Boeksamenvatting bij Fear of small numbers van Appadurai

Hoofdvraag: Waarom is er, in deze tijd van mondialisering, een toename van geweld, etnische zuivering en extreme vormen van politiek geweld tegen civiele populaties?

Voorwoord: Dit onderzoek is een reactie op een eerder verschenen boek van Appadurai over mondialisering, waarop veel kritiek is geweest dat het niet genoeg aandacht zou besteden aan de negatieve effecten van mondialisering. Daarop begon Appadurai een onderzoek naar geweld tegen moslims in Bombay. Wat hem in contact bracht met een ander fenomeen: Grassroots mondialisering wat ook voor een deel behandeld word in dit boek.

Dit boek is onderdeel van een lange termijn onderzoek naar manieren waarop mondialisering ook kan werken voor de mensen die het het meest nodig hebben maar er nu nog het minst van profiteren(nl. de armen, de zwakken en de marginale populaties in de wereld)

Tot men begrijpt hoe mondialisering nieuwe vormen van haat, etnische zuivering en ideocide kan vormen kan men geen hoop halen uit mondialisering.

Van etnische zuivering tot ideocide

Dit boek is een studie over grootschalig cultureel gemotiveerd geweld in onze tijd. Er zijn twee soorten geweld te onderscheiden. De eerste soort, etnische zuivering of genocide, liet de wereld na 1989 zien dat de wereld niet helemaal zo progressief als men dacht was en dat er gaten zaten in de ideologie van de natie. De tweede soort, ideocide, word gekarakteriseerd door de internationale oorlog tegen terrorisme.

De 90’s lieten zien dat het veel aangenomen idee dat extreme vormen van collectief geweld directe producten waren van totalitarisme niet klopte en dat liberale democratieën ook in staat zijn tot etnocide.

Dit boek bestudeerd de duistere kant van mondialisering. Om te begrijpen wat mondialisering te maken heeft met etnische zuivering en terreur zet Appadurai een aantal ideeen uiteen. Ten eerste dat er een fundamenteel, en gevaarlijk idee, van een nationale etniciteit achter de moderne natie- staat schuilt. Dit idee is, verre weg van een natuurlijk gevolg, geproduceerd en genaturaliseerd door middel van oorlog en opoffering, onderwijskundige en linguistieke eenheid, en door het ondergeschikt maken van de locale en regionale tradities zodat men Fransen, Britten en Australianen en dergelijke kon produceren.

Deze etnische neiging van alle nationalistische ideologiën verklaard niet waarom alleen sommige naties te maken krijgen met grootschalig geweld, burgeroorlog of etnische zuivering. De reden hiervoor moet gezocht worden in sociale onzekerheid. De snelheid en de intensiteit waarmee materiaal en ideologische elementen nu over grenzen heen circuleert heeft een nieuwe vorm van onzekerheid in het sociale leven gecreëerd. Een soort onzekerheid dat voort komt uit de snelle migratie en groepen vluchtelingen van de moderne wereld, men vraagt zich af hoeveel van “hen” er zijn. Een andere soort onzekerheid komt voort uit de vraag wat deze identiteiten van minderheden en meerderheden betekenen.

Deze vormen van onzekerheid veroorzaken uiteindelijke een niet tolereerbare angst over de relatie van personen tot openbare voorzieningen omdat deze rechten vaak betekenis hebben voor wie “jij” bent en dus ook wie “zij” zijn. Deze onzekerheden winnen aan kracht als er grootschalige migratie van personen is, als er nieuwe voordelen of nadelen aan grootschalige etnische identiteit wordt verbonden, of als bestaande netwerken van sociale kennis verdwijnen door geruchten, terreur of migratie. In dit soort situaties wordt geweld een oplossing om weer duidelijk te maken wie “zij” zijn en wie “wij” zijn.

In de tijd van mondialisering zijn de ideën waarop de natie- staat is gebouwd langzaam uit elkaar gevallen. Waar de grens tussen “wij” en “zij” in het verleden al onduidelijk was langs grenzen en over grote afstand vergroot mondialisering de onzekerheid en creeert het nieuwe redenen voor culturele zuivering omdat het gevoel van nationale economische soevereiniteit en welzijn verdwijnt. Geweld is een manier om een vaste identiteit, waar behoefte naar is door de onzekerheden die mondialisering veroorzaakt, te produceren. Cultureel fundamentalisme kan dus gezien worden als een manier om zekerheid over sociale identiteit, waarden, overleving en waardigheid te verkrijgen.

Maar staten worden niet zomaar moordlustig. Het omslag punt van vredelievende staat in een staat gebaseerd op etnonationalisme en etnocide ligt in de manier waarin meerderheid in minderheid kan veranderen volgens sociaal liberaal denken. Dit noemt Appadurai de “angst voor incompleetheid”. Meerderheden worden roofzuchtig als miderheden hen eraan herinneren dat er maar een klein gat is tussen de meerderheid als meerderheid in dat land of de meerderheid als complete zuivere natie.

Deze angst voor incompleetheid en de onzekerheden over etniciteit worden versterlt dor de mondialisering. Door de mondialisering is het makkelijker geworden voor minderheden om meerderheden te worden en andersom. Hierdoor is het verkleinen van de verschillen tussen de categoriën niet meer genoeg de meerderheid wil alle verschillen elimineren.

Ook zal er in dit boek gekeken worden naar de nieuwe vormen van cellulaire politieke organisatie, het anti Amerikanisme, de oorlog in Irak en de situatie in India.

De botsing van beschavingen

Oude ideeën over politieke vrede en sociale orde zijn na 9/11 onjuist gebleken. Natie- staten zijn niet langer de enigen die oorlog kunnen voeren. Terrorisme is de overkoepelende naam geworden voor anti staat activiteiten en heeft de grenzen tussen oorlog van de natie en oorlog in de natie vervaagd.

Interne oorlog, oorlog in civiele zones, de verspreiding van militia en massa moord op civiele populaties is op zich niets nieuws. Wat wel nieuw is aan oorlog sinds 9/11 is dat deze oorlog puur en alleen word gedefinieerd door één vijand, Amerika. De oorlog voerders zijn niet geïnteresseerd in het vormen van een staat of überhaupt in de relaties tussen staten. Het enige waarin zij geïnteresseerd zijn is het straffen van Amerika.

Dit brengt ons op de ideeën van Samuel Huntington. Hij heeft het over een nieuwe vorm van morele verontwaardiging in de wereld, men is meer bereid tot extreme daden van oorlog over ideeën van morele zuiverheid en sociale recht geschapenheid. Dit ziet men terug in de oorlog van de Islam tegen Amerika.

De Amerikaanse reactie

We kijken naar de reactie van Amerika op de aanslagen van 9/11, wat het meest op valt is dat de Amerikaanse overheid ervoor schuwde om etnische termen te gebruiken in het identificeren van de vijand. Maar er moest ook een sterke militaire reactie komen op de aanslagen, en deze moest gerechtvaardigd worden. Al quaida, Afghanistan en Osama Bin Laden kwamen naar voren als de daders.

De wereld werd verdeeld in voor- en tegenstanders van Amerika in de oorlog tegen wat terrorisme genoemd werd. Men startte de oorlog tegen Afghanistan vooral ook om te kijken naar wie de vijand nu eigenlijk was.

Omdat de vijand werd omschreven als een mondiaal terroristen netwerk waren de meeste staten in staat om hun eigen activisten en minderheden hiermee te identificeren. Men kon hun eigen locale variant van de vijand, de terrorist, maken.

Cellulaire tegen Gewervelde systemen

De oorlog na 9/11 is er vooral een tussen twee systemen. Door de wereldmarkt en de wereldwijde verspreiding van de ideologie van het marktprincipe zijn de tegenstrijdigheden van de natie- staat duidelijker geworden. Het idee van een nationale economie is vergezocht in een wereld systeem waarin iedereen samen moet werken. Veel staten zien zichzelf genoodzaakt tot acties van nationale soevereiniteit en tegelijkertijd tot het uitnodigen va westers kapitaal en multinationals.

Het verlies van de nationale soevereine economie maakt cultuur het laatste veld waarin nationale zuiverheid, authenticiteit, grenzen en zekerheid zich kunnen manifesteren. De nationale etnos word de laatste bron waarover de natie staat invloed uit kan oefenen.

Er is nog een andere kant aan mondialisering, het feit dat mondiaal kapitalisme en economische exclusie grotere ongelijkheid in de wereld veroorzaakt. In de morele woede hierover ligt de bron van de mondiale haat tegen Amerika.

De nieuwe mondiale stromen van geld, wapens, mensen, informatie en ideologie hebben vormen van solidariteit van groepen die over de hele wereld wonen gevormd. Deze collectieve verbeeldingen en verbeelde collectiviteit zijn tegenwoordig sterk met elkaar verbonden. Het beeld van het netwerk is een beetje te algemeen, een cellulaire wereld is een betere beschrijving. Een wereld van cellen die onderling beelden en ideologiën uitwisselen.

Aan de andere kant is er de oude gewervelde wereld. Met een systeem van natie- staten. Deze gewervelde systemen zijn niet per se gecentraliseerd of hiërarchisch, wel, zijn zij opgesteld rondom een set gecoördineerde en regulatieve normen en signalen.

Modern kapitalisme is aan de ene kant een gewerveld systeem want het werkt op het gecoördineerde systeem van communicatie, transport, lange afstand krediet, en fiscale transacties. Ook heeft modern kapitalisme een vorm van regels en wetten nodig waarvoor het in eerste instantie altijd afhankelijk was van soevereine staten. Aan de andere kant heeft modern kapitalisme tegenwoordig cellulaire functies. De hoge snelheid recombinatie van de factoren van productie hebben de geografie van kapitaal veranderd en zijn bewegingen en nationale profiel lastig in te schatten gemaakt.

Op verschillende manieren zijn de mondiale firma’s en de markten waarin zij werken een mix van het gewervelde systeem, dat werkt op de natie- staat, en nieuwe vormen van het cellulaire systeem. Dit dubbele karakter van mondiaal kapitalisme helpt ons de cellulaire natuur van terroristische netwerken te begrijpen. Deze netwerken zijn met elkaar in contact, hebben geen verticale hiërarchie, zijn instaat tot replicatie zonder duidelijke berichten structuur, ze zijn onduidelijk in hun organisatie structuur maar heel duidelijk in hin cellulaire strategie en effecten, deze netwerken zijn duidelijk afhankelijk van geld transfers, verborgen organisatie, en niet officiële manieren van training en mobilisatie, die ook veel andere niveau’s van de kapitalistische wereld karakteriseren.

Maar er zijn ook andere Cellulaire netwerken die zich niet bezig houden met terrorisme maar juist met hele goede dingen, deze netwerken worden behandeld in hoofdstuk zes.

We kunnen niet spreken van het einde van de natie- staat, maar wel van een crises van de natie- staat. De complementariteit en het verschil tussen gewervelde en cellulaire systemen laten ons zien dat mondiaal terrorisme slechts een deel is van een grote transformatie in de vorm van mondiale economie en politiek. Deze transformatie kan gezien worden als een crisis in circulatie, deze word veroorzaakt door de loskoppeling (disjuncture) van verschillende stromingen (beelden, ideologien, goederen, mensen en rijkdom) die bij mondialisering hoort. In deze crisis in circulatie speelt zich de spanning tussen gewervelde en cellulaire systemen af.

De botsing is dus niet tussen beschavingen maar tussen verschillende vormen van grootschalige organisatie, tussen gewervelde en cellulaire organisatie, in een doorgaande crisis van circulatie.

Oorlog en orde

In samenlevingen waarin het dagelijks leven word gekarakteriseerd door geweld kan men zich niet langer een duidelijke tegenstelling tussen oorlog en vrede voorstellen. Orde word georganiseerd om het feit of het vooruitzicht van geweld(Mbembe 2003). Met betrekking to het beeld van terreur en terrorisme kan men dit idee op een andere manier opvatten. Terreur breekt de scheiding tussen civiele en militaire ruimte. Terrorisme doordringt het dagelijks leven met angst door oorlog te creeren als dagelijkse mogelijkheid en door zijn onvoorspelbaarheid. De grenzen tussen de tijd en ruimte van oorlog en vrede worden vervaagd, de principes van organisatie en mobilisatie worden geheimgehouden en orde word gedecimeerd door terreur.

In de tijd van mondialisering kan terreur niet gescheiden worden van de crisis van de natie- staat.

Mondialisering en geweld

Mondialisering is een nieuwe industriële revolutie gedreven door informatie en communicatie technologie). Het daagt linguïstiek begrip en politiek beheer uit. Voor de rijke landen, de elite, is het zeer positief. Maar voor de marginalen ( immigraten, armen) is het een bron van zorgen over werk, inclusie en verdere marginalisering. De zorgen van de marginalen zijn ook de zorgen voor de elite.

Mensen zijn geneigd om mondialisering te verklaren aan de hand van de geschiedenis, maar dit werkt niet helemaal want mondialisering vormt een aantal uitdagingen die niet aangepakt kunnen worden met wat in de geschiedenis werkte.

Drie gerelateerde zaken maken het moeilijk om mondialisering te begrijpen aan de hand van de geschiedenis. Ten eerste, financieel kapitaal is in de nieuwe wereld veel abstracter, vluchtiger, sneller en doordringend in nationale economieën. Ten tweede, de macht van de informatie revolutie in elektronische vorm. Door de nieuwe techniek is de wereld van financiën overal doorgedrongen, wat het idee van nationale economische soevereiniteit ondermijnt. Ten derde, de rijkdom verkregen uit de elektronische financiën markt lijken direct verantwoordelijk voor het groeiende gat tussen rijk en arm. Daarnaast zijn er ook nieuwe vormen van migratie die nieuwe spanningen tussen identiteit van afkomst, identiteit van verblijf en identiteit van aspiratie creëren voor veel migranten in de arbeidsmarkt, dit creëert weer mogelijkheden voor geweld.

Over alle locaties en vormen van geweld genomen zijn er een paar belangrijke mondiale factoren. Zoals bepaalde transformaties in de wereld economie sinds 1970 naar specifieke strijd om inheemsheid en nationale soevereiniteit geproduceerd door de strijd om concurrerende ideeën zoals vrijheid, markt, democratie en rechten. Die voorheen niet op dezelfde manier werkten. Ook belangrijk is de relatieve groei in binnenlands geweld ten opzichte van transnationaal geweld.

Over alle vormen van geweld genomen is de wereldwijde aanval op allerhande minderheden het moeilijkst te begrijpen. Waarom is er een wereldwijde genocidale impuls ten opzichte van minderheden? Het doel van dit boek is het behandelen van deze vraag.

Het eerste dat belangrijk is om hierbij op te merken is dat zowel minderheden als meerderheden producten zijn van de moderne wereld van statistieken. Minderheden zijn dus een vrij recent fenomeen, waardoor nieuwe zorgen ontstaan over rechten, burgerschap, autochtoniteit, bezit en de rechten van de staat. Ze nodigen uit tot het denken over de verplichtingen van de staat en de grenzen van politieke menselijkheid. Het is geen verassing dat mensen die door anderen gezien worden als ontoereikend (bijv. gehandicapten) vaak het eerste doelwit worden van marginalisatie en zuiveringen. Minderheden worden het zwarte schaap. Zij worden geproduceerd in de specifieke omstandigheden van iedere natie en ieder nationalisme. De speciale status die deze zwarte schapen hebben in de tijd van mondialisering is dat minderheden tegenwoordig het belangrijkste doelwit zijn voor de angsten van veel staten over hun eigen minderheid en marginaliteit in een wereld van megastaten, onregelmatige economische stromingen en gecompromitteerde soevereiniteit.

Minderheden zijn de herinnering aan het feit dat complete nationale soevereiniteit niet meer mogelijk is. Dat is een van de redenen waarom er een wereldwijde impuls is om minderheden te elimineren. De rode draad is dus de angst dat de echte wereld uit het net van staats soevereiniteit en tussen staats diplomatie is ontsnapt.

Maar waarom worden minderheden dan het slachtoffer van deze angst? Omdat zij een ambigue rol vertegenwoordigen en de grenzen tussen het “wij” en “zij” vervagen. Omdat mondialisering de veroorzaker is van de angst en de crisis van de natie- staat en mondialisering niet het doelwit van etnocide kan zijn, maar minderheden wel.

Het is moeilijk om te weten welke minderheid het doelwit zal worden. Dat is omdat minderheden worden gemaakt, door specifieke keuzes en strategieën, vaak door elites of politieke leiders, waardoor bepaalde groepen het doelwit worden van genocide. In plaats van te zeggen dat minderheden geweld veroorzaken kan men beter zeggen dat geweld minderheden nodig heeft.

Ook de trend voor meer intiem lichamelijk geweld is uit te leggen in de context mondialisering, van meer abstractie en circulatie van beelden en technologie, minderheden worden de spiegel en het instrument van de abstracties waar men het meest bang voor is.

De angst voor minderheden

Waarom voorkomen de relatief kleine aantallen van minderheden, waardoor zij een politieke en militaire zwakte hebben, niet dat zij het object zijn van angst en woede? In dit hoofdstuk wordt deze vraag beantwoord in de context van de mondialisering in de tijd van 1980 tot nu.

Angst voor de zwakken

Het idee van meerderheid en minderheid zijn vrij recent, gebonden aan het idee van naties, populaties en representatie. Tegenwoordig is het ook een universeel idee. De eerste stap in het onderzoeken waarom men bang is voor minderheden is door te kijken naar sociologische theorie. Die zegt dat de creatie van collectieve ‘anderen’, een ‘zij’, nodig is om de grenzen van het ‘ons’ aan te geven. Dit gaat door middel van identiteitscontrasten en stereotypen. Meerderheden gaan dus opzoek naar minderheden om hun eigen groepsgevoel te versterken. (Cooley, Mead)

In deze theorie is het begrip van het ‘wij’ gelimiteerd omdat het wordt gezien als bij product van het proces waardoor het ‘zij’ word gecreëerd. Sociologie houdt zich hiernaast ook nog bezig met: de rol van conflict (Simmel), Religie (Durkheim) en tegenstrijdige belangen (Marx) in het creëren van groepsgevoel. Maar dit geeft geen verklaring voor roofzuchtige identiteiten.

Roofzuchtige identiteiten

Zijn identiteiten waarvan de sociale constructie en mobilisering het uitroeien van de ‘ander’ vereist. Ze ontstaan uit verschillende identiteiten die een lange geschiedenis van contact, vermenging en stereotypering kennen. Een van deze identiteiten word vaak roofzuchtig door zichzelf te mobiliseren als een bedreigde meerderheid. Het is nodig om de minderheid uit te roeien om zelf te kunnen overleven.

Roofzuchtige identiteiten zijn eigenlijk altijd meerderheden die exclusief verbonden willen worden met de identiteit van de natie, waardoor er geen plek voor de minderheid overblijft. Ze komen naar boven in de omstandigheden waarin meerderheid en minderheid aannemelijk van elkaars positie zouden kunnen wisselen.

Meerderheidsidentiteiten proberen het gat tussen meerderheid en de zuiverheid van het land als een geheel te dichten. De meerderheden hebben een angst voor incompleetheid, een angst dat zij niet hun eigen etniciteit tot de zuivere etniciteit van de hele natie kunnen maken.

Waarom veroorzaken minderheden haat?

Ze representeren een obstakel tussen meerderheid en totale zuiverheid. Hoe kleiner en zwakker de minderheid hoe dieper de wrok over het feit dat ze de meerderheid zich een meerderheid doet voelen in plaats van een landelijke zuivere etniciteit.

Een voorbeeld hiervan is Nazi- Duitsland, Duitsheid werd gedefinieerd in etnisch- raciale termen. Een verscheidenheid aan minderheden, en vooral de joden, werden het doelwit van woede. De Duitse identiteit had de complete eliminatie van de joden nodig.

Genocide brengt twee mechanismen opgang. Ten eerste mechanische, technologische en bureaucratische. En ten tweede degradatie, misbruik en intiem geweld. Het reduceren van het doelwit, de minderheid, tot een niet- menselijk type insect creëert een afstand tussen moordenaar en vermoorde. Het slachtoffer is immers toch niet menselijk, een kanker die verwijderd moet worden, hierdoor worden allerhande gruwelijkheden veroorloofd.

Alle meerderheden hebben een kiem van genocide in zich, omdat ze altijd in contact staan met ideeën van de enkelvoudigheid en compleetheid van de nationale etniciteit. Maar onder welke omstandigheden worden liberale meerderheden niet- liberaal en potentieel genocidaal?

  • Ten eerste, liberaal denken is dubbelzinnig over de legitimiteit van collectieven als politieke actoren en is altijd open voor manipulatie door argumenten over zuiverheid vermomt als argumenten over kwantiteit.

  • Ten tweede is er een soort historische recept voor het veranderen van een liberale samenleving in een roofzuchige. Eerst komen groepen met een raciale nationalistische ideologie aan de macht, waarna de etniciteit van de meerderheid de norm wordt voor de samenleving. Er volgt een gevoel van ontevredenheid over politieke grenzen en migratie en populatie. Er ontstaat een nieuwe alertheid voor etniciteit, en met een succesvolle campagne van angst die de meerderheden ervan overtuigd dat ze het risico lopen verwoest te worden door de minderheden word de meerderheid roofzuchtig.

Nummers in de liberale fantasie

Het belangrijkste nummer in liberaal denken is de nummer 1, het nummer van de individu. Een ander belangrijk nummer is 0, het nummer van de massa, als er vaak genoeg 0 aan 1 word toegevoegd krijgt men massa’s mensen. Het meeste liberaal denken ziet massa’s als het samenkomen van heel veel individuen, als het samenkomen van enkelvoudige interesses op zoek naar oplossingen voor het feit dat ze samen moeten werken.

Voor liberaal denken is het probleem van democratie dat dat de politieke legitimiteit zou kunnen aanmoedigen van grote hoeveelheden mensen. Massa’s worden geassocieerd met het verlies van rationeel denken door de individueel en gezien als de basis voor totalitarisme en fascisme. Liberalisme impliceert dus angst voor de massa.

Dus waarom de angst voor minderheden?

Minderheden dragen de mogelijkheid van speciale belangen die een gevaar vormen voor het algemene belang. Het algemene belang kan, volgens het liberale denken, het best gediend worden als individuen met alle andere individuen onderhandelen, dus als het ieder voor zich is. Echter, liberalen zijn positief over minderheden, dit heeft meer te doen met procedure dan met verschillen.

Meningsverschil en verschil in hedendaags beleid

Liberaal denken focust op de meningen van minderheden, dit zijn tijdelijke minderheden alleen verenigt door een mening over een bepaalde zaak. De waarde die hieraan gehecht word heeft te maken met vrijheid van meningsuiting, het recht om je mening te uiten zonder daarvoor te worden vervolgd. Maar door het ontwikkelen van mensenrechten, onder anderen door de VN, voor sociale en culturele minderheden ontstond er een verschuiving in denken over minderheden van tijdelijke minderheden naar vaste minderheden. Hierdoor ontstond de zorg om rechten van culturele minderheden in verhouding tot natie- staten en meerderheden. Er ontstonden veel conflicten hierover in de 80’s en 90’s toen veel natie- staten moesten omgaan met twee verschillende machten, die van de open markt handel en die van de eigen minderheden.

Moslims in India: appeasement en zuiverheid

De casus van India is een goede uitleg voor het argument van tijdelijke en vaste minderheden. India deelde zich na de Britse overheersing op in Pakistan, voor de moslims, en India, voor de Hindoes. Sindsdien zijn India en Pakistan eigenlijk permanent met elkaar in oorlog, wat aanleiding geeft tot een slechte status van moslims in India en een gevoel van saamhorigheid onder de Hindoes. Dit in combinatie met het aan de macht komen van een sterke Hindoe coalitie en het opkomen van de mondialisering in India leidde tot twee bloederige massa moorden op moslims, één in 1992 en één in 2002.

Er is veel nagedacht over hoe zo’n tolerant land met veel aandacht voor godsdienst vrijheid zo snel kon veranderen naar het nastreven van pure Hindoe ideologie. Echter, in 2004 kwam er een nieuwe gematigde partij aan de macht in India, in plaats van de Hindoe coalitie, mondialisering en anti moslim mobilisatie waren niet langer goede platvormen voor een nationale coalitie.

Maar waarom was de Hindoe coalitie zo populair tussen 1989 en 2004?

De opkomst van de Hindoe partijen hing samen met een aantal ontwikkelingen die te maken hebben met minderheden. Ten eerste, het kleine aantal moslims in India werd gezien als een masker voor de grote hoeveelheden moslims in de wereld. Men ging ervan uit dat iedere moslim in India in contact stond met allerhande moslim netwerken over de hele wereld. Een gedachte die sinds 9/11 over de hele wereld verspreid is. In India werd dit idee ondersteund door de populariteit van de pelgrimstocht naar Mekka (de Haj) onder de Indiase moslims en door de groeiende hoeveelheid Indiase moslims die naar de olie rijke Golf vertrok om daar te werken. Dit veroorzaakte morele en politieke angst in India. Waar ook een hoop aandacht naar uit ging was het trouwen van rijke Arabische mannen uit de Golf met arme Indiase moslim vrouwen. Een specifieke zaak was de Shah Bano zaak, waarin een Indiase moslim vrouw haar Arabische man tegen de wetten van haar gemeenschap in aanklaagde. Deze zaak zorgde voor een boost in de populariteit van de Hindoe partijen. Aangezien de heersende seculiere partij volgens de publieke opinie niet goed kon opkomen voor de rechten van de moslim vrouw.

De hindoe partijen mobiliseerde de politiek van Masjid(de moskee) tegen die van de Mandal( de oude conflicten tussen de verschillende Hindoe kastes). In het verenigen van een Hindoe meerderheid (het creëren van een Hindoe groepsgevoel) waren de moslims de perfecte ‘ander’, het zwarte schaap waartegen de Hindoes zich af konden zetten.

Hindoe meerderheid, of eenheid, is dus eigenlijk een fictie aangezien zij gebaseerd is op een historische term, uit de koloniale tijd, en bestaat uit een grote groep lage kastes en een kleine elite van hoge kastes, die in hun angst om de macht te verliezen zoveel mogelijk het idee van een Hindoe meerderheid proberen te creëren.

Hindoe meerderheid moet dus gecreëerd en onderhouden worden zoals alle roofzuchtige identiteiten, dit gebeurt door stereo typering maar kan ook door andere mechanismes. De relatie tussen hindoe politiek en anti moslim propaganda van de Hindoe partijen valt ook samen met het electorale systeem van India. Het stemmen gaat in India via vote banks, waarin alle stemmen van een bepaalde gemeenschap zijn verenigt, die afgekocht worden door een partij. De Hindoe partijen zorgden er altijd voor dat de moslim vote bank aan hun kant stond door hun tegenstander, de seculiere Congress Party te beschuldigen van het sussen, oftewel appeasement, van de moslim bevolkingsgroep.

Hoe klein zijn minderheden?

Minderheden, diaspora en terreur

De zelfmoordenaar is de meest duistere versie van de, liberale, nummer 1 waarin verschillende nachtmerries samenkomen. Ten eerste overschrijdt zelfmoordterrorisme de grens tussen lichaam en wapen. Ten tweede weerspiegeld de zelfmoord terrorist een soort weerzinwekkende martelaar, die tegen alle ideeën van religies ingaat. Ten derde gaat het idee van een vrijwillig exploderend lichaam niet samen met het liberale idee van rationele keuze. Ten vierde is de zelfmoordenaar een perfect voorbeeld van de hersenloosheid van de massa en van de gevaarlijke onvoorspelbaarheid van de bende, waarvoor het liberalisme zo bang is.

De zelfmoordenaar vertegenwoordigd het probleem van onzekerheid en creert een vorm van permanente noodtoestand, die een nieuwe vorm va met burgers en het leven van burgers nodig maakt in de tijd van internationaal terrorisme.

Minderheden en mondiale netwerken

De VS leken, in de oorlogen na 9/11, een vorm van ‘democratie op afstand’ in te voeren in Afghanistan en Irak. Deze landen werden behandeld als Amerikaanse staten, onder de jurisdictie van de National guard en andere federale machten vanuit Washington.

Er zijn veel minderheden en terreur in Irak en het is de vraag of er wel zoiets als ‘één Iraaks volk’ kan zijn. De VS werd geconfronteerd met de angst dat de minderheden die hun soldaten mishandelen en vermoorden de meerderheid van de Iraakse mensen vertegenwoordigden. Terwijl men oorspronkelijk dacht dat men in Irak blij zou zijn met de komst van de Amerikanen. Irak is ook een uitdaging voor Amerika betreffende het vormen van één nationale bevolking uit grote groepen etnische en religieuze minderheden. Hierin lijkt de VS twee keuzes te hebben: Ze kunnen een islamitische staat van Irak maken, wat een niet geheel democratisch Irak zou betekenen, of ze kunnen een coalitie van minderheden instellen, wat een langdurig proces zou betekenen.

Mondialisering, nummers, verschil

Hoe komt het dat groepen zoveel wederzijdse haat krijgen?

De angst voor incompleetheid staat ons toe om te zien hoe, Freuds idee over, narcistische wonden naar buiten kunnen worden gedraaid en aansporingen kunnen vormen tot de vorming van roofzuchtige identiteiten. De onderliggende dynamiek hier is de reciprociteit tussen minderheden en meerderheden. Meerderheden zijn bang dat minderheden in meerderheden zullen veranderen door reproductie, of migratie, en andere politieke en economische middelen. Dit is waar mondialisering belangrijk word. Mondialisering intensifieert de mogelijkheid van het in elkaar veranderen van minderheden en meerderheden. Door middel van migratie, de internationale stroom van beelden, de internationale verspreiding van geïmproviseerde ideologieën , en de snelle en grotendeels onzichtbare manier waarop financiën de wereld rond gaan.

Onze terroristen, onszelf

Er bestaat een vorm van afhankelijkheid en strijd tussen de gewervelde en cellulaire systemen voor de coördinatie van personen, bronnen en loyaliteiten. Een symptoom hiervan is de crisis van natie- staten.We kijken naar Zuid Azië voor een voorbeeld want hier ziet men de strijd tussen terroristen en staten, de strijd tussen gewervelde en cellulaire vormen van geweld, en de strijd voor locale politieke identiteit en de ware diplomatie van staten.

Terreur en onzekerheid

Succesvolle terreurdaden geven het probleem van sociale onzekerheid weer. Deze onzekerheid heeft onder andere te maken met de onzekerheid over de identiteit van de daders, niemand weet wie de terroristen zijn, waar ze zitten, en wanneer ze zullen toeslaan.

Grootschalig etnisch geweld is vaak een ingewikkelde respons op niet tolereerbare niveaus van onzekerheid over groepsidentiteiten. Een groep krijgt het gevoel dat het bestaan van de andere groep een bedreiging vormt voor het eigen voortbestaan. Propaganda, economische angst en migratie voeden deze angst.

Lichamelijk geweld in de naam van etniciteit wordt een middel om de vooroordelen over de doelwit etniciteit te bevestigen, want geweld roept tegen geweld op. De maskers van de terroristen die de wapens op zich nemen in reactie op het geweld dat hun groep wordt aangedaan vormen een reflectie en bevestiging van de vermoedens van de dominante etnische groep.

Het extreme etnische geweld van de 90’s is niet onze eigen beestachtigheid die naar buiten komt noch hetzelfde als al het geweld uit de geschiedenis. Het is een gevolg van moderniteit. Het belangrijkste aan dit etnische geweld is de typische manier waarop zij sociale onzekerheid mobiliseert. Staatspropaganda en fundamentalistische ideologieën verspreiden een beeld van de etnische ‘ander’. Maar voor extreme vormen van geweld moet een heftige vorm van sociale onzekerheid zich mengen met een doctrine van zekerheid, hierdoor word etnische zuivering een logisch idee.

Wat heeft sociale onzekerheid te maken met terrorisme?

Terrorisme werkt door middel van onzekerheid. Men weet niet wie de terroristen zijn, iedereen zou een terrorist kunnen zijn, men weet de motieven van de terrorist niet, men weet niet wanneer de volgende aanslag zal zijn, en iedereen is doelwit. Bij terreur vervaagd de grens tussen oorlog een vrede.

De geografie van woede

Na 9/11 moesten India en Pakistan gaan samenwerken met de VS in de internationale oorlog tegen terreur. Het kijken naar de Regio Zuid Azië (en met name Mumbai in India) geeft een inzicht in de geografie van woede en hoe internationale, regionale, nationale en lokale plekken in relatie van replicatie en repercussie werken.

Na 9/11 bereikte de populariteit van de Hindoe partijen zijn hoogtepunt in India. Zij focusten op de haat tegen moslims en wouden India voorbereiden op een oorlog met Pakistan. De Hindoe partijen promoten de hindoeïstische ideeën en een nationalistische ideologie waarin Pakistan als het kwaad werd geportretteerd. Dit kon goed in de discours van de internationale oorlog tegen terreur.

In Mumbai, waar normaal gesproken alle nieuws word overschaduwt door de glitter en glamour van Bollywood, was de angst voor Pakistan en nerveusheid ten opzichte van de eigen moslim populatie ook zeer aanwezig. Dit uitte zich ten eerste in politie acties in sloppenwijken en een nieuwe wet dat voortaan iedere bediende in een huishouden moet worden geregistreerd. Ten tweede begon de Shiva Sena, een rechtse Hindoe partij die in 1992/93 veel ‘hindoeïstische’ bijeenkomsten hield waarbij moslims en Pakistan werden zwart gemaakt, weer opnieuw met deze bijeenkomsten na 9/11. Plus dat de marine in Mumbai zich na 9/11 zich zwaar bewapende. Het gezamenlijke effect van de politie, de Shiva Sena en de marine in Mumbai was het creëren van een mentale kaart van India waarin oorlog, terreur, veiligheid en misdaad belangrijker waren dan commercie, transport, werk en consumptie.

De geografie van woede is een ruimtelijke uitkomst van ingewikkelde interacties tussen de gebeurtenissen die ver weg zijn en dichtbije angsten. Het word gevoed door de massamedia maar aangestoken door onzekerheid over de vijand (de terrorist) en het project van nationale zuiverheid dat altijd incompleet is. Hierbij introduceert Appadurai twee argumenten:

Ten eerste, in een wereld gekarakteriseerd door internationale spanningen tussen cellulaire en gewervelde systemen produceren regio’s, naties en steden hun eigen versies van internationale problemen. De terrorist, zuivere natie, gemaskerde verader en verborgen vijand zijn overal terugkerende thema’s, alleen zij veranderen van vorm per locatie. Ten tweede, er is een geladen relatie tussen de onzekerheid in het gewone leven en onveiligheid in de aangelegenheden van staten.

Er zijn vele factoren die de manier waarop mondiale drama’s zoals oorlog, vrede en terreur zich aanpassen aan locale angsten en ideeën over het mondiale. De media is één van de belangrijkste factoren. Een andere bepalende factor is de mondiale economie, er is geen enkele significante markt meer die buiten de mondiale economie functioneert. Het relevante van de mondiale economie is de connectie tussen de verliezers van de mondialisering en de woede die terreurdaden inspireert. De haat tegen de VS heeft complexe oorzaken in de mondiale economie. Maar ook in Amerikaans geweld, dominantie en arrogantie.

We gaan terug naar de link tussen sociale onzekerheid en onveiligheid in en tussen staten. In een realistische wereld worden veiligheid van staten, vrede en oorlog, en de onzekerheid van burgers, in lokale en sociale context, zoveel mogelijk gescheiden gehouden.

Tegenwoordig zijn onveiligheden van staten en onzekerheden van burgers met elkaar vermengt. Deze vermenging gebeurt wederzijds. Zoals duidelijk te zien is in Zuid Azië ( waar de mix tussen sociale zekerheid en onveiligheid gewelddadig word.

India is een interessante cassus omdat de BJP een beleid voerde van “open markten, gesloten culturen”. De menigsverschillen tussen de Hindu partijen lagen vooral in de vraag waar economie en culturele soevereiniteit elkaar ontmoeten en mengen. De BJP stelde moderniteit gelijk aan technologische ontwikkeling en traditie gelijk aan hinduisme. Waar de BJP dan weer de bewaker van zou zijn. De cultuur van informatie en miliaire technologie om India te beschermen van Pakistan ging samen met een project om Indiase burgers meer hinduistisch te maken om India te beschermen tegen de Islam.

De acties van verschillende cellulaire groeperingen in KAshmir en steeds vaker verder in India gaven de Indiase staat een verhoogd gevoel van onveiligheid. Het dagelijkse leven in India is gekleurd door de culturele strijd die de oorlog en politiek aan de grenzen linked met de waakzaamheid en zuiveringen in het hart van het land.

Staats onveiligheid en sociale onzekerheid over “andere” etniciteiten voeden elkaar in een spiraal in de tijd van mondiale terreur. Terrorisme gaat over nationale grenzen en werkt door middel van sluipen en vermommen.

Terreur in het hart van kapitaal

De VS kent sinds 9/11 een nieuwe orde waarin de sociale onzekerheden samengaan met de onveiligheid van de mega staat. Amerika uit dit vooral in de oorlog tegen terrorime en immigratie beleid.

Het feit dat terreur wordt georganiseerd door cellulaire netwerken maakt de vertebrate structuren van de staat bang en vervaagd de lijn tussen de vijand buiten de staat en de vijand in de staat. Nationale identiteit, de macht van de staat en etnische zuiverheid. Terroristen zijn volledig geïntegreerd met onze wereld en kunnen daar dus niet makkelijk uit verwijderd worden.

Het rondje rond maken

We kunnen nu her rondje af maken met de macht van small numbers (cellulair terrorisme en zelfmoord terroristen) en de angst voor small numbers(de paradoxale zwakte van de liberale democratie in mondialisering)

In juli 2005 werd London belaagd door een serie van bombardementen. De daders waren een groep jonge mannen die samen kwamen in de context van moskeën, religieuze scholen en islamitische gemeenschappen. Een aantal van hen behoorde tot de Pakistaanse diaspora in Engeland met banden met de grensgebieden van India. Deze jongens groeiden op in een multiculturele wereld waarin zij nergens volledige burgers waren. Onder de invloed van de britse multiculturele, maar eigenlijk rascistische, maatschappij en berichten van Islamitische mullah’s die overtuigen tot een oorlog tegen het westen raken zij ervan overtuigd dat zij niet onderdeel zijn van een zwakke minderheid in Engeland maar tot de Moslim wereld, een meerderheid, behoren. Ze creëren een eigen minderheid, een cel, die spreekt voor de heilige moslim meerderheid.

Je kan dit verhaal interpreteren op een manier waarin de koloniale geschiedenis zich uit in de mondiale politiek. Waarbij een groep Pakistani en Indiase moslims na de scheiding van hun land terrecht komt in Groot- Brittanië.

Of je kan het lezen als een voorbeeld van de dynamiek tussen de minderheid en de meerderheid. Waarin landen interne minderheden creëren die ze zien als een vermomde externe meerderheid. Waarna mensen uit die minderheden zichzelf gaan identificeren met de mondiale wereld van terrorisme en van één zwakke minderheid veraderen in een cel van een mondiaal netwerk. Een belangrijke noot hierbij is dat dit niet specifiek is voor de Islam, vele minderheden doen dit. Denk aan, de Tamils uit Sri Lanka, Koerden, Sikhs en Basken.

Grassroots Globalization in the era of ideocide

Het argument van Samuel Huntington over de clash of civilizations is voor een groot deel fout maar er zit ook iets goeds in dit model. Door cultuur centraal te zetten lijkt het model het idee van de “oorlog tegen het westen” van de islamitische wereld te omschrijven. Het beeld van beschaving dat Huntington schetst (beschaving word omschreven als ras, geografie, religieus en als fysiek bastion van cultuur) is te simplistisch en schenkt geen aandacht aan de geschiedenis. Hier is dan ook beel kritiek op geweest. Wat huntington wel juist signaleerd is dat we een nieuwe fase van oorlogsvoering zijn ingegaan die puur gebaseert is op ideologie. Wat huntington hierbij fout doet is dat hij deze ideologien, en beschavingen, ruimtelijk indeeld. Een idee dat acties zoals het zoeken van G. Bush aar Al Quaida in Afghanistan indirect veroorzaakt.

Huntington’s model is een vertebrate model van een cellulaire wereld. De nieuwe vijand is mondiaal, moeilijk te bereiken en niet- ruimtelijk. Maar hij had gelijk in het zien van een nieuwe soort van ideologisch totalisme in de wereld.

Ideocide en civicide

Ideocide is een nieuw modiaal fenomeen en groter dan bijvoorbeeld etnocide of genocide omdat ideocide slaat op een haat tegen een complete ideologie en beschaving. Mensen, landen en manieren van leven die tot deze ideologie behoren worden doelwit van sociale dood.

Het gaat hier dus in tegenstelling tot Huntington’s ideeen om het zuiveren en niet om het botsen van beschavingen en niet regimes zijn het doelwit maar populaties en het gaat niet alleen om conflicten tussen beschavingen maar ook om conflict in beschavingen.

De sleutel tot de logica van Ideocide is het mondialiseren van interne morele tegenstanders, denk hierbij aan het uitmoorden van het internationaal jodendom door Nazi Duitsland, en het lockaal maken van morele vijanden, die eigenlijk ver weg zijn, denk hierbij aan de oorlog tegen terrorisme.

Lange afstands haat

De haat tegen Amerikanen als volk stamt uit verschillende bronnen. De eerste is de Amerikaanse arrogantie, het beeld dat de Amerikanen van zichzelf portreteerden na 1945 waardoor het gat tussen het Amerikaanse volk en de Amerikaanse overheid in het beeld van Amerika zich dichtte, alles wat de Amerikaanse overheid doet is inherent aan alles wat het Amerikaanse volk doet en andersom.

Amerikanen in het buitenland representeren in alles wat zij doen de culturele machine die Amerika voorsteld op televisie. En omdat levensstijl tegenwoordig gelijk staat aan morele stijl, die worden gedicteerd door de staat.

De paradox hier is dat dezelfde mensen die Amerika zo haten maar al te graag in Amerika zouden willen wonen om te genieten van de vrijheid en de economie aldaar. Wat zij doen is het scheiden van het Amerikaanse leven, met haar vrijheid en economische mogelijkheden, en de Amerikaanse manier van leven, het slechte moraal, rascisme en sexualiteit. Zij hebben, als Amerikanen, een sterk gevoel van hun rechten en vrijheden die zij zoeken en waarvan zij genieten. Maar, als niet-Amerikanen, behouden zij de afkeer en de afstand die zij altijd hebben gehad van het Amerikaanse moraal.

Een ander voorbeeld hiervan komt uit de hogere klasse. Veel mensen uit de Indiase elite plannen en werken zich in in Amerika. Zij besturen bedrijven en zetten hun kinderen op elite scholen in de VS. Ze gebruiken de VS om hun eigen stukje American dream te vergaren. Ze zoeken hun carrière, educatie voor hun kinderen en hun professionele netwerk in de VS maar blijven tegelijkertijd anti- Amerika in cultuur, politiek en levensstijl. Dit doen ze omdat, in veel landen, carrières bestaan naar een Amerikaans model maar dan corrupt en bureaucratischer. Dus is naar Amerika gaan het beste alternatief.

Mensen die onderdeel willen zijn van de VS zijn dezelfde mensen die een hekel hebben aan de VS. Voor professionele elites zijn vrijheid en de mogelijkheid geen onderdeel van de Amerikaanse cultuur. Voor hen zijn het praktische zaken die zij associeren met Amerika als burgerlijk in plaats van als politiek systeem. Zo kan de wil voor het verkrijgen van Amerikaans burgerschap samengaan met de morele haat jegens de Amerikaanse politiek.

Twee machten spelen een rol in het creëren van wereldwijd Anti- Amerikanisme. Het ambivalente van mondiale elites die de Amerikaanse disciplines die hun leven en vooruitzichten bepalen, en hun tegelijkertijd buitensluiten en stigmatiseren, en de rauwe woede va de armen, die Amerika zien als feudaal heerschap, morele afgang, bombardementen, geweld en economische rampen. Iedere regio heeft hier zo zijn eigen variant van de haat tegen Amerika, afhankelijk van de geschiedenis die zij met Amerika en multinationals hebben.

Dit brengt ons op lange afstands haat. De mogelijkheid voor empathie over een grote afstand is geïntroduceerd door de liberale humanistische fantasie die tegen al het lijden in de wereld is door een gevoel van menselijkheid. Haat is tegenwoordig abstracter dan vroeger. Voor sommige mensen die direct zijn geraakt door Amerikaans geweld of beleid, is haat nog steeds gerelateerd aan intiem lijden. Maar voor de meesten is het een gevolg van de beelden die zij krijgen via de media en propaganda. Er word een moreel beeld van een kwaad, een Satan, en zet dit beeld op het gezicht van een complete samenleving, volk of regio. Zo wordt haat gecreëerd en dit is voedsel voor ideocide en civicide.

Een nieuwe wereld is ontstaan in de 21e eeuw. De bestaande vertebrate wereld is er nog steeds maar naast dit systeem is een nieuw cellulair systeem ontstaan, als gevolg van mondialisering. Deze nieuwe cellulaire wereld heeft twee gezichten. Het duistere gezicht van terrorisme is in dit boek behandeld. Maar er is ook een ander gezicht van cellulaire systemen.

Grassroots Globalization

Het andere gezicht van cellulaire systemen zijn internationale maatschappelijke netwerken van activisten die zich bezig houden met mensenrechten, armoede, inheemse rechten, noodhulp, ecologische rechtvaardigheid, gender gelijkheid en andere humanistische doelen die netwerken en belangengroepen over landsgrenzen heen vormen.

Er is een grote hoeveelheid studies naar deze transnationale activisten netwerken en ze kunnen op een losse manier behandeld worden als NGO’s. Ze zijn actief op praktisch alle vlakken van menselijke gelijkheid en welvaart. Aan de bovenkant zijn het grote, goed gefundeerde en bekende netwerken die een soort mega organisaties zijn geworden. Aan de onderkant zijn ze kleine, fluide, onzichtbare maar transnationale netwerken. Veel houden zich bezig met debatten over mondialisering maar de meesten houden zich bezig met specifieke doelen van advocatuur en coördinatie. Ze mobiliseren protest maar zoeken vooral naar partnerschappen.

Een voorbeeld van deze netwerken is de Shack/ Slumdwellers International. Die zich bezighouden met huisvesting en kleine leningen voor mensen in sloppenwijken over de hele wereld. Zij hebben in de laatste jaren een enorm netwerk opgebouwd en zijn nu internationaal actief, ze zijn zelfs zo ver dat ze hulp krijgen van de VN en de Worldbank. Ze hebben een nieuwe manier gevonden om arme mensen te organiseren, ze onthouden zich vaan de bestaande politiek en modellen voor het geven van hulp.

Wat al deze netwerken doen is dhet vormen van een derde ruimte, waarin markten en staten niet alleen hun belang moeten erkennen maar zij ook naar hun stem moeten luisteren als er mondiale beslissingen moeten worden genomen.

Deze netwerken werken ook via het cellulaire principe, coördineren zich zonder centralisatie. Men moet deze netwerken in de gaten houden want de crisis van de natie-staat ligt misschien niet in de duistere celulaire netwerken van terreur maar in de utopische transnationale organisaties. Dit is een belangrijke tegenligger voor de trends van etnocide en ideocide en kan een antwoord zijn voor het herstellen van vrede en gelijkheid.

 

     Bron:

  • Deze samenvatting bij Fear of small numbers van Appadurai is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.

Image

Access: 
Public

Image

This content refers to .....
Society and culture - Theme
Join WorldSupporter!
This content is related to:
Samenvatting Inleiding Internationale Politiek I
Samenvatting Security, safety and criminal justice in the Netherlands
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Vintage Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
2013 1