verhoogde bezinking. De diagnose wordt gesteld op grond van een combinatie van symptomen en blootstelling. Een correcte diagnose in een vroeg stadium is van belang, omdat lange blootstelling aan deze stoffen kan zorgen voor een chronisch beeld, terwijl als men gedurende dagen tot maanden na een vroege constatering de stof vermijd, de reactie ook verdwijnt.

Een enigszins vergelijkbaar ziektebeeld is toxische koorts of metaaldampkoorts. Na een eenmalige hoge blootstelling aan dampen van zink of koperoxide treedt een griepachtig beeld op met koorts, algemene malaise en hoesten. Na het stoppen van de blootstelling verdwijnen de klachten binnen 24 uur.

Andere beroepslongaandoeningen
Beroepsastma en EAA zijn de meest voorkomende longaandoeningen. De restgroep wordt voornamelijk veroorzaakt door pneumoconiose: de verzamelnaam voor longaandoeningen die worden veroorzaakt door depositie van stofdeeltjes in de longen. Dit is bijvoorbeeld bij mijnwerkers kwarts, dat bij langdurige blootstelling voor longfibrose zorgt. In de bouw werden mensen bij steenbewerking blootgesteld aan silicose. Met voldoende persoonlijke beschermingsmiddelen is inademing van deze stoffen te voorkomen. Ook asbest kan zorgen voor longfibrose. Het gebruik van asbest is sterk verlaagd, dus longfibrose ten gevolge van asbest komt niet vaak meer voor. Er zijn ook stoffen, zoals ijzer en ijzeroxiden bij siderose die worden afgezet in de longen, maar geen pathologische gevolgen hebben.

Beroepsgebonden huidaandoeningen

Huidaandoeningen zijn één van de meest voorkomende beroepsziekten. Sommige van deze aandoeningen zoals atopisch of constitutioneel eczeem, kunnen bij belastende arbeidsomstandigheden zo beperkend zijn dat een werknemer er arbeidsongeschikt door raakt. De belangrijkste redenen om beroepsgebonden huidaandoeningen te diagnosticeren zijn van therapeutische en preventieve aard. Wanneer blootstelling tijdig gestopt wordt, verdwijnen de klachten en symptomen. Het wegnemen van belastende stoffen voorkomt dat ook andere werknemers klachten krijgen.

Bij de anamnese bij handeczeem vraag je de volgende punten uit: constitutioneel eczeem, atopie, begonnen tijdens of na blootstelling, blootstelling aan irritantia/ allergenen, verbetering buiten het werk/ tijdens vakanties. Het onderzoek bestaat uit een huidpriktest en een epicutane huidtest (lapjesproef).

In het werk worden grofweg twee belangrijke mechanismen onderscheiden die huidaandoeningen veroorzaken: irritatie en allergie. Vaak wordt hierbij de term contacteczeem genoemd. Vervolgens wordt er een onderscheid gemaakt in ortho-ergisch contacteczeem en allergisch contacteczeem. Lang niet altijd is er onderscheid te maken tussen irritatie, constitutie of allergie. De diagnostiek wordt soms nog verder bemoeilijkt door een infectie van het eczemateuze gebied met Staphylococcus aureus.

Bij handeczeem moet altijd gedacht worden aan het werk dat iemand doet. Het is niet goed mogelijk om op basis van alleen het klinische aspect een onderscheidt te maken tussen ortho-ergisch en allergisch handeczeem. Hiervoor is meestal aanvullend onderzoek nodig. De aanwezigheid van meerdere van de volgende vijf risicofactoren maakt de diagnose beroepshuidaandoeningen waarschijnlijker: werkzaam in een risicoberoep, dermatitis aan de handen alleen of in combinatie met het gezicht, persistente huidaandoening (zoals atopische dermatitis, droge schilferende huid of psoriasis), de klachten afnemen in vakanties en meer werknemers vergelijkbare klachten hebben.

Allergisch contacteczeem
Allergisch contacteczeem komt voor op de plaats die contact heeft met het allergeen. Het is een overgevoeligheidsreactie type 4. Na het eerste contact vindt sensibilisatie plaats. De allergenen hebben vaak een laag moleculair gewicht, waardoor ze gemakkelijk de huid kunnen passeren. De bekendste vormen zijn nikkel- en chroomallergie. Bij een bestaande contactallergie worden de symptomen vaak geëxacerbeerd door irritantia, bijvoorbeeld door beschadigingen van de huid of het langdurig weken van de handen in water. Hetzelfde geldt voor de combinatie van contactallergie en constitutioneel eczeem. Bouwvakkers hebben vaak last van chroom in cement. Hierbij is sprake van allergisch eczeem, maar ook ortho-ergisch eczeem, omdat chroom erg alkalisch is.

Ortho-ergisch contacteczeem
Ortho-ergisch contacteczeem ontstaat door irritatie van de huid en is sterk dosisafhankelijk. Een belangrijke predisponerende factor is constitutioneel eczeem. Dit komt bij voorkeur voor op plaatsen waar de huid het dunst is. Op de handen zijn dit de interfalangeale plooien en de handrug en juist niet de handpalmen. Wanneer de blootstelling aan de irriterende stof in het acute stadium gestopt wordt, verdwijnt het eczeem meestal zonder verdere gevolgen. Bij een voortdurende blootstelling kan echter chronisch eczeem ontstaan. In dat geval verdwijnen ook na het stoppen van de blootstelling de huidklachten niet of keren ze zelfs bij een geringe blootstelling snel weer terug.

Andere beroepsgebonden huidaandoeningen
Naast allergisch contacteczeem en ortho-ergisch contacteczeem moeten nog de fotoallergische en fototoxische aandoeningen (bv. berenklauwfamilie) genoemd worden. De toxische reactie van furocoumarine uit de berenklauw wordt in grote mate versterkt onder invloed van UV-straling in zonlicht. Bij sommige stoffen, zoals fenothiazinen, wordt gesproken van een fotoallergische reactie, omdat ze alleen een allergische huidreactie kunnen veroorzaken wanneer er blootstelling aan UV-straling is. Licht is dan nodig om een actief allergeen tot stand te laten komen. Tevens komt latexallergie in toenemende mate voor. Latexallergie is een type 1 reactie, dus IgE gemedieerd. Latexdeeltjes komen onder andere voor in onderzoekshandschoenen. Naar schatting is 5% van het personeel in de zorg overgevoelig voor latex. Een latexallergie kan zich uiten in de vorm van een urticariële reactie op de plek van het contact of kan een astmatische reactie gepaard gaan. In extreme gevallen, bij een operatie, kan de patiënt door contact met de handschoenen overlijden aan een anafylactische shock. Het aantonen van een latexallergie gebeurd door middel met een huidpriktest, in tegenstelling tot de lapjesproef die alleen voor type-IV-allergie bruikbaar is.

Het voorkomen van beroepshuidaandoeningen

Beroepshuidaandoeningen komen veelvuldig voor en daarom is het belangrijk dat er met behulp van bijvoorbeeld vragenlijsten problemen van werknemers geïdentificeerd worden. Op basis van deze gegevens kunnen er preventieve maatregelen ontwikkeld worden.

Het beste is om de stof waar men overgevoelig voor is te elimineren in het werk door bijvoorbeeld het productieproces te veranderen of stoffen te vervangen. Als dit niet mogelijk is kan gezocht worden naar andere mogelijkheden, zoals het dragen van handschoenen. Dit is het geval bij specifieke allergenen. Vaak gaat het echter niet om specifieke stoffen, maar meer om algemene in het werk aanwezige factoren, bijvoorbeeld “nat” werk. Omdat de huid slecht bestand is tegen de inwerking van chemicaliën dient “nat” werk zoveel mogelijk vermeden te worden of vervangen te worden door droog werk, als dit niet kan zijn handschoenen een mogelijkheid of een betere arbeidshygiëne.

De preventie van huidaandoeningen bestaat uit: substitutie van de oorzakelijke stof, nat door droog werk vervangen, handschoenen, kennis van beperkingen handschoenen (soms gaan chemicaliën door een waterproof handschoen heen), zo mild mogelijk reinigingsproduct, crèmes voor het werken en na het reinigen. Huidreinigers vormen vaak een probleem. Ze maken de huid wel schoon, maar beschadigen het ook, waardoor het gevoeliger is voor allergenen. Het advies is daarom om een zo’n mild mogelijk reinigingsproduct te gebruiken. Na het reinigen is het tevens van belang dat de huid goed gedroogd wordt en een crème kan gebruikt worden om de huid niet uit te laten drogen.

Lawaaidoofheid

Slechthorendheid door lawaai komt nog regelmatig voor. Tegenwoordig is bekend dat lawaai de haarcellen van het orgaan van Corti in de cochlea onherstelbaar beschadigt, waardoor een perceptief gehoorverlies ontstaat. Blootstelling aan lawaai van 80dB gedurende 10 jaar veroorzaakt enige decibellen gehoorverlies. Bij een grotere intensiteit van het geluid en een langduriger blootstelling neemt het gehoorverlies verder toe.

De symptomen van lawaaidoofheid zijn: moeite met verstaan in gezelschap, horloge niet meer horen tikken en gehoorverlies vooral rond de 4 kHz. Lawaaidoofheid als beroepsziekte wordt vooral gekenmerkt door: perceptief gehoorverlies, gehoorverlies vooral bij 4 kHZ en meer dan voor de leeftijd (“lawaaidip”), minimaal een half jaar werken met > 80 dB en als er geen andere oorzaken aan te wijzen zijn.

Lawaaidoofheid ontstaat geleidelijk. Vaak kunnen mensen in grote zalen mensen niet meer horen ten gevolge van competitie met achtergrondgeluiden. Daarnaast treedt oorsuizen vaak op en recruitment: bij een bepaalde geluidssterkte klinken geluiden plotseling onaangenaam hard. Audiometrie is een geschikte methode om in een vroeg stadium de effecten van lawaai op te sporen, nog voordat een werknemer hierover klachten heeft, omdat het de lawaaidip opspoort. Wanneer er bij een frequentie een gemiddeld gehoorverlies is van meer dan 20dB, is er sprake van een handicap. Bij 50 dB gehoorverlies is men aangewezen op liplezen of spraakafzien om spraak nog te kunnen volgen. Door het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten zijn criteria opgesteld waarbij gesproken kan worden lawaaidoofheid door beroepsziekten. Hierin staat onder meer beschreven hoeveel gehoorverlies er mag zijn per frequentie, maar ook dat er geen sprake mag zijn van lawaai bij hobby’s, militaire dienst of het gebruik van medicijnen die gehoorverlies kunnen veroorzaken.

Perceptieve gehoorverliezen zijn niet makkelijk op te lossen door versterking met een gehoorapparaat. Het kan zeer vermoeiend en beperkend zijn. Lawaaidoofheid is één van de meest gemelde beroepsziekten bij het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten, vooral de zware industrie en bouwnijverheid hebben er last van. Gehoorbeschadiging door lawaai is een onomkeerbaar en niet te genezen proces. De enige oplossing is voorkomen dat werknemers aan schadelijke geluidsniveaus worden blootgesteld.

Organisch psychosyndroom of chronische toxische encefalopathie

Acute effecten van organische oplosmiddelen zijn al lang bekend. Bij een hoge blootstelling aan bijvoorbeeld xyleen of andere oplosmiddelen ontstaan symptomen vergelijkbaar met een alcoholintoxicatie: een dronken gevoel, coördinatiestoornissen en bij nog hogere blootstelling zelfs bewusteloosheid. Minder bekend zijn de effecten van langdurige blootstelling. Er treedt op lange termijn beschadiging op van het centrale zenuwstelsel; dit uit zich in een ziektebeeld dat bekend staat als organisch psychosyndroom of toxische encefalopathie. Hierbij worden 3 fasen onderscheiden. In de eerste fase zijn symptomen nog reversibel (organic affective syndrome/ neurasthenic sydnrome) wat gepaard gaat met vermoeidheid, geheugen- en concentratieproblemen en stemmingsveranderingen. De tweede fase omschrijft de mild chronic toxic encephalopathy. De derde fase wordt ook wel de chronic toxic encephalopathy genoemd, waarbij er sprake is van een dementie met een algehele aantasting van het intellectuele en emotionele functioneren.

Om de diagnose chronische toxische encefalopathie te kunnen stellen, is het belangrijk te vragen naar de volgende punten: vergeetachtigheid, vermoeidheid, concentratievermogen, langdurige blootstelling aan organische oplosmiddelen boven de MAC-waarde en naar acute intoxicatie in het verleden. Men doet onderzoek door middel van: neuropsychologische testen, andere neurologische/ psychiatrische ziekten uitsluiten (dementie, depressie) en men overlegt met een multidisciplinair team, bestaande uit een neuroloog, een neuropsycholoog, een bedrijfsarts en een arbeidshygiënist.

Kanker door het werk

Mesothelioom, kanker van de pleura van de longen, en een bronchuscarcinoom ten gevolge van het werken met asbest zijn tegenwoordig de meest voorkomende vormen van kanker die door blootstelling op het werk zijn veroorzaakt. Klachten waarmee patiënten met een mesothelioom zich presenteren zijn: kortademigheid, pijn op de borst, gewichtsverlies en hoesten. Op de röntgenfoto komt meestal pleuravocht voor in combinatie met pleuraverbreding. Door een punctie van het pleuravocht en cytologisch onderzoek kan in 80% van de gevallen de diagnose gesteld worden. Een andere mogelijkheid is via een pleurabiopsie of thoracoscopie. Het mesothelioom kan ook uitgaan van het peritoneum of het pericard.

Tijdens de anamnese vraag je vooral naar de blootstelling aan asbest in het verleden. Onderzoek bestaat uit een thoraxfoto, cytologie pleuravocht en/ of een histologisch biopt. De tweejaarsoverleving is 10%. De diagnostiek van een mesothelioom als beroepsziekte heeft daarom weinig/ geen therapeutische/ preventieve betekenis. Het is moeilijk om andere oorzaken naast het beroep bij longkanker uit te sluiten. Dit is lastig in juridische procedures. Bedrijven die vooral in aanraking kwamen met asbest waren: scheepsbouw, isolatie van leidingen, productie van asbesthoudende producten (eterniet), sloopwerkzaamheden en bouwnijverheid.

Tumoren zijn vaak niet specifiek voor een bepaalde blootstelling. Andere leefstijlfactoren, zoals roken of dieet en genetische predispositie hebben vaak een grote invloed op het ontstaan ervan.

Vruchtbaarheidsstoornissen en zwangerschapsproblemen door het werk

In veel werksituaties komt blootstelling aan agentia voor die de voortplanting in negatieve zin kunnen beïnvloeden. Dit kan leiden tot een verstoring van de vruchtbaarheid bij de man of bij de vrouw, of tot een ontwikkelingsstoornis bij het nageslacht. Zowel vruchtbaarheidsstoornissen als ontwikkelingsstoornissen komen in de algemene bevolking veel voor. Factoren in het werk die de fertiliteit van de man beïnvloeden zijn zware metalen, zoals lood en kwik, bestrijdingsmiddelen, hitte en ioniserende straling. Het risico op menstruatiestoornissen bij de vrouw wordt vergroot door blootstelling aan zware metalen, bestrijdingsmiddelen en organische oplosmiddelen. Het gebruik van lachgas (stikstofdioxide) in de gezondheidszorg kan leiden tot vruchtbaarheidsproblemen bij het vrouwelijke personeel.

Mutagene en carcinogene stoffen kunnen leiden tot genotoxische of somatische effecten bij het ongeboren kind. De effecten van dergelijke stoffen zijn afhankelijk van het tijdstip van blootstelling tijdens het ontwikkelingsstadium van het kind. De doses die een teratogeen effect veroorzaken, liggen over het algemeen veel lager dan die waardoor kanker veroorzaakt wordt bij volwassenen.

Infecties door het werk

In de gezondheidszorg, de agrarische sector en aan de agrarische sector verwante sectoren komen beroepsinfectieziekten ten gevolge van blootstelling in het werk voor. Wanneer de besmetting tijdens of ten gevolge van het werk optreedt, is er sprake van een beroepsziekte. De belangrijkste implicatie van het stellen van de diagnose beroepsziekte is de prikkel tot preventie. Vaccinatie en betere arbeidshygiëne zijn daarbij de belangrijkste instrumenten. Als er blootstelling is opgetreden, bijvoorbeeld na een prikaccident, is er bij een aantal ziekten, zoals hepatitis B en HIV, de mogelijkheid tot vroege behandeling. Dit wordt ook wel post-exposure profylaxe genoemd.

Tuberculose is één van de meest gemelde beroepsinfectieziekten in Nederland en komt voornamelijk voor bij personeel in de gezondheidszorg. Het preventief medisch onderzoek naar besmetting met behulp van de Mantouxtest wordt gebruikt om besmetting in een vroeg stadium op te sporen en te behandelen met isoniazide. Hiermee wordt een ernstige infectie en verdere verspreiding voorkomen.

Werkgebonden klachten van het bewegingsapparaat

Klachten van het bewegingsapparaat zijn in individuele gevallen niet gemakkelijk aan te duiden als werkgerelateerd. Vaak is er sprake van pijn op een bepaalde locatie, maar een achterliggend pathologisch-anatomisch substraat is meestal niet bekend. Het chronisch worden van pijnklachten bevat tevens vaak een psychologische factor. Veel hulpverleners zijn om die reden bang dat door de klachten te duiden als werkgebonden somatisatie bevordert wordt.

Repeterende bewegingen van arm, schouder of nek kunnen leiden tot pees- of peesschedeontstekingen. Musici omschrijven pijnklachten die omschreven worden als overuse-syndrome. Problemen met het toetsenbord worden omschreven als repetitive strain injury. Tevens bestaat er schrijfkramp, waarbij het onmogelijk is om nog te schrijven. De benaming RSI is ongelukkig, omdat die suggereert dat pijnklachten van arm, schouder en nek vrijwel altijd het gevolg zijn van repeterende bewegingen in het werk. Dit is niet het geval. Dergelijke pijnklachten komen veel voor ten gevolge van degeneratie van de weefsels van het bewegingsapparaat. Onder repeterende bewegingen worden bewegingen verstaan die meer dan tweemaal per minuut voorkomen. Er is sprake van een grote kracht als er meer dan 4 kg moet worden uitgeoefend met hand of pols.

Het is vaak moeilijk om een exacte diagnose te stellen. Bij peesproblemen helpt een injectie met corticosteroïden goed. Psychosociale factoren kunnen een rol spelen in het in stand houden van klachten. Om chronisch pijngedrag te voorkomen, wordt geadviseerd om zoveel mogelijk alle normale activiteiten voort te zetten. Wanneer echter te gemakkelijk met de diagnose wordt omgegaan, kan dit werkhervatting belemmeren.

Werkgerelateerde rugklachten

Ook bij rugklachten is het moeilijk de klachten te verklaren vanuit het beroep. Naast een hoop psychosociale factoren die van invloed zijn, is in de thuissituatie vaak ook druk op de lumbale wervelkolom, wat ook de klachten kan verklaren. De meest gangbare theorie over het pathologisch mechanisme is dat voortdurende hoge krachten op structuren van de lumbale wervelkolom tot kraakbeendegeneratie leiden. De overbelasting van het kraakbeen geeft microtraumata die het proces van degeneratie in gang zetten. Dit leidt tot osteoartrose van de facetgewrichten en de tussenwervelschijven. Hierdoor ontstaan instabiliteit en pijnklachten. Ook bij deze klachten wordt aanbevolen zoveel mogelijk normale activiteiten te blijven uitvoeren.

Psychische problemen door het werk

Werkgerelateerde psychische problemen vormen één van de belangrijkste oorzaken van arbeidsongeschiktheid. Het overgrote deel van deze problemen valt onder de noemer overspannenheid. Overbelasting door een hoge werkdruk wordt door veel werknemers als oorzaak van hun klachten aangegeven. Er zijn vele termen voor overspannenheid, wat het voor bedrijfsartsen en huisartsen lastig maakt. Overspannenheid wordt gekenmerkt door een verminderd vermogen tot sociaal functioneren en een combinatie van psychische en functioneel lichamelijke klachten ten gevolge van psychosociale overbelasting en/ of verminderde psychische belastbaarheid. De klachten zijn onder te verdelen in: hyperesthetisch-emotionele klachten (prikkelbaarheid, emotioneel, huilbuien), neurasthene klachten (moe, lusteloos, vergeetachtig, concentratieproblemen, verhoogde slaapbehoefte) en psychische spanningsklachten (gespannenheid, onrustig gevoel, piekeren, gedeprimeerde stemming, slapeloosheid). Dit moet volgens de DSM weken tot maanden duren. Daarnaast is er sprake van sociaal disfunctioneren (verzuim) en er mogen geen psychiatrische of lichamelijke aandoeningen zijn. Het is belangrijk onderscheid te maken tussen werkgerelateerde overspannenheid of andere oorzaken. Dit vanuit preventief oogpunt, maar het maakt ook veel uit voor de therapie. Psychosociale overbelasting heeft alles met stress te maken. Een risico op stress bestaat juist in situaties waarin hoge psychische eisen worden gesteld en een individu weinig beslisruimte heeft. Dat risico wordt vergroot door gebrek aan social support of ondersteuning vanuit de omgeving. Naast een objectieve beoordeling van de werksituatie moeten ook problemen buiten het werk worden beoordeeld. 

Access: 
Public

Image

Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
567