Ik vind het moeilijk om als blanke Europeaan te staan tussen twee zo verschillende werelden. Daar waar de blanken zich een voelen met mij kan ik mij in zoveel van hun ideeën en gedachten niet vinden. Ik ben opgegroeid met het idee dat iedereen gelijke kansen verdiend en die ook krijgt. In Nederland gaat dan ook iedereen naar school en zijn de scholen gemengd, het is wat je er zelf tijdens je schooltijd mee doet wat jou later maakt tot de eventueel succesvolle persoon die je bent, of niet. Maar tegelijkertijd voel ik mij gediscrimineerd als ik in de armere wijken van Port Elizabeth en de rest van Zuid-Afrika rondloop. Als ik mijn boodschappen doe in de supermarkt in Swaziland wordt er achter mijn rug over mij gepraat en naar me gestaart. Het is zelfs zo erg dat mensen voor me gaan staan in de rij terwijl ik er al eerder stond. Ik voel me niet welkom maar kan me nu opeens goed voorstellen hoe het voor hun al die jaren geweest moet zijn.
Als we tijdens ons interview voor SABC 2 met Keith Sayster een gesprek hebben over de Apartheid blijkt dan ook hoe diep de wonden nog zitten. Keith, die zelf colored is, vertelt dat hij zich nog steeds ongemakkelijk voelt bij blanke mensen, dit komt omdat hij nog steeds op zijn hoede is door alles wat hij tijdens de Apartheid heeft gezien. Hij vertelt dat hij vroeger als brandweerman heeft gewerkt en van de politie niet de zwarte Townships in mocht als daar een brand was. Ze mochten pas na een half uur de Township in, toen het eigenlijk al te laat was. Hij vertelde over de aparte toiletten, een voor blanken en een voor zwarten en hoe de bus alleen toegankelijk was voor blanken. Keith kon het niet accepteren toen zijn 17 jarige zoon met een blanke Zuid-Afrikaanse thuiskwam. Hij had het idee dat haar ouders in de tijd van de Apartheid er echt net tegen demonstreerden. Keith is dan ook dolblij dat die relatie is over gegaan en zijn zoon nu een zwarte vriendin heeft. Hij vergelijkt het dan ook met antisemitisme in Europa, waarin een volgeling van Hitler opeens een Joodse vriendin zou nemen/krijgen. Ik vraag hem of het dan anders zou zijn als één van ons uit Nederland een relatie met zijn zoon zou krijgen. Keith vertelt dat dit dan al minder erg zou zijn omdat onze ouders niet in/aan de Apartheid hebben meegewerkt.
Zoals Keith zijn er nog veel in Zuid-Afrika, alle mensen ouder dan ikzelf (23 jaar) hebben de Apartheid meegemaakt en het zal dan ook lang duren voordat deze groep is “uitgestorven”. Communicatie met de zwarte bevolking voorloopt dan ook veelal stroef omdat er vele vooroordelen aan ten grondslag liggen. Daarnaast voelen wij ons ongemakkelijk omdat ze ons in onze functie als verpleegkundige op een voetstuk hebben staan en gelijkwaardige communicatie moeilijk is. Er liggen op ziekten zoals HIV/aids vele taboes die wij in Nederland niet kennen en dus is de openheid in het onderwerp is erg klein. Het aantal mensen met HIV/aids komt in Zuid-Afrika in de hoogste getalen van de wereld voor en het probleem breidt zich nog steeds verder uit. Momenteel is 1 op de 5 inwoners van Zuid-Afrika HIV positief en sterven er jaarlijks 17.3 per 1000 mensen aan de gevolgen hiervan. De gemiddelde levensverwachting ligt dan ook slechts op 49.9 jaar terwijl dit in 1994 nog 64 jaar was. Dit vind ik dan ook terug in de kliniek van Missionvale waar de teller op 70% staat van alle inwoners van Missionvale die allen zwart zijn. Rondom het genezen van HIV/aids zijn de meningen op cultuurbasis gezien nogal verschillend. Vele Afrikaanse mannen geloven dat seks met een maagd HIV/aids kan genezen wat leidt tot de vele verkrachtingen in Zuid-Afrika. Zuid-Afrika staat met 132.4 per 100.000 mensen dan ook op nummer 1. Dit lijdt tot een cultuurshock bij mij omdat wij dat in Nederland eigenlijk niet kennen. Ik probeer dan ook mijn non-verbale uitingen niet te laten zien en probeer de patiënten dan ook in hun eigen waarde te laten. Interculturele communicatie op het gebied van HIV/aids kunnen wij wel hebben met de caregivers, zij zijn als het ware een brug tussen de patiënten en de zorgverleners. Terwijl de hoofdzuster met haar rangstrepen rondloopt op de afdeling behoren wij met zijn zessen tot het onderste deel van de rangorde. De arts staat bovenaan en die mag dan ook niet worden tegengesproken omdat hij de meeste opleiding heeft genoten.
Communicatie met de caregivers loopt dan ook bijna op een gelijkwaardig niveau als zij ons uitleggen hoe de community tegen HIV/Aids aan kijkt. Opvallend is dat er geen zwarte verpleegkundigen of artsen zijn maar dat de enige zwarte die er werken dus caregivers zijn. Zij worden dan ook op bevelende wijze overal naartoe gestuurd zodat de arts en de verpleegkundige ander werk kunnen doen. De top-down hiërarchie is daar in zijn volle glorie te bewonderen en dat ben ik vanuit Nederland niet gewend. Andere voorbeelden van verschillen in cultuur kunnen zijn: non verbale codes; regels en gebruiken met betrekking tot onder andere het geven en het ontvangen van cadeaus, eten en drinken, ontvangst van gasten, betekenis en gebruik van tijd, kopen en verkopen; sociale relaties in het algemeen en tussen familieleden in het bijzonder; de relatie tussen individu en groep, de hiërarchische verhouding tussen mensen onderling; kasten en klassen; drijfveren, prestatiedrang, assertiviteit, openheid; gezichtsverlies en gezichtsbehoud; waarden; concepten en ideologieën.
Tijdens ons verblijf en ins werk dienen we voornamelijk rekening te houden met: openheid, gezichtsverlies en behoud, assertiviteit, de hiërarchische verhoudingen van mensen onderling, groeten van een ander en waarden. Daarnaast zijn wij Nederlanders erg direct terwijl de Zuid-Afrikanen alles liever met een omweg duidelijk maken. Dit heeft al een aantal keer tot onduidelijkheden en miscommunicatie geleid en het heeft dan ook even de tijd nodig gehad om hieraan te wennen. Het is onbeleefd om niet eerst iemand te groeten en te vragen hoe het met diegene gaat en alleen hallo is daarbij dus niet genoeg. Ook zal zorgverlener vond ik dit wennen, in Nederland ben ik gewend om direct te zijn en wil ik zo snel mogelijk weten waar iemand voor komt. In Zuid-Afrika moet er eerst even over koetjes en kalfjes gepraat worden voordat het probleem op tafel komt. En dan nog moet je het soms uit de patiënt krijgen omdat ze zich er vaak voor schamen of omdat er een taboe op ligt. Het letten op non-verbale communicatie is dan ook erg belangrijk net als het gerust stellen van de patiënt en zeggen dat alles bespreekbaar is, hierdoor wek je vertrouwen bij de patiënt.
Add new contribution