Hoorcollegeaantekeningen 1e college biopsychologie

Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.

Hoorcollege 1

 

Wat is biopsychologie?

Binnen de biopsychologie worden psychologische processen benaderd vanuit biologisch perspectief. Door de tijd heen is er altijd de vraag geweest in hoeverre lichamelijke processen de psyche beheersen. Dit heet het mind-brain problem. Er zijn verschillende visies op dit probleem.

 

Het dualisme gaat uit van twee ‘substanties’. De geest en het brein zijn twee verschillende substanties. Bij het parallellisme staan deze twee substanties geheel los van elkaar. Descartes was echter van mening dat deze twee substanties op een zeker punt, de pijnappelklier volgens Descartes, moeten kruisen. Deze visie heet het interactionisme.

 

Naast het dualisme heb je ook het monisme. Het monisme zegt dat alles uit één substantie bestaat. Onder het monisme heb je mentalisme en het materialisme. Mentalisme zegt dat alles slechts bestaat uit het bewustzijn dat er iets is. Materialisme is het meest dominant binnen de biopsychologie. Deze visie zegt dat alles bestaat uit materie. Een extreme visie hier op is de identity position die zegt dat de geest slechts is wat het brein doet.

 

Waarom biopsychologie?

Binnen het functionalisme wordt niet gekeken naar achterliggende processen. Om gedrag en psychologische processen te begrijpen hoef je niet te snappen hoe het lichaam in elkaar zit. Het is echter zo dat mentale resultaten op verschillende manieren worden bereikt, wat een valkuil is van deze visie. Zo zijn er bijvoorbeeld twee soorten geheugen die slechts biologisch kunnen worden begrepen. Reparaties en beschadigingen van deze twee geheugen kunnen vaak alleen maar biologisch verklaard worden.

Gedrag is erg complex en de biopsychologie bestudeert de mechanismen van dit gedrag. Bij depressie begin je bijvoorbeeld met het observeerbare gedrag. Je kan de cliënt laboratoriumtaken laten doen en zo er achter komen dat er iets verkeerd zit in de hersenen, neurotransmitters of genen.

 

Neurowetenschappen

Er zijn verschillende wetenschappen die zich bezighouden met de hersenen. De neurofysiologie richt zich voornamelijk op de functies van het zenuwstelsel, neuroanatomie op de structuur van het zenuwstelsel, neurologie gaat over de behandeling en onderzoek naar aandoeningen, neuropsychologie over hersenaandoeningen, mentale functies en revalidatie en tot slot richt cognitieve psychofysiologie zich op relaties tussen neuronale en mentale processen.

Binnen alle velden van psychologie wordt biologisch onderzoek gedaan. Van oudsher was dit voornamelijk binnen de experimentele psychologie. Er zijn drie methoden om biologisch onderzoek te doen. De eerste is somatische interventies. Dit is experimenteel onderzoek waarbij gekeken wordt naar de verandering in gedrag wanneer er iets lichamelijks wordt veranderd. Ook gedragsinterventie is een experimentele methode waarbij het net andersom wordt bekeken. Wat voor effect op het lichaam heeft een manipulatie in gedrag? Als laatste heb je correlationeel onderzoek waarbij niet zo zeer wordt gekeken naar oorzaak-gevolg maar meer naar een verband. Dit soort onderzoek is dan ook niet-experimenteel.

 

Bio versus psycho

De vraag die vaak opspeelt is of therapie voordelen heeft ten opzichte van medicatie of andersom. Vaak worden de twee ook gecombineerd. Het is belangrijk om het beste beschrijvingsniveau te vinden voor aandoeningen die zowel met medicijnen als therapie kunnen worden behandeld. Zo kan er van verschillende kanten naar ADHD worden gekeken. Het feit dat er meer ADHD wordt vastgesteld kan liggen aan de veranderende maatschappij, het feit dat we de chemische imbalans in de hersenen beter kunnen herkennen of misschien zelfs doordat de farmaceutische industrie meer pusht om ritalin te verkopen.

In het verleden werden geestesziekten niet geaccepteerd als ziekte van de hersenen. Mensen werden in dwangbuizen gezet of slaapmiddelen toegediend. Toen eenmaal bleek dat 20-30% van de ‘gekken’ in die tijd leden aan neurosyphilis, wat eerder general paresis werd genoemd, kwam er een doorbraak. Wagner von Jauregg behandelde deze patienten door ze malaria te geven waardoor ze beter gingen functioneren. Later werd ook schizofrenie behandeld door epilepsie op te wekken omdat de schizofrenie dan tijdelijk verminderde. Dit werd gedaan door grote hoeveelheden insuline toe te dienen. Later kwam ook de electorshock therapie, is er geexperimenteerd met LSD, psycho-chirurgie en medicijnen als chlorpromazine en haloperidol.

Nadat Phineas Gage een staaf door zijn frontaalkwab had gekregen en bleek dat hij nog goed kon functioneren, kwam er ook een vloed van frontale lobotomie operaties op gang. Dit is de frontaalkwab scheiden van de rest van het brein. Hierdoor werden patiënten rustiger maar kregen ze ook last van apathie, problemen met plannen, geheugenproblemen enzovoort.

 

Complexiteit hersenen

De cortex is de buitenkant van de hersenen. Deze is gevouwen zodat het corticale oppervlak groter is.

Overal in het lichaam communiceren cellen. Deze communicerende cellen zijn neuronen. Ze kunnen zowel elektrisch als chemisch communiceren. Elektrisch is snel en nauwkeurig en chemisch langzamer maar daarom ook langer in duur en minder specifiek. De communicatie tussen cellen gebeurt in de tussenruimtes tussen cellen: synapsen. De verzendende neuron scheidt neurotransmitters uit die op de receptoren van de ontvangende cel gaan zitten. Er zijn veel verschillende soorten receptoren en neurotransmitters. Ook het brein en het lichaam communiceren. Dit gebeurt door hormonen en het immuno-systeem.

 

In het verleden werd er naar het brein gekeken als iets statisch, iets dat niet meer groeit na de geboorte en alleen nog maar kan aftakelen. Nu kijkt men daar genuanceerder naar. Myeline kan bijvoorbeeld worden gevormd tot het 20e levensjaar. Ook kan de celstructuur in de loop der jaren nog veranderen (voornamelijk de dendrieten de informatie ontvangen in de neuron). Ook kunnen verbindingen tussen neuronen veranderen en versterken of verzwakken en kunnen er door de jaren heen nog corticale reorganisaties plaatsvinden. Denk bijvoorbeeld aan iemand die veel piano speelt. Deze persoon zal een gespecialiseerder deel van de hersenen hebben voor zijn vingers.

 

Erfelijkheid

Overerving van gebeurt via genen. Genen liggen op chromosomen. Er zijn 23 chromosomenparen. De ene chromosoom komt van de moeder en de ander van de vader. Voor ieder gen kan je dus twee varianten hebben. Het is mogelijk om van je vader een gen voor blauwe ogen te hebben en van je moeder een voor bruine ogen. Dit heet heterozygoot. Wanneer je van allebei een gen voor blauwe ogen hebt gekregen ben je homozygoot voor dit gen. Als je heterozygoot bent, zal de eigenschap die tot uiting komt afhangen van welk gen dominant is en welke recessief. Ook heb je genen die ‘middelen’. Dit heet intermediate. Het wordt hier wel wat simpel gepresenteerd want vaak zijn er meerdere genen die bepalen voor één eigenschap. Ook komt maar 5% van het DNA tot uiting. De rest kan worden gezien als junk DNA of als regulatoir DNA. Onderzoekers die de rest junk DNA noemen zien de niet tot uiting gekomen DNA als niets-zeggend als het gaat om het fenotype (uiting van de genen, ‘genotype’). Onderzoekers die de rest van het DNA zien als regulatoir DNA zeggen dat dit DNA regelt welk DNA tot uiting komt onder welke omstandigheden. Zo heb je sex-limited genen die alleen tot uiting komen bij een bepaald geslacht. Bijvoorbeeld hoeveelheid borsthaar komt alleen tot uiting bij mannen. Ook kunnen bepaalde omgevingsinvloeden de uiting van DNA bepalen, zoals roken. Zo’n ‘transcriptie factor’ activeert een gen voor genregulatie. Genen ligt opgerold en ligt tegen elkaar als het niet wordt gebruikt. Dit heten histonen. Deze histonen kunnen een stukje uitrollen en zo wordt het DNA wat tussen de histonen lag tot uiting komen.

 

DNA kan door verschillende redenen niet precies zo worden overgeërfd als dat je zou verwachten. Er kunnen mutaties ontstaan, duplicaties, depleties (weglating), transposities en kan de omgeving invloeden hebben (epigenetica). Bij genetic engineering wordt hier gebruik van gemaakt. Er worden dieren gekloond en gewassen zo verbouwd dat ze optimaal aan onze wensen voldoen. Genetische modificaties worden ook gedaan om medicijnen te vinden en ook bij bijvoorbeeld gentherapie.

 

Begrippen die niet duidelijk aan bod zijn gekomen

Hormonen: een chemische stof dat wordt uitgescheden door een endocriene klier of andere cellen en vervoerd wordt door het bloed naar andere organen en daar de activiteit beïnvloedt.

Synaps: spleet tussen neuronen.

Neuron: een dierlijke cel met een speciale functie, namelijk het ontvangen en verzenden van signalen. Er zijn drie verschillende soorten neurons:

  1. Motor neuron: deze neuron krijgt een signaal van een andere neuron en vervoert deze naar een spier. Het cellichaam is gelegen in het ruggemerg.
  2. Sensory neuron: deze neuron is gevoelig voor stimulatie zoals licht, geluid of druk en vervoert het signaal van deze input naar een andere neuron in de ruggemerg. Het cellichaam is gelegen buiten de ruggemerg.
  3. Local neuron: deze neuron ontvangt signaal van de ene neuron en geeft deze door aan de andere. Deze cel ligt altijd in zijn geheel in één structuur en heeft geen axon.

Myeline sheaths: werken als het ware als het gooien van informatie naar het volgende punt in plaats van het er helemaal heen te lopen op een axon. Dit wordt ook wel saltatory conduction genoemd.

Axon: onderdeel van een neuron die de informatie van A naar B vervoert.

 

Access: 
Public

Image

Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
486