Strafrecht 3 - Recht - B3 - RUG - Oefenmaterialen

 

Oude & oefententamens te gebruiken bij strafecht RUG rechten jaar 3

Bundle items:
Strafrecht 3 - B3 - Rechten - RUG - Oefententamen 2019 (1)
Strafrecht 3 - B3 - Rechten - RUG - Oefententamen 2018 (1)
Strafrecht 3 - B3 - Rechten - RUG - Oefententamen 2018 (2)
Strafrecht 3 - B3 - Rechten - RUG - Oefententamen 2017 (1)
Strafrecht 3 - B3 - Rechten - RUG - Oefententamen 2017 (2)
Strafrecht 3 - B3 - Rechten - RUG - Oefententamen 2016 (1)
Strafrecht 3 - B3 - Rechten - RUG - Oefententamen 2016 (2)
Strafrecht 3 - B3 - Rechten - RUG - Oefententamen 2015 (1)
Strafrecht 3 - B3 - Rechten - RUG - Oefententamen 2015 (2)
Strafrecht 3 - B3 - Rechten - RUG - Oefententamen 2014 (1)
Strafrecht 3 - B3 - Rechten - RUG - Oefententamen 2014 (2)
Strafrecht 3 - B3 - Rechten - RUG - Oefententamen 2012 (1)
Strafrecht 3 - B3 - Rechten - RUG - Oefententamen 2012 (2)
Strafrecht 3 - B3 - Rechten - RUG - Oefententamen 2011 (1)
Strafrecht 3 - B3 - Rechten - RUG - Oefententamen 2011 (2)
Strafrecht 3: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen & oefenvragen - RUG
This content is used in bundle:

Strafrecht 3: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen & oefenvragen - RUG

Strafrecht 3 - RUG - Sheetnotes 2017/2018

Strafrecht 3 - RUG - Sheetnotes 2017/2018


Week 1

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

  • De onderwerpen voor het tweede hoorcollege van week 1 zijn veranderd. De volgende onderwerpen komen in 17/18 aan de orde:
    • Beginselen die van belang zijn bij de grondslag voor opsporingshandelingen.
    • Artikel 141 Sv en de artikelen 3, 11 en 12 Politiewet.
    • Overschrijding van de bevoegdheid: dan gaat het vooral om de artikelen 447e, 180, 184 lid 1 Sr en artikel 359a Sv.
    • Begrippen en afbakening: ‘vooronderzoek’ en ‘opsporing’.

Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

  • Er worden geen onderwerpen besproken die niet ook worden behandeld in de literatuur.
  • De docent geeft wel extra voorbeelden bij het onderwerp ‘reikwijdte bevoegdheid’, namelijk:
    • Arrest ‘Zwolsman’.
    • Arrest ‘Warmtebeeldkijker’.
    • Arrest ‘Pseudoverkoop’.
    • Arrest ‘Misleiding’.

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • Er zijn geen recente ontwikkelingen die de docent aanhaalt.
  • Het is wel goed om te weten dat artikel 3 Politiewet in oude jurisprudentie vaak nog artikel 2 Politiewet is.

Wat is belangrijk voor het tentamen?

  • Bij een tentamenvraag over de grondslag van bevoegdheden moet je goed in de gaten houden dat je altijd moet kijken naar de omstandigheden van het geval. Gebruik de besproken jurisprudentie hierbij goed en kijk of een tentamenvraag op zo’n situatie uit een besproken zaak lijkt.

Week 2

Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?

  • De onderwerpen zijn grotendeels hetzelfde gebleven, maar toch zijn er enkele veranderingen. De volgende onderwerpen komen in 17/18 aan de orde:
    • Buitengerechtelijke afdoening.
    • Voorbeelden van ‘onpartijdigheid en onafhankelijkheid’ in Nederland: artikelen 12 RO, 271 Sv, 512 e.v. Sv.
    • Beslissing tot vervolging door het OM: met name over de normering, de rol van het slachtoffer en de algemene beginselen van behoorlijke procesorde.
    • Positie van het slachtoffer in het strafprocesrecht: met name over de aangifte (artikel 160 Sr), klachtdelicten en artikel 265 lid 1 Sr.
    • Spreekrecht van slachtoffers.

Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

  • Er worden geen onderwerpen besproken die niet ook worden behandeld in de literatuur.
  • De docent geeft wel extra voorbeelden bij het onderwerp ‘reikwijdte bevoegdheid’, namelijk:
    • ECLI:NL:HR:2018:21 (over functiecumulatie).
    • HR:2015:134, NJ 1994/244, NJ 1998/54 (over schadevergoeding voor slachtoffers).
    • Osman t. VK en Rantsey t. Cyprus & Rusland (over positieve verplichtingen in het EVRM).

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

  • Er zijn geen recente ontwikkelingen die de docent aanhaalt.

Wat is belangrijk voor het tentamen?

  • De voorwaarden van de criteria ‘independent’ en impartiality’ uit artikel 6 EVRM zijn dit jaar
.....read more
Access: 
Public
Strafrecht 3 - RUG - Aantekeningen hoorcolleges 2015/2016

Strafrecht 3 - RUG - Aantekeningen hoorcolleges 2015/2016


College 1

Het eerste hoorcollege geeft een inleiding van het strafprocesrecht en zal nader ingaan op de aard en het doel van de strafvordering en het EVRM. Het tweede hoorcollege gaat over het voorbereidend onderzoek. Beide colleges worden gegeven door dhr. Keulen.

Strafvordering

Het hoofddoel van de strafvordering is het verzekeren van de juiste toepassing van materieel strafrecht. Voorbeelden daarvan zijn diefstal en moord. In het opsporingsonderzoek betekent dat dat het strafbare feit opgehelderd dient te worden: is er sprake van diefstal? Vervolgens moet men de aanwijzingen uit het vooronderzoek concretiseren in de procedure. Wanneer men dan kan vaststellen dat de verdachte schuldig is ten aanzien van diefstal, dan is het straf- procesrecht juist toegepast. Het hoofddoel is tweeledig. In de eerste plaats moeten schuldigen gestraft worden en ten tweede moet worden voorkomen dat onschuldigen worden gestraft. De laatste doelstelling weegt zwaarder dan de eerste doelstelling, zo blijkt uit artikel 338 Sv: “Het bewijs dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan, kan door de rechter slechts worden aangenomen, indien hij daarvoor uit het onderzoek op de terechtzitting oor de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging heeft bekomen.” Dit betekent echter niet dan men voor 100% overtuigd moet zijn van de schuld van een verdachte. Twijfel is aanvaardbaar, zo blijkt uit het Lucia de B-arrest. In dit arrest bleef Lucia de B. ontkennen dat ze kleine kinderen had vermoord in het ziekenhuis waar ze werkte. Ondanks het feit dat ze bleef ontkennen, werd ze wel vervolgd. Het dagboek dat ze bijhield speelde een belangrijke rol ten aanzien van het bewijs, waardoor de rechtbank haar toch heeft veroordeeld. Na herziening kwam men pas tot vrijspraak. Het strafrecht dient haar functie niet, wanneer men 100% overtuigd moet zijn, omdat dan bijna iedereen wordt vrijgesproken. Het tweeledige hoofddoel omvat enkele waarborgen. De waarborgen verschillen ten aanzien van zware en lichte delicten. In een strafbeschikking kan de officier van justitie een OM-afdoening opleggen. Dit is bij lichte delicten aanvaardbaar, maar niet bij zware delicten, omdat daar andere waarborgen een rol spelen. Bij zware delicten zal men tot langere gevangenisstraffen moeten komen, wat niet mogelijk is via OM-afdoening. Aangezien de kosten van het strafprocesrecht dienen te worden betaald door de belasting- betaler, moet men afwegingen maken met betrekking tot de waarborgen.

Het hoofddoel is niet de enige verklaring voor de manier waarop de strafvordering is ingericht. Wat ook meetelt is de eerbiediging van de rechten en vrijheden van de verdachte. Zo heeft een verdacht het zwijgrecht op grond van artikel 29 Sv en bestaat er een limitering van het voorarrest. Artikel 29 Sv bepaalt: “In alle gevallen waarin iemand als verdachte wordt gehoord, onthoudt de verhorende rechter of ambtenaar zich van.....read more

Access: 
Public
Strafrecht 3 - RUG - Werkgroepaantekeningen 2017/2018

Strafrecht 3 - RUG - Werkgroepaantekeningen 2017/2018


Week 1

Aan het begin van elke werkgroep moet je een ‘entreeopdracht’ maken om de werkgroep te mogen bijwonen. Deze opdracht houdt in dat je een casus maakt waarin een thema uit de betreffende week terugkomt (maximaal 300 woorden). Op Nestor komt steeds te staan over welk onderwerp het moet gaan. Tijdens de werkgroep worden de opdrachten uitgewisseld en daar zal over gediscussieerd worden in groepjes van 2-4. De opdracht van deze week was:

Aantekeningen

Er zijn twee definities van het begrip ‘verdachte’ die samenhangen met verschil in de procesfase. In art. 27 lid 1 Sv staat de definitie die geldt vóór de vervolging (materieel criterium). In art. 27 lid 2 Sv staat de definitie die geldt vanaf de vervolging (formeel criterium). Vervolging: op het moment dat de rechter bij de zaak betrokken wordt, bijv. wanneer de OvJ de verdachte dagvaart of wanneer er verzekeringstelling plaatsvindt.

Art. 27 lid 1 Sv bevat drie elementen:

  • Het vermoeden heeft betrekking op schuld van een dader aan een strafbaar feit.
  • Het vermoeden moet redelijk zijn (objectieve toets, casuïstische jurisprudentie: bv. Damrak, Hollende kleurling)
  • Het vermoeden vloeit voort uit feiten omstandigheden.

Art. 27 lid 2 Sv: degene tegen wie de vervolging is gericht. Het begrip ‘verdachte’ is belangrijk omdat je dan als burger toekenning van rechten krijgt. Bijv. pressieverbod, zwijgrecht en cautieplicht (art. 29 Sv), bijstand raadsman (art. 28 Sv). Voor overheid is het begrip ook belangrijk, want vanaf dat moment kunnen ze dwangmiddelen toepassen.

Dwangmiddelen maken inbreuk op de (grond)rechten/ mensenrechten van burgers. Bijv. doorzoeking woning ter aanhouding. Er zijn vrijheidsbenemende en vrijheidsbeperkende dwangmiddelen:

  • Staande houden (art. 52 Sv): als enige vrijheidsbeperkend.
  • Aanhouden, art. 53/54 Sv.
  • Ophouden voor onderzoek, art. 56a Sv.
  • Inverzekeringstelling, art. 57 Sv.
  • Voorlopige hechtenis.

Hoe ingrijpender het dwangmiddel is, hoe strenger de voorwaarden + hoe hoger de autoriteit.

.....read more
Access: 
Public
Samenvattingen en studiehulp voor Rechten Bachelor 3 aan de Rijksuniversiteit Groningen
Follow the author: Law Supporter
Contributions, Comments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
3185