Aantekeningen uit hoorcollege 6 bij het vak Inleiding in de Ontwikkelingspsychologie (Universiteit Leiden) - Pedagogische Wetenschappen (1)
  • Aantekeningen uit hoorcollege 5 bij het vak Inleiding in de Ontwikkelingspsychologie (Universiteit Leiden)- Pedagogische Wetenschappen jaar 1.

Hoorcollege 6

 
De vraag wat het verschil is tussen ontwikkelingspsychologie en Pedagogiek wordt vaak gesteld. Beide richtingen lijken erg op elkaar. Pedagogiek legt soms echter wat meer de nadruk op de omgeving van het kind. 

1. ouders 

1.1. Gezinnen 

Families streven naar homeostase. Dit is een soort staat van balans binnen het gezin. Dit wordt vormgegeven door bijvoorbeeld rituelen en routines. Families hebben een gedeelde geschiedenis samen waardoor het functioneren binnen het gezin redelijk stabiel blijft. 
==> Dingen die in balans zijn, willen graag in balans blijven
 
Grezen/schil: Het verschilt per gezin in hoeverre zij zich openstellen voor invloeden van buitenaf. Als een gezin zich stug houdt en weinig openstelt voor invloeden van buitenaf hebben zij moeite met het accepteren van hulp. Als gezinnen juist (te) toelaatbaar zijn, is er ook een risico dat verstorende invloeden toegang krijgen. 
 

1.2. Theorieën rondom ouderschap

Eén enkele theorie is niet voldoende om het begrip ouderschap te kunnen verklaren. Zo zijn er verschillende theorieën die hierop toepasbaar zijn: 
  • Klassiek conditioneren 
  • Operant conditioneren 
  • Gehechtheidstheorie: Als hechting goed is, is dat een sterke voorspeller voor latere ontwikkeling., 
  • Ecological Systems Theory: Heel veel invloeden rondom het kind waarin ouders een hele belangrijke invloed hebben. Zo kiezen ouders bijvoorbeeld de buurt, wat ook meebepaalt aan de school waar het kind naartoe gaat. Voorbeelden van andere invloeden rondom het kind zijn: De kinderopvang bos waar het kind naartoe gaat, familie en vrienden. 

Behavioral control: Ouders maken gebruik van consequente disciplinering en het stellen van regels en grenzen voor een bepaald gedrag. Ouders vormen hiermee het gedrag van het kind, omdat het kind de standaarden van ouders internaliseert. 

Psychological control: Wordt in onderzoek soms schadelijker geacht dan behavioral control. Hierbij zorgen ouders voor schuld en schaamte bij het kind door het kind soms te negeren en liefde te onthouden. Het gevolg hiervan is dat kinderen een schuldgevoel krijgen waardoor het kind iets gaat doen voor de ouder. Ook leidt dit tot een lager gevoel van eigenwaarde, depressie en angstgevoelens. 
==> Minder wenselijk door ernstige gevolgen
 
De taak van de pedagoog is dan ook om de negatieve vorm van ouderschap te voorkomen en een positieve vorm van ouderschap te bevorderen. 
 
Emotionality: De mate waarin de ouder het kind liefde en aandacht geeft. Dit wil het kind vaak behouden. 

1.2. Baumrind en de vier opvoedstijlen

Baumrind formuleerde 4 verschillende opvoedstijlen die ouders grofweg kunnen hanteren. Deze indeling wordt gemaakt op basis van 2 dimensies, namelijk warmte en controle. In welke mate deze voorkomen, bepaalt welke van de volgende vier opvoedstijlen gehanteerd wordt: 
  • Autoritatief: veel warmte, veel controle. Zorgt (waarschijnlijk) voor de beste uitkomsten bij een kind.
  • Autoritair: Weinig warmte, veel controle 
  • Permissief: Veel warmte, weinig controle 
  • Verwaarlozend: Weinig warmte, weinig controle

Deze stijlen zijn makkelijk te onderzoeken door middel van vragenlijsten. 

1.3. Kritiek op de theorie van Baumrind

  1. Omvatten deze aspecten een compleet beeld van ouderschap? Is er niet meer nodig? 
  2. Uitwerking is crosscultureel verschillend: Wat normaal is, verschilt per cultuur en dit model is redelijk Westers
  3. Deze opvoedstijlen zijn voorspellend, maar we weten nog relatief weinig over het exacte effect op de ontwikkeling van het kind. Soms zijn de effecten namelijk klein. 
  4. Uitwerking opvoedstijlen is afhankelijk van socio-economische omgeving. Zo is een autoritaire opvoeding mogelijk positief in een buurt met veel risico. Ouders houden hun kinderen meer binnen, waardoor kinderen minder blootgesteld worden aan risico's in de buurt. 
  5. Indeling opvoedstijlen is redelijk grof. 

Het is goed om dit model in je achterhoofd te houden, maar kijk ook naar wat ouders nog meer doen. 

1.4. Slechte relatie ouders

Als ouders een slechte relatie hebben, moet er met het volgende rekening worden gehouden: 
  1. Het hebben van een moeilijk kind kan een stressor zijn in de relatie tussen ouders. Ouderschap is nu eenmaal vermoeiend. Als ouders andere ideeën hebben over de opvoeding, kan dit een extra stressor zijn in hun relatie. 
  2. Agressieve kinderen komen meer voor. 
  3. Jongens lijden hier meer onder dan meisjes. Er wordt gesuggereerd dat er in aanwezigheid van jongens langer door wordt gegaan met ruziën dan in de aanwezigheid van meisjes. 
  4. Vaker onzekere hechting bij kinderen. 

Ook bij het doormaken van een echtscheiding en/of een tweede huwelijk zijn er enkele aspecten die zich voordoen:

  • Goede afspraken tussen de gescheiden ouders zijn belangrijk voor het belang van het kind. 
  • Scheiding kan vooral in het eerste jaar zorgen voor meer emotionele- en gedragsproblemen bij het kind. Maar op lange termijn blijkt het wel beter dan opgroeien in een gezin met veel conflicten. 
  • Het horen dat ouders gaan scheiden is moeilijker voor jongens. Dit kan verklaard worden door het gegeven dat kinderen na scheiding vaak bij hun moeder blijven wonen. Jongens raken hierbij hun identificatiefiguur (vader) kwijt. Voor meisjes is het moeilijker als een van de ouders een tweede huwelijk ingaat. 
  • Als een van de ouders een tweede huwelijk ingaat, blijkt doe moeilijk voor adolescenten
  • Financiële en emotionele steun werkt positief bij het doormaken van een echtscheiding. 

Het opgroeien in een eenoudergezin brengt ook enkele risicofactoren met zich mee. Het is onbekend welke factor het meest 'gevaarlijk' is. Waarschijnlijk gaan deze namelijk samen. 

  • Ouder heeft minder tijd voor de kinderen: Meerdere verantwoordelijkheden waar de ouder zorg voor moet dragen. 
  • Minder geld: Geen tweeverdieners zoals in sommige gezinnen. 
  • Sprake van meer emotionele en gedragsproblemen bij kinderen. 
  • Meer stress bij ouders. Ouders moeten namelijk heel veel ballen zien hoog te houden. In gezinnen met twee ouders kunnen ouders ook stress tegen elkaar afpraten. Dit is in een eenoudergezin moeilijker. 

1.5. Opvoeden en SES (sociaal-economische status)

Sociaal economische status is een hele belangrijke variabele in onderzoek. 

Belangrijke factoren: 

  • Ouders praten wat minder met kinderen 
  • Er is minder geld voor stimulerende leermiddelen voor kinderen 
  • Ouders doen minder aan voorlezen 
  • Hoger risico op teratogeen: Factoren die de ontwikkeling van het kind in gevaar brengen
  • Hoger risico op kindermishandeling 
  • Hoger risico op een eenoudergezin
  • Hoger risico op het wonen in een 'slechte' buurt 
  • Hoger risico op een plaatsing bij pleegzorg. 

Adviezen voor alleenstaande ouders en/of ouders in armoede: 

  • Blijf ook op de hoogte van financiële hulpmiddelen: Zijn velen niet van op de hoogte. 
  • Zorg ook voor eigen gezondheid 
  • Er zijn ook stimulerende initiatieven die weinig kosten: Voorbeeld: Bibliotheek, spelen van spelletjes etc. 
  • Zorg dat je voldoende sociale steun hebt: Vrienden, familie etc. 
  • Voed consistent en liefdevol op.
  • Probeer ook zelf rust te pakken wanneer dat kan. 

2. Leeftijdsgenoten/vrienden

Of het kind vrienden kan maken kan ook een opvoeddoel zijn van ouders. 

2.1. Mijlpalen omtrent vriendschap 

Er zijn per leeftijd enkele mijlpalen wat betreft vriendschap: 

0-6 maanden: Baby's hebben elkaars aanwezigheid zeker door. Zij vinden elkaar vaak interessant. Dit uit zich in elkaar aanraken en naar elkaar kijken. Ook steken zij elkaar vaak aan tijdens het huilen

6-12 maanden: Jonge kinderen proberen elkaars aandacht te trekken door geluiden te maken, elkaar aan te raken of bijvoorbeeld te zwaaien. Het gaat soms ook minder gezellig, wanneer kinderen elkaar slaan of duwen. 

13-24 maanden: Kinderen zijn meer sociaal tijdens hun spel. Zo kunnen zij om de beurt iets doen. Zij houden dus meer rekening met elkaar. 

25-36: Kinderen spelen liever met kinderen van hun eigen leeftijd dan met volwassenen. 

3 jaar: Kinderen laten een voorkeur zien voor kinderen met hetzelfde geslacht. Meisjes zoeken elkaar vaak op en jongens zoeken elkaar vaak op. 

4 jaar: Kinderen leren steeds beter delen met elkaar. 

3-7 jaar: Samen spelen verloopt op een positieve en gecoördineerde manier. Ook spelen kinderen veel fantasiespel, bijvoorbeeld vader en moedertje. 

8-12 jaar: Acceptatie door peers met dezelfde gender is heel belangrijk. Kinderen maken bijvoorbeeld ook vrienden die dezelfde dingen leuk vinden (gedeelde activiteiten). Op deze leeftijd vinden kinderen begrippen zoals hulp en loyaliteit heel belangrijk. Er heerst vaak de gedachte dat vrienden voor je op moeten komen en beschikbaar moeten zijn. Als kinderen in de steek worden gelaten door vrienden, doet dit vaak ook heel veel pijn. 

11-15: Op eerdere leeftijden waren vooral gedeelde interesses (bijvoorbeeld samen voetbal leuk vinden), maar op deze leeftijd worden gedeelde waarden en attitudes juist belangrijk. Ook doen kinderen steeds meer aan self-disclosure: Kinderen willen hun vrienden graag iets over henzelf vertellen. Ten slotte krijgen kinderen steeds meer interesse in het andere geslacht. 

16-18 jaar: Kinderen gaan echte romantische relaties aan. Vrienden moeten bovendien emotionele steun kunnen geven. 

De invloed van peers stijgt door de jaren heen. Kinderen krijgen ook steeds meer voorkeur voor gezelschap van peers. De voorkeur voor ouders in het gezelschap daalt. 

2.2. Invloed peers

De invloed die peers op elkaar hebben kan zowel positief als negatief zijn. Op de volgende factoren hebben peers invloed: 

  • Alcoholgebruik: Waar veel gedronken wordt, kunnen kinderen meedrinken met vrienden. Andersom geldt ook: Maar weinig gedronken wordt door vrienden, kan er gestimuleerd worden niet zo veel te drinken. 
  • Externaliserend probleemgedram/Delinquent gedrag
  • Schoolprestaties: Zelfde principe als het drinken van alcohol. 
  • Vooroordelen

Belangrijke vraag: Een vriendengroep van 5 personen vertonen allemaal delinquent gedrag. Was er sprak van socialisatie? Of hebben ze elkaar uitgekozen als vrienden omdat ze op elkaar lijken? 

Theorieën over peers: 

Selectie: We kiezen mensen als vrienden die op je lijken.

Socialisatie: Gedrag overnemen van vrienden en daarmee dus gelijk worden aan vrienden. Dit kan bijvoorbeeld door imitatie, straf (gedrag overnemen omdat anderen zeggen 'dat durf je toch niet eens!'), Reinforcement (positieve beloning na het vertonen van een bepaald gedrag). Deze factoren blijken allemaal mee te spelen. 

Deselectie/afwijzing: Sommigen hebben moeite met het maken van vrienden, maar in sommige gevallen wordt er een vriendschap verbroken. Een persoon wordt dan soms vrienden met de mensen die overblijven (Depressie/delinquentie?). Afwijzing is voor kinderen vaak heel pijnlijk

Vriendengroepen worden soms onderverdeeld in een bepaalde cultuur. 

Sociometrie: Een manier om sociale relaties te kunnen meten. Structuren van groepen en relaties worden hiermee in kaart gebracht. 

Het is belangrijk om na te gaan hoe goed banden zijn tussen leeftijdsgenoten. Dit hangt namelijk samen met de invloed die zij kunnen uitoefenen. 'Beste' vrienden kunnen bijvoorbeeld uitoefenen op depressie, maar 'aardige' leeftijdsgenoten kunnen invloed uitoefenen op externaliserend gedrag. 

In de puberteit/adolescentie is er een sterke invloed van leeftijdsgenoten, terwijl ouders vaak een invloed hebben op langere termijn als er sprake was van positief opvoeden en een open sfeer. 

2.3. Romantische relaties

Wat betreft romantische relaties zijn we hier in Europa wat meer open over dan bijvoorbeeld in de VS. 

Vanaf ongeveer 11/12 jaar (begin puberteit) beginnen jongeren interesse te krijgen in jongeren van het andere geslacht. 

Oudere adolescenten sluiten makkelijker compromissen in een relatie. Zij worden namelijk steeds beter in het vormgeven van een relatie. Ook worden adolescenten steeds beter in het vinden van oplossingen van problemen. 

Pellegrini: Veronderstelt dat plaaggedrag voor kinderen/jongeren een veilige manier is om interesse te tonen in iemand. Hier komt het bekende gezegde 'meisjes plagen is kusjes vragen' vandaan. Als iemand afwijzing ervaart is dat normaliter heel vervelend. Als je iemand plaagt en diegene wordt afgewezen, heb je nog een dekmantel. Dan kan diegene altijd nog zoiets zeggen als 'Ja, maar ik vond diegene ook stom' 

Relaties duren over het algemeen ook langer bij oudere adolescenten

Tijdens een romantische relatie wordt de mening van de peer groep steeds minder belangrijk. 

Relaties geven soms ook conflicten. Soms kan een relatie hierdoor uitgaan. Dit wordt door adolescenten als heel heftig ervaren en kan soms zelfs een reden zijn voor depressie. 

Als iemand veel wisselende relaties aangaat, kan dit soms reden zijn tot zorg. In eerste instantie is dit onderwerp voor een goed gesprek. 

3. Pesten 

3.1. Onderzoek 

Uit onderzoek onder 79 landen geeft 30% van de adolescenten aan wel eens een pestervaring te hebben gehad. Dit gaat dan om dag in, dag uit nare ervaringen hebben. 

Gevolgen van pesten kennen onder andere de volgende gevolgen: 

  • Depressieve klachten 
  • Zelfmoordpogingen
  • Slaapproblemen
  • Zelfbeschadiging 
  • Psychosomatische klachten 

Negatieve gevolgen van pestervaringen kunnen heel lang aanhouden. Wel tot 40 jaar lang. Ook bij volwassenen kunnen dus klachten optreden als gevolg van pestgedrag

Vroeger werd gesuggereerd dat gepest worden juist goed was of dat dat iets was waar je hard van werd. 

3.2. Heeft pesten een functie?

Vroeger werd ook gedacht dat de pestkop niet wist hoe hij contact moest maken en daarom maar ging pesten als alternatief gedrag. Dit beeld is nu bijgesteld.

De pestkop: 

  • Heeft vaker psychopathische persoonlijkheidskenmerken, zoals het minder inleven in de ander en gebruiken deze strategie om populair te worden. 
  • Is vaak populair in de groep (behalve bij de slachtoffers) 
  • Heeft vaker en eerder dates en seks. Dit is vooral in de adolescentie. 
  • Is dominant en heeft makkelijker toegang tot bepaalde middelen. Slachtoffers laten de pestkop bijvoorbeeld voor in de rij bij het halen van eten. 

3.3. Stoppen van pesten 

Wat vooral niet te doen: 

  • Denken dat pesten bij het leven hoort
  • Denken dat iedere anti-pestprogramma werkt. Het wordt vaak mooier verkocht dan de daadwerkelijke resultaten. Uit onderzoek blijkt wel dat de kennis over pesten van kinderen vaak wel vergroot wordt, maar vaak stopt het pestgedrag niet. 
  • Denken dat het pesten wel meevalt. Dus niet denken dat het slachtoffer zich aanstelt, maar neem het altijd serieus. 

Wat is verder niet genoeg: 

  • De pestkop direct aanspreken. De pestkop zal mee bewegen, maar in het hoofd al bedenken wie er heeft gepraat en wie het volgende slachtoffer zal zijn. Dit is dus potentieel gevaarlijk voor het slachtoffer. 
  • Het opleggen van regels. 
  • Pestcontracten 
  • Harder straffen 
  • Voorlichting geven over pesten: Er is meer nodig. 

Slachtoffers praten niet altijd. Angst dat volwassenen pestkoppen aanspreken met de angst dat de pestkop nog erger achter diegene aankomt. 

Adviezen bij pesten: 

  • Zorg dat pestgedrag ergens veilig gemeld kan worden. Denk hierbij aan een vertrouwenspersoon. 
  • Zorg voor hulp voor slachtoffers. Als het niet bekend is wie er slachtoffer is, kan dat herkent worden aan het volgende: slaperig overkomen, afwezigheid vertonen en vage klachten. 
  • Consistent blijven optreden
  • Geef alternatieven om populariteit te verkrijgen
  • Zorg voor steun voor het slachtoffer
  • Stop het belonen van pesten. Meelopers belonen vaak het pestgedrag door te lachen etc. 
  • Verdedig het slachtoffers. Hele klas moet goed worden in het aanspreken van een pestkop. Dit kan ervoor zorgen dat het pesten stopt. 

Een pestkop kan (ook voor volwassenen) heel eng zijn! 

Access: 
Public
This content is used in:

Bundel aantekeningen en samenvatting van de literatuur bij het vak Inleiding in de Ontwikkelingspsychologie (Universiteit Leiden) - Pedagogische Wetenschappen (1)

College- en werkgroepaantekeningen bij Inleiding in de ontwikkelingspsychologie - UL

Image

Click & Go to more related summaries or chapters

Studiegids met college-aantekeningen voor Inleiding in de ontwikkelingspsychologie aan de Universiteit Leiden

College-aantekeningen bij Inleiding in de ontwikkelingspsychologie aan de Universiteit Leiden

Inhoudsopgave

  • College-aantekeningen bij hoorcollege 1 2022/2023
  • College-aantekeningen bij hoorcollege 2 en samenvattingen van hoofdstuk 4 en 5 van Leman et al. 2022/2023
  • College-aantekeningen bij hoorcollege 3 en samenvattingen van hoofdstuk 6 en 8 van Leman et al. 2022/2023
  • College-aantekeningen bij hoorcollege 4 en samenvattingen van hoofdstuk 9 van Leman et al. 2022/2023
  • College-aantekeningen bij hoorcollege 5 2022/2023
  • College-aantekeningen bij hoorcollege 6 2022/2023
  • College-aantekeningen bij Inleiding in de ontwikkelingspsychologie - 2015/2016
Access: 
Public
This content is also used in .....
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
oneworld magazine
Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Check the related and most recent topics and summaries:
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
777 2