Staatsrecht 2 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 - Week 4

Vragen

Vraag 1

Sinds 1 januari 2015 is een groot deel van de overheidstaken op het terrein van de Jeugdwet, de zorg voor ouderen en langdurig zieke (wet maatschappelijke ondersteuning 2015) en voor mensen die niet in hun eigen onderhoud kunne voorzien (Participatiewet) overgeheveld van het Rijk (of soms: de provincie) naar de gemeenten. Gesproken wordt wel van ‘decentralisaties in het sociale domein’. Het betekent dat iedere gemeente voortaan naar eigen inzicht de uitvoering van deze drie wetten ter hand kan en zal nemen, uiteraard met inachtneming van de wettelijke kaders.

  1. Waarom heeft een dergelijke decentralisatie alleen zin als gemeentebesturen beleidsvrijheid hebben bij de uitvoering van deze wetten?
  2. Is er bij de uitvoering van deze drie wetten in het sociale domein sprake van autonomie of medebewind? Licht uw antwoord toe.
  3. Ziet u risico’s aan deze overheveling van taken naar de gemeenten?

Vraag 2

De positie van het OM is geregeld in hoofdstuk 4 van de Wet RO.

  1. Leg uit waarom hier sprake is van deconcentratie, zoals in het Handboek behandeld op p. 856.
  2. Beschikt het OM over eigen bevoegdheden?
  3. Bestudeer art. 127 Wet RO. Acht u deze bepaling juridisch nodig?

Vraag 3

Volgens art. 150 lid 1 Gemw moet de gemeenteraad een verordening vaststellen waarin regels worden gesteld mbt de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken.

  1. Gaat het hier om een autonome taak of een medebewindstaak? Betrek art. 124 Gw en art. 108 lid 2 Gemw.
  2. Welke rechtsgevolgen zijn verbonden aan het onderscheid tussen autonomie en medebewind?
  3. Wat is ‘taakverwaarlozing’ en wie kan er ‘in de plaats treden’ als een medebewindstaak wordt verwaarloosd? Betrek in uw antwoord art. 132 lid 5 Gw, en de artikelen 124 e.v. Gemw.
  4. Kunnen GS de inspraakverordening bedoeld in vraag 3a vaststellen als de raad dit verzuimt?

Vraag 4

Er is veel discussie over de beste aanstellingswijze van de burgemeester. Verschillende varianten zijn denkbaar: door de kroon benoemd, zoals nu het geval is, door de raad benoemd of rechtstreeks gekozen.

  1. Welke consequenties zal een rechtstreeks gekozen burgemeester hebben voor de (controlerende) positie van de gemeenteraad?
  2. Waarom ligt het bij een rechtstreeks gekozen burgemeester voor de hand dat zijn dakenpakket wordt vergroot en hij zijn eigen wethouders zal willen benoemen?
  3. In hoeverre kan de huidige verhouding tussen raad en burgemeester worden gekwalificeerd als een verhouding waarin de vertrouwensregel geldt?

Vraag 5

Stel, de gemeenteraad verbiedt in een autonome verordening het stoken van houtkachels vanwege de overlast die dit voor buurtbewoners oplevert. Mevrouw, bekend om haar ‘natuurlijke’ levensstijl, stookt al jaren uitsluitend op hout, en zij meent dat het met de stank en overlast wel meevalt. Ze vindt de geur ‘heel natuurlijk’ en een stuk gezonder dan al die elektromagnetische straling van al die mobiele telefoons, maar daar klaagt zij toch ook niet over? Volgens haar gaat de gemeente er trouwens ook helemaal niet over, wat ze thuis doet, moet ze toch zeker zelf weten?

  1. Heeft mevrouw gelijk?
  2. Stel, de verordening blijft juridisch overeind en inspireert het provinciebestuur tot het maken van een vergelijkbare provinciale regeling. PS menen echter op die manier het milieubelang te behartigen. Uit de toelichting blijkt bovendien duidelijk dat de provinciale verordening de bescherming van dit milieubelang uitputtend beoogt te regelen. Wat gebeurt er op het moment van inwerkingtreding van de provinciale verordening met de bepaling uit de gemeentelijke verordening?
  3. Kunt u uitleggen waarom de ‘motieftheorie’ de autonomie van de gemeentebesturen beschermt en vergroot?

Vraag 6

De Vuurwerkverbod Hilversum-uitspraak betreft de interne verdeling van de bevoegdheden over gemeentelijke bestuursorganen.

  1. Waarom meenden appellanten dat art. 2.7.3 van de APV Hilversum onverbindend was?
  2. Wat moet volgens de Afdeling worden verstaan onder het begrip ‘handhaving van de openbare orde?
  3. Waarom is het antwoord op 6b van belang voor het bepalen van de bevoegdheid van het college?

Vraag 7

Omdat veel gemeenten de uitvoering van de drie decentralisaties in het sociale domein niet zelfstandig aankunnen, hebben zij veelal besloten tot formele samenwerking. Dat gebeurt op basis van de Wgr. Op basis van deze wet is het mogelijk een nieuw openbaar lichaam in het leven te roepen met een eigen algemeen bestuur dat uit zijn midden een dagelijks bestuur vormt. In het algemeen bestuur zitten per deelnemende gemeenten een of enkele raadsleden of collegeleden, namens hun gemeente. Samen beslissen zij over de wijze waarop de bevoegdheden die aan de gemeenschappelijke regeling zijn overgedragen worden uitgeoefend. Het dagelijks bestuur legt aan het algemeen bestuur verantwoording af.

  1. Er is veel kritiek op de democratische gebrekkigheid van de gemeenschappelijke regelingen met zo een openbaar lichaam. Leg dat uit adhv hoofdstuk 1, afdeling 2 paragraaf 2 van de Wgr.
  2. Als alternatief wordt wel voor fusie van gemeenten gepleit. Wat zijn daarvan de nadelen?

Antwoordindicatie

Vraag 1

  1. De voorzieningen die nodig zijn in het sociale domein kunnen van gemeente tot gemeente verschillen. Bij verschillende omstandigheden (geografisch, leeftijd, politiek etc) horen ook verschillende voorzieningen. Je kan alleen maar rekening houden van plaatselijke omstandigheden als je beleidsvrijheid hebt. Vb: gemeenteraadsverkiezingen. In elke gemeente wordt ander beleid gevoerd.
  2. Medebewind, art. 124 lid 2 grondwet. Er wordt iets gevorderd van de gemeente, ogv een andere wet dan de Grondwet of gemeentewet, nml de Jeugdwet, Wet maatschappelijke ondersteuning en de Participatiewet. De wetgever regelt de belangrijkste regels/beleidskeuzes in een wet in form zin. Op decentraal niveau moet er nadere invulling worden gegeven. Op het moment dat ambtenaren worden ingeschakeld vordert hij medewerking in zijn beleid.
  3. Risico’s zouden kunnen zijn dat er te grote verschillen ontstaan in verschillende gemeentes en er dus ongelijkheid is. Vb: bijzondere bijstand.

Vraag 2

  1. Het OM is een onderdeel van het ministerie van J&V. Je moet onderscheid maken tussen de interne relatie tussen het ministerie en het OM en de externe relatie tussen de wfz en het OM.
  2. Ja, de bevoegdheid om mensen te vervolgen., 148 Sv e.v.
  3. Het is niet nodig, omdat de bevoegdheid om aanwijzingen te geven al blijkt uit het feit dat ze ondergeschikten zijn. Maar dit artikel is puur om te verduidelijken wat er al gold. Omdat de minister de baas is van het ministerie kan hij aanwijzingen geven. Het artikel suggereert dat als het er niet zou staan, het niet zo zou zijn. Ondergeschiktheid betekent dat de minister als bovengeschikte aanwijzingen mag geven.

Vraag 3

  1. Het gaat om een autonome taak. Bij autonomie gaat het om dat wat op eigen initiatief en eigen inzicht wordt geregeld, dit blijkt uit art 124 lid 1 Gw.  en om beslissingen die worden gevorderd in de gemeentewet. Dat is hier het geval, namelijk art 150 lid 1 Gemw. Ook 108 lid 2 Gemw herhaalt eigenlijk het art. in de Gw. Als de gemeentewet zelf iets vordert dan is het geen medebewind maar autonomie. !!! Je ziet dit terug in de tekst van 108 lid 2 Gemw!, niet in 124 Gw Geldt op provinciaal niveau hetzelfde. Medebewind is meewerken aan beleidsspecifieke hogere regelgeving.
  2. Het enige rechtsgevolg is dat er in art. 132 lid 5 onderscheid wordt gemaakt bij de toepassing van taakverwaarlozing.Eerste zin 132 lid 5 = medebewind, want er wordt verwezen naar de Grondwet en dat is een beleids specifieke hogere regelgeving. 124 Gemw is uitwerking van 132 lid 5 1e zin Gemw
  3. Taakverwaarlozing houdt in dat er in een gemeente of provincie iets had moeten gebeuren, wat dus niet is gebeurd. Er is echter wel een verschil met grove taakverwaarlozing, wat inhoudt dat er als gevolg van chaos in een gemeente of provincie niet behoorlijk meer bestuurd kan worden en er geen besluitvorming meer nodig is.  Het gemeentebestuur is verzamelnaam voor hoofdorganen van de gemeente: waaronder de raad, het college en burgemeester.

Gemeenteniveau:

  • Als de raad een taak verwaarloost dan grijpt GS in. Niet de PS omdat zij eens per maand vergaderen en dat niet praktisch is. Kun je beter aan het dagelijks bestuur overlaten, vandaar dat er twee keer GS staat.
  • Als het college een taak verwaarloost dan grijpt GS ook in.
  • Als de burgemeester een taak verwaarloost dan grijpt de CdK in.  (tegenhanger op provinciaal niveau)

Provincieniveau:   121 Provinciewet

  • Als provinciale staten taak verwaarloost, dan kan minister ingrijpen
  • Als GS verwaarloost, dan Minister zelf

Als CdK verwaarloost, dan Minister zelf

Minister die gaat over het terrein, dus kan verschillen. Als de raad een taak verwaarloost, dan zegt 124 gemw wat er moet gebeuren. Dat is een medebewindstaak. Stel dat de GS niks doet, dan kan de minister niet op deze grondslag ingrijpen

  1. Nee, er is sprake van een medebewindstaak en geen autonome taak

Vraag 4

  1. De gedachte dat de raad een legitimatie heeft om de burgemeester te controleren. Als de burgemeester rechtstreeks wordt gekozen door de bevolking dan heeft hij net zo’n democratische legitimatie, en de raad his dan niet meer in de positie om met gezag de burgemeester te controleren.
  2. Een gekozen burgemeester die campagne gaat voeren en die van alles belooft gaat lobbyen bijv in het college en gaat proberen bevoegdheden naar zichzelf toe te trekken om alsnog zijn beloftes waar proberen te maken.
  3. Formeel geldt de vertrouwensregel niet. Geldt wel voor de wethouders, die hebben een vertrouwensrelatie. Op gemeentelijk niveau is dit zelfs gecodificeerd in 49 Gemw. Maar de burgemeester valt hier niet onder. Er is wel een voorziening die erop lijkt, 61B gemw.

Vraag 5

  1. De benedengrens van art 149 Gw is dat de raad niet mag treden in de privésfeer van burgers. Maar aangezien de rook de privésfeer verlaat en omwonenden last ervaren, gaat het om het algemeen belang. 3 grenzen: boven, beneden en territoriaal. Wilnisser Visser arrest
  2. Kijken naar Emmense Baliekluivers. Sprake van anterieure verordening. Wat de gemeentelijke verordening was er eerder. Het motief verschilt, dus niet hetzelfde onderwerp, dus je kan 122 gemw niet toepassen. De bepaling vervalt niet van rechtswege, blijft dus bestaan.

Hoe los je dit op?

  • Vaststellen of het gaat om een anterieure of posterieure gemeentelijke verordening. Anterieur 122, posterieur 121.
  • Hebben de regelingen hetzelfde onderwerp? Toepassen arrest Emmense baliekluivers. Onderwerp = object + motief.
  1. Een regeling blijft eerder overeind of mag eerder gemaakt als hij een ander motief heeft. Er is veel minder snel beperking van de bevoegdheid want minder snel sprake van zelfde onderwerp

Vraag 6

  1. Appelanten zeiden dat het verkeerde bestuursorgaan was aangewezen. R.o. 2: onverbindendheid APV.
  2. r.o. 2.4. Volgens wetsgeschiedenis betekent ‘handhaving van de openbare orde’ het feitelijk herstellen en bewaren van de openbare orde.
  3. Als er sprake is van handhaving in de betekenis van 6b dan moet de burgemeester. Hoofdregel is dat college bevoegd is tenzij de burgemeester dat is.

Vraag 7

  1. Als je de bevoegdheden overdraagt, dan ga je er zelf niet meer over. Dit leidt dus tot een democratisch probleem, het DB wordt gecontroleerd door het AB en die neemt dan bindende besluiten terwijl ze niet rechtstreeks zijn gekozen.
  2. Er ontstaat dan een kloof tussen burgers en de gemeente en leidt tot verlies van identitieit en minder invloed. Voordelen van kleinschaligheid verdwijnen en de decentralisatieparadox gaat op (we dragen bevoegdheden over aan gemeenten om dichter bij burgers te staan, mar dit is te veel en daarom moeten ze samenwerken en daardoor staan ze weer verder van burgers af)
Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
oneworld magazine
Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:
Institutions, jobs and organizations:
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1612