Hoorcollege 3

• Bourdon-Wiersma test: typisch voorbeeld van een taak die kan worden gebruikt voor volgehouden aandacht. Groot vel papier waarop je alle stipgroepjes van 4 moet omcirkelen. Tijd en/of correctheid kan worden gebruikt.
• d2: vel papier waarop patiënt alle d’s met twee streepjes rondom moet omcirkelen. Eist dat er ook moet worden opgelet door soortgelijke stimuli (p, of d’s met 1 streepje)
• Stroop taak: kleur-woord test, waarbij de inktkleur van het kleurwoord moet worden gegeven
• D KEFS Color Word interference test: soortgelijk als stroop, maar dan moet er ook geswitcht worden waarbij soms ook juist het de kleurnaam moet worden genoemd. 
• Trail Making Test (TMT): met pen moeten de cijfers (en letters) in juiste volgorde worden verbonden 1-a-2-b-3-c etc.
• Visual Elevator: afbeeldingen van een lift worden getoond (display van verdieping is kapot). De cliënt moet aangeven op welke verdieping de lift zich bevindt. 

• Brixton Spatial Anticipation Test (Mentale flexibiliteit). 10 cirkels worden getoond waarbij een blauwe cirkel zich in een patroon verplaatst. Aan de patiënt wordt gevraagd waar hij de blauwe cirkel verwacht. 
• Wiscon Card Sorting Task (mentale flexibiliteit) kaarten met bepaalde patronen en kleuren en aantallen Aan de patien is het de taak om op basis van een van deze kenmerken te categoriseren. De testleider geeft aan of de juiste methode wordt gehanteerd, bijvoorbeeld op kleur. Patroon van categoriseren veranderd ook na tijd
• D-KEFS Tower Test (planning): Er zijn 3 palen waarop zich schijven bevinden. Aan de cliënt is deze op basis van een aantal regels (bvb maar 1 verschuiven per keer) te ordenen van groot naar klein. 
• Behaviours Assessment of the Dysexecutive Syndrome (Testbatterij): bestaat uit een groot aantal taken. Heeft in vergelijking met andere executieve taken een goede ecologische validiteit. Vaak worden hiervan maar een aantal gebruikt bij NPO
  • Sleutel zoektest (planning): Er wordt een leeg veld getoont aan de patient wordt gevraagd hoe hij dit veld zou doorzoeken als hij ergens in de veld zijn sleutel zal zijn verloren
  • Dierentuinplattegrond test (planning) aan de patiënt wordt een plattegrond van een dierentuin getoond en gevraagd een route te maken op basis van een omschrijving van dingen die bezocht moeten worden en loopregels.
  • Dex vragenlijst (heteroamanese): vragenlijst over het functioneren van de persoon in kwestie in het dagelijks leven
• Hotel Task: iemand moet allerlei soorten taken volbrengen alsof hij in een hotel werkt
• Executive secretarial task: iemand moet allerlei taken volbrengen die passen bij secretarieel werk, maar dit is ook nog eens tijdgebonden. 
• Virtuele supermarkt: Middels VR gaat de patiënt boodschappen doen
• Figuur van Rey: meet visuoconstructie, geheugen en taal
• CAMCOG-figuren: er wordt gevraagd bepaalde figuren te teken, zoals spiralen en huizen. Hierbij kan veel fout gaan bvb te lange lus, of intrusies van eerdere figuren
• 15-woorden test 
• Verbal fluency (fonologisch en semantische taalkennis): in 1 minuut zoveel mogelijk woorden met een bepaalde letter benoemen
• Figural fluency (non-verbale vloeiendheid): een vast patroon van 5 stippen wordt getoond, aan de patiënt wordt gevraagd deze op telkens een ander patroon met elkaar te verbinden. 

• Van de hak op de tak springen
• Blijven hangen in onderwerp
• Impulsief te werk gaan
• Starten voor afronding testinstructies
• Taak Uitvoer niet monitoren
• Moeite met emotieregulatie

• Waarneming-Interpretatie-Reactie
• Julie et al: onderscheiden 4 componenten, namelijk theory of mind, affectieve empathie, sociale perceptie, sociaal gedrag
• Emotion recognition task (emotieherkenning): gezichten worden getoond aan de patiënt wordt gevraagd welke emotie hij herkent
• Reading the mind in the eyes test (emotieherkenning): enkel de ogen worden getoont en er wordt gevraagd wat de getoond emotie is
• Happes cartoon test (theory of mind): cartoons worden gevraagd waarop iets aan de hand is, aan de patiënt wordt gevraagd dit te benoemen.
• Faux-Pas test (theory of mind) : er wordt een verhaaltje getoond waarin iets op sociaal vlak gebeurt. Aan de patiënt wordt gevraagd wat en of hier iets fout gaat, waarom, hoe en de effecten
• Onderzoeken door observaties in contact, afstemming, heteroanamnese
• Henry et al: maakte een overzicht van indicaties van sociaal-cognitieve beperking. Hiervan moet je een aantal kunnen noemen/herkennen. beperking van sociale cognitie heeft grote impact op functioneren, komen voor bij veel neurologische en psychiatrische aandoeningen, kan goed worden onderzocht middels neuropsychologisch onderzoek, moet worden onderzocht voor passende behandeling
• Frontal Behavioral Inventory (FBI): heteroamenese vragenlijst die wordt gebruikt om executieve functies te maken met frontale gebieden te meten
• Social Norms Questionnaire (SNQ-NL): vragenlijst over sociale normen in NL. Er wordt gevraagd of het individu denkt dat het sociaal geaccepteerd is “ja of nee”