Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Image

Aantekeningen Samenleven en de sociale mens week 4 - Universiteit Utrecht 23/24

2.2.1 Vergeving op het werk (SP)

We hebben een need to belong. We willen dus ook goede relaties op het werk. Vergeving is een proces. Impact → meaning → moving on

  • Impact, ik voel me rot, ik mocht niet meewerken
  • Meaning: wat betekent dat, waarom doet hij dat, betekenis eraan geven
  • Daarna kan je moving on, verder gaan.

Vergeving:

  • je hebt minder stress, je gaat minder piekeren. Je kan dus beter focussen op werk.
  • Vergeving helpt je relaties positief te beïnvloeden. Je hebt belangrijke werkrelaties.

Soorten vergeving

  • Trait forgiveness: sommige mensen zijn vanuit zichzelf vergevingsgezinder dan anderen.
  • State forgiveness: soms ben je meer vergevingsgezind dan andere keren. Roddelen is misschien minder erg dan contractbreuk door je baas.
  • Bij beide heb je minder negatieve werkuitkomsten.

Vergeving draagt bij aan minder negatieve uitkomsten. Dit zorgt weer voor minder stress en minder onproductiviteit. Dus betere werkuitkomsten.

Maar dit was een correlationeel verband. Misschien ben ik wel blij met mijn werk, dan vergeef ik makkelijker, dan ben ik meer tevreden. Is het ook een causaal verband?

  • Over tijd worden mensen meer vergevingsgezind.
  • Bewijs, causaal, dat vergeving leidt tot betere werkuitkomsten en niet vice versa.

Zorgt vergeving altijd voor betere werkuitkomsten? Er is een kanttekeningen.

  • Als je toch geen goede band met je collega hebt, dan heeft vergeving geen nut. Het levert je toch niets op.
  • Interpersoonlijke context moet meegenomen worden.
  • In welke context vindt vergeving plaats?

2.2.2 Verdeel en vertrouw (CP)

Menselijk gedrag is altijd gericht op winstgevendheid.

  • Zo veel mogelijk winst voor zichzelf.
  • We straffen en vertrouwen anderen ten koste van onszelf. Maar is dat emotioneel of strategisch?
  • Prospect theory van Kahneman.

Verlies doet meer pijn dan winst.

  • Mensen nemen makkelijker risico om een verlies te voorkomen dan een winst te maken.
  • We beschermen meer datgeen wat we hebben.
  • We kunnen niet goed tegen oneerlijkheid: inequity aversion.

Ultimatum game

  • De ander te straffen ten koste van jezelf. Voor toekomstige mensen, we hopen dat de proposer hiervan leert. Dit is een altruïstische component.
  • Nierdonateurs laten niet vaker altruistische punishment zien.
  • Wel gerelateerd aan self-reported altruïsme. Als je jezelf altruïstisch vindt, dan deed je meer aan rejection bij dit spel.
  • Het is dus niet gedreven door altruïstische motivatie.

Waarom rejecten we dan?

  • Mensen die zelf een oneerlijk offer krijgen reageren zelf heel erg aroused.
  • Maar ze laten die emotionele reactie niet zien als iemand anders dat offer krijgt.
  • In beide gevallen zal een oneerlijk offer gereject worden.
  • Dus het rejection gedrag zelf is niet afhankelijk van de emotionele reactie zelf als je een oneerlijk offer krijgt.

Dus prosociale mensen rejecten sneller.

  • Hoe sterker iemand het oneerlijk vindt, hoe eerder het offer afgewezen wordt.
  • Prosociale mensen verwachten ook dat anderen eerder prosociaal zijn en zijn dan meer verrast en rejecten eerder.
  • SVO is social value orientation.
  • Proself passen hun gedrag meer aan aan anderen. Zij zijn meer individualistisch.
  • Prosociale mensen blijven hun gedrag doen, ook als de andere speler meer proself blijft.

Amygdala speelt hier een rol.

  • Schade in de amygdala maakt dat de mensen meer investeren in de medespeler.
  • Toch nemen ze in een andere taak niet meer risico.
  •  
  • Ze vertrouwen dus meer, maar nemen niet meer risico. Ze investeren niet meer, omdat ze meer risico nemen.
  • Amygdala schade zorgt ervoor dat ze niet gaan aanpassen aan de medespeler.
  • Dit heeft te maken met de rol van de basolaterale amygdala in instrumenteel gedrag.
  • Amygdala-schade is meer genereus, meer prosociaal. Maar ze passen hun gedrag minder aan aan de medespeler.
  • Amygdala staat in direct contact met de prefrontale cortex.

2.2.3 Peripersonal space (CP)

Iemand die te dichtbij komt, dat voelen we als inbreuk op onze persoonlijke ruimte.

  • Eigen ruimte, daar mag niemand komen.
  • De rest van de apen zitten in de sociale ruimte.
  • Leeuw die komt in de afstand van de vluchtruimte, dan gaan ze vluchten.

Maar hoe zit dit dan bij mensen?

  • Intieme ruimte
    • Daar mogen alleen mensen komen met wie je een intieme relatie hebt. Familie, vrienden of partners.
  • Casual-persoonlijke ruimte
    • We houden tot andere studenten afstand.
  • Social-Consultatieve ruimte
    • Dat is als je mensen op straat vraagt om de weg. Mag je wel dichtbij komen, maar dat is in die context.

Persoonlijke ruimte

  • Type relatie
  • Omgeving
  • Cultuur

Er worden wel twee fases onderscheiden in de intieme ruimte.

Casual is waar je iets vaker interactie mee hebt.

Sociaal/consultatief: docenten die je niet kent of mensen waar je langs loopt. Er zijn situaties waar mensen in je intieme ruimte binnendringen, zoals in een drukke trein. Dat komt door de context, dan tolereren we het. De intieme ruimte krimpt dan tot net buiten je kleren wordt gezegd.

Breinactiviteit

  • Frontale gebieden en pariëtale gebieden worden geactiveerd over persoonlijke ruimte.
  • Hoe kleiner de ruimte tussen de personen, hoe sterker de verbinding tussen die gebieden is en andersom.
  • Hoe meer tijd je doorbrengt met een ander, hoe sterker de verbinding tussen de hersengebieden.

De peripersoonlijke ruimte.

  • Apen hebben neuronen die specifiek reageren bij een bepaalde afstand.
  • Neuron vuurt harder als je prikkel dichterbij komt.
  • Deze bubbels reageren niet alleen op visuele informatie, maar ook op tast.
  • De bubbel beweegt mee met de hand.
  • Hij laat de neuron vuren alsof er een soort voorspelling is van de tast op je hand.
  • Bij mensen gelijkwaardige grenzen. Ook voor audio-tactiel. Dus audio dat ons nadert en ons kan aanraken.
  • Peripersoonlijke ruimte kan tast voorspellen rond sommige lichaamsdelen op het moment dat visuele informatie daar binnenkomt.

Buiten de peripersoonlijke ruimte hebben we ook nog meer ruimte.

  • Peripersoonlijke ruimte achter je hoofd is vrij kort. Dus je schrikt heel snel als je daar een geluid hoort.
  • Peripersoonlijke ruimte wordt meegedragen als je gereedschap gebruikt.
  • Het kan interactie met de omgeving voorspellen. Het einde van een stok wordt dan eigenlijk het einde van het lichaam.
  • Als ik een actie voorbereid, dan beweegt de peripersoonlijke ruimte al naar voren.
  • Bij lopen wordt de peripersoonlijke ruimte dus al groter, die duw je voor je uit.
  • Als je tegenover een coöperatief persoon staat, wordt de peripersoonlijke ruimte groter.
  • De ruimte wordt kleiner als je tegenover een persoon staat die je niet kent tov een etalagepop.
  • De ruimte wordt groter bij angstige mensen, dan kunnen ze bijvoorbeeld eerder reageren op een enge stimulus, zoals een hondd

Kunnen inschatten van afstand tot het lichaam is cruciaal bij sociale interactie. De context is dus belangrijk!

2.2.4 Prosociaal delen in de vroege ontwikkeling (OP)

Kinderen geven als kind al een voorkeur voor prosociaal gedrag.

  • Kinderen die delen.
  • Is niet per se bedoeld om de ander te helpen. Meer zo van: hey geef me goedkeuring, of wil je meespelen?

Vanaf welke leeftijd willen kinderen dat het de ander ook helpt?

  • Hoe ouder kinderen zijn, hoe meer kinderen delen.
  • Verschil tussen jongens en meisjes wordt over tijd steeds minder.
  • Meisjes delen wel meer dan jongens.
  • Stereotypen sijpelen de sociale houdingen al door.
  • Jongens op school hebben door dat ze sociale banden moeten opbouwen, dus gaan ze prosociaal delen.

(Ontwikkelings)voorwaarden om prosociaal te delen

  • Differentiëren tussen zelf en ander
  • Zichzelf kunnen verplaatsen in een ander
  • Gedragscontrole (je wil het liefst alle stickers zelf houden)
  • Omgeving speelt ook een rol bij ontwikkelingspsychologie.

Hoe jonger je bent, hoe meer geneigd je bent om je eigen antwoord aan te passen, nadat je ziet wat anderen doen. Dus bij de vraag ‘Zou je geld verzamelen voor het goede doel?’

  • Adolescenten zijn gevoelig voor sociale beloning. Zeker van leeftijdsgenoten.
  • Sociaal-culturele normen zijn ook nog een omgevingsfactor.

Vanaf een jaar of 7 kwam prosociaal gedrag pas overeen met het gedrag van volwassenen.

  • Delen is prosociaal gedrag, zeker als het ten koste gaat van jezelf
  • Delen is essentieel voor het succes van onze maatschappij
  • Prosociale jongeren zijn populairder

2.2.5 Antisociaal gedrag (OP)

Agressie

  • Bedoeld om een ander pijn te doen of schade te berokkenen
  • Het slachtoffer voelt zich geschaad (en wil dat niet)
  • Het gedrag wordt volgens de normen van de gemeenschap beschouwd als agressie
  • Agressief gedrag vermindert vanaf 4 jaar. Dan indirecte agressie: mensen buitensluiten.

Proactieve agressie of instrumentele agressie. Hier is geen boosheid.

Proactieve agressie wordt vaak gedaan door iemand die dominant is en die mensen hebben een hoge sociale status.

Dit speelt bij de ontwikkeling van agressie:

  • Temperament
  • Omgeving: sociale interactie, leren en opvoeding
  • Hersenontwikkeling

Agressieve kinderen encoderen situaties vaker vijandig. En interpreteren het eerder vijandig. Reageren dan met agressie.

  • Conflicten tussen kinderen met allebei dezelfde status en sterkte, dan is het geen pesten.
  • Reactieve of vijandige agressie is dus niet pesten.
  • Pesten is proactief, zonder dat er sprake is van woede of provocatie.

Slachtoffers van pestgedrag:

  • Vaak angstig, onzeker en gevoelig
  • Afwijken van de groepsnorm: betweters, ze wekken ergernis op
  • Individuele risicofactoren: o.a. obesitas, handicap of een andere seksuele oriëntatie

Pesters vinden het belangrijk bewonderd te worden en invloedrijk te zijn. Dominant en macht.

Diverse pestrollen:

  • Ringleader dader
  • Meeloper
  • Toeschouwer
  • Verdediger
  • Buitenstaander 
  • Slachtoffer

2.2.6 On the bright and dark side of human motivation (KP)

Onze menselijke natuur: wij zijn geen leeg blad.

  • Controlerende ouders → adolescent krijgt frustratie → externaliserend gedrag (stelen) maar ook internaliserend gedrag (depressie).
  • Dit is een voorspeller van psychopathologie.
  • Controlerende ouders zijn voorspellers voor fysieke agressie tijdens de basisschool.
  • Als je iemand buitensluit bij cyberball, dan doet ook iemand anders buitensluiten, pijn.
  • Degene die uitsluiten voelen schuld en schaamte.

Iemand uitsluiten doet pijn, je voelt je dan slecht. Dat kan verklaard worden door behoeftefrustratie: autonomie, relatedness en competence.

  • Pesters zijn dus eigenlijk ook slachtoffers
  • Wie zich voldaan voelt met zijn basisbehoefte, gaat goede sociale contacten aan met anderen. Die gaat dus niet pesten, kort gezegd.

Image  Image  Image  Image

Access: 
Public

Image

Follow the author: Hugo
More contributions of WorldSupporter author: Hugo:
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Check the related and most recent topics and summaries:
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1197