Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Hoe heeft de pscyhologie zich ontwikkeld? - BulletPoints 1
De natuurkant van dit debat neemt aan dat de basis van menselijke gedrag wordt bepaald door erfelijke factoren. De nurturekant van het debat neemt aan dat menselijk gedrag wordt bepaald door de ervaringen die mensen in hun leven hebben, die op hun beurt worden beïnvloed door opvoeding (of het gebrek aan opvoeding).
Wundt-1 wordt beschouwd als de experimentele wetenschapper die psychologische experimenten in zijn laboratorium uitvoert. Hij richtte zich op algemene aspecten van perceptie. Wundt-2 bestudeert en schrijft over onderwerpen die wel te maken hebben met onze bewuste en creatieve geest. Hij keek naar onderwerpen die te maken hadden met taal en gedachten en sociaal gedrag. Hij onderzocht deze onderwerpen niet als een experimentele psycholoog, maar meer als een filosoof.
Galileo ontdekte dat er manen om Jupiter heen draaien. De andere planeten draaien dus niet allemaal om de aarde heen en de aarde was niet het midden van het helaal. Dit zorgde voor vele nieuwe ideeën en onderzoeken en wetenschappers raakten minder geïnteresseerd in het begrijpen van waarom het universum is zoals het is (why), en meer in het begrijpen van hoe het universum opereert (how). Uit deze verandering ontstond het mechanisme. Het universum werd niet langer beschouwd als vol met levendige planeten, maar als mechanistisch en bewegend op een mechanistische manier. Het mechanisme beschouwde het universum als materiaal (gemaakt uit materie). De ‘dode’ objecten in het universum bewegen (niet echt bewegen, maar eerder veranderen hun beweging) onder de invloed van een bepaalde kracht.
Wie waren Descartes en Hobbes? - BulletPoints 2
Rationalisme betreft Descartes’ ideeën over hoe we kennis kunnen verkrijgen, met name kennis die onbetwistbaar is. Mechanisme betreft Descartes’ ideeën over de aard van het universum, met name de materiële objecten en het menselijk lichaam.Dualisme betreft Descartes’ ideeën over de speciale plek die mensen hebben in de wereld, met name de speciale aard van de menselijke geest.
De ‘state of nature’ is de situatie waarin mensen zich bevinden voordat er beschaving of samenleving ontstaat. In zo’n natuurstaat vervullen mensen alleen hun eigen verlangens, daar zij gedreven worden door hun afkeer en aantrekkingskracht. Er zijn dan nog geen verschillen tussen mensen, niemand leeft onder de controle van een ander, en iedereen kan doen wat die wil. Er ontstaan echter problemen wanneer mensen alleen gedreven worden door hun afkeer en aantrekkingskracht, bijvoorbeeld wanneer twee mensen hetzelfde willen en met elkaar moeten strijden. De oplossing volgens Hobbes is een vorm van een sociaal contract als de basis van een samenleving om menselijk gedrag te kunnen controleren.
Wat is het empirisme? - BulletPoints 3
De basis van kennis zou komen uit observaties. Volgens Locke zijn er twee soorten observaties: Sensaties: observaties van externe objecten en reflecties: innerlijke werkingen van onze geest.
De simpele ideeën die ontstaan uit sensaties en reflecties vormen de basis van complexe ideeën. De menselijke geest is volledig passief in het ontvangen van simpele ideeën, maar is actief in het genereren van complexe ideeën. De menselijke geest zou drie krachten hebben die complexe ideeën creëren: Het kan twee simpele ideeën samenvoegen in een complex idee; Het kan twee simpele ideeën aan elkaar verbinden; Het kan abstracte ideeën generaliseren over een set van simpele ideeën.
Wat voor soort wetenschap is of zou de psychologie moeten zijn? - BulletPoints 4
De geest is passief | De geest is actief |
Karakteristieken: | Karakteristieken: |
Empirisme | Rationalisme |
Realisme | Idealisme |
Materialisme | Mentale activiteit |
Representationisme | Vrije wil, creativiteit |
Nurture (opvoeding, omgeving) | Nature (aangeboren) |
Voorstanders: | Voorstanders: |
Empiristen | Descartes |
De Verlichting | De Romantiek |
Het Behaviorisme | Cognitief Psychologen |
Charles Wheatstone beschreef als eerst hoe men diepte waarneemt. Hij legde uit dat men vanuit het linkeroog een object vanuit een andere hoek ziet vergeleken met het rechteroog. Dit wordt ook wel 'binoculaire ongelijkheid' of 'binoculaire dispariteit' genoemd. Dit verwerken de hersenen als 'diepte'. Hij ontwikkelde ook de stereoscoop, waarmee men dingen in driedimensionaal beeld kan waarnemen door aan elk oog een verschillende afbeelding aan te bieden. Dit is ook het mechanisme achter 3D-films in de bioscoop, waar door middel van de 3D-bril aan elk oog een andere afbeelding wordt aangeboden.
Kant zelf was echter kritisch over dat psychologie een echte wetenschap zou kunnen zijn. Hij had hier drie redenen voor: Mentale processen zijn niet direct te meten; Introspectie is onbetrouwbaar. Introspectie houdt in dat mensen zelf rapporteren wat zij denken en/of voelen. Volgens Kant is het onmogelijk om objectief naar je eigen gedachten of gevoelens te kijken. Als iemand bang is, dan kan hij of zij op dat moment niet objectief naar deze gevoelens kijken en deze dus ook niet objectief rapporteren; Experimenteren is niet mogelijk. Voor de kwaliteit van wetenschap is het belangrijk dat experimenten herhaald kunnen worden. Mentale processen zijn niet te herhalen en hierdoor is het uitvoeren van experimenten naar de menselijke psyche niet mogelijk volgens Kant.
Hoe verloopt de wetenschappelijke studie naar gedrag? - BulletPoints 5
De Russische fysioloog Ivan Pavlov toonde aan dat honden begonnen te kwijlen, zodra ze merkten dat ze eten zouden krijgen. Hij toonde dit aan door middel van conditionering: elke keer als hij de honden eten aanbood, liet hij een belletje rinkelen. Dit leidde er toe dat de honden het belletje associeerden met het eten. Het belletje is nu dus de geconditioneerde stimulus. Het kwijlen van de honden is de geconditioneerde respons. Wanneer de honden later dit belletje hoorden, dan begonnen zij al te kwijlen (een reflex). Dit was een onbewuste en aangeleerde reactie, die uiteindelijk de Pavlov reactie werd genoemd.
Het werk van Pavlov toonde aan dat reflexen niet altijd aangeboren zijn; ze kunnen ook aangeleerd worden. De Pavlov reactie wordt ook wel 'klassiek conditioneren' genoemd. Ook de Pavlov reactie toont aan dat er modificaties zijn in de paden in de hersenen, als gevolg van leren.
Ook de ontdekkingen van Charle Lyell, die onderzoek deed naar geologie, hielpen Darwin bij het opstellen van zijn theorie. Zo kwam Lyell er achter dat de geologie verandert met de tijd. Dit paste bij het idee van Darwin, die stelde dat evolutie van dieren ook plaatsvond over een lange tijd. Deze evolutie vindt plaats door middel van kleine veranderingen. Echter was in de tijd van Darwin nog niet zoveel bekend over DNA. Hierdoor wist men niet precies wat het mechanisme achter evolutie was. In andere woorden, het was duidelijk dat soorten evolueren, maar het was niet duidelijk hoe dit plaatsvond. Deze onduidelijkheid zorgde er voor dat er verschillen waren tussen verschillende onderzoekers. Zo stelde Lamarck dat evolutie ontstaat op basis van doelen. Hierbij was dan vooral het doel om zo perfect en complex mogelijk te zijn. Dit houdt in dat organismen zich zo goed mogelijk aanpassen aan hun omgeving. Volgens Lamarck is het zo dat organismen nieuwe vaardigheden verkrijgen, die vervolgens genetisch worden doorgegeven aan volgende generaties.
Darwin stelde echter dat evolutie niet een doelgericht, maar juist een willekeurig proces is. Zo zouden variaties in individuele eigenschappen ontstaan, maar puur op basis van toeval. Soms zouden deze variaties helpen bij het overleven, of bij het omgaan met een veranderende omgeving. Dit noemde Darwin 'natuurlijke selectie' of 'survival of the fittest'. Individuen die per toeval bepaalde variaties hebben verkregen, hebben een betere kans om te overleven. Hierdoor zijn zij beter in staat om zich voort te planten en worden deze willekeurige variaties doorgegeven aan volgende generaties. Volgens Darwin is er dus een continuïteit: dit houdt in dat uit huidige soorten, nieuwe soorten ontstaan. De oudere soorten zijn dus de basis, die door middel van toevallige variaties evolueren. Volgens Darwin is de mens dan ook ontstaan vanuit dieren.
John Watson was één van de belangrijke vertegenwoordigers van het behaviorisme. Hij publiceerde in 1913 een boek, waarin hij stelde dat psychologie op een behavioristische manier bekeken moest worden. In dit boek stonden vijf punten centraal: De psychologie moet op een zo objectief mogelijke manier worden bekeken, net zoals in de natuurwetenschappen; Introspectie als onderzoeksmethode moet worden verworpen. Volgens Watson kan er namelijk niet met zekerheid worden gesteld dat een introspectie accuraat is niet, omdat niemand anders dan het individu zijn eigen gevoelens en gedachten kan zien. Het is dus geen wetenschappelijke methode, omdat de uitspraken die mensen maken niet te testen zijn; Het bewustzijn moet niet meer het belangrijkste onderwerp zijn binnen de psychologie. Watson stelde dat dit wederom niet wetenschappelijk is, omdat het bewustzijn met geen enkele objectieve methode te onderzoeken is; Psychologie moet gaan over het voorspellen en het controleren van gedrag; Er is geen echt verschil tussen dieren en menselijk gedrag.
Wat is psychoanalyse? - BulletPoints 6
Sigmund Freud is een van de meest bekende figuren in de psychologie. Toen hij 17 was, meldde hij zich aan voor geneeskunde aan de Universiteit van Wenen. Hier nam hij ook cursussen in filosofie en psychologie.
Freud werd na een tijd kritisch met betrekking tot hypnose. Er gebeurden dingen die niet helemaal klopten: sommige patiënten waren niet in staat om gehypnotiseerd te worden. Om deze redenen koos Freud er voor om in plaats van hypnose, gebruik te maken van 'vrije associatie'. Dit hield in dat patiënten hun gedachten de vrije loop laten en vervolgens rapporteren wat er in hen op komt.
Door middel van vrije associatie kon Freud de psyche van een patiënt laag voor laag onthullen. Dit noemde Freud later 'psychoanalyse'.
Freud kwam er achter dat het niet voor alle patiënten even gemakkelijk is om vrij hun gedachten te benoemen. Dit noemde hij 'resistentie'. Volgens Freud was vrije associatie geschikt om 'vergeten' herinneringen op te halen, die door een proces genaamd 'repressie' (verdringing) waren vergeten. Volgens Freud zou men 'resistentie' ervaren als vrije associatie te dicht bij de vergeten herinneringen zou komen.
Freud vond dit apart: aan de ene kant wilden patiënten behandeld worden, maar aan de andere kant verzetten ze zich soms tegen het behandelingsproces. Volgens Freud toonde dit een psychisch conflict aan: een gedeelte van de patiënt wil genezen en een ander deel verzette zich hier tegen.
Volgens Freud verzetten patiënten zich tegen 'vergeten herinneringen' omdat ze te pijnlijk voor hen zouden zijn. Ook viel het hem op dat veel van de associaties, een seksuele ondertoon hadden. Dit leidde er toe dat Freud concludeerde dat de pijnlijke herinneringen die patiënten hadden, te maken hadden met vervelende seksuele ervaringen in hun kindertijd.
Het onbewust zijn kan op drie manieren de latente inhoud van iemand omzetten in manifest dromen. Dit noemde Freud 'droomwerk'. De eerste manier wordt displacement genoemd. Dit houdt in dat iets wat normaal gesproken emotioneel beladen is, op een neutrale manier wordt getoond in de droom. Dus, de latente inhoud wordt op een 'veilige' manier weergegeven. Volgens Freud heeft displacement een defensieve rol: het houdt emotioneel beladen en gekke inhoud weg van het bewustzijn. Het tweede proces heet 'condensatie'. Dit betekent dat één gedeelte van een manifest inhoud aan verschillende delen van de latente inhoud is gerelateerd. Het derde en laatste proces van droomwerk is 'concrete representatie'. Dit houdt in dat meer abstracte ideeën in de latente inhoud worden vertaald in concrete sensaties in de manifest inhoud (zoals bij een hallucinatie).
Contributions: posts
Spotlight: topics
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, study notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
- Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
- Use the topics and taxonomy terms
- The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
- Check or follow your (study) organizations:
- by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
- this option is only available trough partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- by following individual users, authors you are likely to discover more relevant study materials.
- Use the Search tools
- 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
- The search tool is also available at the bottom of most pages
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Field of study
- All studies for summaries, study assistance and working fields
- Communication & Media sciences
- Corporate & Organizational Sciences
- Cultural Studies & Humanities
- Economy & Economical sciences
- Education & Pedagogic Sciences
- Health & Medical Sciences
- IT & Exact sciences
- Law & Justice
- Nature & Environmental Sciences
- Psychology & Behavioral Sciences
- Public Administration & Social Sciences
- Science & Research
- Technical Sciences
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1752 | 1 |
Add new contribution