TentamenTests 2010: Hersenen en Aansturing - Universiteit Leiden

N.B.: Deze TentamenTest heeft geen antwoordensleutel, weet jij de juiste antwoorden? Je kunt ze als feedback op deze pagina toevoegen of er een eigen, nieuwe samenvatting over starten.

Meerkeuze vragen

Vraag 1
Een man van 30 jaar loopt bij het voetballen een fractuur op van het rechter kuitbeen (fibula) ter hoogte van de knie. Op die plaats wordt een zenuwbaan gekwetst. Deze patiënt kan rechts
  1. de knie niet krachtig buigen

  2. de knie niet krachtig strekken

  3. niet op de hak lopen

  4. niet op de tenen lopen

Vraag 2

Een vrouw van 50 jaar kan de linker duim niet goed opponeren. Ze klaagt ook over tintelingen. Bij onderzoek blijkt de tastzin en pijnzin gestoord aan de...?

  1. duim en wijsvinger

  2. ringvinger en pink

  3. handrug

  4. pols

Vraag 3
Een vrouw van 52 jaar die in een naai atelier werkt heeft pijnlijke tintelingen en minder gevoel aan pink en ringvinger. De meest distale laesie bevindt zich in de...?
  1. wortel C6

  2. wortel C8

  3. nervus medianus

  4. nervus ulnaris

Vraag 4
Een vrouw van 40 jaar heeft na een val met de fiets veel pijn aan de linker arm door een fractuur. Zij blijkt bij onderzoek een parese te hebben van de vingerstrekkers. Hoogst waarschijnlijk heeft zij een fractuur van de linker...?
  1. pols

  2. onderarm

  3. elleboog

  4. bovenarm

Vraag 5
Een man van 60 jaar met diabetes mellitus merkt dat hij dubbel ziet als hij naar rechts kijkt. Als hij naar links kijkt ziet hij niet dubbel. Hij kan goed naar boven en beneden kijken. Het rechter oog staat in rust iets mediaal van de middellijn. Hij heeft een laesie van de nervus...?
  1. oculomotorius

  2. abducens

  3. ofthalmicus

  4. opticus

Vraag 6
Het afferente deel van de cornea reflex is de nervus...?
  1. facialis

  2. oculomotorius

  3. ofthalmicus

  4. opticus

Vraag 7
Het afferente deel van de pupil reflex is de nervus... ?
  1. facialis

  2. oculomotorius

  3. ofthalmicus

  4. opticus

Vraag 8
Een cerebellaire stoornis veroorzaakt een dysarthrie en aan de ledematen...?
  1. dysmetrie

  2. spasticiteit

  3. hypokinesie

  4. rigiditeit

Vraag 9
Hier staan vier beschrijvingen van een bewegingsstoornis. Welke past het beste bij de ziekte van Parkinson?
  1. lopen met kleine passen, rigiditeit, rusttremor

  2. lopen met kleine passen, spasticiteit, rusttremor

  3. lopen met circumductie, rigiditeit, tremor bij intentionele beweging

  4. lopen met circumductie, spasticiteit, tremor bij intentionele beweging

Vraag 10
Een man van 69 jaar klaagt bij de huisarts dat hij niet meer snel kan lopen. Als hij dat probeert valt hij. Hij heeft gemerkt dat hij bij het lopen moeite heeft om te stoppen.”Dan loop ik achter mezelf aan”. Zijn vrouw zegt dat hij loopt “alsof hij van hout is”. Zijn armen bewegen niet mee. Er is bij onderzoek geen parese. Wat is de meest adequate test bij deze anamnese?
  1. laten staan met de ogen dicht

  2. laten staan en een korte ruk aan de schouders geven

  3. op de tenen te laten lopen

  4. op de hakken te laten lopen

Vraag 11
Een stoornis van lopen, praten en slikken die erg varieert in de loop van de dag wordt veroorzaakt door een laesie in de...?
  1. motorische cortex

  2. globus pallidus

  3. voorhoorncellen

  4. neuromusculaire overgang

Vraag 12
Levo-dopa...
  1. is een neurotransmitter

  2. is een voorloper van een neurotransmitter

  3. stimuleert receptoren in de substantia nigra

  4. stimuleert receptoren in het striatum

Vraag 13
Een man van 50 jaar met diabetes mellitus ziet dubbel. Het is hem opgevallen dat het dubbelzien veel beter wordt als hij naar rechts kijkt. Bij onderzoek valt op dat het rechter oog goed kan abduceren, de beweging van het rechter oog is in alle andere richtingen beperkt. De rechter pupil is...?
  1. kleiner dan de linker

  2. groter dan de linker

Vraag 14
Een man van 74 jaar heeft een hersenbloeding gehad in de rechter hemisfeer. Na twee weken heeft hij een spastische hemiplegie links die niet verbetert. Toch kan hij weer goed slikken. Dat laatste komt door de bilaterale innervatie van
  1. tong- en keelspieren

  2. tweede motor neuronen

Vraag 15
Een vrouw van 60 jaar heeft metastasen van een mammacarcinoom in wervel L5 en het sacrum. De metastasen veroorzaken compressie van zenuwen ter plaatse. Ze heeft een stoornis van de mictie. Welke stoornis is het meest waarschijnlijk?
  1. weinig aandrang en een slappe, overvulde blaas

  2. sterke aandrang en incontinentie bij geringe vulling van de blaas

Vraag 16
Een stoornis van de fijne vingermotoriek rechts zonder dysmetrie en met normale sensibiliteit wijst op een laesie van de...?
  1. rechter cerebellaire hemisfeer

  2. linker cerebellaire hemisfeer

  3. linker hemisfeer

  4. rechter hemisfeer

Vraag 17
Een patiënt die onsamenhangend praat en niet goed begrijpt wat er gezegd wordt heeft waarschijnlijk een laesie van de...?
  1. linker temporaalkwab

  2. linker frontaalkwab

  3. rechter temporaalkwab

  4. rechter frontaalkwab

Vraag 18
Een homonieme hemi-anopsie links wijst op een laesie van de...?
  1. linker occipitaal kwab

  2. linker temporaal kwab

  3. rechter occipitaal kwab

  4. rechter temporaal kwab

Vraag 19
Een man van 72 jaar klaagt over “onvast lopen”. Bij onderzoek is de kracht normaal, de kniehakproef verloopt beiderzijds licht atactisch wanneer uitgevoerd met de ogen open en ernstig atactisch wanneer uitgevoerd met de ogen dicht..Deze bevindingen wijzen op stoornis van de:
  1. eerste motor neuronen

  2. tweede motorneuronen

  3. cerebellaire hemisferen

  4. achterstrengen

Vraag 20
Een patiënt heeft veel pijn in de nek met uitstraling in de rechter arm. Bij onderzoek is de bicepspees reflex rechts afwezig, links aanwezig. Hij voelt niet goed dat men hem aanraakt en hij klaagt over tintelingen, het meest uitgesproken in dermatoom:
  1. C6

  2. C7

  3. C8

  4. Th1

Vraag 21
Een vrouw van 56 jaar met diabetes mellitus heeft een neuropathie van de rechter nervus femoralis. Zij kan rechts:
  1. de knie niet krachtig buigen

  2. de knie niet krachtig strekken

  3. niet op de hak lopen

  4. niet op de tenen lopen

Vraag 22
Een vrouw van 40 jaar klaagt dat ze niet meer ver kan lopen. Na een paar honderd meter worden de benen ”slap” en moet ze gaan zitten.Na 10 minuten rust is het lopen weer veel beter. Ze heeft geen pijn. Deze patiënte moet worden behandeld met...?
  1. een neurotransmitter

  2. de voorloper van een neurotransmitter

  3. een medicijn dat de aanmaak van een neurotransmitter stimuleert

  4. een medicijn dat de afbraak van een neurotransmitter remt.

Blok overstijgende vraag (zie vragen 23 t/m 25)

Casus: U ziet op de poli neurologie de heer Jansen, 35 jaar, op verwijzing van de huisarts.

  • Klacht: pijn in de rug en schietende pijn in de linker been sinds 4 weken. Pijn schiet langs de laterale zijde van het linker boven- en onderbeen tot in de wreef van de linker voet en de grote teen. Veel pijn, hij slaapt slecht.

  • Voorgeschiedenis: Blanco.

  • Medicatie: 6 paracetamol 500mg per dag

  • Onderzoek: fixatie van de lumbale wervelkolom, proef volgens Lasègue links positief bij 50 graden, stoornis tast-en pijnzin aan de wreef van de linker voet, teen I (grote teen), II en III links. Normale sensibiliteit aan de mediale rand van de linker voet.

Vraag 23
Op grond van de anamnese en het onderzoek besluit u dat het waarschijnlijk gaat om een hernia. De oorzaak hiervan is schade aan de:
  1. wervelboog

  2. wervellichaam

  3. facetgewrichten

  4. annulus fibrosus

Vraag 24
De patiënt heeft veel pijn. Onderzoek van de spierkracht is daardoor heel moeilijk. U begint dan ook met de meest relevante spiergroep. U vraagt de patiënt op de:
  1. tenen te lopen

  2. hakken te lopen

Vraag 25
Op grond van anamnese en onderzoek stelt u als diagnose een radiculair syndroom van de wortel:
  1. L3

  2. L4

  3. L5

  4. S1

Vraag 26
Coma treedt op ten gevolge van uitval van de formatio reticularis van de...?
  1. rechter hemisfeer

  2. linker hemisfeer

  3. hersenstam

Vraag 27
Bij een metastase in wervel thoracaal 8 met myelumcompressie ter plaatse heeft een patiënt een sensibiliteitsstoornis onder het niveau van de...?
  1. tepellijn

  2. onderste ribbenboog

  3. navel

  4. liezen

Vraag 28
Een 55-jarige man heeft syringomyelie in het thoracale ruggenmerg. Dat is een aandoening waarbij het meest centrale deel van het ruggenmerg wordt beschadigd door een uitzettende vochtcollectie (syrinx). Wat is bij deze patiënt het eerste symptoom?
  1. Gestoorde pijnzin over een deel van de romp.

  2. Gestoorde tastzin over een deel van de romp.

  3. Gestoorde pijnzin aan de benen.

  4. Gestoorde tastzin aan de benen.

Vraag 29
Een 35 jarige man krijgt herpes zoster in het dermatoom S1 rechts. Door de aandoening krijgt de patiënt...?
  1. een lage kniepees reflex

  2. een lage Achillespees reflex

  3. een levendige kniepees reflex

  4. een levendige Achillespeesreflex

Vraag 30
Cognitieve stoornissen kunnen zowel veroorzaakt worden door een dementie als door een delier. Om onderscheid te maken tussen een delier en een dementie moet men vooral letten op een stoornis in...?
  1. het geheugen

  2. de taal

  3. het rekenen

  4. het bewustzijn

Vraag 31
Voor een helder bewustzijn is minimaal een normale structuur en functie nodig van...?
  1. één hersenhemisfeer

  2. één hersenhemisfeer en de hersenstam

  3. twee hersenhemisferen

  4. twee hersenhemisferen en de hersenstam

Vraag 32
Bij het 'gewone' flauwvallen ('vasovagale syncope') zie je:
  1. een daling van de bloeddruk en een daling van de hartslag

  2. een stijging van de bloeddruk en een daling van de hartslag

  3. een stijging van de bloeddruk en een stijging van de hartslag

  4. een daling van de bloeddruk en een stijging van de hartslag

Vraag 33
Welke structuur grenst zowel aan de mediale ventrikel als aan de laterale ventrikel?
  1. Hypothalamus

  2. Nucleus caudatus

  3. Nucleus lentiformis

  4. Thalamus

Vraag 34
Welke arterie is verantwoordelijk voor de perfusie van (het overgrote deel van) de primaire visuele schors?
  1. A. cerebri anterior

  2. A. cerebri inferior

  3. A. cerebri media

  4. A. cerebri posterior

Vraag 35
Welke hersenzenuwen verzorgen de smaak (op de tong)?
  1. VII & VIII

  2. VII & IX

  3. VII & X

  4. VIII & IX

  5. VIII & X

Vraag 36
Waar eindigen de axonen uit de pyramidebaan die ontspringen aan de pyramide reus-cellen van Betz?
  1. Alpha-motorneuronen van de mediale motorkolom

  2. Alpha-motorneuronen van de laterale motorkolom

  3. Alpha-motorneuronen van de mediale en laterale motorkolommen

  4. Interneuronen in intermediair grijs

Vraag 37
In welke thalamische kern eindigen de vezels afkomstig uit het cerebellum?
  1. Nucleus ventralis lateralis pars caudalis

  2. Nucleus ventralis lateralis pars oralis

  3. Nucleus ventralis posterolateralis

  4. Nucleus ventralis posteromedialis

Vraag 38
Welke van deze basale ganglia heeft een directe inhibitoire (GABAerge) projectie naar de thalamus?
  1. Globus pallidus

  2. Nucleus caudatus

  3. Nucleus subthalamicus

  4. Putamen

Vraag 39
Welke zenuw passeert door het foramen rotundum van het sphenoid?
  1. A. meningea media

  2. V1

  3. V2

  4. V3

Vraag 40
Welke neurotransmitter is actief ter hoogte van de neuromusculaire overgang?
  1. Acetylcholine

  2. Dopamine

  3. Glutamaat

  4. Serotonine

Vraag 41
Waar bevinden zich postganglionaire sympatische neuronen?
  1. Grensstreng

  2. Hersenstam en sacraal ruggenmerg

  3. Hypothalamus

  4. Thoracaal ruggenmerg

Vraag 42
In welk deel van het cerebrum bevindt zich het spraakcentrum van Wernicke?`
  1. Gyrus frontalis inferior

  2. Gyrus frontalis superior

  3. Gyrus temporalis inferior

  4. Gyrus temporalis superior

Vraag 43
Waar (op welk niveau) kruist gnostische informatie uit de onderste extremiteit?
  1. Lumbosacrale ruggenmerg

  2. Caudale medulla oblongata

  3. Pons

  4. Mesencephalon

Vraag 44
In welke ruimte bevinden zich de oppervlakkige vaten van het brein?
  1. De epidurale ruimte.

  2. De subdurale ruimte.

  3. De subarachnoidale ruimte

  4. De subpiale ruimte.

Vraag 45
Welke spieren zijn actief bij de hoekgreep?
  1. De mm. flexores carpi radiales en ulnaris.

  2. De mm. flexores digitorum superficialis en profundus.

  3. De mm. interossei.

Vraag 46.
Welke mm. lumbricales worden door de n.medianus geïnnerveerd?
  1. 1, 2, 3, en 4.

  2. 1en 2.

  3. 3 en 4.

Vraag 47. Welke beweging wordt veroorzaakt door de m. interosseus dorsalis I?
  1. Abductie van de duim

  2. Adductie van de duim

  3. Abductie van de wijsvinger

  4. Adductie van de wijsvinger

Extended matching vragen

Vragen 1 t/m 5: Lokaliseren van een aandoening. Kies uit de onderstaande lijst de meest waarschijnlijke lokalisatie van de laesie in de vragen 1 t/m 5. Er is telkens maar 1 lokalisatie.

  1. linker achterstreng

  2. linker achterzijstreng

  3. linker capsula interna

  4. linker cerebellaire hemisfeer

  5. linker corpus striatum

  6. linker helft van de medulla oblongata

  7. linker helft van het mesencefalon

  8. linker helft van de pons

  9. linker motorische cortex

  10. linker substantia nigra

  11. linker voorzijstreng

  12. rechter achterstreng

  13. rechter achterzijstreng

  14. rechter capsula interna

  15. rechter cerebellaire hemisfeer

  16. rechter corpus striatum

  17. rechter helft van de medulla oblongata

  18. rechter helft van het mesencefalon

  19. rechter helft van de pons

  20. rechter motorische cortex

  21. rechter substantia nigra

  22. rechter voorzijstreng

  23. vermis cerebelli

Vraag 1

De nucleus van de hersenzenuw die zorgt voor de abductie van het rechter oog zit in de /het…

Vraag 2

Het grootste deel van de baan die zorgt voor kracht en fijne vingermotoriek van de linker hand loopt in het cervicale myelum in de/het…

Vraag 3

De baan die zorgt voor de bewegingszin van het rechter been loopt in het thoracale myelum in de/het…

Vraag 4

Een laesie in het myelum die een stoornis veroorzaakt van de pijnzin van de linker arm zit in de/het …

Vraag 5

Een man van 70 jaar heeft een stoornis van de motoriek van de rechter arm. “De arm schiet door”. De bewegingszin van de vingers, de kracht en reflexen zijn normaal. De laesie zit waarschijnlijk in de/het…

Antwoorden meerkeuze vragen

  • Helaas is er bij deze set vragen geen antwoordsleutel beschikbaar.
  • Weet jij de juiste antwoorden? Je kunt ze als feedback op deze pagina toevoegen of een eigen, nieuwe samenvatting over starten.

Antwoorden extended matching vragen

  • Helaas is er bij deze set vragen geen antwoordsleutel beschikbaar.
  • Weet jij de juiste antwoorden? Je kunt ze als feedback op deze pagina toevoegen of een eigen, nieuwe samenvatting over starten.
Access: 
Public
This content is related to:
Oefententamens Hersenen en Aansturing - UL
Check more of this topic?

Image

This content is also used in .....

Oefententamens Hersenen en Aansturing - UL

Tentamen Hersenen en Aansturing 2019/2020

Tentamen Hersenen en Aansturing 2019/2020

Tentamen Hersenen en Aansturing

Vragen

  1. Wat gebeurt er met de spiertonus bij myastenia gravis tijdens inspanning?

    1. Blijft gelijk
    2. Neemt af
    3. Neemt toe
  2. Waar ligt de aandoening als een patiënt met evenwichtsstoornissen een valneiging krijgt als hij de ogen sluit?

    1. De vermis van het cerebellum
    2. Beide cerebellaire hemisferen
    3. Labyrint
    4. Achterstrengen
  3. Welke aandoening past bij een beperking van het laterale temporale gezichtsveld van beide ogen?

    1. Multipele sclerose
    2. Hypofysetumor
    3. Tumor in de radiatio optica
    4. Dubbelzijdige aandoening van de retina
  4. Waardoor ontstaat een optokinetische nystagmus?

    1. Aandoening van het labyrint
    2. Cerebellaire aandoening
    3. Hersenstamaandoening
    4. Fysiologische visuele reflex
  5. Welke van de volgende verschijnselen kan niet worden verklaard uit een aandoening van de witte stof?

    1. Piramidale parese
    2. Verminderd gevoel voor gewrichtszin
    3. Halfzijdige ataxie
    4. Epileptische aanval
  6. Waar is de laesie gelokaliseerd bij de volgende verschijnselen: krachtsverlies ind e linkerarm en -been van het lichaam, assymetrisch gelaat, parese van de rechterkant van de mond, het rechteroog niet kunnen sluiten, verminderde kracht en verhoogde tonus in de linkerarm en been, verhoogde spierreflexen?

    1. Multipele plaatsen in zowel de linker als rechter hemisfeer
    2. Multipele plaatsen in de linker hemisfeer en rechts in de stam
    3. Op één plaats rechts in de pons
    4. Op één plaats links in de pons
  7. Een vrouw van 71, voormalig directrice van een middelbare school, wordt op de polikliniek onderzocht in verband met loopstoornissen. Tot juni 2000 was zij volledig gezond: ze speelde hockey en tennis. In juni ontstond hoofdpijn, een paar weken later ging zij scheef lopen. Vervolgens wordt het lopen steeds minder georiënteerd. Nu heeft de patiënte steun nodig, anders valt ze. Naast problemen met het lopen heeft ze problemen met het spreken en met het brengen van bestek naar de mond. Welke diagnose past het beste bij deze symptomen?

    1. Ziekte van Parkinson
    2. Laesie in het cerebellum, bijvoorbeeld een tumor
    3. Overdosering van anti-parkinson middelen
    4. Psychogene aandoening
  8. Een man van 66 bezoekt de huisarts omdat hij in de donker niet goed meer kan lopen. Bij neurologisch onderzoek wordt een sensibiliteitsstoornis gevonden met afwezige vibratiezin aan beide benen en aan de heupen en een verminderde bewegingszin aan de tenen. De pijnzin, motoriek en spierrekreflexen zijn intact. De laesie is gelokaliseerd in:

    1. Perifere zenuwen
    2. Achterwortel
    3. Achterstrengen
    4. Tractus spinothalamicus
  9. Welke 2 van de onderstaande hersenzenuwen verzorgen de corneareflex?

    1. Nervus oculomotorius
    2. Nervus trochlearis
    3. Nervus facialis
    4. Nervus abducens
    5. Nervus opticus
  10. Hoe bereikt bloed uit de diepe cerebrale venen het veneuze sinus systeem?

    1. Vena jugularis interna
    2. Ankervenen
    3. Vena cerebri magna
  11. Waar bevindt zich de primaire visuele cortex?

    1. Frontale cortex
    2. Pariëtale cortex
    3. Occipitale cortex
    4. Temporale cortex
  12. Door welke arterie wordt de primaire visuele cortex van bloed voorzien?

    1. Arteria cerebri anterior
    2. Arteria cerebri media
    3. Arteria cerebri posterior
  13. Een man heeft last van een mediaal infarct in de pons. Welk baansysteem is aangedaan?

    1. Tractus spinothalamicus
    2. Lemniscus
.....read more
Access: 
Public
Deeltentamen Hersenen en Aansturing 2019/2020

Deeltentamen Hersenen en Aansturing 2019/2020

Deeltentamen Hersenen en Aansturing

Vragen

  1. Uit welke sinussen ontstaat het confluens sinuum? (open vraag)

  2. Bij neurologisch onderzoek van een patiënt wordt bij het passief bewegen van de benen een verhoogde weerstand gevoeld. Deze is het meest uitgesproken in het begin van het bewegingstraject. Bij welk type motorneuronstoornis past deze bevinding?

    1. Cerebellaire stoornis
    2. Eerste motorneuron stoornis
    3. Extrapiramidale stoornis
    4. Tweede motorneuron stoornis
  3. Welke structuur maakt communicatie tussen de rechter- en linkerhemisfeer mogelijk? (open vraag)

  4. Welk bloedvat ontstaat als de twee arteria vertebralis samenkomen? (open vraag)

  5. Welke basale ganglia vormen samen de nucleus lentiforme? (open vraag)

  6. Op welke plaats in het axon ontstaat een actiepotentiaal? (open vraag)

  7. Waaruit bestaat een motor unit?

    1. De groep motor neuronen die samen een motorneuron pool vormen
    2. De groep motor neuronen die samen een spiervezel innerveren
    3. De groep motor neuronen die samen een spier innerveren
    4. Een motor neuron en de daardoor geïnnerveerde spiervezels
  8. Waar bevindt zich de laesie bij een patiënt die lijdt aan hemiballisme van de rechter arm?

    1. Linker nucleus subthalamicus
    2. Linker putamen
    3. Rechter nucleus subthalamicus
    4. Rechter putamen
  9. Welke hersenzenuwen passeren door de foramen jugulare in het schedelbot? (open vraag)

  10. Wat typeerst de spiertonus van resp. een 1e motorneuron stoornis en een 2e motorneuron stoornis?

    1. De spiertonus is hoog, de spiertonus is hoog
    2. De spiertonus is hoog, de spiertonus is laag
    3. De spiertonus is laag, de spiertonus is hoog
    4. De spiertonus is laag, de spiertonus is laag
  11. Waaruit ontspringen de enige 1e motorneuronen die direct projecteren op 2e motorneuronen? (open vraag)

  12. Welk bloedvat is verantwoordelijk voor de perfusie van de hele laterale zijde van het brein? (open vraag)

  13. Wat is één van de gevolgen van beschadiging van de nervus radialis?

    1. Afwezige achillespeesreflex
    2. Afwezige bicepsreflex
    3. Afwezige tricepsreflex
  14. Welk cerebrale ventrikel is piramidevormig? (open vraag)

  15. Hoe heten alle verbindingen tussen de 2 hemisferen? (open vraag)

Antwoorden

  1. Sinus sagittalis superior, sinus rectus
  2. Eerste motorneuron stoornis
  3. Corpus callosum
  4. Arteria basilaris
  5. Putamen, globus pallidus
  6. Axonheuvel
  7. 4
  8. 1
  9. Nervus facialis, nervus vestibulocochlearis
  10. 2
  11. Betz cellen
  12. Arteria cerebri media
  13. 3
  14. 4e ventrikel
  15. Commissura
Access: 
Public
TentamenTests 2016: Hersenen en Aansturing - Universiteit Leiden

TentamenTests 2016: Hersenen en Aansturing - Universiteit Leiden

Vragen

Vraag 1

Welk hormoon wordt door een van de APUD-cellen (amine prucursos uptace and decarbocylation cells’) in de maag geproduceerd?

a. cholecystokinine

b. gastrine

c. peptide YY

d. secretine

Vraag 2

In welke leverparenchymcel wordt het bilirubine gevormd?

a. cholangiocyt

b. hepatocyt

c. itocel – opslag vit. A en stamcel van alle levercellen

d. macrofaag

Vraag 3

Wat is de meest gebruikelijke eerste vorm van behandeling voor een patiënte met kinderwens en een WHO-II-anovulatie met een onregelmatige cyclus?

a. Antioestrogenen therapie

b. FSH- en LH- suppletietherapie

c. Oestradiol/progesteron-substitutietherapie

Vraag 4

In welk deel van het maag-darmkanaal wordt netto het meeste kalium uitgescheiden?

a. colon

b. duodenum

c. ileum

d. jejunum

Vraag 5

Er wordt in een histologische coupe van een volwassen menselijke testis naar bloedvaatjes gezocht. Waar in de lobuli testes zijn de te vinden?

a. basaal in de tubuli seminiferi

b. luminaal in tubuli seminiferi

c. tussen de tubuli seminiferi

Vraag 6:

Welke functie van de maag is meest waarschijnlijk ontregeld als een patiënt klaagt over een snel optredend verzadigingsgevoel tijdens de maaltijd?

a. mixen en vermalen

b. lediging – lang na maaltijd nog steeds verzadiging

c. reservoir – snel na de maaltijd verzadigd gevoel

d. start vertering

e. zuursecretie

Antwoorden

  1. B

  2. D

  3. A

  4. A

  5. C

  6. C

Access: 
Public
TentamenTests 2015: Hersenen en Aansturing - Universiteit Leiden

TentamenTests 2015: Hersenen en Aansturing - Universiteit Leiden

Vragen

Vraag 1

Welke arterie is verantwoordelijk voor de perfusie van het mediale oppervlak van de lobus frontalis?

Vraag 2

In welke gyrus bevindt zich de primaire somatosensibele cortex?

Vraag 3

Welke hersenzenuwen verlaten de schedelholte samen met de vena jugularis?

Vraag 4

Welk van de basale ganglia is gelegen in het mesencephalon?

Antwoorden

  1. Arteria cerebri anterior

  2. Gyrus postcentralis

  3. IX, X en XI (glossopharyngeus, vagus en accessorius)

  4. Substantia nigra

Access: 
Public
TentamenTests 2013: Hersenen en Aansturing - Universiteit Leiden

TentamenTests 2013: Hersenen en Aansturing - Universiteit Leiden

Meerkeuze vragen

Vraag 1

Een rechthandige man van 77 jaar heeft twee maanden geleden een groot infarct van de rechter hersenhemisfeer gekregen met een hemiplegie van de linker lichaamshelft. Hij heeft ook last met praten. Wat is het meest waarschijnlijk bij deze man?

  1. Dysarthrie door een mondhoek parese.

  2. Dysarthrie door een verlamming van de tong.

  3. Expressieve afasie.

  4. Receptieve afasie.

Casus bij vraag 2 en 3: Een vrouw van 58 jaar heeft schietende pijn vanuit de nek in de rechter arm. De pijn schiet langs de mediale zijde van de arm tot in de rechter pink en ringvinger. Ze heeft ook een doof gevoel aan de rechter pink en ringvinger.

Vraag 2

Zie casus. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?

  1. Radiculair syndroom C5.

  2. Radiculair syndroom C6.

  3. Radiculair syndroom C7.

  4. Radiculair syndroom C8.

Vraag 3

Zie casus. De patiënte heeft veel pijn. Onderzoek van de spierkracht wordt daardoor bemoeilijkt. Het is dus van belang om te beginnen met de meest relevante spier of spieren. Wat test men eerst bij een uitstralende pijn in het aangegeven gebied?

  1. De musculus biceps.

  2. De musculus triceps.

  3. De vingerspreiders.

  4. De vingerstrekker.

Vraag 4

Een man van 72 jaar is volgens zijn vrouw erg traag geworden. Hij loopt volgens haar alsof zijn voeten zijn vastgelijmd, hij kan niet goed vertrekken met lopen. Zijn vrouw zegt ook dat zijn gezicht zo leeg is, hij heeft een starende blik en weinig gelaatsuitdrukking. Zij vindt hem ook erg stijf geworden. Welk medicijn kan deze man helpen?

  1. Een medicijn dat de afbraak van een neurotransmitter remt.

  2. Een medicijn dat de secretie van een neurotransmitter stimuleert.

  3. Een neurotransmitter.

  4. Een voorloper van een neurotransmitter.

Vraag 5

Een vrouw van 84 jaar wordt al 15 jaar behandeld voor de ziekte van Parkinson. Bij haar is een nieuw symptoom opgetreden. Welk?

  1. Gestoorde houdingsreflexen

  2. On-off fenomeen

  3. Tandrad fenomeen

  4. Tremor in rust

Vraag 6

Een belangrijk begrip bij de ontwikkeling van een kind is hechting. De Britse kinderpsychiater John Bowlby heeft een belangrijke invloed gehad op de ontwikkeling van theorieën over het fenomeen hechting. Hieronder vindt u een aantal uitspraken die in de leerstof worden genoemd ten aanzien van de ideeën van Bowlby over hechting. Welke van de genoemde uitspraken is niet juist?

  1. De gerichtheid op andere mensen is aangeboren.

  2. Pas op 5 jarige leeftijd is een kind over het algemeen in staat om redelijk los

.....read more
Access: 
Public
TentamenTests 2010: Hersenen en Aansturing - Universiteit Leiden

TentamenTests 2010: Hersenen en Aansturing - Universiteit Leiden

N.B.: Deze TentamenTest heeft geen antwoordensleutel, weet jij de juiste antwoorden? Je kunt ze als feedback op deze pagina toevoegen of er een eigen, nieuwe samenvatting over starten.

Meerkeuze vragen

Vraag 1
Een man van 30 jaar loopt bij het voetballen een fractuur op van het rechter kuitbeen (fibula) ter hoogte van de knie. Op die plaats wordt een zenuwbaan gekwetst. Deze patiënt kan rechts
  1. de knie niet krachtig buigen

  2. de knie niet krachtig strekken

  3. niet op de hak lopen

  4. niet op de tenen lopen

Vraag 2

Een vrouw van 50 jaar kan de linker duim niet goed opponeren. Ze klaagt ook over tintelingen. Bij onderzoek blijkt de tastzin en pijnzin gestoord aan de...?

  1. duim en wijsvinger

  2. ringvinger en pink

  3. handrug

  4. pols

Vraag 3
Een vrouw van 52 jaar die in een naai atelier werkt heeft pijnlijke tintelingen en minder gevoel aan pink en ringvinger. De meest distale laesie bevindt zich in de...?
  1. wortel C6

  2. wortel C8

  3. nervus medianus

  4. nervus ulnaris

Vraag 4
Een vrouw van 40 jaar heeft na een val met de fiets veel pijn aan de linker arm door een fractuur. Zij blijkt bij onderzoek een parese te hebben van de vingerstrekkers. Hoogst waarschijnlijk heeft zij een fractuur van de linker...?
  1. pols

  2. onderarm

  3. elleboog

  4. bovenarm

Vraag 5
Een man van 60 jaar met diabetes mellitus merkt dat hij dubbel ziet als hij naar rechts kijkt. Als hij naar links kijkt ziet hij niet dubbel. Hij kan goed naar boven en beneden kijken. Het rechter oog staat in rust iets mediaal van de middellijn. Hij heeft een laesie van de nervus...?
  1. oculomotorius

  2. abducens

  3. ofthalmicus

  4. opticus

Vraag 6
Het afferente deel van de cornea reflex is de nervus...?
  1. facialis

  2. oculomotorius

  3. ofthalmicus

  4. opticus

Vraag 7
Het afferente deel van de pupil reflex is de nervus... ?
  1. facialis

  2. oculomotorius

  3. ofthalmicus

  4. opticus

Vraag 8
Een cerebellaire stoornis veroorzaakt een dysarthrie en aan de ledematen...?
  1. dysmetrie

  2. spasticiteit

  3. hypokinesie

  4. rigiditeit

Vraag 9
Hier staan vier beschrijvingen van een bewegingsstoornis. Welke past het beste bij de ziekte van Parkinson?
  1. lopen met kleine passen, rigiditeit, rusttremor

  2. lopen met kleine passen, spasticiteit, rusttremor

  3. lopen met circumductie, rigiditeit, tremor bij intentionele beweging

.....read more
Access: 
Public
Follow the author: Medicine Supporter
More contributions of WorldSupporter author: Medicine Supporter:
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Check how to use summaries on WorldSupporter.org


Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:
Institutions, jobs and organizations:
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
2024