Profielwerkstuk (22 januari)

Op 23 september kregen we dan eindelijk informatie over dat gevreesde profielwerkstuk. Maar liefst 80 uur zouden we, Britt Bartholomeus en ik, moeten gaan besteden aan onderzoek en het maken van het verslag. Ondertussen (22 januari) hebben we de kladversie al ingeleverd, en kunnen we toch wel zeggen dat het ons erg is meegevallen. We hadden namelijk besloten om ons profielwerkstuk te linken met ons Uganda-avontuur en Wereldsupporter. Met zo'n leuk onderwerp boffen wij natuurlijk ook!

Na de voorlichting zijn we naar onze wiskunde leraar gegaan, die een Uganda expeditie heeft geleid afgelopen jaar, om op onze knieën te gaan: 'Zou u ons willen begeleiden met ons prachtige Uganda profielwerkstuk?' Het antwoord hierop was natuurlijk ja, waardoor we ons concept verder konden gaan uitwerken. Zouden we een concept kunnen ontwikkelen waarbij we aansluiten op wat er al gedaan is aan de Millenniumdoelen (die nu aflopen), en zo dus de stijgende lijn in het Ugandese leven blijven stimuleren?

Millenniumdoel zes gaat in op Hiv en Aids. Hier hebben we ons op gefocust, om ons onderwerp zo concreet mogelijk te maken. Vanuit dit Millenniumdoel zijn we gekomen tot de hoofdvraag: Hoe kunnen we Ugandese kinderen van acht tot twaalf jaar het beste voorlichten over Hiv en Aids? Hierbinnen gingen we via deelvragen in op leerpsychologiën, cultuur en hiv en aids. Om aan onze informatie te komen hebben we onder andere jullie (Wereldsupporter) gemaild en interviews gehouden met bijvoorbeeld een vrijwilliger, psycholoog en Ugandesen. Het was pittig om aan alle informatie te komen, maar het eindresultaat mag er wezen. We hebben een concept ontwikkeld voor projecten in Uganda om onder andere hiv en aids bespreekbaar te maken via een toneelgroepje. Hierbij hebben we gekeken naar allerlei eisen: 

* Kleine groepjes en kleine stapjes, zodat de schaamte en angst om te praten beperkt wordt.

* Rolmodel, kinderen zullen deze persoon dan vertrouwen en vol aandacht luisteren.

* Niet te confronterend, het is nou eenmaal een taboe. Dat de kinderen er ook eens bij lachen zou dus een goede toevoeging zijn.

* Het resultaat mag niet te duur zijn, daar is namelijk geen geld voor.

* Het moet geen actie specifiek voor hiv en aids zijn, omdat kinderen dan waarschijnlijk te bang worden om er aandacht aan te schenken. Men gaat deze kinderen dan verdenken van hiv positief en dan kunnen ze verstoten worden.

* Activiteit aan de kant van de kinderen, dan leren ze het beste.

* Het promoten van de voorlichtingsactiviteit is ook van belang. Zo kunnen we een grote groep mensen bereiken.

Het uiteindelijke concept (kladversie, nog niet definitief): 

Een project kan, eventueel in samenwerking met een school, wekelijks een toneelgroepje organiseren. Het kan gepromoot worden door posters op te hangen rondom school en ze uit te delen in de verdere dorpen. Zo bereik je alle kinderen en niet slechts de bevoorrechtte groep die naar school kan. Lokale projecten werken binnen een gemeenschap als een soort rolmodel. Doordat de dorpsbewoners al vertrouwen in ze hebben, zullen ze een project van de lokale organisatie sneller aannemen dan een compleet nieuw project. In het uurtje (of langer) dat de kinderen bij elkaar komen, lopen ze steeds hetzelfde proces af. De kinderen worden in groepjes verdeeld en ieder groepje krijgt een kaartje. Op dit kaartje staat het onderwerp waar het groepje een toneelstukje bij gaat bedenken. Dit kunnen allerlei soorten problemen zijn in de maatschappij, zoals hiv of aids of bijvoorbeeld tienerzwangerschappen. Ook moeten er kaartjes bij zitten die over een stuk luchtigere onderwerpen gaan. Dan krijgen de kinderen niet te veel zware onderwerpen in één keer op hun bordje. Na een tijdje, als de kinderen de toneelstukjes hebben geoefend, mogen ze ze voor elkaar op gaan voeren. Op een leuke grappige manier wordt de taboe zo doorbroken. Na de opvoering moet de projectleider aan het woord komen. Hij kan dan vragen waarom de kinderen voor dit script hebben gekozen en wat ze er van vinden. Na de discussie geeft de leider nog de voorlichting in het kort. Ze horen nu goed te weten dat ze voorzichtig moeten zijn met bloed en seks, wat de symptomen van hiv en aids zijn, welke verhalen er fabels zijn en welke niet en wat er aan de ziekte te doen is. Voordat ze naar huis gaan, kan je ze zelf op een blaadje samen laten vatten wat ze hebben geleerd en gedaan, of je kan ze een foldertje met informatie meegeven. Hierdoor bereik je misschien wel het hele gezin en kunnen de kinderen en ouders de voorlichting nog terugzien. Dit idee brengt erg veel voordelen met zich mee: Het kost bijna niets, bereikt veel mensen, is niet te confronterend, volgt de constructivistische leerpsychologie, kan in kleine groepjes via een rolmodel en het is niet specifiek voor hiv, wat afschrikt.

Onze leraren waren in ieder geval razend enthousiast over dit concept, waardoor we nu overwegen het daadwerkelijk bekend te maken bij bijvoorbeeld Worldmapping, Be More, Pelido, Lwengo, Kim, enzovoorts. Hoe gaaf zou het zijn, als een echt Ugandees project dit eens gaat proberen?!

Over een aantal weken gaan wij op de Profielwerkstukmarkt ons concept presenteren aan de gehele school en (nog niet zeker) voor alle ouders. We hopen zo veel mensen te kunnen bereiken en inspireren om ook even stil te staan bij Afrika. 

Benieuwd naar het gehele werkstuk? Mail gerust! Milou.america@upcmail.nl

Access: 
Public
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Statistics
774