Corallo t. Nederland (Case 29593/17) - Arrest

Corallo t. Nederland (EHRM 09-10-2018, Case 29593/17)

Feiten

I.c. gaat het om een Nederlandse man (van Italiaanse afkomst), Francesco Corallo die tijdens het indienen van zijn verzoekschrift op Sint Maarten woonachtig was.

Eind november 2016 had een strafrechter uit Rome een arrestatiebevel uitgevaardigd tegen Corallo. Hij werd verdacht van o.a. belastingontduiking, witwassen en deelname aan een criminele (maffia) organisatie. Twee weken later is hij op Sint Maarten aangehouden en vastgehouden op het politiebureau van Philipsburg (hoofdstad van Sint Maarten).

Corallo doorloopt verschillende procedures in nationaal verband als hij in april 2017 een verzoekschrift indient bij het EHRM. Volgens hem zijn de omstandigheden van zijn detentie in strijd met het verbod op onmenselijke of vernederende behandeling (artikel 3 EVRM). Zo moest hij verblijven in een kleine meerpersoonscel samen met meerdere andere gevangenen. Het sanitair was hierbij onmenselijk mede vanwege de staat en de privacy. Verder moesten in die cel ook gedetineerden soms op matrassen op de grond slapen.

Tijdens zijn verblijf in een eenpersoonscel was de uitrusting ook onvoldoende, zo ontbrak een tafel en stoel. Daarnaast zou de medische zorg ontoereikend zijn en zat hij hier bijna de hele dag opgesloten. Zonder daglicht en zonder ventilatie.

EHRM

Het Hof overweegt dat, na publicatie van het rapport van het Europees Comité voor de Preventie van Foltering en Onmenselijke of Vernederende Behandeling of Bestraffing (CPT) de Nederlandse regering heeft aangegeven dat er verbeteringen zouden worden doorgevoerd op de genoemde detentiecentrum Philipsburg.

De regering heeft Corallo’s relaas onderuit gehaald door aan te voeren dat hij wel de beschikking had over meerdere artikelen en hygiëneproducten. Voorts wordt ook erkend dat er lekkages zouden zijn bij het sanitair. Over zijn tijd in de meerpersoonscel kan de regering niet veel toelichten omdat gedetailleerde informatie hierover ontbreekt.

Het EHRM stelt dat Corallo onder slechte omstandigheden is vastgehouden. Het Hof heeft ook het rapport van het CPT rapport gelezen en is bekend met de reactie van de regering op deze bevindingen. Het Hof heeft in eerdere jurisprudentie over detentie-omstandigheden geoordeeld dat een ernstig ruimtegebrek in een gevangeniscel zwaar weegt, als factor waarmee rekening moet worden gehouden, om vast te stellen of de beschreven detentievoorwaarden ‘vernederend’ zijn en zodoende een schending van artikel 3 EVRM kunnen inhouden.

Volgens het Hof is Corallo meer dan 8 maanden (waarvan meer dan 3 maanden in een meerpersoonscel) vastgehouden in een detentiefaciliteit waarvan het CPT heeft gesteld dat personen daar niet langer dan drie dagen moeten worden vastgehouden en in geen geval langer dan tien dagen, aangezien die inrichting volstrekt ongeschikt is om gevangenen in voorlopige hechtenis te houden.

Ondanks dat de regering heeft aangegeven de aanbevelingen van het CPT grotendeels te hebben uitgevoerd en dat de detentie-omstandigheden in het politiebureau zijn verbeterd, was de regering niet in staat deze verklaring te specificeren met betrekking tot de claim van Corallo over de meerpersoonscel, omdat gedetailleerde informatie niet aanwezig was.

Het Hof concludeert dan ook dat artikel 3 EVRM daarom is geschonden.

Kern

Het EHRM tikt de Nederlandse Staat op de vingers wegens de slechte detentieomstandigheden op Sint Maarten. De klager heeft te lang op een inhumane detentiecel gezeten. Ondanks dat de Staat verbeteringen heeft doorgevoerd heeft het onvoldoende toelichting kunnen geven over de situatie in de meervoudige cel.

Artikel 3 EHRM is geschonden.