HC63: Groei en groeistoornissen
Groei
Kinderen zijn geen kleine volwassenen → ze hebben een heel andere dimensie. De groeischijf heet ook wel de fyse. Stamcellen bij de fyse groeien richting de metafyse en calcificeren → de richting van de groei is naar het centrum van het bot toe. 80% van de groei van het been zit in de knie en bij de arm zit de meeste groei bij de schouders in de pols. Restgroei heet enchondrale verbening en vindt plaats in het bot zelf. Hier wordt kraakbeen omgezet in bot.
Groeihormoon:
Groeihormonen beïnvloeden de groeischijf en zorgen voor proliferatie. Deze hormonen worden omgezet in de lever en zorgen ervoor dat chondroblasten en chondrocyten uitzetten en groeien.
Rondom de puberteit is er een piek en vervolgens een rem van oestrogeen en testosteron, waarna de groeischijven sluiten en de chondrocyten volledig verbenen. Meisjes hebben vlak voor de menarche hun laatste groeispurt.
Beenlengteverschil:
Als er 1 been wat meer belast wordt dan het andere been krijgt deze meer doorbloeding → groeit meer. Hierdoor ontstaat een beenlengteverschil. Een beenlengteverschil tot 1 cm is in principe geen probleem.
Oorzaken van groeistoornissen
Groeistoornissen kunnen verschillende oorzaken hebben:
- Trauma door de groeischijf heen
- De meest voorkomende oorzaak van groeistoornissen
- De groeischijf groeit door fractuurgenezing aan elkaar → groei stopt
- Vooral ernstig als de groeischijf uit elkaar wordt getrokken of in elkaar wordt gedrukt
- Infectie rondom de groeischijf
- Een bacterie zorgt voor infectie van de groeischijf → zorgt voor meer doorbloeding en een hardere groei, of voor vernietiging van de groeischijf en dus voor verlies van groei
- Tumor rondom de groeischijf
- Ook goedaardige tumoren kunnen in de weg zitten
- Endocrien
- Hormonale terugkoppeling naar de groeischijf gebeurt niet goed
- Aanlegstoornis
- Bijv. geboren worden zonder fibula of femurkop
Varus en valgus
Normaal gesproken verloopt groei niet helemaal symmetrisch:
- Kinderen van 0-2 jaar hebben O-benen
- Kinderen van 2-7 jaar hebben X-benen
Een varus (O-benen) of valgus (X-benen) is dus niet altijd erg. Om de ernst te bepalen wordt er gekeken naar de belastingsas. De lijn van de belastingsas wordt getrokken vanaf het centrum van de heupkop naar het centrum van de enkel:
- Als de belastingsas door de knie heen loopt, is er geen probleem
- Als de belastingsas helemaal niet door de knie loopt, maar door de mediale of laterale epicondyl, is er een probleem
HME-MO:
Bij HME-MO zijn er multipele afwijkingen van het skelet waarbij groeischijfcellen ontsnappen uit de groeischijf. Dit zorgt voor een valgus stand.Het gaat dan om osteochondromen, diezichtbaar zijn als bulten die aan de zijkant van het bot groeien.
Asymmetrie:
Als een varus of valgus asymmetrisch is, is dit altijd slecht. Asymmetrie van de groeischijf kan 2 oorzaken hebben:
- M. Blount: de groeischijf groeit aan de ene kant harder dan aan de andere kant
- Trauma
Behandeling:
Een asymmetrische varus of valgus kan op 3 manieren gecorrigeerd worden:
- De groeischijf aan de snel groeiende kant afremmen
- Het bot doorsnijden en vastzetten in een rechte stand
- Hemi-epifysiodese: een plaatje met 2 schroeven rondom de groeischijf aan 1 van de epicondylen vastzetten → de groeischijf wordt geremd
- Heeft de vorm van een 8 → heet een “8-plate”
- De plaatjes worden gezet aan de kant die te hard groeit
Fibuladeficiëntie:
Fibuladeficiëntie is een aandoening waarbij de patiënt is geboren zonder fibula.
Te lang of te kort
Wanneer iemand te lang is, hangt af van het geslacht:
- Mannen: >2 meter
- Vrouwen: >1,90 meter
Behandeling:
Om snelle groei te remmen kan er geboord worden in de groeischijf en met een draadje kapot gemaakt worden. Hierdoor stopt de groei. Na zo’n ingreep kan het been na 2 weken weer volledig belast worden en is na 6 weken sporten weer mogelijk.
Proximale femorale focale deficiëntie
Proximale femorale focale deficiëntie (PFFD) is een congenitale, niet erfelijke aanlegstoornis van het proximale femur. Het is een partieel skelet defect met instabiliteit van het heupgewricht en verkorting van de femur. PFFD gaat soms samen met een afwezige fibula.
De incidentie van PFFD is 1:50.000-1:200.000 → het is de derde meest voorkomende longitudinale deficiëntie van de onderste extremiteit.
Kraakbeentumoren
Kraakbeentumoren vormen >60% van de benigne bottumoren en 10-20% van de maligne bottumoren:
- Benigne kraakbeentumoren
- Osteochondroom: kraakbeentumor op het bot
- Normale groei, maar dan aan de buitenkant van het bot → er ontstaat een bultje op het oppervlak van het bot, dat langzaam verbeent
- Cellen uit de knoop van Ranvier ontsnappen uit de groeischijf
- De knoop van Ranvier ligt in de groeischijf
- Er komt een klein beetje kraakbeen uit de fyse
- De tumor is omringd door kraakbeenkapsel
- Lijkt op een groeischijf
- Cellen uit de knoop van Ranvier ontsnappen uit de groeischijf
- Vaak in lange pijpbeenderen, met name rond de knie
- Het merg is continu met het onderliggende bot
- Stopt in de puberteit met groeien
- Als de tumor door blijft groeien na de puberteit, is er een kwaadaardige tumor
- Is eigenlijk geen neoplasma → het zijn gewoon normale cellen
- Kan solitair sporadisch of multipel voorkomen:
- In 86% van de gevallen solitair sporadisch
- In 14% van de gevallen multipel: in 60-80% van de gevallen is het dan het hereditaire multipele osteochondroma syndroom (MO)
- Er is een erfelijke autosomaal dominante mutatie in EXT1 (8q24), EXT2 (11p) of EXT3
- De groeischijven zijn “lek”
- Kan bij een 2e mutatie lijden tot een kwaadaardige chondrosarcoom
- Patiënten zijn <20 jaar
- Mannen zijn vaker aangedaan dan vrouwen
- Normale groei, maar dan aan de buitenkant van het bot → er ontstaat een bultje op het oppervlak van het bot, dat langzaam verbeent
- Enchondroom: kraakbeentumor in het bot
- In het merg van het bot
- Vooral in de kleine botten van de handen en voeten
- Osteochondroom: kraakbeentumor op het bot
- Maligne kraakbeentumoren
- Chondrosarcoom
Casus
Een man van 22 komt bij de arts met een zwelling op zijn rechter voorarm. Deze zwelling is al meer dan 10 jaar aanwezig. De man heeft verder geen klachten en de zwelling is niet in grootte toegenomen. Radiologisch onderzoek laat een osteochondroom zien, zonder significant kraakbeenkapsel.
De arts besluit een röntgenfoto en CT-scan te maken. Vervolgens besluit hij nog geen behandeling te geven omdat excisie mogelijk de armfunctie kan beschadigen. De patiënt wordt geadviseerd contact op te nemen als de zwelling toeneemt in grootte.
2 jaar later komt de patiënt terug met een enorme zwelling ter grootte van een voetbal op zijn arm. Op een MRI is zichtbaar dat een paar kraakbeencellen zijn ontsnapt en een kraakbeen tumor hebben gevormd. In het ziekenhuis wordt meteen een biopt genomen, wat een Gd-1 chondrosarcoom laat zien. De patiënt wordt geadviseerd om alles onder de elleboog te laten amputeren.
HC64: Fibreuze dysplasie
Achtergrond
Fibreuze dysplasie is een zeldzame aandoening. De incidentie is onbekend, maar vormt 5% van alle benigne bottumoren. Bij fibreuze dysplaise wordt gezond weefsel vervangen door fibreus weefsel. Er zijn verschillende typen fibreuze dysplasie:
- Monostotisch
- In 1 bot
- Polyostotisch
- In meerdere botten
- McCune-Albright syndroom
- Treedt in de puberteit op
- Mazabraud syndroom
- Spieren zijn betrokken
Deze aandoeningen hebben dezelfde oorzaak maar een andere behandeling.
Etiologie
Fibreuze dysplasie ontstaat door een postzygote mutatie op chromosoom 20 in de regio van het GNAS-gen. Het GNAS-gen codeert voor het G5α-eiwit. Het is een mozaïcisme → een deel van de cellen in het lichaam draagt de mutatie, het andere deel niet.
Door de mutatie is er een opregulatie van c-AMP, dat uiteindelijk tot aanmaak van abnormale osteoblasten lijkt. Hierdoor ontstaat er abnormaal botweefsel, waardoor er weer osteoclasten gevormd worden → meer botresorptie. Uiteindelijk ontstaat er dus verdund bot.
Op endocrinologisch gebied veroorzaakt fibreuze dysplasie een hyperfunctie → er worden te veel stoffen geproduceerd, waaronder:
- RANKL
- FGF-23
- Schildklierhormonen
Het komt erop neer dat het bot een verminderde mechanische sterkte heeft, waardoor deformiteiten en fracturen ontstaan. Het bot is fibreus en bevat weinig calcium. Bij de behandeling moeten de osteoclasten worden geremd.
Kliniek
Fibreuze dysplasie kan op verschillende manieren naar boven komen:
- Asymptomatisch
- Pijn
- Recidiverende fracturen
- Deformatie van het bot
Klachten kunnen afhankelijk van de leeftijd variëren. Vooral jonge mensen hebben vaak last van fracturen.
Diagnostiek
De diagnose van fibreuze dysplasie vindt vaak plaats op jonge leeftijd. Dit kan op basis van:
- Klinische gegevens
- Jonge patiënten met pijn of een fractuur
- Herhaalde inventarisatie gedurende de kindertijd
- Radiologisch onderzoek
- Röntgenfoto
- Skeletscintigrafie
- Om te kijken of het om 1 bot of meerdere botten gaat
- MRI-scan
- CT-scan
- Bloedonderzoek in het laboratorium
- Verhoogde botmarkers
- Voor botaanmaak
- P1nP: “total procollagen type 1 N-terminal propeptide”
- Voor type 1 collageen depositie
- Indien P1nP verhoogd is, is er een verhoogde bot turn-over
- Alkalisch fosfatase
- P1nP: “total procollagen type 1 N-terminal propeptide”
- Voor botafbraak
- CTX
- β-crosslabs: cross-linked afbraakprodcuten van type 1 collageen
- Indien β-crosslabs verhoogd zijn, is er een verhoogde bot turn-over
- Voor botaanmaak
- Bothuishouding: met name calcium en fosfaat metabolisme
- Calcium
- Fosfaat
- Vitamine D
- PTH
- FGF-23
- Een specifieke marker voor de ernst van fibreuze dysplasie
- Er is een verhoogde productie door osteocyten met een GNAS-mutatie
- Veroorzaakt hypofosfatemie door verhoogde renale uitscheiding van fosfaat
- Verhoogde botmarkers
Histologie wordt alleen uitgevoerd wanneer en twijfel over de diagnose is. Het volgende is dan zichtbaar:
- Vervormde osteoblasten
- Veranderde structuur van botweefsel
- “Chinese letters”: een heel typisch kenmerk voor fibreuze dysplasie
Bij twijfel kan de GNAS-mutatie bepaald worden.
Behandeling
Er zijn verschillende behandelingen voor fibreuze dysplasie mogelijk:
- Conservatief
- Eventueel vitamine D of fosfaat geven
- Chirurgisch
- De orthopeed behandelt het hele skelet, behalve de schedel
- De neurochirurg, kaakchirurg, oogarts of KNO-arts behandelt de schedel
- Medicamenteus: endocrinologie
Chirurgische behandeling:
Chirurgische behandeling voor fibreuze dysplasie bestaat uit bottransplantatie. Hier worden gaten in het bot opgevuld met implantaten:
- Corticaal
- Allograft
Bottransplantatie werkt niet echt goed, omdat de osteoclasten het weer opvreten → als bottransplantatie wordt toegepast, moet het na een aantal jaar vervangen worden.
Medicamenteuze behandeling:
Medicamenteuze behandeling voor fibreuze dysplasie is controversieel. Er zijn verschillende mogelijkheden:
- Bisfosfonaten
- Zorgt ervoor dat het bot rustiger wordt en dat er meer botvorming komt
- Niet elke patiënt reageert erop
- Denosumab
- Een antilichaam tegen RANKL → alle vormen van osteoclasten worden uitgeschakeld
- Zeer effectief
- Er is wel een enorm “rebound” fenomeen
- Als denosumab wordt gestaakt, valt het effect acuut weg
- Wordt ook gebruikt tegen osteoporose
McCune-Albright syndroom
McCune-Albright syndroom is een genetische stoornis waarbij patiënten polyostotische fibreuze dysplasie met endocrinologische afwijkingen en café-au-lait vlekken hebben. Symptomen zijn:
- Fracturen en deformiteiten van de benen, armen en schedel
- Pubertas praecox: vroege puberteit
- Mammavorming
- Geslachtsbeharing
- Anovulatoire cyclus
- Hyperthyreoïdie
- Groeihormoon overproductie → snelle groei
- Pigmentvlekken op de huid → café-au-lait vlekken
- Zijn altijd slechts op 1 helft van het lichaam aanwezig
- Prolactine overproductie
- Syndroom van Cushing
- Met name bij jonge kinderen
Het McCune-Albright syndroom heet ook wel het “Renal-Phosphate-Wasting-Syndrome”. Het is opvallend dat door de jaren heen de klachten veranderen. Hierdoor komen patiënten vaak bij verschillende dokters.
Behandeling:
Behandeling van het McCune-Albright syndroom bestaat uit chirurgie met verschillende fases:
- Een plaat voor het rechter-onderbeen
- Osteotomie + een plaat voor het linker-bovenbeen
- Osteotomie + een plaat voor het rechter-bovenbeen
Zo’n plaat wordt op basis van CT-scans geïndividualiseerd.
Mazabraud syndroom
Het Mazabraud syndroom is een combinatie van fibreuze dysplasie met intramusculaire myxomen. Een myxoom is een benigne tumor uitgaande van mesenchymaal weefsel. Vaak is dit in de buurt van fibreuze laesies gelokaliseerd.
Monostotische fibreuze dysplasie
Monostotische fibreuze dysplasie is de meest voorkomende vorm van fibreuze dysplasie.
Casus:
Een sportieve 46-jarige vrouw met een blanco voorgeschiedenis heeft sinds 1 jaar pijn aan haar linkerheup. De pijn wordt erger tijdens het hardlopen. Stoppen met hardlopen en fysiotherapie heeft geen effect.
Naar aanleiding van de klachten doet de arts onderzoek:
- Lichamelijk onderzoek
- Drukpijn op de musculus trochanter major
- Normale bewegingsuitslagen
- Röntgenfoto
- Scherp afgrensbare laesie met een matglasaspect en sclerotische begrenzing
- MRI
- Laesie van de proximale femur, maar geen uitbreiding naar de weke delen
- Skeletscintigrafie
- Geen aanwijzingen voor laesies elders in het skelet
- Laboratoriumonderzoek
- Bloedwaardes zijn normaal
De diagnose is monostotische fibreuze dysplasie.
Behandeling:
De behandeling voor monostotische dysplasie is vaak conservatief. Er is geen indicatie voor bisfosfonaten en er is geen dreigende pathologische fractuur.
Polyostische fibreuze dysplasie
Casus:
Een sportieve 25-jarige man met een blanco voorgeschiedenis heeft sinds kinderleeftijd klachten aan de rechterheup. Er is geleidelijk een afwijkend looppatroon ontstaan. Sinds een tijdje neemt de pijn toe, met name bij rotatie.
De arts voert onderzoek uit:
- Lichamelijk onderzoek
- Evident beperkte bewegingsuitslagen
- Positieve Faber-test: pijn bij abductie en exorotatie
- Röntgenfoto
- Scherp afgrensbare laesies met een matglasaspect in het proximale femur en het bekken
- Pathologische fractuur in het mediale collum
- Skeletscintigrafie
- Het bekken, femur en tibia zijn rechts aangedaan
- Laboratoriumonderzoek
- Er is een laag vitamine D gehalte, waardoor het gehalte van bijschildklierhormonen weer heel hoog is.
De diagnose is polyostotische fibreuze dysplasie van het rechterbeen, met een pathologische fractuur in het proximale femur.
Behandeling:
De behandeling van polyostotische fibreuze dysplasie bestaat uit:
- Rust en behandeling met vitamine D
- Operatie: het plaatsen van fibulaspanen
- Bij verhoogde botmarkers en pijn: starten met bisfosfonaten en controle door de endocrinoloog
HC65: Heupdysplasie
Achtergrond
Tijdens de ontwikkeling van de heup gaat het acetabulum zich steeds meer vormen rondom de heupkop. De heupkop bestaat eerst uit kraakbeen en ossificeert naarmate het kind ouder wordt.
“Developmental” dysplasie van de heup (DDH) is een spectrum van pathologische aandoeningen waarbij de ontwikkelende heup betrokken is, van acetubulaire dysplasie tot complete dislocatie van de heup. Bij DDH ontwikkeld met name de heupkom niet goed.
Epidemiologie:
DDH komt veel voor, namelijk bij 1% van de bevolking. Heupluxaties komen maar bij 0,1% van de bevolking voor. 20% van de gevallen van DDH is bilateraal. De linkerheup is 1,5x zoveel aangedaan als de rechterheup.
Oorzaak:
De oorzaak van DDH is multifactorieel:
- Genetisch
- Hormonaal
- Mechanisch
Risicofactoren voor DDH zijn:
- Eerstgeborene
- Vrouwelijk geslacht
- DDH komt 4x zoveel voor bij vrouwen als bij mannen
- Stuitligging
- 2-3% van de baby’s heeft een stuitligging, waarvan 16% DDH heeft
- Intra-uteriene “verpakkingsproblemen”
- Cong knieluxatie
- Torticollis
- Metatarsus adductus
- Een afwijking van de voorvoet
- Genetische factoren
- 1/3 heeft een positieve familieanamnese
- Bij aangedane ouders is de kans 12x zo hoog
- Bij een aangedane broer/zus is de kans 12x zo hoog
Behandeling:
DDH moet behandeld worden omdat afwijkende anatomie van de heup aan het einde van de groei lijdt tot een verhoogde kans op vroegtijdige artrose. 20% van alle totale heupvervangende operaties bij volwassenen <50 jaar zijn voor DDH, terwijl 5% van alle totale heupvervangende operaties voor DDH zijn.
Diagnostiek
Er moet gescreend worden op DDH omdat:
- Dysplasie geen pijn doet
- Een geluxeerde heup geen pijn doet
- Kinderen alles kunnen
Screening voor DDH bestaat uit:
- Anamnese
- 2x in de eerste 3 maanden na de geboorte
- Uitvragen naar de risicofactoren
- DDH
- Coxartrose of een heupluxatie bij familieleden van <50 jaar
- Een stuitligging na 32 weken
- Inbakeren van het onderlichaam
- Lichamelijk onderzoek
- Het liefst tussen 6 weken en 3 maanden, voor maximaal 7 maanden
- Er moet doorverwezen worden als er na 6 weken een afwijkend lichamelijk onderzoek is of als er na 3 maanden risicofactoren zijn
- Bij prematuren moet de leeftijd doorgerekend worden
- Looppatroon
- Waggelgang of manklopen
- Breed perineum en versterkte lendenlordose
- Beenlengteverschil
- Abductieverschil
- <70° abductie en >20° links-rechts verschil
- Er moet goed gelet worden op beiderzijdse dysplasie → valt minder op
- Galleazzi test: naar de kniehoogte kijken om beenlengteverschil vast te stellen
- Het kortere been is het afwijkende been
- Ortolani/Barlow test
- Ortolani test: de heup wordt in de kom geduwd
- Barlow test: de heup wordt uit de kom gehaald
- Na 7 maanden niet meer betrouwbaar
- Het liefst tussen 6 weken en 3 maanden, voor maximaal 7 maanden
- Radiologisch onderzoek
- Is leeftijdsafhankelijk
- Echo volgens Graf: tot 6 maanden
- De heupkop is nog grotendeels van kraakbeen
- Er moet gekeken worden naar de rand van het acetabulum en de positie van de femurkop
- α-hoek: hoe steil het acetabulum loopt
- Hoe kleiner de α-hoek, des te groter de kans op een afwijking
- Röntgenfoto: een AP en Lauenstein opname na 6 maanden
- De botten zijn dan meer verbeend
- De lijn van Shenton moet mooi doorlopen van het os pubis naar het femur
- Echo volgens Graf: tot 6 maanden
- Is leeftijdsafhankelijk
In Duitsland en Oostenrijk wordt er altijd gescreend, terwijl er in Nederland, Engeland en Amerika selectief wordt gescreend. Dit gebeurt op het consultatiebureau of bij de huisarts en kinderarts.
Behandeling
De behandeling van DDH is primair conservatief en is afhankelijk van:
- Leeftijd
- 0-6 maanden → Pavlik en eventueel een Camp spreider
- Pavlik: een dynamische spreidvoorziening die zowel voor repositie als positionering zorgt
- De meest gebruikte voorziening voor DDH
- Monitoren:
- Na 3 weken wordt er een echo met Pavlik gemaakt om centrering te beoordelen
- Na 6 weken wordt er een echo zonder Pavlik gemaakt
- Uitkomst: vroegtijdige diagnose is belangrijk
- Bij type IIB/IIC: 95% succesvol
- Bij type III: voor 6 maanden 85% en na 6 maanden 60% succesvol
- Bij type IV: voor 6 maanden 65% en na 6 maanden niet succesvol
- Camp spreider: een statische abductie brace
- Geeft een hoge kans op avasculaire necrose
- Pavlik: een dynamische spreidvoorziening die zowel voor repositie als positionering zorgt
- 6-18 maanden → gesloten repositie
- Een gipsbroek gedurende 12 weken
- Risico: verkorting van spieren, wat kan leiden tot een femurkopnecrose
- Ouder dan 18 maanden → open repositie: er zijn verschillende mogelijkheden
- Indicaties:
- Geluxeerde heup
- Gefaalde conservatieve therapie
- Een leeftijd van 12-18 maanden
- Adductoren tenotomie: tussen de musculus sartorius en tensor fascia lata
- De verkorte spieren worden doorgenomen
- Bekkenosteotomie: correctie van het acetabulum
- De overdekking van de kom over de heupkop wordt verbeterd
- Correctie van het femur
- De stand van de heupkop onder het acetabulum wordt verbeterd
- DVO: deroterende variserende femurosteotomie
- Indicaties:
- 0-6 maanden → Pavlik en eventueel een Camp spreider
- Stabiliteit: ernst van de luxatie
- Ernst van de dysplasie
Over het algemeen is de behandeling van DDH zeer intensief en een enorme belasting voor het gezin.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Vraagstukken Bewegen 2020/2021 UL
- Vraagstukken Bewegen thema 1: de knie
- Vraagstukken Bewegen thema 2: hand, pols en elleboog
- Vraagstukken Bewegen thema 3: de schouder
- Vraagstukken Bewegen thema 4: uitgebreide traumata
- Vraagstukken Bewegen thema 5: looppatroon
- Vraagstukken Bewegen thema 6: de rug
- Vraagstukken Bewegen thema 7: multipele gewrichtsklachten
- Vraagstukken Bewegen thema 8: zwelling
- Vraagstukken Bewegen thema 9: kind
Contributions: posts
Spotlight: topics
Vraagstukken Bewegen 2020/2021 UL
Deze bundel bevat samenvattingen van alle thema's van het blok "Vraagstukken Bewegen" uit 2020/2021, van de studie Geneeskunde aan de Universiteit Leiden.
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2194 |
Add new contribution