Kennisclip 1.1.1 De behoefte om erbij te horen in de vroege ontwikkeling
Waarom willen we erbij horen?
- Behoefte erbij te komen hoort erbij, anders gaat een baby dood.
- 1 tot 5 jaar gaan we naar kijken.
- Eerste sociale lach vanaf 8 weken bij baby’s. Vanaf dan ook wederzijdse interactie met geluiden.
- Als er niet gereageerd wordt op baby’s: dan zorgt dat voor stress bij kinderen.
- Baby weet ook: Ik moet erbij horen om te overleven.
- Baby’s krijgen al snel door bij wie ze willen horen en bij wie niet.
Imitatie
- Vanaf 1 jaar imiteren ze vaker bekende mensen dan onbekende personen.
- Pro-sociaal gedrag als uiting erbij willen horen.
- Kids van 2 gaven eerder cadeautje aan iemand die dezelfde taal spreekt.
- Kids kiezen ook eerder voor mensen van hun eigen groep: de in-group. Ze bewaarden vaker geheimen dan van iemand bij de out-group.
- Hoe vaker kinderen de onderzoeker imiteren, hoe vaker zij de onderzoeker gingen helpen.
Vriendschap
- Relatie tussen imitatie en prosociaal gedrag. Onderliggend motief: Sociale verbondenheid.
- Zo min mogelijk gedrag om de vriendschap op het spel te zetten:
- Kids delen eerder met een vriend. Ook meer pro-sociaal gedrag daar.
- Conflicten tussen vrienden worden sneller en vriendelijker opgelost bij vrienden dan bij niet-vrienden.
- Boosheid wordt minder vaak geuit bij vrienden dan bij ouders.
- Behoefte om bij vrienden te horen staat sneller op het spel dan boosheid bij je ouders.
Nature
- Ieder individu is van nature gemotiveerd om positieve sociale relaties aan te gaan en te behouden.
- Anders overleven baby’s het niet.
Kennisclip 1.1.2 Zelfbewuste emoties
Zelfbewuste emoties
- Zelfbewuste emoties: schaamte, schuld en trots.
- Gebeurtenissen roepen alleen zelfbewuste emoties op als er reflectie op je is.
- Blijdschap: bij loterij: het is toeval
- Bij blijdschap voor tentamen kan je ook trots voelen.
- Na 24 maanden ontstaan een beetje zelfbewuste emoties. Niet in staat van een beeld van zichzelf daarvoor.
- Dieren die geen zelfbewustzijn hebben, ervaren geen zelfbewuste emoties.
- Orang oetans vertonen bijvoorbeeld wel schaamte.
Nut
- Zelfbewuste emoties hebben nut.
- Zorgen voor goede relaties met anderen. Essentieel voor ons functioneren. Schuld → eerder vergeven.
- Trots → verhogen van waardering bij anderen.
- Schaamte → meer likeable.
- Deze emoties zetten ons aan om dingen te vermijden, zodat we geen schaamte of schuld voelen.
Vereiste voor zelfbewuste emoties
- 2 essentiële vaardigheden die nodig zijn voor zelfbewuste emoties
- Kids moeten een beeld kunnen vormen van zichzelf: zelfbewustzijn
- Basale kennis van verwachtingen, standaarden en normen.
- Dit krijgen ze vaak na 24 maanden → eerste tekenen van schaamte, schuld en trots.
Aard van emotie verandert over tijd:
- Gevoel dat je niets waard bent, jij als persoon bent gefaald. Schaamte pas echt pijnlijk vanaf een jaar of 7.
- Frequentie van emotie verandert ook over tijd. Op school meer contacten met leeftijdgenoten.
- Vanaf middelbare school meer: hoe word ik door anderen beoordeeld. Zelfbewuste emoties worden frequenter ervaren in de adolescentie. Meer rumineren over de emoties en de situaties die zijn gebeurd. Zelfbewuste emoties zijn vaak langduriger.
Individuele verschillen:
Temperament
- Schaamte: proefleider vermijden als ze de pop kapot maken
- Schuld: proberen te maken en uitleggen aan de proefleider.
Hoe ouders reageren op de prestaties van een kind.
- Geneigd om kritisch te zijn: dan meer schaamte of schuld
- Geneigd om te belonen: meer trots bij het kind.
- Chinese ouders doen eerder aan shaming dan in het Westen. Kinderen in Oosterse landen ervaren meer schaamte dan kinderen in Westerse landen.
- Schuld en schaamte leidt sneller tot depressie.
- Schaamte ook geassocieerd met agressie of geweld. Als je ze internaliseert is het heel pijnlijk, maar je hoeft deze emoties niet te internaliseren. Je kan ze ook uiten als agressie.
- Dit gebeurt vaker dan je denkt. Kinderen die niet tegen hun verlies kunnen. Kinderen die veel vernederd worden.
- Eerwraak is ook afwenden van schaamte.
Belang
- Belang van zelfbewuste emoties: ontstaan rond de 24 maanden.
- Ze sturen het gedrag van kinderen en jongeren. Ze helpen kinderen leren en zich te verhouden tot mensen om zich heen.
- Dit zijn emoties gemaakt door natuurlijke selectie.
1.2.3 Sociale Exclusie
Door sociale exclusie krijg je:
- Stemming
- Zelfwaardering
- Cognitieve prestaties
- Gedragsverandering, vooral naar de mensen die hen hebben buitengesloten
Hoe lager het gevoel van erbij horen maar ook je eigen zelfwaardering.
Buitengesloten maar je verwacht nog met die persoon te interacteren: dan ge je heel veel geld aan hem geven. Je wil er weer bij horen. Verwacht je die persoon niet meer te zien? Dan geef je hem heel weinig.
Sociale exclusie kan leiden tot agressie. Niet richting degene die je heeft buitengesloten heeft, maar meer over het algemeen jegens anderen.
Vier basisbehoeften die door sociale exclusie in het gevaar komen.
- Behoefte erbij te horen (need to belong)
- Zelfwaardering
- Gevoel van controle
- Betekenisvol bestaan
Sociale exclusie doet pijn.
- Patroon in het brein lijkt sterk op echte pijn in het brein.
- Ook voelen we pijn door ongeziene anderen, dus bij online cyberball.
- Ook als het toegeschreven kan worden aan externe oorzaken: ‘’computer had een storing’’.
- Zelfs als we door een computer buitengesloten worden.
- Zelfs als we door leden van een outgroup worden buitengesloten. Dan doet buitengesloten worden ook pijn.
- Zelfs buitengesloten voelen als we een outgroup verachten, zoals de KKK.
- Ingroup buitengesloten worden is het naarst, maar ligt niet ver van buitengesloten door verachte outgroup of rivaliserende outgroup.
- Warmere gevoelens voor KKK door inclusie. We vinden ze leuker als we mee mogen doen.
- Bedreiging van need to belong: aversief, pijn, dan handelen we. Herstelgedrag: connectie herstellen, of we worden juist agressief.
Mens als sociaal individu. Behoefte erbij te horen (need to belong)
- De individuele behoeftes:
- Positief zelfbeeld
- Controle
- Betekenisvol bestaan
-
- Alleen door connectie met anderen kunnen deze basisbehoeften vervuld worden.
Kennisclip 1.1.4 Social vigilance
Social vigilance is social attention = a sustained orientation towards conspecifics. Sociale waakzaamheid.
Basisemoties:
- Fear, anger, walging, happy, sadness, surprise
- Angst: indicatie van bedreiging anders dan de expresser
- Boosheid: De expresser is een directe bedreiging naar de ontvanger.
- Angstige gezichten is terug te zien in de amygdala.
Bilaterale lesie van de amygdala.
- Patiënt kon niet goed meer angstige gezichten herkennen.
- Ze kon niet een angstig gezicht tekenen.
- Ze had wel een concept van angst.
Amygdala
- Veel amygdala activiteit met veel oogwit.
- Wijd open ogen, daar maakt amygdala gebruik van, van die informatie.
- De patient fixeerde niet goed op de ogen.
- De drempelwaarde gaat omlaag bij hoe groot de ogen open staan.
- Als ze heel open staan → lagere drempelwaarde, eerder bang.
- Fearful and angry facial expressions veroorzaken action tendencies. Wegduwen met de joystick.
- Doet langer om een boos gezicht te naderen dan een blij gezicht.
1.1.5 The role of dopamine for motivation (CP)
Motivatie
- Motivation is a state that energizes, directs and sustains behavior
- Motivation bepaalt de verschillen tussen acties: op de ene dag sta je heel snel op, de andere dag niet.
- Het bepaalt ook de persistentie van gedrag.
Primary rewards: je hoeft niet te leren dat ze rewarding zijn: Food, sex en attachment. Dit bevordert de evolutionaire fitness.
Secondary rewards: deze krijgen hun waarde door experience: zoals geld.
Dopamine
- Dopamine is een NT.
- Dopaminebronnen zijn de substantia nigra en de ventral tegmental area. Aan de onderkant van de middenhersenen.
- Mesocortical pathway innerveert de prefrontale cortex.
- De mesolimbic pathway, gaat van de VTA, vgm naar de nucleus accumbens en andere onderdelen van het limbische systeem. Hier is emotie bij betrokken.
- Weinig dopamine leidt tot minder motivatie, maar nog steeds blij als je suiker krijgt.
- Dopmaine is key for wanting, not liking.
- Parkinson’s mensen kunnen nog steeds genieten van voedsel.
Dopamine as reward prediction error
- Dus je bent blij met het geld, om dan ijs te komen. Dus het is een prediction error.
- PE (prediction error) = Actual reward - expected reward
- Je eerste ijsje is waarschijnlijk positieve PE.
- Je 50ste ijsje is waarschijnlijk een PE van 0.
- Als de reward minder is dan je had verwacht, dan heb je een negative prediction error.
- Eerst onverwachte beloning. Dan dopamine op het moment dat je de juice krijgt → positieve PE.
- Daarna herken je het, ben je klassiek geconditioneerd en krijg je al een piek in dopamine levels op het moment dat je het lichtje ziet branden. PE = 0.
- Precies op het moment dat ze een reward moesten krijgen, dan daalt de dopmaine hoeveelheid.
- PE = negatief.
Dopamine neuronen
- Meeste dopamine als je een unexpected reward krijgt.
- Op de nucleus accumbens wordt gepresenteerd door de dopamine neuronen.
- Social stimuli are experienced as rewarding.
- Social stimuli staan gelijk aan voedsel rewards.
- Onverwachte sociale stimuli zorgen ook voor activatie van PE in de nucleus accumbens.
Samenvatting
- Dopamine is niet pleasant van zichzelf. Opiodergic system doet dat.
- Dopamine werkt een rol in learning: relatie tussen stimuli. Reward predictions.
- Speelt een rol in ‘wanting’.
- Dopamine is de driving force achter vrienden maken.
1.1.6 Basisbehoeftes en (mal)adaptief functioneren (KP)
Wat hebben we nodig om psychisch en sociaal te kunnen leven?
Autonomie, competentie en verbondenheid.
1. Definitie
- Voeding voor het groeiproces
- Bevrediging en frustratie van basisbehoeftes
- Psychopathologie
- Motivatie
- Autonomy, Belongingness and Competence → ABC
Groeiproces kan pas goed verlopen als de psychologische basisbehoeftes bevredigd worden, dit zijn de voedingsstoffen. Frustratie van basisbehoeftes leidt tot psychopathologie. Waar zit de motivatie in dit verhaal? Basisbehoeftes motiveren, ze geven richting aan ons denken en ons doen.
Autonoom functioneren is uiting van jezelf. Je moet het zelf echt willen. Zelf-determinatietheorie, daar worden emoties als waardevolle informatie gezien. Elke emotie is goed. Kwaadheid is ook een gezonde emotie: Iemand anders gaat over je grenzen. Gezonde emotieregulatie is belangrijk,
Stijlen van emotieregulatie
- Integratieve emotieregulatie: niet beoordelend naar je eigen emotie
- Experiëntiële suppressie: onderdrukken
- Expressieve suppressie: het juist erg tonen vgm
- Dysregulatie is een gebrek aan op een goede manier met onze emoties om te gaan.
1.1.7 Emotieregulatie (KP)
Emoties niet laten zien, ookal ervaren we ze wel.
Supressie van emotionele expressie, mentale problemen, als we dan niet goed kunnen functioneren → psychopahtologie.
Emotieregulatie
- Vooraf aan eetbuien, veel negatieve gevoelens
- Tijdens de eetbuien minder van die gevoelens.
- Eten wordt dus gebruikt als emotieregulatie, want je krijgt een beter gevoel. Na de eetbuien krijg je schuld en schaamte. Dan krijg je weer een eetbui.
- Mensen met eetbuien hebben een impulsiever gedragspatroon.
- Het gaat om een specifiek soort impulsiviteit.
Alexithymie → je kan emoties niet goed herkennen
Anorexia Nervosa
- Mensen met AN kunnen dit vaak niet goed bij zichzelf herkennen. Dit zorgt voor moeizamere sociale interacties.
- Emoties onderzoeken is lastig, want in veel uitdrukkingen schuilt onzekerheid en ambiguïteit.
- AN kan niet goed onzekerheid tolereren. Dan meer moeite met het herkennen van emoties, als je onzekerheid niet goed kan tolereren.
- AN in een situatie met veel onzekerheid, dan bevriezen ze.
- AN is zelf de manier om om te gaan met onzekerheid.
Add new contribution