Staatsrecht 3 - RUG - Oefententamen 2017/2018 (2)

Vragen

Vraag 1

Maximaal aantal woorden: 120
Mogelijk aantal punten: 10
Geef aan hoe het Grundgesetz probeert te garanderen dat het Bundesverfassungsgericht (BVerfG) zowel de soevereiniteit van het Duitse volk als het federale karakter van de Bondsrepubliek representeert. Motiveer Uw antwoord aan de hand van het Grundgesetz. (10 punten)

Vraag 2

Maximaal aantal woorden: 300
Mogelijk aantal punten: 10
Stel: Nederland overweegt de vertrouwensregel te codificeren en kijkt daarvoor naar het Franse en Zweedse voorbeeld. Welke van beide voorbeelden is dan het meest geschikt om over te nemen, in de zin dat het het beste past in het Nederlandse staatsbestel? (10 punten)

U hebt voor het antwoord op deze vraag de Grondwet in principe niet nodig.

Vraag 3

Maximaal aantal woorden: 120
Mogelijk aantal punten: 10
Frankrijk kent, net als Nederland, een incorporatiestelsel ten aanzien van de doorwerking van geschreven internationaal recht. Toch verschillen deze beide systemen ook op een aantal punten. Noem twee punten waarop het Franse systeem afwijkt van het Nederlandse. (10 punten)

U hebt voor het antwoord op deze vraag de Grondwet in principe niet nodig.

Vraag 4

Maximaal aantal woorden: 120
Mogelijk aantal punten: 10
In Nederland bestaat voor de regering de mogelijkheid om zonder grondslag in de wet algemeen verbindende voorschriften uit te vaardigen; deze bevoegdheid is vastgelegd in artikel 89, tweede lid van de Grondwet. Bestaat in Frankrijk evenzeer de mogelijkheid voor de regering om dergelijke algemeen verbindende voorschriften, die geen grondslag in de wet hebben, uit te vaardigen? Motiveer Uw antwoord, mede aan de hand van de Franse constitutie.
(10 punten)

U hebt voor het antwoord op deze vraag de Grondwet in principe niet nodig.

Vraag 5

Maximaal aantal woorden: 250
Mogelijk aantal punten: 10
In Duitsland vormt de Legitimationskette een belangrijk concept waaraan het democratisch gehalte van de staat moet voldoen. In hoeverre voldoet de aanstellingswijze van de organen die in het Verenigd Koninkrijk betrokken zijn bij de vaststelling van Acts of Parliament aan de eisen die het Duitse concept stelt? (10 punten)

Vraag 6

Maximaal aantal woorden: 250
Mogelijk aantal punten: 10
Er wordt wel gezegd dat de Constitutie van de vijfde republiek vooral gezien moet worden als een reactie op de Constitutie van de derde en vierde republiek. Leg aan de hand van twee bepalingen uit de huidige Franse Constitutie uit hoe die bepalingen herhaling van de vermeende fouten van de derde en vierde Republiek beogen te voorkomen.
(10 punten)

Vraag 7

Mogelijk aantal punten: 20
Stel, de Duitse deelstaat Saarland is erg gecharmeerd van het Franse staatsrecht en wil zijn grondwet als volgt wijzigen: er wordt een rechtstreeks gekozen minister-president ingevoerd; omdat de minister-president rechtstreeks gekozen gaat worden krijg die ook de bevoegdheid zelf ministers te benoemen; deze ministers blijven wel afhankelijk van het vertrouwen van de Saarlandse Landdag; het kiesstelsel voor de Saarlandse landdag, dat sterk lijkt op het kiesstelsel voor de Duitse Bondsdag, blijft ongewijzigd.

Vraag 7A

Leg uit of het Grundgesetz (GG) het toestaat dat Saksen de voorgestelde wijzigingen van de Saarlandse grondwet doorvoert. (10 punten)

Vraag 7B

Stel: de voorgestelde wijzigingen zijn ingevoerd. Leg uit in hoeverre u het dan waarschijnlijk acht dat de Saarlandse regering voortaan zal bestaan uit ministers van één partij. (10 punten)
Maximaal aantal woorden: 300
Mogelijk aantal punten: 10

Vraag 8

Maximaal aantal woorden: 250
Mogelijk aantal punten: 10
De Zweedse constitutie, zoals neergelegd in de Regeringsformen (RF) en de andere wetten met constitutionele rang, heeft van oudsher een karakter dat aansluit bij de Nederlandse constitutie, maar is aanzienlijk normatiever geworden sinds de herziening van 1974. Geef drie voorbeelden waaruit dit tegenwoordige normatieve karakter blijkt. (10 punten).

U hebt voor het antwoord op deze vraag de Grondwet in principe niet nodig.

Vraag 9

Maximaal aantal woorden: 120
Mogelijk aantal punten: 10
Illustreer aan de hand van Britse wetgeving welk systeem van doorwerking van volkenrecht het Verenigd Koninkrijk kent. (10 punten)

Antwoordindicatie

Vraag 1

Het BVerfG wordt gemengd samengesteld: de helft van de leden wordt gekozen door de Bondsdag (als vertegenwoordiger van het soevereine Duitse volk), de andere helft wordt gekozen door de Bondsraad, als vertegenwoordiger van de Duitse deelstaten (art. 94 GG).

Vraag 2

Frankrijk heeft een positieve vertrouwensregel die vergt dat het vertrouwen wordt uitgesproken voordat de regering aan de slag kan. (art. 49 lid 1 Constitution; boek 161-162). (Verder stelt art. 49 enkele beperkingen aan de indiening van de motie van wantrouwen, zoals een maximum aantal en een afkoelingsperiode.) (3 punten) Zweden kent een negatieve vertrouwensregel. Uit art. 6:4 lid 1 blijkt dat het niet nodig is dat de Rijksdag een nieuwe regering het vertrouwen uitspreekt. Verder regelt art. 6:7 lid 1 dat de bewindspersoon in wie het vertrouwen is opgezegd door de Rijksdag wordt ontslagen (tenzij bijzondere Rijksdagverkiezingen worden uitgeschreven).(3 punten) Het Zweedse stelsel is het meest geschikt voor codificatie in Nederland omdat wij ook geen positieve, maar wel negatieve vertrouwensregel kennen en we verder ook geen beperkingen of obstakels voor het gebruik ervan kennen. (4 punten)

Vraag 3

Correcte voorbeelden, voor 5 pt per voorbeeld:

  •  De Franse Grondwet regelt alleen iets tav verdragen en rept niet van besluiten van volkenrechtelijke organisaties;
  •  De Franse Grondwet kent niet het begrip eenieder verbindendheid;
  •  De Franse Grondwet verleent verdragen wel voorrang op de wetten, maar niet op de Grondwet;
  • Art. 55 van de Franse Grondwet draagt de rechter op, te onderzoeken in hoeverre de andere verdragspartijen zich aan de verplichtingen uit het verdrag houden, voordat hij een verdrag voorrang kan verlenen.
  • Opmerkingen ten aanzien van de door studenten gegeven (onjuiste) antwoorden:
  • De vraag is of er twee voorbeelden gegeven kunnen worden, niet meer. Als je meer voorbeelden had bedacht, had je de twee meest overtuigende moeten noteren, je kan je kansen niet verhogen door te spreiden.
  • Art. 55 gaat over voorrang, dus over het laten prevaleren van verdragen of verdragsbepalingen, het is geen voorwaarde voor inwerkingtreding. In het antwoord moet duidelijk zijn dat je dat hebt begrepen.
  • De vraag gaat over incorporatie, over doorwerking, niet over ratificatie van verdragen.

Vraag 4

Ja, die mogelijkheid is er; alle wetgevende bevoegdheden die niet op grond van art. 34 van de Grondwet aan het parlement toekomen mogen door de regering (niet: de President) door middel van de minister-president worden uitgeoefend (art. 21).

Vraag 5

De Legitimationskette houdt in dat al het overheidsgezag terug te voeren moet zijn op het soevereine volk. (2 punten) Het VK voldoet grotendeels aan de eisen die het Duitse concept stelt.De aanstellingswijze en bevoegdheid van het Lagerhuis en de ministers in ieder geval wel. Het Lagerhuis wordt immers gekozen en de ministers zijn van zijn vertrouwen afhankelijk. (4 punten) Dat geldt echter niet voor de aanstellingswijze van de koningin en het Hogerhuis, wiens aanstelling niet op verkiezing
(of het Lagerhuis) terug te voeren zijn, maar deels op erfopvolging. (4 punten)

Vraag 6

De Vijfde Republiek wil vooral afrekenen met de parlementaire dominantie over de executieve die leidde tot de val van vele regeringen (en dus tot veel instabiliteit) die de Derde en de Vierde Republiek kenmerkten. (4 pt.) Bepalingen aan de hand waarvan dat geïllustreerd kan worden zijn (3 pt. per bepaling met uitleg): Art. 49-50: De mogelijkheden tot het indienen van moties van wantrouwen zijn sterk beperkt, terwijl de regering haar lot aan een wetsvoorstel kan verbinden. In het laatste geval is de wet aangenomen tenzij de Assemblée haar wantrouwen uitspreekt; Art. 34 Constitutie bepaalt de onderwerpen waarover het parlement wetten mag maken; Art. 10: de President kan het parlement dwingen het debat over een wet te  heropenen; Art. 11 en 89: grondwetswijzigingen en sommige wetten kunnen via een referendum, buiten het parlement om worden aangenomen, op initiatief van de regering;

Vraag 7

Vraag 7A

De Verfassungsautonomie van de Landen wordt beperkt door het homogeniteitsprinzip. Dat staat het plan in principe echter wel toe. Het eist immers weliswaar een gekozen volksvertegenwoordiging (art. 28 lid 1 GG), maar daar staat niet bij wat precies de bevoegdheden van die vertegenwoordiging moeten zijn. Zolang het parlement niet helemaal uitgekleed wordt zou het moeten mogen. Homogeniteitsbeginsel en uitleg: Landen beperkt in Verfassungsautonomie: 2 pt
Vindplaats en aanduiding inhoud: 2 pt
Uitleg dat dit plan mag: 6 pt.

Vraag 7B

Vertrouwensband: In de dan ingevoerde wijzigingen bestaat de regering uit een rechtstreeks gekozen minister- president en door hem/haar benoemde ministers. Die ministers zijn echter afhankelijk van het vertrouwen van de Saarlandse Landdag (2 pt)
Evenredig kiesstelsel: Dus is het de vraag hoe waarschijnlijk het is dat die Landdag een regering zou steunen die uit ministers van één partij bestaat. Gegeven is dat het Saarlandse kiesstelsel sterk lijkt op dat van de
Bondsdag. Vanwege het overwegend evenredige gehalte daarvan is het waarschijnlijk dat niet één partij de meerderheid in de Landdag zal hebben (3 pt.)
Coalitievorming: En er dus een coalitie nodig is voor een regering die op het vertrouwen van de Landdag kan steunen. (3 pt.)
Conclusie: Ook als een rechtstreeks gekozen minister-president zelf ministers kan benoemen zal de regering daarom waarschijnlijk niet uit leden van één partij bestaan. Die zou de Landdag immers naar huis sturen. (2 pt.)

Vraag 8

  • invoering volksoevereiniteit;
  • volstrekte symbolisering Koningschap;
  • versterking rol parlement in bijvoorbeeld de regeringsvorming;
  • opneming staatsdoelen;
  • versterking rol grondrechten en uitbreiding ervan.

Vraag 9

Het VK kent een transformatiestelsel (3 pt), hetgeen wil zeggen dat opneming van de inhoud van een verdrag in de eigen rechtsorde dient te geschieden door overname van die inhoud in een nationale wet. (2 pt) Het transformatiestelsel is bijvoorbeeld te herkennen in de Human Rights Act van 1998 of de European Communities Act van 1973 (3 pt), waarin zorg gedragen wordt voor de omzetting en eventuele directe gelding van resp. het EVRM en Europees verdragsrecht (2 pt).

Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
special isis de wereld in

Waag jij binnenkort de sprong naar het buitenland? Verzeker jezelf van een goede ervaring met de JoHo Special ISIS verzekering

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1535