Psychopathologie II - Psychologie - UU - B2/B3 - Oefententamen 2016/2017

Vragen

Vraag 1

Welke argumenten geeft May (2007) over etniciteit matching?

Vraag 2

Wat zijn acro-, agora- en xenophobia?

Vraag 3

Wat is grootste verschil tussen een somatische symptoomstoornis en een paniekstoornis?

Vraag 4

Hoe verloopt doorgaans de behandeling bij een alcoholverslaving? Geef de stappen zoals besproken in college en in het boek.

Vraag 5

Wat zijn fysieke kenmerken en complicaties van Boulimia Nervosa?

Vraag 6

Welke drie neurotransmitters worden geassocieerd met angst en welk algemeen systeem in ons lichaam speelt daarbij een rol?

Vraag 7

Wat is de prevalentie van persoonlijkheidsstoornissen in de GGZ en in de ‘gewone’ bevolking?

Vraag 8

Een centraal kenmerk bij CT is de cognitieve triade; hoe mensen over zichzelf denken, hun persoonlijke wereld en de toekomst. Wat zijn de drie componenten bij CT?

Vraag 9

De seksuele responsecyclus bestaat uit verlangen, opwinding, plateau, orgasme en ontspanning. Wat gebeurt er tijdens opwinding en koppel hieraan een stoornis.

Vraag 10

Wat is parasuïcidaal gedrag en wat zijn de risicofactoren voor het plegen van zelfmoord?

Vraag 11

Hoe worden stoornissen gezien volgens de netwerktheorie van Nijten en wat zijn brugsymptomen?

Vraag 12

Wat is het verschil tussen classificatie en diagnose van stoornissen?

Vraag 13

Wat zijn de drie doelen van een psychiatrisch onderzoek?

Vraag 14

Geef voorbeelden van bezodiazepines, TCA’s en SSRI’s. Vertel daarnaast wat de mogelijke bijwerkingen zijn per groep.

Vraag 15

Hoe vaak komt Anorexia Nervosa voor? Geef een range of de life time prevalence.

Vraag 16

Wat is de prevalentie van OCD? Noem tevens welke stoornissen het meest comorbide zijn en geef voorbeelden van compulsies en obsessies.

Vraag 17

Wat is het verschil tussen angst en vrees?

Vraag 18

Welke verstoringen van de slaap treden op bij depressieve patiënten?

Vraag 19

Wat stelt de Kindling Hypothese over depressie ?

Vraag 20

Wat zijn de goede en slechte prognostische indicatoren voor een Major Depression?

Vraag 21

Wat is schematherapie en bij welke categorie stoornissen wordt dit vaak toegepast? Noem tevens waar de focus op wordt gelegd.

Vraag 22

Wat zijn volgens de participanten de voordelen van gecomputeriseerde CBT in het artikel over E-Health?

Vraag 23

Wat is de life time prevalentie van een specifieke fobie en van een sociale fobie?

Vraag 24

Wat is het verschil tussen genderidentiteit en seksuele identiteit? Leg tevens uit wat seksuele oriëntatie is.

Vraag 25

Wat is het verschil tussen gedachte inhoud, vorm en proces bij schizofrenie patiënten?

Vraag 26

Wat is het verschil in seksuele fantasieën bij een man en een vrouw. Noem daarnaast de meest gecompliceerde factor voor de vrouw bij de arousal.

Vraag 27

Welke risicofactoren correleren met seksuele recidive ?

Vraag 28

Andrews & Bonta hebben een Risk , Need and Responsivity Model (RNR) opgesteld. Dit gaat over het recidiverisico, leg dit model uit.

Vraag 29

Wat zijn de risicogroepen voor seksmisbruik?

Vraag 30

Temperament wordt ook wel gezien als de ‘hoe’ van het gedrag. Noem de 4 bijbehorende dimensies.

Vraag 31

Noem drie medische complicaties bij Anorexia Nervosa

Vraag 32

Wat is mindfulness en wat bleek uit het onderzoek van Goyal en anderen?

Vraag 33

Welke behandelingen blijken goed te werken bij intrusieve traumatische beelden bij PTSD?

Vraag 34

Wat is het verschil tussen egosyntoon en egodystoon? Verduidelijk aan de hand van stoornissen je antwoord.

Antwoordindicatie

Vraag 1

  • Niet te realiseren, te veel culturen in de GGZ

  • Behandeling moet gebaseerd zijn op de ziekte en niet de etniciteit.

  • Goede hulpverlening is voorbehouden aan de professionals die met verschillen tussen taal en cultuur kunnen omgaan. Niet de taal an sich.

  • Niet alle allochtonen willen hulp van een allochtoon. Er kan sprake zijn van schaamte/schuld jegens peers.

Vraag 2

Fobieën voor respectievelijk hoogtes, openbare ruimtes en vreemden.

Vraag 3

Beiden richten ze hun aandacht naar binnen en merken ze dat er iets niet klopt. Echter, bij PS denken ze vaak aan direct doodgaan en bij SSS denken ze iets onder de leden te hebben, wel indirect aan dood.

Vraag 4

  1. abstinentie

  2. behandeling onthoudingsverschijnselen

  3. psychosociale interventies

  4. zelfhulporganisaties zoals AA

  5. groeps/gezins/individuele therapie.

Vraag 5

Glazuur aantasting, wondjes op knokkels, opgezwollen speekselklieren, problemen met groei, fertiliteit, botontkalking.

Vraag 6

Norepinefrine, GABA en Serotonine. Het autonomisch zenuwstelsel

Vraag 7

GGZ: 50-60%, gewone bevolking 10-20%

Vraag 8

  1. Didactische technieken

  2. Cognitieve technieken

  3. Gedragstechnieken

Vraag 9

Fysieke en psychische opbouw naar seksuele activiteit en orgasme. De vagina wordt vochtig bij vrouwen, mannen krijgen een erectie. De erectiestoornis zou passend zijn in deze fase.

Vraag 10

Parasuïcidaal gedrag is zelfverwonding zonder de wens van zelfdoding. De risicofactoren van suïcide zijn: man, weduwnaar, leeftijd tussen 40-60 en 80+, mentale ziektes zoals depressie en alcohol afhankelijkheid, eerder suïcidaal gedrag

Vraag 11

Een stoornis is een causaal netwerk van symptomen die grotendeels observeerbaar zijn (kettingreacties tussen problemen). Brugsymptomen zijn symptomen die een rol spelen bij 2 of meer stoornissen en leiden tot comorbiditeit (voorbeeld: slaapproblemen)

Vraag 12

Een diagnose bevat een uitgebreide uitspraak over symptomen, kwetsbaarheidsfactoren, luxerende factoren en gevolgen. De classificatie is het toekennen van een descriptief label vanuit een classificatiesysteem zoals de DSM > meneer X heeft last van een Major Depression.

Vraag 13

  1. vaststellen van de aard van de symptomen en het beloop (psychische functies)

  2. vaststellen van ernst en gevolgen (lijden, disfunctioneren)

  3. vaststellen mogelijke etiologische factoren

Vraag 14

  • Benzodiazepines: diazepam, clonazepam, alprazolam

    • bijwerkingen: verslavend

  • TCA: Clomipramine, imipramine

    • bijwerkingen: cardiale gevolgen

  • SSRI: paroxetine, fluoxetine

    • bijwerkingen: gewichtstoename, seksuele disfuncties, slaapproblemen

Vraag 15

1,7 % life time, range 0,2-0,8% (man-vrouw 1:10)

Vraag 16

Life time prevalence is 2-3%. Comorbide met MDD en alcoholmisbruik.

Obsessies > besmetting, pathologische twijfel, symmetrie.

Compulsies > checken, wassen, tellen

Vraag 17

Vrees is een reactie op een dreiging die bekend, extern, definitief en niet tegenstrijdig is (auto scheurt langs, je schrikt). Bij angst is het intern, onbekend, vaag en conflictueus (terrorisme). Vrees is plotseling en reëel.

Angst gaat vaak over ‘wat er nog moet komen’.

Vraag 18

Toename nachtelijke ontwakingen, afname in totale slaap en diepe slaap, meer REM slaap, toename lichaamstemperatuur, reduced REM latentie.

Vraag 19

De eerste episode wordt vaak veroorzaakt door iets stressvols bijv. het verlies van een baan of je partner. De tweede episode heeft een veel minder externe situatie als trigger. Hoe vaker de depressie terugkeert hoe minder het te maken heeft met de omstandigheden. Terugkerende depressie gaat steeds sneller en het brein wordt gevoeliger voor het negatief denken(neurale veranderingen). Deze hypothese heeft raakvlakken met littekenhypothese.

Vraag 20

  • Goed: milde episodes, afwezigheid psychotische symptomen, korte hospitalisatie

  • Slecht: dysthymie, alcoholmisbruik, angstsymptomen.

Vraag 21

Schematherapie is gebaseerd op het cognitieve verklaringsmodel van persoonlijkheidsstoornissen. Dit is een ontwikkelingsgericht model waarbij de emotionele basisbehoeften het uitgangspunt zijn van kinderen/mensen. Op basis van negatieve ervaringen in kindertijd ontwikkelt een kind diepgewortelde overtuigingen over zichzelf en anderen; schema’s. Schema’s weerspiegelen dus onvervulde emotionele basisbehoeften( bijv. zelfexpressie). Kind probeert dit te vermijden> tv kijken/isolatie of zich eraan over te geven > ik ben vreselijk of juist te (over)compenseren > ik ben geweldig.

De focus bij ST ligt op het heden (nieuwe omgangswijzen), het verleden(re-scripting) en de therapeutische relatie.

Vraag 22

Gemak (in de avond nog even doen), eigen tempo, lage kosten, privacy

Vraag 23

10,1 specfieke fobie, 7.8% sociale fobie (in NL)

Vraag 24

Seksuele id. heeft te maken met biologische seksuele karakteristieken zoals chromosomen, genitaliën en hormonen. Gender id. is het gevoel van mannelijkheid of vrouwelijkheid van een persoon zelf, dus de beleving.

Seksuele oriëntatie: hetero, homo of bi.

Vraag 25

Bij gedachte inhoud gaat het om ideeën, gedachten, interpretaties van stimuli bij patiënten. Denk aan wanen, hallucinaties. Bij gedachte vorm gaat het om direct geobserveerde gesproken/geschreven taal van de patiënt. Denk aan losheid van associatie, ontsporing, neologismen). Bij gedachte proces gaat het om de manier waarop ideeën/taal geformuleerd zijn (vlucht van ideeën, perseveraties, blokkering gedachten).

Vraag 26

Voor mannen zijn dat naakte vrouwen. Voor vrouwen is dat een romantisch verhaal. Het probleem bij vrouwen is dat het gevoel van subjectieve arousal niet altijd overeenstemmend is met de fysiologische arousal.

Vraag 27

Impulsiviteit, geschiedenis criminaliteit, jongetje als slachtoffer, eerder delict

Vraag 28

  • Risk: hoe hoger het risico hoe intensiever de behandeling (TBS vermindert recidivekans alleen bij hoge risicogroep)

  • Need: behandeling richten op de crimogene risicofactoren.

  • Responsivity: rekening houden met de beperkingen van de patiënt. Verbaal zou er bijvoorbeeld een kloof zijn.

Vraag 29

Meisjes, verstandelijke beperking, eerdere misbruiking, ptss diagnose

Vraag 30

Vermijden van het kwaad, nieuwheid zoeken, beloningsafhankelijk en volharding

Vraag 31

Bradycardia > lage hartslag. Spieratrofie, bradyfrenie (traagheid in denken) en leukopenia (witte bloedcellen nemen af)

Vraag 32

Proces van denken en voelen over jezelf. De focus is op het huidig moment. Gedachten en gevoelens opmerken in het moment en accepteren zonder beoordeling. Uit de resultaten van hun onderzoek bleek dat er hierdoor een kleine verbetering was bij angst, depressie en pijn (medium bewijs)

Vraag 33

Eye movement Dual Task > belasten van het werkgeheugen

Rescripting > andere afloop scripten

Vraag 34

Bij egodystoon weet de patiënt zelf dat zijn gedrag pathologisch is. OCD is hier een voorbeeld van. Gedachten en compulsies die ervaren worden zijn vaak niet in overeenstemming met het individuele zelfbeeld. Veel persoonlijkheidsstoornissen worden beschouwd als egosyntone stoornissen. Gedachtes en gevoelens worden ervaren en geuit in overeenstemming met het individuele zelfbeeld. Men heeft dus geen inzicht in zijn pathologie.

Access: 
Public

Image

Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
Image

Op zoek naar een uitdagende job die past bij je studie? Word studentmanager bij JoHo !

Werkzaamheden: o.a.

  • Het werven, aansturen en contact onderhouden met auteurs, studie-assistenten en het lokale studentennetwerk.
  • Het helpen bij samenstellen van de studiematerialen
  • PR & communicatie werkzaamheden

Interesse? Reageer of informeer

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
3106