Werkgroep week 5 Insolventierecht (2016//2017)


Werkgroepvragen week 5 FaillissementsPauliana 2016/2017

 

Casus 1

Bosman verkoopt op 1 februari 2016 twee identieke zeiljachten aan Maree, handelaar in tweedehands zeiljachten te Loosdrecht. De koopsom bedraagt € 24.000,- per boot; een normale prijs voor deze jachten. De koopsom wordt contant betaald. Op 15 mei 2016 verhandelt Maree een van de schepen aan Kienstra voor € 14.000,-. Deze betaalt de koopsom contant. Kienstra brengt het schip dezelfde dag nog naar een jachthaven, waar hij een ligplaats heeft gehuurd. Kienstra voorziet half augustus het schip van een bijzondere coating met extra lange levensduur, wat hem € 3.000 kost.

Het andere schip draagt Maree op 2 juli 2016 over aan zijn broer, aan wie hij nog € 24.000,- verschuldigd was uit hoofde van een geldlening en die wel interesse heeft in de boot: de broers menen hierdoor weer quitte te staan. 

Maree gaat op 25 september 2016 failliet. Het blijkt dat hij de volledige koopsom à € 14.000 heeft verbrast.

 

·     

1 februari 2016 verkoop van twee identieke zeiljachten aan Maree > normale prijs voor de jachten

·     

15 mei 2016 Maree verhandelt een van de schepen aan Kienstra voor 14.000

·     

half augustus: Kienstra geeft het schip een coating ter waarde van 3.000

·     

2 juli: Maree draagt het schip aan zijn broer ter voldoening van een lening

·     

25 september 2016 Maree failliet

 

a.    

De curator wil de actio Pauliana instellen ten aanzien van de verkoop en levering aan Kienstra. Heeft zijn actie kans op succes?

 

1.   

Rechtshandeling

Het gaat hier om de verkoop van het zeiljacht voor een bedrag van 14.000. Allereerst dien je te kijken of er sprake is van een rechtshandeling. Je kunt dit afleiden uit het arrest Eringa/ABN Amro. In dit arrest is bepaald dat feitelijke handelingen daar niet onder vallen. In deze zaak ging het om het omzetten van een stil pandrecht naar een vuist pandrecht.

 

2.   

Verplichte of onverplichte rechtshandeling

Het gaat hier om een onverplichte rechtshandeling. Het vloeit niet voort uit de wet en ook niet uit de overeenkomst. Aan het aangaan van de overeenkomst ligt geen wet of geen contract ten grondslag. Er is geen wet of contract op grond waarvan je de koopovereenkomst af kunt dwingen. Hier hoort het arrest Air Holland bij.

 

3.   

Artikel 42 FW

In artikel 42 FW zien we het vereiste van de onverplichte rechtshandeling.

 

 

 

4.   

Benadeling van de schuldeisers

Wanneer er iets voor minder wordt verkocht is er sprake van een vermindering van het actief. Je kunt ook een verschuiving zien in de rangorde. Wanneer een pandhouder zijn pandrecht niet uitoefent is er alsnog sprake van benadeling. Hij is dan namelijk een preferente schuldeiser. Daarnaast kan er sprake zijn van benadeling wanneer sprake is van vermeerdering van het passief.

In deze casus is er sprake van vermindering van het actief. Er gaat namelijk 24.000 uit de boedel en er komt slechts 14.000 euro voor terug.

Dus er kan benadeling zijn in de volgende drie gevallen:

1.   

Vermindering van het actief

2.   

Vermeerdering van het passief

3.   

Verschuiving in de rangorde

 

 

5.   

Wetenschap van benadeling

Deze wetenschap moet bij beide aanwezig zijn. Er staat hier een tegenprestatie tegenover, waardoor de wetenschap ook bij de schuldeiser aanwezig moet zijn. Deze wetenschap kun je halen uit artikel 42 lid 2 FW. In Van Dooren q.q./ABN Amro III wordt een nadere invulling gegeven van de wetenschap. Het faillissement en het tekort moet in redelijke mate van waarschijnlijkheid voorzien zijn geweest. De curator dient dit aan te tonen. Voor de curator is dit niet eenvoudig om aan te tonen. Wanneer sprake is van het bewijsvermoeden wordt de wetenschap van benadeling vermoed aanwezig te zijn.

 

Wil een bewijsvermoeden slagen dan moet de rechtshandeling zijn verricht binnen een jaar voor de faillietverklaring. Daaronder worden allerlei voorwaarden gegeven. Als dat aan de hand is wordt de wetenschap van benadeling vermoed aanwezig te zijn.

We hebben iets aan deze bewijsvermoeden in onze casus. Je ziet dit terug in artikel 43 lid 1 sub 1 FW. Er wordt een boot verkocht voor een aanzienlijk lager bedrag dan dat hij waard is. De curator kan echter met nadere argumenten komen om het bewijsvermoeden te weerleggen.

 

b.    

Wat zijn de gevolgen van een geslaagde actie?

De vernietiging blijkt uit artikel 42 lid 1 FW. Dit kan zelfs met een buitengerechtelijke verklaring. Voor de gevolgen kom je uit in artikel 51 FW. Op grond van artikel 51 lid 1 FW moet de boot worden teruggeven aan de curator. Doordat is vernietigd verdwijnt de grondslag voor de levering van de boot. Op grond daarvan kan de curator terugvorderen. Wanneer het niet gaat om een zaak kan de curator ook terugvorderen. De curator moet dan terugvorderen op grond van de onverschuldigde betaling (artikel 6:203 BW). Bij de boot kan het direct op basis van revindicatie.

 

De boot moet terug. Kienstra heeft echter voor de coating en de boot betaalt. Er is een coating aangebracht op de boot. Door de coating is de boot gestegen in waarde. Op grond van artikel 51 lid 3 FW is hij een concurrente schuldeiser. De coating is in de boedel. De curator krijgt de boot met de coating.

Kienstra heeft een mogelijkheid om de 14.000 terug te halen. Je bent hier slechts concurrente schuldeiser omdat het geld er niet meer is. Als het geld nog in de boedel zit, zou de curator het dubbelop hebben. Het geld zit nu niet meer in de boedel. Kienstra heeft echter nog een vordering op Maree, hij moet dit als concurrent boedelschuldeiser indienen.

 

Als de 14.000 zich nog wel in de boedel bevindt, dan heeft hij een boedelvordering. Het is dan vergelijking met hetgeen er nu met de coating aan de hand is. Je kunt niet en het geld hebben en de boot. Dit is op grond van artikel 51 lid 3 FW.

 

‘De boedel is gebaat’ slaat op de vraag of de boedel daar nog beschikking over heeft. Als dat zo is, dan wordt het een boedelvordering. Wanneer het geld weg is, moet je het als een concurrente vordering indienen. Er is hier sprake van vernietiging. Er is geen grondslag geweest voor betaling. Het is een concurrente vordering omdat je hebt betaald op basis van een onverschuldigde betaling.

 

Als de boedel is gebaat ben je een boedelschuldeiser. Wanneer de boedel niet is gebaat heb je een concurrente vordering. De curator moet het teruggeven. Het is een verplichting die op de boedel rust waardoor er sprake is van een boedelschuld. Het gaat namelijk om een aanspraak op de curator.

 

 

Stel: het schip dat aan Kienstra is verkocht, brandt af in de jachthaven op 20 juni 2016.

 

c.    

Is de actio pauliana nu nog mogelijk? Wat zijn nu de gevolgen? De rechtshandeling blijft paulianeus dus kun je vernietigen op grond van artikel 42 lid 1 FW. De rechtshandeling kan vernietigd worden. Het gevolg is dat de boot terug moet op basis van artikel 51 lid 1 FW en artikel 6:203 BW. Je kunt aan deze verplichting niet voldoen, waardoor je aan het wanpresteren bent op grond van artikel 6:74 BW. Op grond daarvan moet je een vervangende schadevergoeding betalen aan de curator. Het jacht kun je immers niet meer teruggeven aan de curator en op grond daarvan moet je een vervangende schadevergoeding moeten betalen. Het gaat hier dan om een bedrag van 24.000.

 

Hij had anders namelijk een schip van 24.000 af moeten geven. Je wordt echter wel concurrent voor de 14.000 euro op grond van artikel 51 lid 3 FW.

 

d.   

De curator stelt ook de actio Pauliana in tegen broer Maree. Heeft dit beroep kans van slagen?

 

1.    

Gaat het om een rechtshandeling?

Dit is het geval. Een feitelijke handeling valt buiten de actio pauliana.

 

 

 

2.    

Verplicht of onverplicht

Je moet hierbij kijken of het uit de wet of de overeenkomst voortvloeit. In dit geval kun je het niet bij de rechter afdwingen. Je kunt niet naar de rechter en verzoeken om de boot. Doordat het gaat om een onverplichte rechtshandeling zit je in artikel 42 FW.

 

3.    

Benadeling van de schuldeisers

Er wordt hier verschoven in de rangorde van schuldeisers. De broer had in principe een concurrente vordering. De broer wordt nu echter gelijk voldaan. Hij wordt dus eerder begunstigd door de andere schuldeisers.

 

4.    

Wetenschap van benadeling

De wetenschap van benadeling moet bij beide personen aanwezig. Het gaat niet om een rechtshandeling om baat, omdat de schuld wordt kwijtgescholden. De wetenschap dient dus bij beide personen aanwezig te zijn. Voor de invulling ervan kun je kijken naar Van Dooren/ABN Amro III. Vereist is dat het faillissement en het tekort te verwachten zijn.

 

5.    

Bewijsvermoedens

Je kunt iets met het bewijsvermoeden van artikel 43 lid 1 onder 3 sub a FW. Hier wordt verwezen naar de rechtshandeling met een naast familielid. De wetenschap van de benadeling wordt hierdoor aangenomen.

 

Casus 2

Aannemersbedrijf Blokkenbouwers BV bankiert bij de Ro-Bank sinds 1 juni 2015. Op de rechtsverhouding tussen de Ro-bank en Blokkenbouwers BV zijn de Algemene Bankvoorwaarden 2014 van toepassing verklaard. Blokkenbouwers BV heeft op grond van deze overeenkomst een kredietfaciliteit van € 500.000, tot zekerheid waarvan een recht van hypotheek is gevestigd op het bedrijfspand van Blokkenbouwers BV ten behoeve van de Ro-bank. Op 10 augustus 2016 heeft de rekening van Blokkenbouwers BV een debetsaldo van € 510.000. Er volgt dezelfde dag nog een indringend gesprek ten kantore van de Ro-Bank, waarin de bank meer zekerheden eist van Blokkenbouwers BV. De BV stemt diezelfde dag in met stille verpanding van haar gehele inventaris en wagenpark. Op 11 augustus 2016 worden daartoe de benodigde akten verleden door de notaris. Op 1 oktober 2016 vraagt de Ro-bank het faillissement van Blokkenbouwers BV aan. De faillietverklaring volgt op 1 november 2016.

·     

1 juni 2015 kredietovereenkomst met algemene bankvoorwaarden

·     

10 augustus 2016 -510.000. Stille verpanding van de inventaris en het wagenpark

·     

11 augustus 2016 benodigde akten bij notaris

·     

1 oktober 2016 aanvraag faillissement door Ro-bank

·     

1 november 2016 Faillietverklaring Blokkenbouwers BV

 

a.    

Kan de curator met kans op succes de actio pauliana inroepen tegen de stille verpanding van de inventaris en het wagenpark?

1.   

Rechtshandeling

Het gaat hier om een rechtshandeling. Dit volgt uit het arrest Eringa q.q./ABN Amro.

 

2.   

Verplicht of onverplicht?

Door de toepassing van de Algemene bankvoorwaarden gaat het om een verplichte rechtshandeling. Je kunt dit concluderen aan de hand van artikel 26 Algemene Bankvoorwaarden. Als de bank vraagt om zekerheid moet dit worden gegeven. Op ieder moment kan de bank vragen om extra zekerheden. Dit stelt de mogelijkheid voor de bank om direct te vragen om aanvullende zekerheid. De zekerheid kan zijn een pand- of hypotheekrecht op een goed (artikel 1 Algemene bankvoorwaarden)

Omdat het gaat om een verplichte rechtshandeling zitten we in artikel 47 Faillissementswet.

 

3.   

Benadeling van schuldeisers

Wil je aan de pauliana toe kunnen komen dan dient er sprake te zijn van benadeling. Dit zit hem hier in de verschuiving van de rangorde. De inventaris en het wagenpark waren eerst onderdeel van de boedel. De bank heeft een pandrecht op het wagenpark en de inventaris. De bank kan dus als separatist optreden, wanneer hij niet optreedt gaat hij alsnog voor op andere schuldeisers.

 

4.   

Wanneer kan je vernietigen op grond van artikel 47 FW

Je kunt alleen vernietigen op grond van artikel 47 FW wanneer er sprake is van samenspanning en wanneer het faillissement al is aangevraagd. Samenspanning wordt in het artikel geformuleerd als overleg tussen de schuldenaar en de schuldeiser. Met het doel om de schuldeiser boven andere schuldeisers te begunstigen. In het arrest Gispen q.q./IFN wordt dit nader uitgelegd. Hier vloeit duidelijk uit voort dat er sprake is van begunstiging van deze schuldeiser boven de andere schuldeisers. Daarnaast kan het vernietigd worden wanneer er sprake is van een faillissementsaanvraag.

 

In deze casus kan je iets met samenspanning. Je zou dan wel aan moeten tonen dat zowel de bank als Blokkenbouwer BV het oogmerk hadden om de bank voor de andere schuldeisers te voldoen. Dat wordt misschien nog wel lastig om dat rond te krijgen. Je zou dan toch getuigen of e-mailwisseling moeten hebben waaruit blijkt dat ze onder een hoedje hebben gespeeld. Als curator moet je dus wel iets hebben.

 

Artikel 47 FW moet je strikt interpreteren. Dit vloeit voort uit het arrest Van Dooren/ABN Amro I. Wanneer het niet lukt om deze handeling onderuit te halen, dan kan de curator proberen om de kredietovereenkomst onderuit te halen. Op grond van Van Dooren/ABN Amro I kunnen we stellen dat aan de onverplichte rechtshandeling altijd een verplichte rechtshandeling vooraf gaat. Je dient dan weer te kijken naar artikel 42 FW. Er is sprake van benadeling van de schuldeisers door de paritas creditorum. We zitten dan ook met de wetenschap van benadeling. De wetenschap moet zien op het faillissement en het tekort daarin op het moment dat je de kredietovereenkomst aangaat (ABN Amro/Van Dooren III). Dit zal niet haalbaar zijn, het is langer dan een jaar geleden dus het is aannemelijk dat het faillissement nog niet was te verwachten.

 

b.    

 Verandert uw antwoord op vraag a indien de kredietovereenkomst tussen de Ro-bank en Blokkenbouwers BV niet op 1 juni 2015 maar op 1 december 2015 zou zijn gesloten? Het wordt dan gesloten binnen het jaar van het faillissement. Je kunt dan een beroep doen op het bewijsvermoeden van artikel 43 FW. Dit artikel geeft de wetenschap van benadeling. Je zou dit eventueel onder artikel 43 lid 1 onder 2 FW kunnen scharen. Doordat je het kwijt kunt onder dit artikel heb je het bewijsvermoeden.

 

Het arrest Roeffen/Yaya is relevant. Het bewijsvermoeden van de extra zekerheden moet je restrictief uitleggen. Het aangaan van een nieuwe kredietrelatie is niet op voorhand onder het bewijsvermoeden te scharen. Daar zit niet op voorhang het verdachte karakter al in. Het kan vrij gebruikelijk zijn dat je een krediet aangaat, op grond waarvan je het bedrijf juist nog kan redden.

Je kunt dus niet een beroep doen op het bewijsvermoeden van artikel 43 lid 1 onder 2 FW. De wetenschap van benadeling zal lastig zijn om te bewijzen.

 

Stel dat de Ro-Bank op de bespreking op 10 augustus 2016 toezegde om in ruil voor de verpanding van de inventaris en het wagenpark het krediet van € 500.000 te verhogen naar € 700.000. Volgens de curator is deze verruiming paulianeus. De bank stelt daartegen dat Blokkenbouwers BV de extra kredietruimte volledig heeft aangewend om schuldeisers te betalen. Volgens de bank kan daarom geen sprake zijn van benadeling.

 

c.    

Beoordeel het verweer van de bank. De bank heeft daar geen gelijk in. Dit volgt uit het arrest Van Dooren/Abn Amro II. Wanneer bepaalde schuldeisers worden betaald wordt de bank alsnog preferente schuldeiser. De bank komt dus hoger op de rangorde.

Er staat 5 ton uit bij de bank. Dit wordt 7 ton. Met dit bedrag zijn in principe wel schuldeisers voldaan. Onder de streep is er echter nog niets verandert. In het arrest Van Dooren/ABN Amro II is weergegeven dat het onder de streep gelijk blijft. Met het pandrecht heeft bank voorrang. De overige schuldeisers krijgen dan met een preferente schuldeiser van doen. Het vermogen verandert niet, maar men heeft met een sterkere medeschuldeiser te maken. Je bent dan weer terug bij de doorbreking van het paritas creditorium.

 

Wanneer de schuldeisers volledig worden gedaan en er blijft geen enkele schuldeiser meer over, dan zal er van benadeling geen sprake zijn.

 

Casus 3

Charles Fonzi is directeur van een investeringsmaatschappij en graag gezien lid van de Gooische Lawn Tennis Club. Qua charmes doet hij niet onder voor de tennisleraren en hij zet deze dan ook in om de overige leden te werven voor zijn ‘premium’ investeringsclubje, ‘de Vrienden van Charles’. Ook een aantal BN’ers heef zich bij deze vriendengroep aangesloten waaronder de volkszanger Bordom. De inzet is fors – een paar ton – maar daar staan wel forse rendementen van meer dan 10% tegenover, zoals Fonzi laat optekenen in de beleggingsovereenkomsten die hij met de leden van het investeringsclubje sluit. Er wordt namelijk vooral geïnvesteerd in ‘zekerheidjes’ uit opkomende economieën zoals Tsjechië. Helaas blijven de beloofde rendementen uit en Fonzi voorziet dat hij de inleg van zijn investeerders niet kan terugbetalen. Na een potje tennis met Bordom kan Fonzi de schone schijn niet meer ophouden en bekent hij dat het niet goed gaat met de door hem gedane investeringen. In het clubhuis hoort Bordom Fonzi’s verhaal met lede ogen aan. Wel is Bordom zo gis om te vragen of Fonzi in ieder geval zijn belegde geld kan terugbetalen want ‘hij heeft effe geen cent te makken’. Fonzi, een groot fan van Bordom, kan dit verzoek natuurlijk niet weigeren en hij betaalt Bordoms inleg direct terug. Kort daarna vraag Fonzi zijn eigen faillissement aan en wordt hij failliet verklaard. Tijdens het napluizen van Fonzi’s administratie valt het oog van de curator op de betaling aan Bordom die tamelijk recent voor het faillissement heeft plaatsgevonden. Hij vraagt zich af of hij de transactie kan aantasten.

 

In de beleggingsovereenkomst moet opgenomen zijn dat je het geld direct terug moet geven op het moment dat mensen hun beleggingen opvragen.

a.    

Kan de curator de betaling van Fonzi aan Bordom vernietigen?

1.   

Rechtshandeling

De vraag is of het hier gaat om een rechtshandeling. Dit volgt uit het arrest Eringa q.q./ABN Amro.

 

2.   

Verplicht of onverplicht

Het gaat om een verplichte rechtshandeling. In de overeenkomst staat immers dat de inleg onmiddellijk teruggeven moet worden. Uit het contract vloeit dus voort dat je terug moet betalen. Je komt dan uit in artikel 47 FW. In dit geval is er sprake van een contractuele grond.

 

3.   

Benadeling van schuldeisers

Hier is sprake van. Het vermogen neemt immers af. Door de terugbetaling is er sprake van een vermindering van de activa. Daarnaast is er sprake van een rangordewisseling. Een van de schuldeisers wordt wel voldaan en de andere schuldeisers niet. Er gaat immers geld uit het actief, maar de schuld wordt ook minder.

 

4.   

Mogelijkheden om over te gaan tot vernietiging

o  

Wetenschap van de faillissementsaanvraag

o  

Samenspanning > Van Gispen/IFN in artikel 47 FW wordt het namelijk omschreven als overleg tussen de schuldeiser en schuldenaar. Het oogmerk is gericht op de benadeling van de andere schuldeisers.

Het gaat echt om de aanvraag van dat faillissement. De faillissementsaanvraag wordt vaak gebruikt als incassomiddel.

 

In dit geval kun je niets met de wetenschap van de aanvraag, omdat het faillissement nog niet is aangevraagd. Je kunt wel iets met samenspanning. Bij B en F moet er een oogmerk zijn om B te begunstigen boven de andere schuldeisers. Voor de curator is het een grote klus om dit daadwerkelijk aan te tonen. Voor B gaat dit misschien wel lukken. Bij F is het misschien iets lastiger.

 

Als curator moet je wel met bewijzen aankomen. In de praktijk komt een vernietiging op grond van artikel 47 FW zelden voor. Enkel de bovengenoemde mogelijkheden vallen onder artikel 47 FW, dit volgt uit Van Dooren/ABN Amro I.

 

Bordom was niet de enige favoriet van Fonzi. Ook het lid van de verdienste de 80-jarige mevrouw Agaath was een oogappel van Fonzi. Mevrouw Agaath heeft haar laatste spaarcenten bij Fonzi belegd. De nacht na de faillissementsaanvraag, die een week voor de faillietverklaring plaatsvindt, wordt Fonzi badend in het zweet wakker. Hij kan het niet verkroppen dat hij mevrouw Agaath berooid achterlaat. Diezelfde nacht betaalt hij de inleg van mw. Agaath terug.

 

b.    

Is de betaling van Fonzi aan Agaath vernietigbaar?

Er is geen samenspanning. Belangrijk is de wetenschap van de aanvraag. Als je kijkt naar artikel 47 FW moet dat zijn bij degene die de betaling ontving. Degene die de betaling ontving moet weten dat het faillissement reeds aangevraagd is. Mevrouw Agaath weet van niets.

De betaling is dus niet vernietigbaar.

1.   

Rechtshandeling

2.   

Verplicht of onverplicht

Het gaat niet om een verplichte rechtshandeling. De vrouw heeft niet gevraagd om de teruggave van het geld. De vrouw heeft hier niets gedaan, dus er zou sprake kunnen zijn van een onverplichte rechtshandeling. Je zit dan in artikel 42 FW.

 

3.   

Benadeling

Je kijkt of de schuldeisers zijn benadeeld. Deze benadeling zou bestaan uit een verschuiving van de rangorde.

 

4.   

Wetenschap van benadeling van beide schuldeisers

Dit gaat niet lukken. Mevrouw Agaath weet van niets.

 

 

 

 

 

 

Check page access:
Public
Check more or recent content:

Insolventierecht 2016/2017

Hoorcollege week 1 Insolventierecht (2016/2017)

Hoorcollege week 1 Insolventierecht (2016/2017)


Hoofdlijnen

CBS-statistieken

Insolventierecht heeft nauw verband met de stand met de economie. Bij een slechte economie zal er sprake zijn van veel faillissementen. Wanneer het goed gaat met de economie zijn er minder faillissementen. Vooral bij de bedrijven en instellingen zien we een dalende lijn. Dit geldt echter niet voor alle sectoren. Er zijn nog steeds sectoren in Nederland waar het niet goed gaat. Je kunt hierbij denken aan reisbureaus die te laat zijn overgestapt naar de online verkoop.

Binnen een kalenderjaar kun je iets meer faillissementen zien. Je zag dat dit voornamelijk was in maart. De trend van faillissementen kun je terugvinden in de sector Retail.

 

The Phonehouse

Soms moet je al kijken welke vestigingen onder de faillietverklaring van een rechtspersoon vallen. Wanneer je nog geld van de winkel te goed hebt moet je zo snel mogelijk naar het filiaal. De curator inventariseert de waarde van de boedel en zal de nog openstaande schulden proberen te betalen. De consument heeft in de rangorde een uiterst vervelende positie. De concurrente schuldeiser (koper van een telefoon) zal heel slecht af zijn in het faillissement. Wanneer je een aanbetaling hebt gedaan ben je hem in de regel kwijt.

Wetgeving in voorbereiding

Er is het een en ander in voorbereiding. Een pre-pack is een voorverpakt faillissement. We zijn heel ver met het wetsvoorstel dat in voorbereiding is. Het zou als een hamerstuk afgedaan worden door de Eerste Kamer, maar dat is niet doorgegaan. Er is een uitspraak in voorbereiding door het Europese Hof van Justitie. Bij een pre-pack zijn de regels van een overgang van onderneming van toepassing. Geen koper uit het faillissement wil immers alle werknemers krijgen. Er is ook een wetsvoorstel in voorbereiding voor de grote ondernemingen, namelijk de Wet Continuïteit Ondernemingen II. Dit moet het makkelijker maken om een dwangakkoord op te leggen. In sommige gevallen kan men niet het gehele bedrag betalen, dan is het soms zinvoller om niet het gehele bedrag te krijgen en niet het faillissement in te gaan. We moeten afwachten wat er precies in de wet komt te staan.

Iets wat op het wensenlijstje staat is het afdwingen van het.....read more

Access: 
Public
Hoorcollege week 2 Insolventierecht (2016/2017)

Hoorcollege week 2 Insolventierecht (2016/2017)


 

Voorrang en zekerheden

Banken hebben vrijwel op alles in de faillissementsboedel een pandrecht of hypotheekrecht. Voor de banken staat heel veel op het spel. Ze starten vaak een procedure. In deze week gaan we kijken hoe het zit met voorrang in het algemeen. Hoe het zit met pand- en hypotheek en wat daar de voordelen van zijn. Vervolgens wordt er met name ingegaan op de verpanding van vorderingen. De fiscus is vaak de belangrijkste schuldeiser in een faillissement. De curator behartigd de belangen van de fiscus in het faillissement.

Verhaalsrecht

Een schuldeiser kan zich buiten het faillissement in principe op alle goederen verhalen die de schuldenaar heeft (artikel 3:276 BW). Dit houdt dus in dat de schuldenaar zich in principe op het gehele vermogen van de schuldenaar kan verhalen. Soms kan je je ook verhalen op de goederen van derden, dit zie je bijvoorbeeld bij het bodemverhaalsrecht van de fiscus (artikel 22 lid 3 IW).

Wijze van verhaal

Wanneer je je gaat verhalen moet je eerst beslag leggen. Zonder dat de schuldenaar het weet ga je naar de rechter toe. Je vraagt daar om toestemming om beslag te leggen. Je moet dan een procedure gaan voeren, zodat de rechter weet dat je daadwerkelijk iets te vorderen hebt. Wanneer de rechter dat weet kun je executoriaal beslag leggen. Het vonnis van de rechter heeft ook wel een veroordelend vonnis (artikel 430 Rv). Wanneer je een pand- of hypotheekrecht hebt mag je de spullen uit gaan winnen, zonder dat je naar de rechter moet. Je noemt dit ook wel de parate executie. De fiscus kan bij het Openbaar Ministerie een dwangbevel vragen, ze hebben dan meteen een executoriale titel (artikel 14 IW).

Paritas creditorium en voorrang

Wanneer er sprake is van een executieopbrengt, moet je die gaan verdelen. De hoofdregel is daar dat alle schuldeisers hetzelfde zijn. Alle schuldeisers krijgen dan pro rato.....read more

Access: 
Public
Werkgroep week 2 Insolventierecht (2016/2017)

Werkgroep week 2 Insolventierecht (2016/2017)


WerkgroepVRAGEN WEEK 2: Voorrang en ZEKERHEIDSRECHTEN (i)

Casus 1

De Vries heeft al jaren een hippe meubelwinkel. De meubelfabriek Zittoe waar De Vries vaste afnemer van is, levert de meubels onder eigendomsvoorbehoud. De Vries heeft een lening bij de Tillebank. In het kader van de bedrijfsfinanciering heeft De Vries een pandrecht gevestigd op zijn voorraad (ook toekomstige) en inventaris. Op 20 maart 2016 wordt De Vries failliet verklaard. Zowel bij de meubelfabriek als bij de Tillebank heeft De Vries een hoge schuld. De curator ziet niet veel in een doorstart (zonder de schuldeisers) en wil de winkel, de voorraad en de inventaris doorverkopen.

De meubelfabriek verkoopt de meubels aan De Vries. Hij bedingt de voorwaarde dat het eigendom overgaat op het moment dat de koopprijs is voldaan, ook wel het eigendomsvoorbehoud. Dit is geregeld in artikel 3:92 BW. De Vries heeft ook een lening uitstaan bij de Tillebank. De Tillebank heeft een pandrecht op alle voorwaarden en inventaris van De Vries. De curator iet op het beheer van de boedel. Alles wat in de boedel zit moet hij verkopen en te gelde maken.

 

Welke rechten heeft Zittoe in haar verhouding tot de curator met betrekking tot de meubels?

Krachtens artikel 3:92 BW is het mogelijk het eigendom van een roerende zaak voor te houden totdat de verschuldigde prestatie is voldaan. Een onder eigendomsvoorbehoud geleverde zaak blijft het eigendom van de leverancier. Een leverancier met het eigendomsvoorbehoud kan de zaak in het faillissement terugvorderen van de curator. Zittoe heeft dus het recht om de meubels te revindiceren overeenkomstig artikel 5:2 BW. De curator is echter wel gerechtigd om de kosten van het terughalen op de leverancier te verhalen door middel van een boedelbijdrage. De curator kan het eigendomsvoorbehoud teniet doen gaan doordat de opschortende voorwaarde in failliet gaat. Zittoe is eigenaar geworden onder de opschortende voorwaarde dat de koopprijs wordt betaald. De Vries is nog geen eigenaar geworden, omdat hij de koopprijs nog moet betalen. Zittoe is nog eigenaar van de meubels, omdat De Vries nog niet heeft betaald. Zittoe kan derhalve revindiceren overeenkomstig artikel 5:2 BW. Zittoe is dus eigenaar onder de ontbindende voorwaarde, deze ontbindende voorwaarde is nog niet in vervulling gegaan.

Kan de curator de meubels verkopen/overdragen? De curator kan de meubels in principe niet verkopen, want ze behoren in principe nog steeds tot het eigendom van Zittoe. De curator kan wel overgaan tot het vervullen van de opschortende voorwaarde. Wanneer deze opschortende voorwaarde is vervuld, behoren de meubels tot de inventaris van De Vries. In dat geval is de curator wel bevoegd om de meubels.....read more

Access: 
JoHo members
Hoorcollege week 3 Insolventierecht (2016/2017)

Hoorcollege week 3 Insolventierecht (2016/2017)


 

Voorrang en zekerheden II

Vestiging van het pandrecht

Net zoals bij de vestiging van het pandrecht op vorderingen geldt bij het pandrecht op roerende zaken dat het moet voldoen aan de vereisten van artikel 3:98 BW moet voldoen. Dit geldt in samenhang met artikel 3:90 BW. Je kunt de verpandingshandeling onderscheiden in twee soorten handelingen. Je kunt daarbij denken aan het openbaar pandrecht. Hierbij wordt het pandrecht afgegeven. Dit gebeurt bijna nooit in de praktijk. De bank wil de spullen niet allemaal opslaan en een bedrijf zou zijn voorraden daardoor niet bij de hand hebben. In de praktijk kiest men voor een stil pandrecht. Men vestigt het pandrecht dan door een authentieke akte of een onderhandse akte (artikel 3:237 lid 1 BW). De pandgever houdt de spullen in dat geval onder zich. Je kunt hier ook bij voorbaat verpanden. Er zitten grenzen aan. Alles waar de pandgever eigenaar van wordt, krijgt een pandrecht. Dit is anders bij de stille verpanding van vorderingen, waarbij je steeds weer opnieuw moet verpanden. Een stil pandrecht kan je altijd omzetten in een openbaar pandrecht. Bij vorderingen doe je dit door mededeling te doen. Bij roerende zaken doe je dit door de zaken in je bezit te nemen en afgifte te vorderen.

Pandrecht en vermenging

In het arrest van HR 14 augustus 2015 ging het om een bulk aluminium. Op de ene stapel zat een pandrecht en op de andere stapel niet. Het aluminium werd omgezet tot tussenproducten. De hopen aluminium gingen zich vermengen en het bedrijf ging failliet. De vraag was wat er gebeurde met het pandrecht. De regels van vermenging staan in artikel 5:15 BW. In het geval er sprake is van vermenging moet je kijken naar de regels van natrekking in artikel 5:14 BW. Als er sprake is van een hoofdzaak wordt de eigenaar van die hoofdzaak eigenaar. Als je geen hoofdzaak aan kunt wijzen krijg je mede-eigendom. Dit is ook het geval bij het vermengen van twee stapels aluminium. De HR heeft geoordeeld dat er een zaak is. De eigenaar heeft een aandeel.....read more

Access: 
Public
Werkgroep week 3 Insolventierecht (2016/2017)

Werkgroep week 3 Insolventierecht (2016/2017)


WerkgroepVRAGEN WEEK 3: Voorrang en ZEKERHEIDSRECHTEN (ii)

leidraad invorderingswet mag je meenemen naar het tentamen.

Casus 1

Dr. Bohr is tandarts en oefent zijn praktijk uit in zijn kapitale villa waar hij tevens woont. Op de villa rust een hypotheek ten behoeve van een lening die is verstrekt door de Kroonbank. Het voorheen vergrijsde dorp is de laatste tijd populair bij stedelingen die de Randstad willen verlaten. Het dorpje krijgt een influx van jonge gezinnen maar om onverklaarbare redenen mijden zij de praktijk van Bohr. Helaas voor Bohr slagen zijn pogingen om deze nieuwe clientèle aan zijn praktijk te verbinden niet. Het is duidelijk dat het einde in zicht is, ook voor de Kroonbank. Stel dat de Kroonbank de villa onderhands door Bohr wil laten verkopen teneinde een hogere opbrengst te genereren. Wat adviseert u de Kroonbank?

Je kan het onderhands verkopen, mits je eerst toestemming hebt van de voorzieningenrechter (artikel 3:268 lid 2 BW). Het is niet helemaal onderhands omdat de voorzieningenrechter moet oordelen of het voor een goede prijs is. In dat geval wordt je opbrengst wel lager. De bank kan ook afspreken dat de heer Bohr zijn huis verkoopt via Funda. De notaris zal het hypotheekrecht doorhalen wanneer het huis wordt verkocht. Op dat moment is het zekerheidsrecht van de bank doorgehaald. Als hypotheekhouder ben je dan het hypotheekrest kwijt. (ING/Gunning q.q.)

Wat als er een faillissement komt? De curator zei dat er sprake was van verrekening. Als je niet te goeder trouw bent en je gaat voor faillissement verrekenen, dan is er sprake van een verboden verrekening. Dit geldt niet als je het als bank zou doen als separatist. In dat geval executeer je en wordt de koopsom aan je betaalt als executant. Je dient dus een veilige weg te volgen. Je zit dan in de weg en dan ben je veilig aan het executeren. In ING/Gunning staat in rechtsoverweging 3.11 dat je een pandrecht kan vestigen op de vordering. Als je een pandrecht hebt op de koopsom kan je voor faillissement gaan vorderen. Je hebt dan een Mulder q.q./CLBN-vordering.

In ING/Gunning zegt de Hoge Raad dat je bij een onderhandse verkoop afstand doet van je hypotheekrecht, waardoor je niet kan verrekenen. Je kunt dit goed maken door een pandrecht te vestigen op de vordering. Je ziet dit weer terug in Mulder q.q./CLBN. Je kunt ook een constructie bedenken waarbij de derde rechtstreeks aan de bank betaalt. In dat geval ben je niet aan het verrekenen en omzeil je artikel 54 Faillissementswet dus.

Stel dat Bohr geen koper vindt voor de villa. Na een periode op zijn tandvlees te hebben gelopen wordt Bohr alsnog failliet verklaard. De bank maakt vervolgens geen haast met de verkoop van de villa. De curator vindt dat de.....read more

Access: 
Public
Hoorcollege week 4 Insolventierecht (2016/2017)

Hoorcollege week 4 Insolventierecht (2016/2017)


Verrekening, bevrijdende betaling en onverschuldigde betaling.

  • Verrekening
  • Onverschuldigde betaling
  • Bevrijdende betaling

Bij de bovengenoemde onderdelen kun je een onderscheid maken tussen in het zicht van faillissement en tijdens het faillissement.

Verrekening – algemeen

Als je gaat kijken naar verrekening in het faillissement moet je in principe uitgaan van de gewone bepalingen over berekening. Er geldt een bijzondere bepaling als de wederpartij failliet is verklaard, namelijk artikel 53 en 54 FW. De bepalingen uit boek zes, namelijk artikel 6:127 e.v. BW zijn dan van toepassing. Voor surseance geldt artikel 243 en 235 Faillissementswet.

Als je kan verrekenen bevindt je je in een hele goede positie in het faillissement. Als je in faillissement twee vorderingen hebt die je met elkaar kan verrekenen, de vordering en de schuld, dan hoef je de vordering niet ter verificatie in te dienen in het faillissement. Op die manier krijg je betaalt en je hoeft dan ook niet meer te betalen aan de boedel. Als je niet kan verrekenen moet je enerzijds je schuld betalen aan de curator en omgekeerd heb je zelf een vordering op de failliet. Je moet deze indienen ter verificatie maar in de meeste faillissementsboedels zit helemaal niet genoeg geld. Je zou dan vaak alleen maar geld moeten betalen aan de failliet en zelf niets terugkrijgen. Als je kan verrekenen ben je van je schuld af. Verrekening verhoudt zich ook tot zekerheidsrechten. Dit is met name het geval bij banken.

Vereisten voor verrekening

Bij verrekening heb je altijd te maken met een vordering en een schuld. Degene die een beroep doet op verrekening is zelf schuldeiser en schuldenaar. Hij heeft dus twee hoedanigheden. De wetgever heeft ervoor gekozen om het perspectief van de schuldenaar te kiezen. Bij verrekening gaat de schuldenaar verrekenen, hij gaat zijn.....read more

Access: 
Public
Werkgroep week 4 Insolventierecht (2016/2017)

Werkgroep week 4 Insolventierecht (2016/2017)


 

Casus 1

Arends is in juni 2016 zijn baan als loopbaanbegeleider kwijtgeraakt. Om het hoofd boven water te houden gaat hij in september 2016 voor zichzelf aan de slag als coach. Om zijn bedrijfje op te starten leent hij € 2.000,- van zijn vriend Dirksen. Ze spreken af dat Arends het geld zal terugbetalen op 1 januari 2018. In oktober begeleidt Arends in opdracht van Dirksen het loopbaantraject van een van Dirksens werknemers voor € 1.800. Deze eerste klus rondt Arends met succes af. Helaas redt Arends het niet. Op 10 november 2016 wordt hij failliet verklaard.

Kan Dirksen zijn vordering op Arends verrekenen met zijn schuld? Maakt het verschil of hij dit doet voor of na 10 november 2016? Voor faillissement gelden de eisen van artikel 6:127 BW. Aan alle vereisten van dit artikel moet zijn voldaan, wil verrekening mogelijk zijn.

Als je kan berekenen bevindt je je in een hele goede positie in het faillissement. Je hoeft je vordering dan immers niet in te dienen ter verificatie. Artikel 6:127 BW geeft de vereisten waaraan moet zijn voldaan voor verrekening. Het dient allereerst te gaan om dezelfde wederpartij. In casu is daar aan voldaan omdat het gaat om Dirksen en Arends. Het moet ook gaan om dezelfde prestatie. In dit geval is daar aan voldaan, omdat het allebei gaat om het betalen van een geldvordering. Daarnaast moet je bevoegd zijn tot het betalen voor de schuld. Nu Arends nog niet failliet is verklaard, is hij nog beschikkingsbevoegd. Doordat hij nog beschikkingsbevoegd is kan hij de schuld gewoon betalen. Ten vierde moet Dirksen bevoegd zijn tot het afdwingen van de vordering. Het probleem is dat de vordering nog niet opeisbaar is. De vordering is pas opeisbaar vanaf 1 januari 2018, waardoor de schuld nog niet afdwingbaar is.

 

Artikel 53 FW bepaalt min of meer als hoofdregel dat degene die zowel schuldenaar als schuldeisers van gefailleerde is, zijn schuld met vordering op deze gefailleerde kan verrekenen indien deze beide zijn ontstaan voor faillietverklaring, of wanneer zij voortvloeien uit een handeling die de gefailleerde voor faillietverklaring heeft verricht. Het gaat in dit artikel dus over wederkerigheid. Daarnaast moet de vordering of de schuld zijn ontstaan voor de faillietverklaring of het moet voortvloeien uit een rechtsverhouding die voortvloeit voor faillietverklaring. Je mag in dit geval conform artikel 53 FW dus gewoon verrekenen. Het gaat immers om een handeling die de gefailleerde voor de faillietverklaring heeft verricht. Voor faillietverklaring heeft Arends het geld geleend en heeft Arends het loopbaantraject begeleid. Dit artikel vermeldt dus niets over opeisbaarheid en afdwingbaarheid van een vordering.

Stel dat Arends ook € 1.000 geleend heeft van Cornelis. Arends krijgt op zijn beurt nog € 1.500 van Emst. Arends, Cornelis en Emst spreken elkaar.....read more

Access: 
Public
Hoorcollege week 5 Insolventierecht (2016/2017)

Hoorcollege week 5 Insolventierecht (2016/2017)


Verschillende soorten schulden in faillissement

De focus zal in dit college heel erg liggen op de boedelschulden. Het wordt behandeld aan de hand van een voorbeeld uit de praktijk.

Agenda

  • Afwikkeling van een faillissement: cijfers.
  • Fixatiebeginsel.
  • Verschillende soorten schulden in faillissement.
  • Boedelschulden.
  • Verifieerbare schulden.
  • Niet-verifieerbare schulden.
  • Boedelbegrip.

Kenmerken faillissement

Een faillissement houdt in dat er bij een rechtspersoon of een natuurlijke persoon te weinig vermogen is om alle schulden op dat moment te betalen. Het faillissement kenmerkt zich erdoor dat heel veel schuldeisers teleurgesteld zijn. De taak van de curator is dat hij zorgt dat iedereen het zijne krijgt. Hij moet iedereen naar zijn rangorde betalen.

Voorbeeld autobedrijf

Het ging hier om een familiebedrijf met acht werknemers. Er is besloten dat het bedrijf niet direct werd gesloten. Dat betekende dat de curator zoveel mogelijk geld probeerde te creëren. Er werden zoveel mogelijk auto’s gerepareerd en een aantal klanten hadden niet betaald. Als er sprake is van bestuurdersaansprakelijkheid groeit het actief nog wat. De curator gaat het actief verdelen en voldoet eerst de boedelschulden. Bij het faillissement hoort het fixatiebeginsel. Er moet actief en passief worden gefixeerd. Alle spullen die er tijdens het faillissement waren worden gefixeerd. Alleen de curator kan daar dan over beschikken.

Afwikkeling van het faillissement

In het eerste scenario is er sprake van een negatieve boedel. Het faillissement wordt dan opgeheven wegens de toestand van de boedel. De vereenvoudigde afwikkeling is aan de orde als de boedelschulden volledig voldaan kunnen worden, maar de preferente schulden niet. In de derde situatie is er genoeg geld, waardoor men zal starten met een verificatievergadering.

73% van de faillissementen eindigen in een opheffing. De verifieerbare vorderingen ontvangen eigenlijk niets. In de overige 27% is er sprake van vereenvoudigde afwikkeling. De concurrente schuldeiser krijgt dan niets. Voor de concurrente crediteuren blijft er ongeveer maar 5% over. Al de cijfers zijn op basis van de faillissementen die in 2015 zijn beëindigd. In drie kwart van de faillissementen worden alleen de boedelschulden betaald. Boedelschuldeisers proberen in het balkje op te schuiven naar voren. Ze willen preferent zijn.....read more

Access: 
Public
Werkgroep week 5 Insolventierecht (2016//2017)

Werkgroep week 5 Insolventierecht (2016//2017)


Werkgroepvragen week 5 FaillissementsPauliana 2016/2017

 

Casus 1

Bosman verkoopt op 1 februari 2016 twee identieke zeiljachten aan Maree, handelaar in tweedehands zeiljachten te Loosdrecht. De koopsom bedraagt € 24.000,- per boot; een normale prijs voor deze jachten. De koopsom wordt contant betaald. Op 15 mei 2016 verhandelt Maree een van de schepen aan Kienstra voor € 14.000,-. Deze betaalt de koopsom contant. Kienstra brengt het schip dezelfde dag nog naar een jachthaven, waar hij een ligplaats heeft gehuurd. Kienstra voorziet half augustus het schip van een bijzondere coating met extra lange levensduur, wat hem € 3.000 kost.

Het andere schip draagt Maree op 2 juli 2016 over aan zijn broer, aan wie hij nog € 24.000,- verschuldigd was uit hoofde van een geldlening en die wel interesse heeft in de boot: de broers menen hierdoor weer quitte te staan. 

Maree gaat op 25 september 2016 failliet. Het blijkt dat hij de volledige koopsom à € 14.000 heeft verbrast.

 

·     

1 februari 2016 verkoop van twee identieke zeiljachten aan Maree > normale prijs voor de jachten

·     

15 mei 2016 Maree verhandelt een van de schepen aan Kienstra voor 14.000

·     

half augustus: Kienstra geeft het schip een coating ter waarde van 3.000

·     

2 juli: Maree draagt het schip aan zijn broer ter voldoening van een lening

·     

25 september 2016 Maree failliet

 

.....read more

Access: 
Public
Hoorcollege week 6 Insolventierecht (2016/2017)

Hoorcollege week 6 Insolventierecht (2016/2017)


 

Faillissementspauliana

Programma

Inleiding: Verhaalsbenadeling

Faillissementspauliana: onverplicht verrichte rechtshandelingen (artikel 42 FW)

Faillissementspauliana: verplicht verrichte rechtshandelingen (artikel 47 FW)

Rechtsgevolgen van de vernietiging (artikel 51 FW)

Afsluiting

Verhaalsbenadeling

Wanneer een geldlening niet wordt terugbetaald kun je verhaal nemen. Je gaat in dat geval eerst beslag leggen. Voor het leggen van beslag heb je een executoriale titel nodig. Je moet eerst door de rechter laten vaststellen dat je een vordering hebt. Wanneer de rechter uitspraak heeft gedaan, heb je een vonnis. Het vonnis geeft je een executoriale titel. Je geeft dit aan de deurwaarder en deze kan beslag gaan leggen. Artikel 3:276 BW geeft aan dat je verhaal kunt nemen op het gehele vermogen van een schuldenaar. De schuldenaar staat dus met zijn gehele vermogen in voor zijn schulden. Als een schuldeiser verhaal neemt kan hij beslag leggen op alle vermogensbestanddelen. Op het moment dat je een executoriale titel hebt, en je wilt zeker weten dat alles wordt nagekomen, ga je kijken waarop je het beste beslag kunt leggen. Je kunt dit bijvoorbeeld doen op de bankrekening, twee dagen voordat de lonen worden betaald. In het geval er sprake is van meerdere schuldeisers vindt er een verdeling plaats van de netto-opbrengsten volgens de wettelijke rangorde (artikel 3:277 BW). De eerste hoofdregel van het verhaal is dat je beslag kunt leggen op het gehele vermogen. De tweede hoofdregel is het paritas creditorium. De opbrengst van het beslagen goed moet gelijk worden verdeeld onder alle schuldeisers die beslag hebben gelegd, behoudens voorrang. In principe is iedereen bij de verdeling gelijk, tenzij er sprake is van voorrang. Het pand- en hypotheekrecht zijn hierbij erg belangrijk, evenals het voorrecht van de fiscus.

Eigenlijk werkt het in faillissement net zo. In het faillissement legt geen schuldeiser, maar een curator beslag. Het faillissement is een algemeen beslag op het gehele vermogen van een schuldenaar (artikel 1 lid 1 FW). Het gehele vermogen wordt door de curator te gelde gemaakt. De opbrengst van het vermogen wordt in beginsel gelijk verdeeld onder de schuldeisers, met uitzondering van de schuldeisers die voorrang hebben ten aanzien van bepaalde goederen. Uit artikel 3:277 BW geldt dat de netto-opbrengst wordt verdeeld onder de schuldeisers. De netto-opbrengst betekent dat er ook een bruto-opbrengst is. Het verschil zit hem hier in de boedelschulden. Voordat iets wordt verkocht moeten er allemaal kosten worden gemaakt. Voordat er wordt uitgekeerd moeten die kosten eerst worden voldaan. Van de bruto-opbrengst moeten de kosten af, daarna kan dus pas aan de schuldeisers worden betaald die beslag hebben gelegd. In het faillissement geldt hetzelfde. De curator.....read more

Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

How to use more summaries?


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
2261
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Follow the author: hannekedenottelander