Aantekeningenbundel - B1 - Bedrijfskunde - RUG
- 1227 reads
Deze aantekeningen zijn gebasseerd op het het vak Informatiemanagement BDK in 2015-2016.
Hoorcollege 6 was een gastcollege, er zijn geen aantekeningen van dit college.
Amazon wilde vanaf 2015 pakketjes per drone gaan afleveren bij de klant (APA). Dit was een hoax (grap) om de kerstinkopen te stimuleren, want:
Wat betreft het vakgebied informatiemanagement had Jeff Bezos (CEO van AMAZON) enkele vragen gehad wanneer dit niet een hoax was geweest:
De leerdoelen van het vak sluiten aan bij voorgaande vragen van Jeff Bezos.
Data, informatie en kennis:
Componenten van informatiesystemen:
Belangrijk: slide 14.
De IT components worden ook wel het IT-platform genoemd. IT Components, IT Personnel en IT Services samen worden ook wel de IT Infrastructure genoemd. Hierboven vallen de Accounting IS, Finance IS, Production/Operations Management IS, Marketing IS en Human Resources IS.
Voor de verschillende typen informatiesystemen: zie slide 15.
Impact van informatiesystemen op mensen en organisaties:
Impact van informatiesystemen op de maatschappij:
Dit model bestaat uit samenhangende variabelen voor het meten van IS-succes. Dit zijn samenhangende variabelen. Voor het model: zie slide 21.
Validatie van D&M IS Success Model: zie slide 22.
Updated D&M IS Success Model: kwaliteit van service is ook een belangrijk onderdeel geworden. Voor het model: zie slide 23.
Voor begrippen en maten van de IS-successvariabelen: zie slide 24.
Door succesfactoren wordt technologie verbeterd. Hiervoor worden variabelen onderzocht.
Voor voorbeelden van succesfactoren: zie slide 26 en 27.
Onderwerpen:
Er zijn verschillende krachten die invloed hebben op informatiesystemen. Deze kunnen wij onderscheiden in Sociaal/politiek/legaal, technologisch en economisch. Hier onder worden hier voorbeelden van genoemd. Voor het model: zie slide 6.
Societal/political/legal
Technology
Economic (market)
Mogelijke reacties vanuit de IT:
Een voorbeeld van een informatiesysteem zijn de KIVA robots (zie slide 7). Deze robots picken orders in sommige Amazon-magazijnen. Voordelen hiervan zijn:
De vraag is of dit systeem ook een strategisch voordeel geeft. We kunnen dit bekijken aan de hand van het 5 krachten model van Porter. Door middel van informatiesystemen kunnen bedrijven deze krachten proberen af te zwakken. Deze krachten zijn als volgt:
Je kunt deze krachten afzwakken, maar je moet hier dan beter in zijn dan de concurrent.
Het gebruik van KIVA-robots leidt vooral tot:
Waardeketenmodel van Porter (zie slide 11): De essentie van dit model is dat een organisatie er van leeft dat het bedrijf waarde toevoegd. Centrale vragen zijn:
Het gebruik van KIVA robots leidt vooral tot:
5 concurrentiestrategieën Porter:
Belangrijk is dat IT bij de keuze voor een concurrentiestrategie past.
Business-Information technology Alignment: evenwicht tussen de strategie en IT. Een slechte overeenstemming wordt een misalignment genoemd. Voor een voorbeeld van JetBlue zie slide.
LAN = local area network
WAN = white area network
Verschillende soorten:
Hiertussen staat de Corporate Backbone WAN (zie slide 16).
Je hebt een analoog signaal tussen twee bronnen, maar ook een digitaal signaal tussen twee computers. Een digitaal signaal werkt met 1 en 0, en wordt door een modum omgezet. Een modum zet digitale signalen om in analoge (modulatie), maar ook analoge signalen om in digitale (demodulatie).
Je hebt verschillende soorten media voor computer netwerken. De drie bekendste zijn:
Twisted-pair wire (kabel met koperdraadjes
Voordelen: goedkoop, veel beschikbaar, gemakkelijk om mee te werken
Nadelen: langzaam, makkelijk storingen, lage veiligheid (tapbaar)
Coaxial cable
Voordelen: dikker, minder gevoelig voor elektromagnetische interference
Nadelen: relatief duur en onflexibel, laag tot gemiddelde veiligheid, lastig om mee te werken
Fiber-optic cable (glasvezel)
Voordelen: hoge bandbreedte, relatief goedkoop, goede veiligheid
Nadelen: lastig om mee te werken
Internet is een globaal WAN, en intranets binnen organisaties en extranets tussen organisaties gebruiken internettechnologie. ‘WWW’ is één systeem dat draait van internet, dus niet het gehele internet. Internetprotecol: regels en procedures die zijn afgesproken voor communicatie op internet. Voorbeeld: E-mail (zie slide 20).
Netwerkapplicaties:
New technology stack van organisaties: bijna elke product wordt tegenwoordig met het internet verbonden (zie slide 23).
Een voorbeeld hiervan is Babolat, een tennisracket dat met internet verbonden is. Dit leidt tot differentiatie, maar ook tot hoge vaste kosten en variabele kosten.
Dingen versus informatie | |
Dingen | Informatie |
Kunnen opraken | Raken nooit op, kunnen verouderd of onwaar raken |
Worden gerepliceert op kosten van de fabrikant | Worden bijna gratis gerepliceerd, zonder grenzen |
Bestaan in een tastbare locatie | Bestaan niet fysiek |
Veranderen van eigenaar bij verkoop | Verkoper kan nog steeds eigenaar zijn bij verkoop, en het nog een keer doorverkopen (kopiëren) |
Prijs gebaseerd op productiekosten | Prijs gebaseerd op waarde voor de klant |
Onderwerpen:
Data management is een lastige opgave voor organisaties om verschillende redenen, en data governance (processen en maatregelen om data te beheren) is dan ook noodzakelijk.
DMBSs: minimaliseren dataredundantie, - inconsistentie en – isolatie en maximaliseren databeveiliging, - integriteit en onafhankelijkheid.
Applicaties: registrars office, accounting department of athletics department. Maakt gebruik van database managementsysteem.
Dmbs is de extra laag tussen de database en applicaties.
Voordelen :
Zie slide 5 voor figuur over applicaties, dbms en database.
Zie slide 6 voor hiërarchie van data:
Dit bestaat uit velden (bijvoorbeeld studentnaam), en alles wordt in bits en bites opgeslagen in een computer.
De meest gebruikte vorm is de relationele database (relatie = verzamelingen, technische term).
Deze database bestaat uit een verzameling tussen tweedimensionale tabellen, rijen en kolommen. Alle gegevens worden hier in tabellen opgeslagen (zie slide 7).
Een instantie is een voorbeeld van 1 rij hieruit. Een voorbeeld van entiteit is studenten in het algemeen.
In een rij staat een primaire sleutel. Deze kan niet leeg zijn en is uniek. Een kolom wordt ook wel een attribuut genoemd. In een cel staat altijd elementaire gegevens, welke niet opgedeeld kunnen worden zonder dat gegevens verloren gaan.
Het verband tussen de tabellen is dat ze aan elkaar ‘gelijmd’ worden door middel van vreemde sleutels. Het zit niet allemaal in 1 tabel, omdat dezelfde gegevens dan twee keer opgeslagen worden (= redundantie). Redundantie kan leiden tot inconsistentie, daarom wordt de database opgeslagen in verschillende tabellen waarin elk gegeven één keer wordt opgeslagen.
In een ERP systeem zitten tienduizenden tabellen.
Big data: organisaties maken gebruik van alle data die (onbewust) wordt opgeslagen. Dit wordt gekenmerkt door veel volume, velocity en variety. Dit is dus een informatiestroom die veel volume heeft, groot is en heel snel gaat. Elke klik wordt geregistreerd.
In organisatiesystemen waar bedrijfsacties geregistreerd worden (bijvoorbeeld financiële acties, transacties zijn er bijvoorbeeld POS (kassassysteem), ERP (financiën), legacy (verouderde systemen die niet te missen zijn), OLTP en external web documents systemen. Deze gegevens worden samen met big data gebruikt voor het maken van beslissingen.
De systemen moeten zo min mogelijk verstoord worden wanneer managers er gegevens uit gebruiken. Tegenwoordig maken daarom bijna alle organisaties gebruik van een data warehouse (= database waar alle gegevens worden ingepompt, deze kun je gebruiken om beslissingen te ondersteunen). Het proces van data naar het data warehouse bestaat uit ETL: Extraction, transformation (informatie wordt opgeschoond) en load (gegevens in de database krijgen).
Voor het model zie slide 10.
Eigenschappen van een data warehouse zijn:
Relationele databases zijn gericht op het verwerken van organisatietransacties en multidimensionale databases zijn gericht op het presenteren van organisatiefeiten per dimensie.
Er zijn ook managers die geen gebruikmaken van databeses die verbonden zijn aan ERP en POS, maar die worden overgepompt naar het datawarehouse met een andere speciale structuur. Dit kan ook nog in stukjes beschikbaar gesteld worden (data marts). Vervolgens hebben managers een rij aan applicaties waarmee beslissingen ondersteund kunnen worden.
Besluitvormingsfasen Simon (slide 12):
Verschillende soorten beslissingen:
Voor voorbeelden: zie slide 14.
Er zijn twee soorten systemen die beslissingen ondersteunen: OLAP/ROLAP en Data Mining. Dit gaat over data analyse.
Elke organisatie heeft een concurrentiestrategie. Hieruit leidt je doelen af. Prestatie indicatoren zijn bijvoorbeeld omloopsnelheid en voorraad.
Een hulpmiddel hiervoor is een managements dashbord.
Definitie: “A visual display (VD) of the most important information needed to achieve one or more objectives that has been consolidated on a single computer screen so it can be monitored and understood at a glance
Belangrijk is dat het op één scherm moet passen.
Business visualisatie:
Oplossingen:
De wereld veranderd en (technologische) ontwikkeling is niet tegen te houden. De grootste winkel ter wereld is Itunes.
Philip Kotter, 4 p’s:
Kleine veranderingen hier van kunnen grote betekenis hebben in de economie. Voorbeeld: kapper met ‘global niche’, Mike Dekker werkt vanuit het buitenland. Plaats maakt namelijk niet meer uit.
Met eenvoudige stappen kun je veiligheid tot oneindig verbeteren, maar je bent nooit veilig voor de Amerikaanse Geheime dienst. Threats zijn vrijwel altijd in een organisatie, want niemand kent het bedrijf beter dan mensen van binnenuit.
Belangrijk bij beveiliging:
‘Non functional requirements require more work than functional requirements (reality)’
Authentication (wie is daar) en authorization (mag hij/zij dat doen)
Input verwerking opslag rapportage
Input: een wachtwoord zonder beperkingen van aantal pogingen heeft weinig zin. Een wachtwoord heeft beperkte veiligheid. Oplossing daarvoro is dubbele identifier (met mobiele telefoon of een pasje).
Eisen voor een goed wachtwoord:
Detective controls:
Behalve een virusscanner hebben particulieren weinig ‘detective controls’, behalve dat je op een gegeven moment een incident hebt.
Gevaren van transport:
Afluisteren is altijd relatief eenvoudig, dus encryptie. Verbindingen zijn tegenwoordig kwalitatief goed, maar nooit 100% veilig.
Voorbeeld Public-key-encryption: zie slide 36.
Voorbeelden van corrective controls:
Independent responsibility for information security assigned to someone at an appropriate senior level
In deze tijd is er geen tolerantie voor computer fouten (ING, SONY). Mensen zijn dan gelijk ontevreden. De beste performance worden gedaan door Google en Apple.
Sabanes-Oxley (SOX):
SOX 302 states:
Het management is altijd verantwoordelijk voor fouten, zelfs als ze onderin gemaakt zijn.
Ten slotte nog tips:
E-business & -commerce (H9)
Mobile computing & commerce (H10)
IS in organisaties (H11)
Heel lang geleden werden producten van verkoper aan koper verkocht. De betaling ging van de koper aan de verkoper. Nu wordt er veel meer elektronisch verkocht. Er is pas een overeenkomst wanneer de aankoop is bevestigd. Vaak is er sprake van 14 dagen bedenktijd. Belangrijk: wet datalekken klantgegevens.
Er wordt nu ook gebruik gemaakt van nieuwe partijen als intermediair. Voorbeelden hiervan zijn:
Alibaba: garandeert retourrecht
VISA: verzekert aankopen
Er wordt gebruik gemaakt van accounts, zodat bijvoorbeeld de belastingdienst of het ziekenhuis weten met wie ze contract hebben.
Er zijn verschillende gevolgen van de e-business:
De asymmetrie van informatie tussen koper en verkoper neemt af, waardoor de prijs/kwaliteitsverhouding toeneemt.
Het nationale niveau is niet langer een natuurlijk niveau voor zakendoen. Er wordt meer internationaal zaken gedaan.
Er ontstaat behoefte aan partijen die garanties kunnen bieden bij (eenvoudige) transacties.
Er ontstaat behoefte aan een universele taal en afspraken.
Grootste electronic commerce (= online shoppen) mechanismen:
Elektronische catalogen
Electronische veilingen
E-verkooppunten
E-mails
E-marktplaatsen
E-tailing: Dit is een online vorm van retailen. Producten worden via Internet aangeboden en verkocht door virtuele winkeliers.
Mogelijke problemen bij E-Tailing:
Kanaalconflicten
Multi kanalen (voorbeeld: showrooming)
Orderverwerking
Er wordt verwacht dat in de toekomst uiteindelijk meer mensen toegang hebben tot een mobieltje, dan tot water en elektriciteit.
Een mobiele telefoon is feitelijk best een ingewikkelde computer. Elementen van een mobiele telefoon zijn:
4G
WIFI
Bluetooth
NFC
Andere Browsers
Een mobiele telefoon wordt steeds belangrijker bij:
Reizen
eHealth
Winkelen
Sociaal
Mobiliteit en breed bereik zorgen voor 5 waardetoevoegende attributen:
Uniekheid
Gemak
Snelle verbinding
Personalisatie
Lokalisatie van producten en services
Belangrijk: proces van slide 17.
Voorbeeld: ING IT Infrastructuur
>1000 innovatieve projecten
3,500 applicaties
5 hoofd frames
6,000 Linux Serves
8,170 AIX Servers
4,195 SUN Servers
26,000 transacties per seconde
15,000 databases
10 petabyte opslag
Meer dan 70 miljoen klanten (4,5 miljoen klanten gebruiken internet bankieren)
16 miljoen aan transacties per dag
1.5 miljoen websitebezoekers per dag
1.2 miljoen gebruikers van de Mobile Banking APP
2,411 ATM
Er zijn heel veel informatiesystemen in gebruik. Zie tabel hieronder:
Profitability Planning | Financial Planning | Employment Planning, Outsourcing | Product Life Cycle Management | Sales Forcasting, Advertising Planning |
STRATEGISCH
|
Auditing, Budgeting | Investment management | Benefits administrationg, Performance Evaluation | Quality Control, Inventory management | Customer Relations, Sales Force Automation |
TACTICAL
|
Payroll Accounts Payable, Accounts receivable | Manage Cash, Manage Financial Transactions | Maintain Employee Records | Order Fulfillment, Order Processing | Set Pricing, Profile Customers |
OPERATIONAL |
ACCOUNTING
|
FINANCE
|
HUMAN RESOURCES |
PRODUCTION/ OPERATIONS |
MARKETING |
|
Verschillende soorten informatiesystemen in organisaties:
Management support:
Executive Information systems
Decision support systems
Management reporting Executive Information systems
Support of knowledge work
Professional support systems
Collaboration systems
Knowledge management systems
Operational support
Supply chain management
Customer relation management
Transaction processing systems
Vaak is er sprake van verschillende databases: zie slide 21.
Belangrijk in ERP: zie slide 22.
Aanwijzingen tentamen: zie slide nestor.
Meerkeuze, 60 vragen.
Belangrijk: antwoorden conform de verplichte literatuur!
Vanaf 38 vragen goed of meer heb je een voldoende.
20 vragen uit de deeltoets.
Stel, een organisatie neemt je aan als business analist. Wat is een prominent onderdeel van je functie?
B: Het ontwerpen van oplossingen voor organisatie problemen.
De gegevens in een data warehouse worden door gebruikers:
D: Nooit geüpdatet
Hoe noemt men de technologie die radiogolven gebruikt om individuele items te identificeren?
D: Radio-frequency identification
Voor de meeste bedrijven _____ het World Wide Web de dreiging dat nieuwe concurrenten de markt betreden door _____ van traditionele toegangsbarrières.
Verhoogt, verlaging
In het artikel How Smart, Connected Products Are Transforming Competition van Michael E. Porter en James E. Heppelmann wordt beschreven hoe de concurrentie tussen organisaties wordt beïnvloed door:
A: Het Internet of Things
Om frauduleus gebruik van creditcards op te sporen maken creditcardmaatschappijen vooral gebruik van:
A: Data mining
(Hierdoor worden datapatronen gecheckt. Er zitten veel gegevens in de gegevensbank en deze worden gecheckt op de aankooppatronen)
Paula bezit een winkeltje, en heeft een stagiaire gevraagd een website voor haar winkeltje te ontwerpen. Bij de presentatie van het ontwerp geeft de stagiaire aan dat ze het ontwerp van het Internet heeft geplukt. Waar valt het ethische probleem dat Paula nu heeft onder?:
C: Property
(PAPA principes is belangrijk voor tentamen!)
Wat is geen IS succesvariabele in het updated D&M IS Succes Model?
C: individuele impact
Hoe wordt het volgende genoemd: Als eerst het vertrouwen van medewerkers van een organisatie wordt gewonnen, om ze vervolgens bijv. hun password te ontfutselen?
D: Social engineering
(Spoofing is het nadoen van een site. Tailgating is wanneer je bijvoorbeeld een gebouw binnenkomt zonder pasje door achter iemand aan te lopen. Hacking is het ongeoorloofd hacken van systemen)
Hoe wordt het proces genoemd waarbij tussenpersonen (middlemen) worden geëlimineerd door een volledig geautomatiseerde e-commercetransactie?
B: Disintermediatie
Welke uitspraak is onjuist?
B: Functional area information systems communiceren gemakkelijk met elkaar
(Ze communiceren juist lastig met elkaar omdat ze afzonderlijk ontwikkeld zijn)
Wat is een functie van Expert systems?
C: Werken op specifieke domeinen
John heeft een boekenwinkel. Eén van zijn leveranciers heeft onlangs een webgebaseerd systeem opgezet waarmee John de voorraden van de leverancier kan checken en orders bij de leverancier kan plaatsen. Hier is sprake van een:
B: Extranet
(Alleen John kan een order plaatsen, anderen kunnen dit niet)
Wat is geen voordeel van EDI?
B: Vergroting van de berichtlengte
(De lengte wordt eerder verkort. Ook is het veiliger en wordt de productiviteit verhoogt, omdat er minder papier gebruikt wordt. Er worden ook minder typefouten gemaakt).
In het artikel Common Pitfalls in Dashboard Design van Stephen Few wordt gesteld dat informatie op dashboards die met elkaar in verband moeten worden gebracht, moet worden geplaatst op:
A: Eén computerscherm
(Mensen hebben last van cognitieve beperkingen en zijn het vorige scherm direct alweer vergeten)
Het applicatieportfolio (application portfolio) van een bedrijf is een lijst van:
D: Alle applicaties die moeten worden gewijzigd of ontwikkeld
Wat is geen potentieel probleem van een on-demand CRM-systeem?
A: Deze systemen verhogen de kosten voor de organisatie
(Het is juist kostenbesparend. Er is geen eigen apparatuur meer nodig)
Agile development doet wat?
C: Levert functionaliteit op in snelle iteraties
Wat is Social commerce?
C: Is in het voordeel van klanten en bedrijven
(Bedrijven weten zo wat klanten precies willen, en klanten kunnen op deze manier hulp krijgen bij gebruik van het product of klachten indienen)
Welke uitspraak is onjuist?
B: BPM kan leiden tot verlaging van de flexibiliteit.
(Dit verhoogt het juist, omdat niet alle software nog aangepast hoeft te worden)
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Modelleren (H1)
Modelleren is het vereenvoudigd weergeven van de werkelijkheid.
Doel: situatie beter begrijpen/besturen.
Het is een creatief denkproces, niet goed/fout maar geschikt/ongeschikt.
7 stappen proces (zie slides/boek)
Probleem defineren. Belangrijkste vaardigheid is luisteren
Data verzamelen. Op basis van feiten
Model ontwikkelen. Welke aannames van de toekomst: ‘stel nou…’ vragen (Kun je later weer gebruiken).
Verifiëren. Nog steeds recht aan het probleem: heb je het begrepen? Je hebt dus al model + informatie maar nog geen oplossing
Optimaliseren. Oplossingen bedenken m.b.v. een model (Excel)
Communiceren. Ook aangeven hoe gevoelig het model is (welke variaties er zijn op algemene oplossing)
Uitvoering
Een model bestaat uit:
Parameters (gegevens + aannames)
Beslissingen (variabelen)
Uitkomsten (consequenties)
Structuur (samenhang)
Bij verificatie vraag je jezelf af: “is dit model juist?”
Bij validatie vraag je jezelf: “helpt dit model?”
Spreadsheet modellen (H2)
Spreadsheet modellen zijn rijen en kolommen met cellen waarin gegevens/relaties tussen andere cellen met gegevens staan.
Gegevens:
Parameters: celwaarde ongewijzigd in het model
Variabele: mag gewijzigd worden
Relaties: de cel bevat (de uitkomst van) een formule waarin naar andere cellen wordt verwezen.
Veel gemaakte fouten:
Foute/verouderde gegevens
Onjuiste bewerkingen op gegevens
Absolute/relatieve verwijzingen
Instelling handmatige herberekening
Toevoegen/weghalen van rijen/kolommen
Voordelen van spreadsheets: zie slides
Data analyse (H2+H3)
Data analyse is vanuit date een model construeren
Patronen herkennen (verondersteld verband)
Hypothese testen/veronderstelling verifiëren (verondersteld verband)
Alternatieven vergelijken (en andere alternatieven vinden)
Voorlopige keuze: voorlopige theorie, er kan dus nog een betere komen.
Voorbeeld theorie: ‘belonen is beter dan straffen’, maar het patroon is andersom. Wat mis is met deze patroonherkenning is dat er onterecht invloed verondersteld wordt op de uitkomst, zoals bijvoorbeeld het straffen bij het gooien van een dobbelsteen.
Dus: altijd kritisch zijn op eigen veronderstelling en eigen denkfouten door kritiek adresseren.
Oplossing: dataset splitsen
Deel voor vinden relaties
Deel voor aantonen relaties
Vertrouw niet alleen op een grafiek maar bekijk ook de achterliggende data bij bijvoorbeeld het aantonen van een trend. Voor voorbeeld zie slide!
Reden tot snelle patroonherkenning: de mens wil graag patronen zien:
Geeft gevoel van controle
Wordt versterkt als eigen gedrag de verklaring is (“ik heb hard gewerkt dus verdien ik een bonus”)
Cognitieve bias: niet meer van de eigen denkwijze afwijken
Trends aantonen: regressie (H3)
Met Excel kun je trends aantonen
Zie slide voor voorbeeld!
Houd het model
.....read moreDeze aantekeningen zijn gebasseerd op het het vak Informatiemanagement BDK in 2015-2016.
Hoorcollege 6 was een gastcollege, er zijn geen aantekeningen van dit college.
Amazon wilde vanaf 2015 pakketjes per drone gaan afleveren bij de klant (APA). Dit was een hoax (grap) om de kerstinkopen te stimuleren, want:
Wat betreft het vakgebied informatiemanagement had Jeff Bezos (CEO van AMAZON) enkele vragen gehad wanneer dit niet een hoax was geweest:
De leerdoelen van het vak sluiten aan bij voorgaande vragen van Jeff Bezos.
Data, informatie en kennis:
Componenten van informatiesystemen:
Belangrijk: slide 14.
De IT components worden ook wel het IT-platform genoemd. IT Components, IT Personnel.....read more
Deze aantekeningen zijn gebasseerd op het het vak Informatiemanagement BDK in 2015-2016.
Hoorcollege 6 was een gastcollege, er zijn geen aantekeningen van dit college.
Amazon wilde vanaf 2015 pakketjes per drone gaan afleveren bij de klant (APA). Dit was een hoax (grap) om de kerstinkopen te stimuleren, want:
Wat betreft het vakgebied informatiemanagement had Jeff Bezos (CEO van AMAZON) enkele vragen gehad wanneer dit niet een hoax was geweest:
De leerdoelen van het vak sluiten aan bij voorgaande vragen van Jeff Bezos.
Data, informatie en kennis:
Componenten van informatiesystemen:
Belangrijk: slide 14.
De IT components worden ook wel het IT-platform genoemd. IT Components, IT Personnel.....read more
Operations and supply chain management (OSCM) is het ontwerp, de bewerking en verbetering van de systemen die de primaire producten en services van een organisatie leveren en creëren.
Operations refereert naar productie- en serviceprocessen die gebruikt worden om de grondstoffen te transformeren naar de producten waar klanten naar vragen. Supply chain refereert naar de processen die informatie en materialen naar en van de productie- en serviceprocessen bewegen.
Een proces is 1 of meer activiteiten die inputs naar outputs transformeren. Processen van operations en supply chains kunnen gecategoriseerd worden in de volgende stappen: (1) plannen, (2) sourcing, (3) produceren, (4) leveren en (5) terugkerende producten verwerken.
Er zijn vijf essentiële verschillen tussen services en goederen: (1) tastbaarheid, (2) interactie met de klant, (3) heterogeniteit, (4) bederfelijkheid en tijd afhankelijkheid en (5) verpakking van de functies.
Zie voor het producten-diensten continuüm exhibit 1.4
Product-dienst bundeling: het inbouwen van diensten in de aanbieding van producten om meer waarde voor de klant te creëren.
Efficiëntie is het doen of produceren van iets met zo laag mogelijke kosten. Effectiviteit is het juiste doen of produceren van dingen die de meeste waarde voor de klant creëren. Waarde: de aantrekkelijkheid van een product gerelateerd aan de kosten van dat product.
De receivables turnover ratio meet de efficiëntie van een bedrijf in verkopen:
Receivable turnover = jaarlijkse credit sales / gemiddelde account receivable
De inventory turnover geeft aan hoe efficiënt het bedrijf de voorraad omzet in verkopen:
Inventory turnover = kosten van verkochte goederen / gemiddelde voorraadwaarde
De asset turnover ratio meet hoe efficiënt het bedrijf de activa gebruikt om verkopen te realiseren.
Asset turnover = winst (of verkopen) / totale waarde van activa
Modelleren (H1)
Modelleren is het vereenvoudigd weergeven van de werkelijkheid.
Doel: situatie beter begrijpen/besturen.
Het is een creatief denkproces, niet goed/fout maar geschikt/ongeschikt.
7 stappen proces (zie slides/boek)
Probleem defineren. Belangrijkste vaardigheid is luisteren
Data verzamelen. Op basis van feiten
Model ontwikkelen. Welke aannames van de toekomst: ‘stel nou…’ vragen (Kun je later weer gebruiken).
Verifiëren. Nog steeds recht aan het probleem: heb je het begrepen? Je hebt dus al model + informatie maar nog geen oplossing
Optimaliseren. Oplossingen bedenken m.b.v. een model (Excel)
Communiceren. Ook aangeven hoe gevoelig het model is (welke variaties er zijn op algemene oplossing)
Uitvoering
Een model bestaat uit:
Parameters (gegevens + aannames)
Beslissingen (variabelen)
Uitkomsten (consequenties)
Structuur (samenhang)
Bij verificatie vraag je jezelf af: “is dit model juist?”
Bij validatie vraag je jezelf: “helpt dit model?”
Spreadsheet modellen (H2)
Spreadsheet modellen zijn rijen en kolommen met cellen waarin gegevens/relaties tussen andere cellen met gegevens staan.
Gegevens:
Parameters: celwaarde ongewijzigd in het model
Variabele: mag gewijzigd worden
Relaties: de cel bevat (de uitkomst van) een formule waarin naar andere cellen wordt verwezen.
Veel gemaakte fouten:
Foute/verouderde gegevens
Onjuiste bewerkingen op gegevens
Absolute/relatieve verwijzingen
Instelling handmatige herberekening
Toevoegen/weghalen van rijen/kolommen
Voordelen van spreadsheets: zie slides
Data analyse (H2+H3)
Data analyse is vanuit date een model construeren
Patronen herkennen (verondersteld verband)
Hypothese testen/veronderstelling verifiëren (verondersteld verband)
Alternatieven vergelijken (en andere alternatieven vinden)
Voorlopige keuze: voorlopige theorie, er kan dus nog een betere komen.
Voorbeeld theorie: ‘belonen is beter dan straffen’, maar het patroon is andersom. Wat mis is met deze patroonherkenning is dat er onterecht invloed verondersteld wordt op de uitkomst, zoals bijvoorbeeld het straffen bij het gooien van een dobbelsteen.
Dus: altijd kritisch zijn op eigen veronderstelling en eigen denkfouten door kritiek adresseren.
Oplossing: dataset splitsen
Deel voor vinden relaties
Deel voor aantonen relaties
Vertrouw niet alleen op een grafiek maar bekijk ook de achterliggende data bij bijvoorbeeld het aantonen van een trend. Voor voorbeeld zie slide!
Reden tot snelle patroonherkenning: de mens wil graag patronen zien:
Geeft gevoel van controle
Wordt versterkt als eigen gedrag de verklaring is (“ik heb hard gewerkt dus verdien ik een bonus”)
Cognitieve bias: niet meer van de eigen denkwijze afwijken
Trends aantonen: regressie (H3)
Met Excel kun je trends aantonen
Zie slide voor voorbeeld!
Houd het model
.....read moreDeze aantekeningen zijn gebasseerd op het het vak Informatiemanagement BDK in 2015-2016.
Hoorcollege 6 was een gastcollege, er zijn geen aantekeningen van dit college.
Amazon wilde vanaf 2015 pakketjes per drone gaan afleveren bij de klant (APA). Dit was een hoax (grap) om de kerstinkopen te stimuleren, want:
Wat betreft het vakgebied informatiemanagement had Jeff Bezos (CEO van AMAZON) enkele vragen gehad wanneer dit niet een hoax was geweest:
De leerdoelen van het vak sluiten aan bij voorgaande vragen van Jeff Bezos.
Data, informatie en kennis:
Componenten van informatiesystemen:
Belangrijk: slide 14.
De IT components worden ook wel het IT-platform genoemd. IT Components, IT Personnel.....read more
Deze aantekeningen zijn gebasseerd op het het vak Informatiemanagement BDK in 2015-2016.
Hoorcollege 6 was een gastcollege, er zijn geen aantekeningen van dit college.
Amazon wilde vanaf 2015 pakketjes per drone gaan afleveren bij de klant (APA). Dit was een hoax (grap) om de kerstinkopen te stimuleren, want:
Wat betreft het vakgebied informatiemanagement had Jeff Bezos (CEO van AMAZON) enkele vragen gehad wanneer dit niet een hoax was geweest:
De leerdoelen van het vak sluiten aan bij voorgaande vragen van Jeff Bezos.
Data, informatie en kennis:
Componenten van informatiesystemen:
Belangrijk: slide 14.
De IT components worden ook wel het IT-platform genoemd. IT Components, IT Personnel.....read more
Operations and supply chain management (OSCM) is het ontwerp, de bewerking en verbetering van de systemen die de primaire producten en services van een organisatie leveren en creëren.
Operations refereert naar productie- en serviceprocessen die gebruikt worden om de grondstoffen te transformeren naar de producten waar klanten naar vragen. Supply chain refereert naar de processen die informatie en materialen naar en van de productie- en serviceprocessen bewegen.
Een proces is 1 of meer activiteiten die inputs naar outputs transformeren. Processen van operations en supply chains kunnen gecategoriseerd worden in de volgende stappen: (1) plannen, (2) sourcing, (3) produceren, (4) leveren en (5) terugkerende producten verwerken.
Er zijn vijf essentiële verschillen tussen services en goederen: (1) tastbaarheid, (2) interactie met de klant, (3) heterogeniteit, (4) bederfelijkheid en tijd afhankelijkheid en (5) verpakking van de functies.
Zie voor het producten-diensten continuüm exhibit 1.4
Product-dienst bundeling: het inbouwen van diensten in de aanbieding van producten om meer waarde voor de klant te creëren.
Efficiëntie is het doen of produceren van iets met zo laag mogelijke kosten. Effectiviteit is het juiste doen of produceren van dingen die de meeste waarde voor de klant creëren. Waarde: de aantrekkelijkheid van een product gerelateerd aan de kosten van dat product.
De receivables turnover ratio meet de efficiëntie van een bedrijf in verkopen:
Receivable turnover = jaarlijkse credit sales / gemiddelde account receivable
De inventory turnover geeft aan hoe efficiënt het bedrijf de voorraad omzet in verkopen:
Inventory turnover = kosten van verkochte goederen / gemiddelde voorraadwaarde
De asset turnover ratio meet hoe efficiënt het bedrijf de activa gebruikt om verkopen te realiseren.
Asset turnover = winst (of verkopen) / totale waarde van activa
Op zoek naar een uitdagende job die past bij je studie? Word studentmanager bij JoHo !
Werkzaamheden: o.a.
Interesse? Reageer of informeer
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution