Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Image

25 oefenvragen Diagnostiek in de klinische psychologie - Universiteit Utrecht

Open vragen

  1. Bij welke basisvraag/basisvragen van het diagnostisch proces kunnen persoonlijkheidskenmerken van belang zijn?

  2. Wat is het verschil tussen een synchrone en een diachrone conditie?

  3. Welke kennis is vereist voor de indicatiestelling? Noem drie elementen.

  4. Wat is het verschil tussen hulpvraag en vraagstelling?

  5. Noem drie redenen waarom de klinische blik van de beoordelaar niet zo betrouwbaar is.

  6. Wat is het SSKK-model?

  7. Over welke vaardigheden moet een gespreksleider beschikken?

  8. Noem vier voordelen van het gestructureerde interview ten opzichte van een ongestructureerd interview.

  9. Wat is het verschil tussen observatie op molair en moleculair niveau?

  10. Wat is het doel van indirecte methoden?

  11. Waarom moet de multidimensionaliteit van de SCL-90 in twijfel getrokken worden, volgens Hafkenscheid?

  12. Op welke vier aspecten moet gelet worden bij het gebruik van psychologische tests?

  13. Noem een voorbeeld van een expressieve indirecte test.

  14. Hoe worden items opgesteld als gebruik wordt gemaakt van de a priori-methode?

  15. Wat zijn de voor- en nadelen van een protocollaire behandeling?

  16. Hoe kan het dat ADHD en autisme vaak over het hoofd wordt gezien bij volwassen patiënten?

  17.  Uit welke aspecten bestaat een G-schema voor gedragsobservatie?

  18. Op welke drie punten plaatst Jaspers kanttekeningen bij de profielinterpretatie van de NVM?

  19. Aan welke voorwaarden moet een patiënt voldoen om testbaar te zijn op een neuropsychologisch onderzoek?

  20. Wat is de meetpretentie van de Zelf-Analyse Vragenlijst (ZAV)?

  21. Waar kan de progressieve matrixtest van Raven voor gebruikt worden?

  22. Hoe kan effectief woordgebruik in een psychologische rapportage bereikt worden?

  23. Wat is de voornaamste kritiek van Barelds en Luteijn wat betreft de meetpretentie van de NPV?

  24. Welke twee factoren van intelligentie kunnen gemeten worden met de WAIS?

  25. Wat is de voornaamste reden om computerdiagnostiek in te zetten?

Antwoordindicaties bij de vragen

  1. Bij de onderkennende diagnose en bij de verklarende diagnose. Als het om een persoonlijkheidsstoornis gaat, hoort het bij de onderkennende diagnose; als het om predisponerende of instandhoudende kenmerken gaat, kan het deel uitmaken van de verklarende diagnose.

  2. Synchroon wil zeggen dan de conditie tegelijkertijd met het probleem optreedt, terwijl een diachrone conditie eraan vooraf gaat.

  3. Kennis over behandelingen en behandelaars, kennis over het relatieve effect van behandelingen en kennis over de voorkeur van de patiënt. Daarnaast moeten de onderkennende en verklarende diagnose en predictie afgerond zijn.

  4. De hulpvraag is de vraag van de patiënt. De vraagstelling is de uiteindelijk geformuleerde vraag voor het diagnostisch onderzoek.

  5. Antwoordmogelijkheden: er wordt vaak geoordeeld op basis van één opvallend kenmerk, er wordt geen rekening gehouden met de ‘base rate’, covariatie en correlatie worden niet goed waargenomen, er wordt geen rekening gehouden met regressie naar het gemiddelde, illusoire correlaties, availability-heuristiek, nieuwe niet-kloppende informatie wordt niet meegewogen, het halo-effect, achteraf verklaringen bedenken, het actor-observatorfenomeen.

  6. Het SSKK-model staat voor Stress en Steun en Krachten en Kwetsbaarheden. Volgens dit model hebben de huidige omstandigheden (stress en steun) invloed op het functioneren van een persoon, maar ook predisposities en persoonlijke capaciteiten spelen een rol (krachten en kwetsbaarheden). Zowel in de huidige omstandigheden als in de predisposities kunnen positieve en negatieve aspecten voorkomen. Het SSKK-model kan gebruikt worden bij de onderkennende diagnose om de ernst van de problemen in te schatten.

  7. Empathie, onvoorwaardelijke positieve acceptatie, echtheid (bewust zijn van eigen gedachten, gevoelens en vooroordelen), goed kunnen luisteren en adequate vragen stellen.

  8. Een gestructureerd interview heeft een hogere betrouwbaarheid tussen beoordelaars, kan een betere inschatting van de ernst geven, is minder onderhevig aan informatie- en criteriumvariantie, en omvat een groot gebied aan onderwerpen.

  9. Molair niveau is een globaal niveau van observatie, terwijl bij moleculair niveau op kleine details in het gedrag wordt gelet.

  10. Met indirecte methoden wordt getracht om gegevens te achterhalen die niet door middel van zelfrapportage of observatie verkregen kunnen worden.

  11. De SCL-90 zou unidimensionaal in plaats van multidimensionaal zijn, omdat er correlaties zijn tussen de subschalen en omdat de factorstructuur instabiel is als er met explorerende in plaats van confirmerende factoranalyse naar gekeken wordt.

  12. Er moet gelet worden op de manier waarop ze worden ingezet, de manier van rapportage, de normgroepen en wat er in recent onderzoek over uitkomt.

  13. Een test waarbij iets getekend moet worden, zoals de House Tree Person-test.

  14. Bij de a priori-methode wordt uitgegaan van een specifiek construct. Aan de hand daarvan worden items geformuleerd of geselecteerd.

  15. Een protocollaire behandeling is over het algemeen effectiever, omdat deze evidence-based is. Een nadeel is echter dat er geen oog lijkt te zijn voor individuele kenmerken. Hiertegenover kan worden gezet dat een protocollaire behandeling enigszins flexibel kan worden ingezet, mits aan de kernaspecten van de behandeling wordt voldaan.

  16. ADHD en autisme worden gezien als ontwikkelingsstoornissen, waardoor hier minder oog voor is in de volwassenenpsychiatrie. Daarnaast nemen de symptomen van beide stoornissen meestal af in de volwassenheid, of worden ze overschaduwd of gecompenseerd.

  17. Gedachten, gevoelens, gewaarwordingen en gedrag.

  18. Bij de profielinterpretatie zijn de subschalen van de NVM anders gedefinieerd dan in de handleiding; de theorie van Kernberg waar de profielinterpretatie op is gebaseerd, is empirisch nauwelijks onderzocht; en het gebruik van ruwe scores laat geen ruimte voor betrouwbaarheidsintervallen.

  19. De patiënt moet de instructie begrijpen en onthouden, gemotiveerd zijn om mee te werken, de capaciteit hebben om mee te werken en kunnen reageren.

  20. De ZAV is bedoeld om toestandswoede en woededispositie te meten.

  21. Raven’s progressieve matrixtest meet vloeiende intelligentie, en kan gebruikt worden bij mensen die de taal niet goed beheersen of op een andere manier verbaal beperkt zijn.

  22. Door vakjargon te vertalen in woorden of omschrijvingen die in het algemeen te begrijpen zijn. Het taalgebruik moet afgestemd worden op de lezer.

  23. Barelds en Luteijn betogen dat de NPV bedoeld is om persoonlijkheid te meten, en dat het misleidend is van Van den Hout en collega’s om te beweren dat de NPV ‘niet doet wat zij moet’ omdat therapiesucces er niet goed mee voorspeld kan worden.

  24. Naast een totaalscore voor het IQ is er een score voor het verbaal IQ en het performaal IQ.

  25. Het gebruik van computers kan veel tijd besparen, omdat er niet altijd een diagnosticus aanwezig hoeft te zijn bij gecomputeriseerde afname en de scores bovendien niet met de hand verwerkt hoeven te worden. Dit is een groot voordeel, omdat het diagnostisch proces steeds meer met tijdsdruk en financiële beperkingen te maken krijgt.

Image  Image  Image  Image

Access: 
Public

Image

Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:
Institutions, jobs and organizations:
Statistics
3968