HC 7 Gedrag in groepen onder invloed van fysieke en sociale context

Territorium vs personal/group space

Territoriumgedrag

Individuen en groepen hechten aan territoria: wie hoort waar?

Primair: vb eigen slaapkamer, stoel

Secundair: vb eigen kantoor op je werk

Publiek: vs eigen zitplaats in collegezaal 

Hoe meer behoefte aan controle = hoe sterker de claim op die plek = hoe sterk de verdediging

Mensen bakenen hun territoria af. Territoria hebben een functie, bijvoorbeeld hun eigen kamer. Als er mensen over de vloer komen, doen ze de slaapkamer dicht. We hebben allemaal behoefte aan een eigen plek. Op sommige plekken heb je recht, bijv kantoor, dan is het raar als mensen daar gaan zitten. Het voelt raar als je op iemands plek gaat zitten die iemand heeft afgebakend.

Mensen hebben de behoeften om een stukje van de ruimte toe te eigenen, bijv door iets persoonlijks op te hangen.

Inter-persoonlijle en inter-groepsruimte

Individuen en groepen hebben een eigen ruimte: een space. In tegenstelling tot een territorium, draag je je space met je mee:

  • Intieme zone: alleen voor je partner en je kinderen, heel dichtbij, tegen je aan;
  • Persoonlijke zone: wanneer je met elkaar aan het praten bent, op de bank zit;
  • Sociale zone: ruimte die je hebt als collega's, hoe dicht zouden de stoelen naast elkaar zetten;
  • Publieke zone: openbaar vervoer, bioscopen, meer vreemde mensen;
  • 'remote' zone: e-contact.

Mensen worden ongemakkelijk als je in hun personal space komt. Zeker met vreemden.

Hoe hoger de status persoon, hoe verder je daarvan af blijft.

Wat doen mensen als ze zich te dicht benaderd voelen: gevoel van psychologische evenwicht te houden (bijv. opschuiven, stap opzij, de andere kant op te kijken) --> in je hoofd je eigen hoofd ruimte te creëren.

Synomorfie

De afstemming tussen fysieke en sociale context om een groepstaak goed uit te voeren.

Bijv.

  • De opstelling tafels in het onderwijs
  • Meubilair in gedeelde werkkamers
  • Zitpositie vergadervoorzitter
  • Zitpositie coöperatie vs competitie

Sociopetaal: je kijkt naar elkaar toe --> bevordert interactie

Sociofugaal: zo gaan zitten dat je niet naar elkaar kijkt --> ontmoedigt interactie

Verschillende groepsopstellingen

  • Theater
  • Classroom
  • Cabaret (tafels van 4) 
  • Boardroom (een grote tafel) 
  • U-shaped 
  • Circle of chairs 

De opstelling bepaalt hoe je kan samenwerken. In ruimtes die er niet gemaakt zijn om samen te werken, is samenwerken ook niet fijn.

Communicatiepatroon

Steinzor effect:In groepen zonder leider: de neiging van een groepslid om (direct) te reageren op iets wat gezegd wordt door iemand recht tegenover hem/haar zit. Je reageert niet op wat naast je gezegd wordt. 

Head of the table effect: waar neemt de leider/voorzitter plaats? Logischerwijs aan het hoofd van de tafel. 

Coöperatie vs competitie

Bij coöperatie: naast elkaar en allebei bij de hoek.

Bij competitie: (schuin)tegenover elkaar

Collectief gedrag, deïndividuatie

Gedrag in collectieven: gedrag in grote massa's

Dedeïndividuatie theorie: je zelf kwijtraken 

Omgevingscontext: hoe warmer, hoe meer geluid, hoe hoger de spanning, hoe overbevolkt het is (density) --> gecombineerd met de sociale context leidt tot een gevoel van crowding overload(je voelt de overbevolking) leidt tot een verlies aan controle. Je raakt er opgewonden van (arousal) --> je gaat doen wat je van nature het beste doet, het intensifieert wat al gaande is in de groep. Als er een paar aan het roepen is, dan gaat iedereen roepen/ als een paar gaan rennen, dan gaat iedereen rennen. Meestal gaat het slecht (anti-sociaal), maar er zijn situaties dat er iets positiefs gebeurt (pro-sociaal).

Pro-sociaal: heldhaftig gedrag (zou je normaal niet doen).

Anti-sociaal: KKK, hooligans.

De neiging om over je eigen grenzen heen te gaan.

Stanford Prison Study (Zimbardo): er werd voor gezorgd dat de individuatie van de bewakers en gevangenen minder werd.

Theorieën

  • Contagion: gedragsbesmetting: mensen besmetten anderen met hun gedrag;
  • Convergence: eerst: Freudiaanse analyse (zet mensen in een groep en de onderdrukte gevoelen knallen eruit) later ook sociologisch;
  • Dïndividuation: individuele identiteit verliezen, raken zichzelf helemaal kwijt;
  • Emergent norms: tijdelijke lokale groepsnorm; minder variatie in gedrag --> je raakt wel iets kwijt, maar er komt iets voor in de plaats (wat er van je verwacht wordt); 
  • Social identity: identiteit op groepsniveau; individuele identiteit herwinnen --> wat er eigenlijk gebeurt is dat je je identiteit in de massa verliest en dat je de identiteit van de groep terug wilt. 

Deïndividuatie:

Input

-->

Subjective change

-->

Output behaviors

    • Anonimity
    • Diffused responsibility
    • Arousal
    • Sensory overload
    • Physical involvemet
    • Unstructured situation
    • Altered state of cons.

 

    • Less self-monitoring
    • Weakenings of control
    • Lowerd threshol for expressing inhibited behaviors

 

Behaviors

    • Emotional
    • Impulsive
    • Extreme
    • Repeated
    • Irrational
    • Contagious
    • Destructive

Individuele identiteit: Ik ben mezelf kwijtgeraakt, maar ik doe iets voor de groep --> ga de identiteit van de groep terugwinnen.

Gedrag van omstanders

Bystander effect: mensen krijgen minder snel hulp wanneer er veel mensen zijn (diffusion of responsibility) --> wie moet er helpen, een ander doet het wel. 

  • Kenmerken van degene die hulp nodig heeft, doen er toe --> een zakenman wordt snel geholpen, "normale" vrouw en man niet. 

Stelling: Hoe groter de groep onbekende omstanders, hoe kleiner de kans dat iemand in nood door die omstanders geholpen wordt = waar

Bij een incident heb je een coördinatie probleem en een motivatie probleem.

  • Coördinatie probleem: Wie van ons allen… doet wat? / wanneer? / met wie?
  • Motivatie probleem: doe je (n)iets omdat je denk dat… anderen het wel doen/ anderen het (ook) niet doen.  

Tit-for-tat kan je niet gebruiken, dat past niet zo goed in een situatie met een grote groep mensen. (met zn tweeën wel). In een grote groep weet je niet op wie je moet rekenen.

Tit-for-tat (strikte reciprociteit) is niet zo effectief in n-persoons situaties als in 2-persoons situaties: lastig:

  • Coördinatie: wie voelen zich aangesproken? Hoeveel anderen zijn nodig/handig? Welke vaardigheden zijn nodig?
  • Motivatie: op wie reageer jij net (n)coop? Wie reageert er met jou op (n)coop? Met wie ben je samen bereid tot coop? Wie dragen de kosten van coop?

Wel/niet hulp bieden: model 

Mensen die een situatie tegenkomen die om hulp vraagt, dat zij zich de volgende vragen stellen. De vragen hebben escapes. Van de ene vraag ga je door naar de volgende vraag.

  1. Is er iets aan de hand
    • Soms ja
    • Veelal nee --> zal wel niets zijn. 
  2. Moet iemand daar iets aan/tegen doen?
    • Soms ja 
    • Veelal nee 
  3. Moet ik iets doen?
    • Soms ja
    • Veelal nee --> is niet mijn taak. Hebben we instanties voor
  4. Kan ik iets doen?
    • Soms ja
    • Veelal nee --> ik kan het niet, ik heb geen bhv.
  5. Ga ik dit doen?
    • Soms ja 
    • Veelal nee

Andermansveiligheid

Proefpersoon hoort monteur in de gang van de trap vallen en pijn leiden:

  • Wanneer iemand alleen is, dan gaat deze wel helpen
  • Met een bevriende persoon, gaan mensen ook helpen
  • Hoe meer mensen blijven zitten, hoe minder mensen gaan helpen. 

Eigenveiligheid --> staat in het boek

Proefpersoon ziet rook binnendringen in onderzoeksruimte:

Wanneer mensen in de kamer blijven, dan blijft de persoon ook. In je eentje gaat de persoon 75% wel de kamer actie.

Andermans+ eigenveiligheid

Persoonlijk verantwoordelijk?

Bijvoorbeeld:

  • De enige aanwezig zijn
  • Eigen naam zichtbaar op je kleding
  • Tekens van eigen professie zichtbaar (arts)
  • Toegewezen rol (BHV)
  • (vage) bekende van het slachtoffer
  • Door slachtoffer zelf aangesproken worden (slachtoffer moet wel bij kennis zijn)
  • Individuele vaardigheden, bijv. EHBO (je kunthelpen)
  • Vertrouwen in jezelf, eigen veiligheid
  • Vertrouwen op hulp van medestanders

Aansprakelijkheid

In hoeverre ben jij aansprakelijk of zelfs strafbaar wanneer jij de andergeen hulp biedt? De vraag van de rechter is dan: In hoeverre was daarbij jouw eigenveiligheid in het geding? Dus op het moment dat je zelf in gevaar komt, dan is het niet strafbaar om niet te helpen. 

Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
Image

Op zoek naar een uitdagende job die past bij je studie? Word studentmanager bij JoHo !

Werkzaamheden: o.a.

  • Het werven, aansturen en contact onderhouden met auteurs, studie-assistenten en het lokale studentennetwerk.
  • Het helpen bij samenstellen van de studiematerialen
  • PR & communicatie werkzaamheden

Interesse? Reageer of informeer

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
2210