NHG-standaard (Geneeskunde): Depressieve stoornis - M44


Depressieve stemming: normale reactie op teleurstelling of verlies, van voorbijgaande aard en geen gerichte behandeling nodig.

Pathologische somberheid/depressie: te sterk of houdt te lang aan in verhouding tot de situatie, m.a.w. stemmingsontregeling bij stimulus die geen depressiviteit rechtvaardigt.

Depressieve stoornis: aanhoudende depressieve stemming, bijna dagelijks en grootste deel van de dag aanwezig. Kan samen gaan met hardnekkige, negatieve denkbeelden.

Prevalentie

Prevalentie in de huisartsenpraktijk: 10-15/1000. Recidieven bij 30-40%, na 2 jaar is 80% hersteld maar bij 5-10% is de depressie chronisch. 2,7/1000 heeft een ernstige depressie, 1,6/1000 een milde depressie. Man:vrouw = 1:2. Het kan moeite kosten om patiënten van het bestaan van een depressie te overtuigen omdat een aantal niet wenst gelabeld te worden met psychiatrische klachten. Disciplines betrokken bij patiënten met somberheid: huisarts, apotheek, maatschappelijk werk, psycholoog, geestelijke gezondheidszorg.

Gevolgen van depressie voor dagelijks leven:

  • Grote impact op mortaliteit, morbiditeit en kwaliteit van leven. 15% van de patiënten overlijdt t.g.v. suïcide.

  • Tijdige behandeling kan chroniciteit voorkomen.

De DSM-IV-criteria voor depressieve stoornis (eerste twee zijn kernsymptomen):

Symptoom

Tijdscomponent

Depressieve stemming

Gedurende grootste deel van de dag, bijna elke dag

Vermindering van interesse of plezier

Duidelijke gewichtsverandering

Slapeloosheid of overmatig slapen

Bijna elke dag

Psychomotorische agitatie of remming

Moeheid of verlies van energie

Gevoelens van waardeloosheid of buitensporige of onterechte schuldgevoelens

Verminderd vermogen tot nadenken of concentratie of besluiteloosheid

Terugkerende gedachten aan dood, suïcide zonder specifieke plannen of poging, of specifieke plannen voor suïcide

Voor verschillende diagnosen tellen verschillende criteria:

  • Depressieve stoornis: 5 symptomen, > 1 kernsymptoom gedurende > 2 weken.

  • Dysthymie: symptoom 1 meer dagen wel dan niet, > 2 jaar en > 2 extra symptomen.

  • Chronische depressie: gedurende > 2 voorafgaande jaren voortdurend depressieve stoornis (voldaan aan criteria).

Bij een depressie wordt uitgegaan van het multicausaal verband, waarbij biologische, psychologische en sociale factoren een rol spelen. Life-events als groot verlies of teleurstelling kunnen een depressie uitlokken.

De DD van somberheid

  • Depressie: zie DSM-IV criteria. Kan samengaan met negatieve cognities. De patiënt erkent de irreële somberheid maar kan zich er niet overheen zetten. De stoornis wordt in stand gehouden door een vicieuze cirkel. Soms zijn er ook psychotische kenmerken: stemmingscongruente wanen (paranoïde, hypochondrisch of nihilistisch).

  • Psychosociale problemen met down/depressief gevoel: gevoelens die niet aan de criteria voldoen en zonder sociaal disfunctioneren. De psychosociale problemen zijn focaal -> gericht op verlies en probleem en dus niet generaal.

  • Aanpassingsstoornis met depressieve stemming: duidelijke relatie tussen specifieke stressvolle gebeurtenis en somberheid. Ontstaat

  • Dysthymie: zie DSM-IV criteria. Verschijnselen mogen niet verklaard worden door middelengebruik, somatische ziekte of rouw.

  • Bipolaire stoornis: afwisseling van depressieve episoden met manische episoden.

  • Alcoholmisbruik en andere verslavingen,

  • Beginnende dementie: naast cognitieve verschijnselen ook somberheid.

  • Angststoornissen: combinatie van angst en depressie leidt tot grote beperkingen in het functioneren.

  • Somatische ziekten.

Het meest wordt de symptoomdiagnose down/depressief gevoel gesteld. Milde vormen van depressie komen veel voor > 55 jaar en hebben te maken met veranderingen in het rolmatig functioneren.

Diagnostiek

Depressieve stoornis overwegen bij sombere stemming, sombere indruk, weinig oogcontact, monotone spraak en trage motoriek. Vaak ook andere klachten: wisselende klachten bij frequent spreekuurbezoek, aanhoudende moeheid zonder lichamelijke oorzaak, chronische pijn, nervositeit/slapeloosheid/verzoek op slaap- of kalmeermiddelen. De kans op een depressieve stoornis is groter bij: patiënten met een belaste VG, 1e graads familieleden van patiënten, patiënten met een ernstige lichamelijke ziekte, angst- of paniekstoornissen, ernstige levensgebeurtenissen, alcohol-/drugsproblemen en is verder afhankelijk van de mate van draagkracht en persoonlijkheidsopbouw.

Anamnese: lijdensdruk, mate van disfunctioneren, uitlokkende factoren of andere aandoeningen. In de intakefase is het belangrijk de ernst van het probleem in te schatten en de hulpvraag te verduidelijken. Let op gedrag en psychomotoriek (rusteloosheid, trage motoriek en vertraagde spraak). Voldoende tijd nemen en patiënt niet onderbreken, duur langer dan normaal consult. Kernvragen:

  • 'Bent u de laatste tijd somber, voelt u zich depressief of vinden anderen u zwaar op de hand?'

  • 'Beleeft u minder plezier aan, of bent u minder geïnteresseerd in dingen, dan normaal?'

Bij ontkenning op beide vragen is verder uitvragen niet nodig. Bij bevestigend antwoorden op één van beide vragen: duur, beloop, andere symptomen -> besluiteloosheid, concentratieproblemen, gevoelens van waardeloosheid, ingrijpende levensgebeurtenissen, schuldgevoelens, agitatie, remming, moeheid/energieverlies, slaapproblemen, verandering van eetlust en gewicht, gedachten aan de dood en suïcide. Huisarts vraagt naar life events, levens- en werkomstandigheden. Is sprake geweest van: hallucinaties, wanen, hypomane/manische periodes, angst/paniek, alcohol/drugs, lichamelijke comorbiditeit (hypothyreoïdie, dementie, Parkinson). Vragenlijsten kunnen helpen om de diagnose te stellen of een depressie uit te sluiten. Ze kunnen toegepast worden met 3 doeleinden: screening, diagnostiek of beloop vervolgen.

Anamnese

De anamnese bij een vermoeden op depressie bestaat uit het uitvragen van een sombere stemming, of verlies van interesse en plezier. Wanneer behoefte is aan hulp, kan verder gevraagd worden naar de SCEGS. Ook kan eventueel een vragenlijst gebruikt worden. Verder moet gevraagd worden naar comorbiditeit in de vorm van lichamelijke klachten. Er moet onderscheid gemaakt worden tussen depressieve klachten, een depressie, of dysthymie en een depressie met ernstig sociaal disfunctioneren, grote lijdensdruk of ernstige psychische comorbiditeit. Er kan uitgelegd worden dat een depressie vaak voorkomt.

Lichamelijk en aanvullend onderzoek

Lichamelijk en aanvullend onderzoek zijn niet nodig voor stellen van diagnose depressieve stoornis. Algemeen screenend bloedonderzoek kan verricht worden ter geruststelling van de patiënt. Door de psychiater kan verder aanvullend onderzoek worden gedaan bij recidiverende depressies, bij niet reageren op de behandeling met psychotische kenmerken, bij suïcidaliteit, zelfverwaarlozing, manische episoden, ter psychotherapeutische ondersteuning en complexe comorbiditeit.

Bij een sterk verhoogd suïciderisico vindt overleg of doorverwijzing naar de psychiater plaats. Zo ook bij een bipolaire stoornis. Bij een verslaving dient deze ook optimaal behandeld te worden evenals bijkomende lichamelijke morbiditeit.

Een depressie wordt volgens de DSM-4 omschreven als het hebben van vijf of meer symptomen, waarvan tenminste sombere stemming, of verlies van interesse in plezier. Dit beeld moet gedurende minstens twee weken plaatsvinden. Andere symptomen zijn gewichtsverandering, slaapproblemen, psychomotorische agitatie of remming, vermoeidheid, onterechte schuldgevoelens, een verminderd vermogen tot concentratie en gedachten aan de dood, of daadwerkelijke pogingen tot dood.

Beleid

Wanneer sprake is van depressieve klachten moet hierover uitleg gegeven worden over dag structurering en een planning van activiteiten moet gemaakt worden. Vervolgens kan wanneer dit onvoldoende effectief is gestart worden met een kortdurende psychologische behandeling. Wanneer sprake is van depressie of dysthymie kan hetzelfde beleid gevoerd worden als bij depressieve klachten. Wanneer ook een kortdurende psychologische behandeling onvoldoende effect heeft, kan eventueel doorverwezen worden voor psychotherapie, of gestart worden met een antidepressivum. Tenslotte wanneer sprake is van depressie met ernstig sociaal disfunctioneren kan doorverwezen worden voor een combinatie van psychotherapie en antidepressiva. De antidepressiva die gegeven kunnen worden zijn serotonineheropnameremmers (SSRI), of tricyclische antidepressiva (TCA). Voorbeelden van SSRI’s zijn citalopram, fluoxetine, paroxetine, sertraline. Voorbeelden van TCA’s zijn amitriptylline, imipramine, nortriptyline. Er is een lichte voorkeur voor het voorschrijven van SSRI’s boven TCA’s vanwege de bijwerkingen.

Follow-up

De follow-up bestaat uit het regelmatig terugzien van de patient. Wanneer sprake is van depressieve klachten is dit om de drie tot vier weken. Wanneer sprake is van een depressie is dit om de één tot twee weken. Het antidepressivum moet minstens zes maanden ingenomen worden.

Access: 
Public
Follow the author: Medicine Supporter
More contributions of WorldSupporter author: Medicine Supporter:
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Check how to use summaries on WorldSupporter.org


Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
844