Oefententamens Marktcontext en Marktonderzoek Bedrijfskunde - RUG
- 2511 reads
Benoem de drie doelstellingen van afnemersanalyse.
Voldoet de getoonde afnemersanalyse aan deze doelstellingen?
Bespreek het verschil en de relatie tussen segmentatievariabelen en segmentatiecriteria.
Ben je het eens of oneens met de stelling dat in de getoonde afnemersanalyse in voldoende mate gebruik is gemaakt van segmentatiecriteria? Beargumenteer!
Leg uit hoe we elk van deze zes tabellen moeten interpreteren
De laatste tabel van de SPSS uitvoer ziet er als volgt uit:
| B | S.E. | Wald | df | Sig. | Exp (B) |
Step 1a DayCharge VMailPlan(1) Constant
| ,067 ,768 -4,534 | ,006 ,131 ,233 | 133,707 34,175 379,316 | 1 1 1 | ,000 ,000 ,000 | 1,069 2,155 ,011 |
|
|
|
|
|
|
|
Welke variabele heeft de grootste invloed op de afhankelijke variabele? Verklaar je antwoord.
Een techniek die behulpzaam kan zijn bij het positioneren is Factor Analyse. De factoren die in de data gevonden worden, worden gebruikt om een zogenaamde ‘perceptual map’ op te stellen.
Leg uit waarom het verstandig is om de eerste twee factoren af te beelden in een “perceptual map”.
Op een van de slides staat de zin: “Merk op: variatie ≈ informatie”. Leg in je eigen woorden uit waarom dit in dit verband zo is.
Een belangrijke keuze die gemaakt moet worden is hoeveel factoren uit de data geëxtraheerd worden.
Bespreek tenminste drie manieren om het aantal factoren te kiezen.
Leg uit hoe je de “Eigen value” kunt interpreteren.
Tijdens het hoorcollege is “Latente Klassenanalyse” besproken.
Leg uit welke analyse je met deze techniek kunt uitvoeren
Noem een alternatieve techniek die je voor dezelfde toepassing zou kunnen inzetten
Noem een belangrijk voordeel van Latente Klassenanalyse ten opzichte van de alternatieve techniek die je bij 2. hebt genoemd.
Geef een praktijkvoorbeeld wanneer je Latente Klassenanalyse zou inzetten, en geef ook een voorbeeld van een praktijksituatie waarin je juist de door jou genoemde alternatieve techniek zou inzetten.
Welke twee (van de zes) stappen uit het STP-model hebben betrekking op targeting?
Ben je het eens of oneens met de stelling dat de aantrekkelijkheid van een segment uitsluitend wordt bepaald door de onderdelen van de externe analyse? Beargumenteer!
Leg uit welke specifieke bijdrage de concurrentieanalyse levert aan het vaststellen van de aantrekkelijkheid van segmenten.
Ben je het eens of oneens met de stelling dat een goede concurrentieanalyse een concurrentieanalyse is waarin strategische groepen worden onderscheiden? Beargumenteer!
In bijlage 1 vind je een case-uitwerking gericht op easyJet. Het betreft een SWOT-matrix (paragraaf 4.1), een confrontatiematrix (paragraaf 4.2), strategische opties (paragraaf 5) en de selectie van de uiteindelijke marketingstrategie (paragraaf 6). Voor de beantwoording van de onderstaande vragen is geen specifieke kennis vereist over easyJet, of over de specifieke markt waarin easyJet opereert (‘the European low-cost carrier market’). Richt je uitsluitend op de methodologische kwaliteit van de betreffende onderdelen.
Beschouw de paragrafen 4.1 (‘SWOT analysis’), 4.2 (‘Confrontation matrix’) en 5.1 (‘The strategic issues .....’) en benoem twee belangrijke tekortkomingen.
Beschouw de paragrafen 5.2 (‘Target [STP]) en 5.3 (‘Strategic options’) en benoem twee belangrijke tekortkomingen.
Wat is je mening over de uitgevoerde selectie van opties (paragraaf 6: ‘Strategic evaluation’)? Motiveer je antwoord.
Marktsegmenten onderscheiden.
Specifieke behoeften (per segment) benoemen.
Onvervulde behoeften (‘unmet needs’) zien te achterhalen.
In de afnemersanalyse wordt een aantal segmentatiemethoden geïntroduceerd. Vervolgens wordt er niet expliciet voor één van de methodes gekozen. Het gevolg is dat er geen expliciete segmenten worden genoemd en dus ook geen specifieke behoeften per segment. Ook de ‘unmet needs’ komen niet ter sprake.
Segmentatievariabelen zijn de factoren op basis waarvan segmenten worden onderscheiden (geografisch/demografisch/psychografisch/gedrags). Segmentatiecriteria zijn vereisten waaraan een deugdelijke segmentatie (vaak met behulp van een combinatie van segmentatievariabelen) dient te voldoen.
Oneens. Segmentatiemethoden worden beschreven, maar er wordt geen keuze (o.b.v. segmentatiecriteria) gemaakt.
Alle variabelen zijn significant (want p-waarden allen kleiner dan 0.05).
DayCharge heeft de grootste invloed (want grootste waarde voor de Wald statistic).
De eerste twee factoren bevatten de meeste variantie.
Hoe de ene klant verschilt van de andere klant (= variatie) bevat informatie over hoe we klanten verschillend moeten benaderen.
Eigenwaarde > 1; minimaal 60% van de variantie verklaren; elke factor tenminste 5% verklaren. Als je Factor Analyse uitvoert in SPSS kom je de term “Eigen value” (in het Nederlands: “Eigenwaarde” ) tegen.
Een eigenwaarde van een factor geeft ruwweg aan van hoeveel variabelen een factor de informatie samenvat.
Latente Klassenanalyse kan gebruikt worden om segmenten in een heterogene verzameling klanten op te sporen.
Hiërarchische clustermethoden (voorbeelden hiervan (agglomeratieve / divisive methods/Ward’s algorithm, etc. zou ik ook goedrekenen. Als k-means genoemd wordt is dat ook goed – hebben we evenwel niet echt besproken.)
Segmentatie op basis van respons (is effectiever volgens tabel in de slides).
Latente Klassenanalyse toepassen in een marktsegmentatie waar prijsgevoeligheid een belangrijke rol speelt (bijv. segmenteren van supermarktklanten). Hiërarchische clustering toepassen in situaties waar segmentatiebases objectieve, algemene bases van toepassing zijn, zoals bijvoorbeeld markten waar regionale verschillen belangrijk zijn (bijvoorbeeld de biermarkt).
Bepaal de aantrekkelijkheid van de geïdentificeerde segmenten. Bepaal op welke segmenten het bedrijf zich moet gaat richten (de doelgroep).
Oneens. Vanuit extern perspectief kan een segment nog zo aantrekkelijk zijn, maar als de interne karakteristieken van het bedrijf niet aansluiten bij de behoeften van het segment, dan is het géén aantrekkelijk segment voor het betreffende bedrijf. Dus ook de uitkomsten van de interne analyse zijn nodig om de aantrekkelijkheid van de segmenten te bepalen.
Identificeert de huidige en toekomstige doelgroep en positionering van de (individuele) concurrenten, met mogelijke gevolgen voor de aantrekkelijkheid van de segmenten.
Oneens. Doorgaans bieden strategische groepen uitkomst wanneer er veel individuele concurrenten op de markt zijn en/of de beschikbare data ontoereikend zijn om individuele concurrentieprofielen te genereren. Is dit niet het geval, dan zijn individuele concurrentieprofielen te prefereren, want ‘strategische groepen’ leidt tot abstractie. Daarnaast moeten de strategische groepen gescheiden zijn door noemenswaardige mobiliteitsbarrières.
O4 (en mogelijk ook O3) heeft/hebben geen externe oriëntatie. In de confrontatiematrix worden slechts scores gepresenteerd; geen inzicht in de achterliggende argumenten. Issues ontstaan door de confrontatie tussen tenminste één interne en tenminste één externe SWOT-factor; Issue 1 en 4 lijken te bestaan uit alleen een ‘T’. Het is niet duidelijk uit welke specifieke SWOT-factoren de issues zijn opgebouwd.
Geen systematische afleiding van de aantrekkelijkheid van de segmenten.
Geen expliciete link tussen issues en opties.
De ‘how-to-compete’- dimensie van de opties wordt onvoldoende geëxpliciteerd.
‘Acceptablity’ ontbreekt als selectiecriterium.
Er worden scores gepresenteerd; geen inzicht in de achterliggende argumenten.
Er wordt gekozen voor een combinatie van beide opties, maar deze ‘derde’ optie wordt niet meegenomen in de selectiematrix. Het is maar zeer de vraag of deze ‘combinatie-optie’ hoger scoort op de selectiecriteria dan de afzonderlijke opties.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Deze bundel bevat 2 oefententamens voor Marktcontext en Marktonderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1951 |
Add new contribution