Hierbij een voorbeeld van een studiegids, waarnaar je een interactieve sessie kan organiseren om jongeren actief bezig te laten zijn met de Milleniumdoelen -debat en oplossingen zoeken voor wereldproblematiek.
Belangrijk is om ze niet alleen te laten debatteren, maar ook een oplossing voor het probleem te laten maken -een zogenoemde 'resolutie'.
Studiegids Millenniumdoel 2
Millenniumdoel 2
Millenniumdoel 2: Iedereen minimaal basisonderwijs
De Millenniumdoelen zijn acht internationale ontwikkelingsdoelen die uiterlijk in 2015 bereikt dienen te worden. Alle 193 lidstaten van de Verenigde Naties en 23 internationale organisaties hebben hiermee ingestemd en werken samen om deze doelen te verwezenlijken.
Dit weekend zullen wij ons bezighouden met Millenniumdoel 2: Iedereen minimaal basisonderwijs. Als verduidelijking van dit doel heeft de VN de volgende specificatie gegeven
Target 2.A: Verzeker dat in 2015 kinderen overall ter wereld, zowel meisjes als jongens, de mogelijkheid hebben om hun volledige basisschool af te maken.
In ontwikkelingslanden gaan miljoenen kinderen nog niet naar school. Vaak worden zij thuis gehouden om mee te helpen in het huishouden of om een bijdrage te leveren aan het gezinsinkomen.
Verplicht en toegankelijk basisonderwijs is een belangrijk middel in de strijd tegen kinderarbeid. Het geeft kinderen de kans om zich verder te ontwikkelen waardoor hun kansen in het leven toenemen. Dit komt uiteindelijk de hele maatschappij ten goede. Daarom moet ervoor gezorgd worden dat in 2015 alle kinderen overal ter wereld basisonderwijs kunnen volgen en afronden.
Millenniumdoel 2: Voortgang
Nu de deadline van 2015 nadert, wordt steeds vaker gekeken naar de reeds geboekte voortgang en de verwachting dat de doelen behaald zullen worden. Deze voortgang wordt per subdoel bekeken.
Op dit millenniumdoel is behoorlijke vooruitgang geboekt. In 1999 ging in de arme landen 82 procent van de kinderen in de basisschoolleeftijd naar school, tien jaar later was dat gestegen tot 89 procent. Deze stijging zien we vrijwel overal. Vooral Sub-Sahara Afrika, dat op veel andere millenniumdoelen slecht scoort, heeft grote stappen vooruit gezet. In deze regio is het percentage kinderen dat naar de basisschool gaat gestegen van 58 procent in 1999 naar 76 procent in 2009. In Zuid-Azië steeg dit percentage van 79 naar 91 procent en in Oost-Azië van 95 naar 96 procent. Alleen in de Caucasus en Centraal-Azië daalde het percentage in deze periode van 94 naar 93 procent.
Álle kinderen naar school is feitelijk onhaalbaar. Zo gaan ook in de rijke westerse landen niet alle kinderen naar school, om uiteenlopende redenen. Soms kiezen ouders ervoor om hun kinderen zelf op te voeden. Ook kunnen sommige gehandicapte kinderen niet naar school. Het percentage kinderen dat naar school gaat ligt in de ontwikkelde landen op 96 procent. Het is daarom realistischer om als streefcijfer ook voor de ontwikkelingslanden 96 procent en hoger aan te houden.
Hoewel het natuurlijk positief is dat steeds meer kinderen naar school gaan, moet er nog veel worden gedaan aan de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Zo zijn er in veel landen onvoldoende docenten waardoor klassen uitpuilen of is er te weinig schoolmeubilair. Ook verlaten veel leerlingen zonder diploma de school, waardoor ze later minder kans hebben uit de armoede te komen. Slechts 87 op de 100 leerlingen in ontwikkelingslanden maken daadwerkelijk de basisschool af.
Sommige van de armste landen hebben de grootste ontwikkelingen doorgemaakt op het gebied van educatie. Burundi, Rwanda, Samoa, Sao Tome en Principe, Togo en de Verenigde Republiek Tanzania hebben de educatie doelstelling (bijna) behaald. Aanzienlijke vooruitgang is ook in Benin, Bhutan, Burkina Faso, Ethiopia, Guinea, Mali, Mozambique en Niger geboekt, waar de registratie van kinderen op basisscholen met meer dan 25% steeg tussen 1999 en 2009. Met een gemiddelde stijging van 18% tussen 1999 en 2009 zijn de Afrikaanse landen koploper qua vooruitgang op het gebied van educatie.
Daarentegen zijn het vooral de extreem armen, vrouwen (meisjes) en mensen die in een conflictgebied leven die niet naar school gaan. De afgelopen paar jaar zijn de vooruitgangen aan het afnemen. Het blijkt vooral moeilijk te zijn om meisjes naar school te krijgen. Een grote factor die meespeelt is kinderarbeid.
Kinderarbeid
Van kinderarbeid is sprake als kinderen een belangrijk deel van de dag (of nacht) werk verrichten. Vaak is sprake van slecht betaald werk, in een aantal situaties worden de kinderen helemaal niet betaald. In de meeste landen wordt kinderarbeid als in strijd met de mensenrechten beschouwd en gelden strengste regels voor de minimumleeftijd van werkenden en het maximum aantal werkuren voor kinderen.
Kinderarbeid was ten tijde van de industriële revolutie zeer gebruikelijk, ook in Nederland. In 1874 diende het links-liberale kamerlid Samuel van Houten een wet op de kinderarbeid in, die bekend staat als het Kinderwetje van Van Houten. Deze wet moest een eind maken aan arbeid door kinderen jonger dan 12 jaar. Omdat de controle tekortschoot, veranderde er in de praktijk weinig. In veel landen maakte de leerplicht een eind aan kinderarbeid; in Nederland was dat in 1901 het geval.
Kinderarbeid komt nog veel voor in Afrika, Azië en Latijns-Amerika. Kinderen worden niet alleen in de landbouw in familiebedrijven ingezet, maar ook als goedkope arbeidskrachten in fabrieken en weverijen. Het verschil tussen kinderarbeid en kindslavernij is niet altijd duidelijk. Regelmatig komen bedrijven in opspraak die zaken doen met landen waar kinderarbeid voorkomt, als blijkt dat zij niet voldoende doen om te voorkomen dat bij het productieproces kinderen zijn ingeschakeld. In toenemende mate eisen bedrijven van hun leveranciers een verklaring dat aan de productie geen kinderarbeid te pas is gekomen.
De vraag is of een verbetering van de economische situatie in een land gepaard gaat met een vermindering van kinderarbeid. Uit recent onderzoek is gebleken dat een toename in het bruto inkomen van een land gepaard kan gaan met vraag naar onopgeleide werknemers in de landbouw. Kinderen kunnen daarin gemakkelijk voorzien – als verborgen arbeidsreserve. Met deze toename van de vraag naar arbeid, zo schrijven de auteurs, is tot op heden onvoldoende rekening gehouden.
Als door de groei het inkomen stijgt, kunnen meer ouders het zich permitteren kinderen naar school te sturen. Doorgaans zullen ook scholen verbeteren, evenals de infrastructuur. Die factoren dragen bij aan een afname in kinderarbeid op de lange termijn.
Groei gaat dan ook op lange termijn daadwerkelijk samen met een afname in kinderarbeid. Maar, negatieve gevolgen op korte termijn vooraf kunnen gaan aan de gunstige effecten van economische groei op lange termijn.
United Nations Children’s Fund (UNICEF)
UNICEF is een organisatie binnen de Verenigde Naties die zich inzet voor het welzijn van kinderen, onder andere via het Verdrag inzake de rechten van het kind.. Als onderdeel van de VN ziet zij erop toe dat het internationale Verdrag voor de Rechten van het Kind overal ter wereld wordt nageleefd. UNICEF komt op voor de rechten van alle kinderen en heeft een opdracht: ervoor zorgen dat elk land de rechten van kinderen respecteert en naleeft.
Het United Nations International Children’s Emergency Fund (UNICEF) is op 11 december 1946 opgericht door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York om na de Tweede Wereldoorlog voedselpakketten en gezondheidszorg te bieden aan kinderen in de getroffen landen. Vanaf 1953 is UNICEF een blijvend onderdeel van de VN-structuur.
UNICEF helpt, samen met partnerorganisaties, wereldwijd kinderen in situaties van armoede, ziekte, geweld en discriminatie. Volgens de organisatie gaan miljoenen kinderen dankzij haar en haar partnerorganisaties naar school en worden 'talloze' kinderen ingeënt tegen dodelijke ziektes als mazelen en krijgen zij goede voeding. UNICEF werkt aan het terugdringen van de aidsepidemie en helpt kinderen die er het slachtoffer van zijn geworden.
De organisatie is bij rampen en oorlogen vaak snel ter plaatse en probeert ervoor te zorgen dat kinderen en hun families kunnen overleven. Ook beoogt UNICEF alleenstaande kinderen tegen geweld, misbruik en uitbuiting te beschermen.
Het hoofdkantoor van UNICEF Internationaal is gevestigd in New York. In zo’n 158 landen zijn de zogeheten UNICEF veldkantoren gevestigd. Vanuit deze vestigingen worden de hulpprogramma’s gecoördineerd en uitgevoerd. Om de veldkantoren en hulpprogramma’s te financieren werven 36 Nationale UNICEF Comités fondsen. Alle ruim 193 vestigingen rapporteren (in)direct aan het hoofdkantoor in New York.
Als gezaghebbende VN-organisatie spreekt UNICEF overheden en beleidsmakers aan op hun verantwoordelijkheid om kinderrechten te respecteren. In ca. 156 landen is ze actief met hulpprogramma’s. UNICEF wil bijdragen aan het behalen van de millenniumdoelen en heeft de volgende speerpunten:
▪ Bescherming
▪ Hiv en aids
▪ Kinderarbeid
▪ Onderwijs
▪ Samenwerking en lobby voor kinderrechten
Topic: Meisjes: geen kinderarbeid maar school
Het behalen van deze “Educatie-doelstelling” zal de mogelijkheid om de andere doelstellingen te behalen zeer ten goede komen.
Het geven van educatie aan kinderen helpt om armoede te bestrijden en om gelijkheid tussen mannen en vrouwen te bevorderen. Het helpt om kindersterfte te verminderen en het vergroot het begrip van mensen op het gebied van milieuproblematiek. Het is onlosmakelijk verbonden aan de 3e millenniumdoelstelling –gelijkheid voor mannen en vrouwen- gezien het feit dat universeel basisonderwijs per definitie deze gelijkheid in de hand werpt. Daarentegen zal doelstelling 3 onmogelijk gehaald worden, zolang er weinig meisjes basisonderwijs volgen. Daarbovenop is universeel basisonderwijs een fundamenteel recht waar alle overheden zich aan moeten houden, omdat het staat opgetekend in het Universeel Verdrag voor de Rechten van het Kind.
UNICEF streeft naar kwalitatief hoog basisonderwijs voor iedereen, met de nadruk op gelijkheid tussen mannen en vrouwen, en het laten verdwijnen van alle verschillen hieromtrent. Vooral het naar school krijgen van meisjes en verzekeren dat zij naar school blijven gaan (ook na de basisschool) is wat UNICEF het “multiplier effect” noemt.
Meisjes die onderwijs hebben gevolgd –en hebben afgemaakt- zullen meer geneigd zijn om op latere leeftijd pas te trouwen (en dus niet al op hun 14e bijvoorbeeld), minder kinderen te krijgen die op hun beurt weer grotere kans hebben om hun kindertijd te overleven, door betere voeding en meer educatie. Meisjes die naar school zijn geweest zijn ook productiever in het huishouden en zullen beter betaald krijgen op werk. Daarnaast zijn ze beter op sociaal, economisch en politiek vlak, en zijn zij beter in het nemen van beslissingen.
School biedt de kinderen ook een veilige omgeving met ondersteuning, supervisie en socialisatie. Zij leren hier kwaliteiten die hen kunnen helpen bij het voorkomen van ziektes, zoals bijvoorbeeld aids/HIV en malaria. Vaak ontvangen deze schoolgaande kinderen ook levensreddende vaccines, vers water en goede voeding op school.
Het geven van onderwijs aan een meisje zorgt ook voor een drastische verkleining van de kans dat haar kind zal sterven voordat dit kind het vijfde levensjaar heeft behaald. Aan de andere kant is het zo dat wanneer aan kinderen geen hoogwaardig basisonderwijs wordt gegeven de kwetsbaarheid voor (seksueel) misbruik, exploitatie en het krijgen van ziektes velen malen verhoogd wordt. Meisjes, meer dan jongens, hebben een verhoogd risico voor zulk misbruik wanneer zij niet naar school gaan.
Voor veel dorpen biedt een school ook een veilige plek voor kinderen, een plek waar zij vriendschappen opbouwen, supervisie krijgen van volwassenen, goede facilitaire voorzieningen hebben (zoals wasruimtes), schoon drinkwater hebben en vaak ook maaltijden en gezondheidszorg.
Op het moment kunnen honderden miljoenen kinderen niet in deze basisbehoeften worden voorzien. Het recht tot educatie is deze kinderen ontnomen, doordat hun ouders niet de economische middelen hebben om hun schoolgeld te betalen en andere gerelateerde kosten, of omdat de gemeenschappen en dorpen te arm zijn (of te afgelegen) om een school te hebben met alle gewenste faciliteiten. Ook kunnen kinderen vaak niet naar school omdat zij moeten werken voor het inkomen van de familie –kinderarbeid.
Kinderen van inheemse gemeenschappen en etnische minderheidsgroepen krijgen veel te maken met discriminatie en worden buitengesloten van educatie. In additie zorgt Hiv-aids voor een groot aantal doden per jaar op scholen, in gemeenschappen, en families over de hele wereld, waardoor een grote hoeveelheid kinderen wezen worden, of op een andere manier kwetsbaar. Daarnaast zorgen oorlogen en humanitaire rampen er nog voor dat vele kinderen van hun recht op educatie worden ontnomen. Het zijn vaak vooral de vrouwen en meisjes die de gevolgen dragen van deze problemen.
Zij zijn de eersten die van school worden genomen wanneer er een geldtekort is in de familie, of wanneer het huishouden meer aandacht nodig heeft, of wanneer er voor een familielid gezorgd moet worden, de school te ver weg is, of in situaties waarin de veiligheid (van vrouwen) beperkt is. Het effect? De belofte van en aan een nieuwe generatie is nog ver weg. Om deze millenniumdoelstelling te behalen zullen vooral de omstandigheden om vrouwen op school te krijgen en te houden, moeten verbeteren.
Vragen waar een resolutie antwoord op moet geven
In de resolutie is het de bedoeling dat jullie onder anderen antwoord geven op de volgende vragen:
- Hoe kunnen culturele factoren die meisjes van school houden, doorbroken worden?
- Hoe kunnen de andere millenniumdoelen ondersteuning bieden bij het realiseren van deze doelstelling?
- Met welke middelen kan kinderarbeid verminderd worden?
- Heb je economische groei nodig voor beter onderwijs?
- Hoe ga je om met incentive structuren (sociale structuren die handelen stimuleren) die voor een groot deel bepaald zijn door cultuur? Hoe ga je hiermee om bij internationale regelgeving en ECOSOC gestuurde projecten?
- Wat voor positieve effecten heeft de educatie van vrouwen en hoe kunnen deze helpen bij het behalen van de andere millenniumdoelen?
Tips voor verdere research
http://vorige.nrc.nl/economie/article1666542.ece/Meer_kinderarbeid_als_economie_groeit
In het Engels, maar zeer uitgebreid:
http://www.undg.org/docs/11421/MDG2_1954-UNDG-MDG2-LR.pdf
http://portal.unesco.org/education/en/ev.php-URL_ID=30859&URL_DO=DO_TOPIC&URL_SECTION=201.html
Add new contribution