Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema
- 9125 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Bewezen is verklaard dat verdachte opzettelijk en wederrechtelijk ruiten van een voordeur heeft vernield. Het gaat in casu echter om de grondslag van de tenlastelegging. In de bewezenverklaring is de zinsnede 'opzettelijk en wederrechtelijkheid' opgenomen, terwijl dit niet in de tenlastelegging is opgenomen. Verdachte bepleit dat nu de grondslag van de tenlastelegging is verlaten. De tenlastelegging dient volgens hem zoveel mogelijk alle bestanddelen van het strafbaar feit te bevatten. Is de grondslag van de tenlastelegging verlaten doordat 'opzettelijk en wederrechtelijk' niet in de tenlastelegging is opgenomen en wel in de bewezenverklaring?
De tenlastelegging voldoet aan de eisen van art. 261 Sv. De grondslag van de tenlastelegging is niet verlaten, want het aan de verdachte verweten feit is voldoende en genoegzaam duidelijk omschreven. Het is voor verdachte voldoende duidelijk wat hem wordt verweten en waartegen hij zich dient te verdedigen. Geen rechtsregel schrijft voor dat de tenlastelegging alle bestanddelen van het wettelijke feit dient te bevatten. Het Hof acht bewezen verklaard dat verdachte de vernieling 'opzettelijk en wederrechtelijk' heeft verricht, ondanks dat deze zinsnede niet in de tenlastelegging is opgenomen.
De HR bepaalt dat de stelling dat de enkele omstandigheid dat in een tenlastelegging niet alle bestanddelen van een delictsomschrijving tot uitdrukking zijn gebracht, nietigheid van de dagvaarding meebrengt, onjuist is. Het Hof had de tenlastelegging dus niet nietig hoeven te verklaren. Echter, het Hof heeft bij de bewezenverklaring wel de grondslag van de tenlastelegging verlaten. De tenlastelegging is kennelijk toegesneden op art. 350 Sr. Ingevolge dat artikel is vernieling strafbaar indien het opzettelijk en wederrechtelijk is geschied. Maar naar algemeen spraakgebruik kan vernieling ook anders geschieden dan opzettelijk en wederrechtelijk. Hier heeft het Hof geen rekening mee gehouden. Gelet hierop heeft het Hof door bewezen te verklaren dat de verdachte de tenlastegelegde vernieling 'opzettelijk en wederrechtelijk' heeft verricht, de grondslag van de tenlastelegging verlaten. De HR ontslaat de verdachte van alle rechtsvervolging.
NB. Dit arrest was een experiment.
Er zijn twee conclusies uit te trekken:
Voldoet de tenlastelegging aan de eisen van art. 261 Sv. en art. 6 lid 3 onder a EVRM?
In welk opzicht wijkt de tekst van de bewezenverklaring af van de tekst van de tenlastelegging?
Hoe staat de Advocaat-Generaal daar tegenover?
Hoe kijkt de Hoge Raad daar tegenaan?
Wat is in casu het gevolg van het ontbreken van een bestanddeel in de tenlastelegging?
Volgens de HR voldoet de tenlastelegging aan de eisen van art. 261 SV (zie r.o. 7.1). Wat betreft art. 6 lid 3 sub a EVRM moeten de juridische kwalificatie (nature) en de feitelijke grond (cause) worden genoemd. Dat is in deze casus gebeurd, namelijk met de verwijzing naar art. 350 Sr. (Zie conclusies A-G onder 1 en 2). Daarom voldoet de tenlastelegging aan alle eisen.
In de tenlastelegging zijn de bestanddelen ‘opzettelijk en wederrechtelijk’ niet genoemd, er stond alleen dat het ging om vernieling. In de bewezenverklaring staan deze twee bestanddelen wel.
De A-G heeft hier geen bezwaar tegen, omdat die termen al in de tenlastelegging besloten liggen. Het enige wat het Hof heeft gedaan is deze termen expliciteren en dat is toegestaan. Volgens de A-G is de bewezenverklaring dan ook gegrond op de tenlastelegging. Met andere woorden: er is niets bewezenverklaard dat niet ten laste is gelegd. (Zie conclusie A-G, slot van punt 6 en halverwege punt 7).
De HR zegt dat vernielen naar algemeen spraakgebruik ook anders kan geschieden dan ‘opzettelijk en wederrechtelijk’. De wetstermijn ‘vernielen’ is in zowel art. 350 Sr als in de tenlastelegging in die ruime betekenis gebruikt. In het spraakgebruik kan ‘vernielen’ ook niet-opzettelijk en niet-wederrechtelijk zijn. In die ruime zin is de term gebruikt in art. 350 Sr en de tenlastelegging. Het Hof is er niet vanuit gegaan dat het een kennelijke schrijffout in de tenlastelegging betrof. Met het opnemen van de bestanddelen ‘opzettelijk en wederrechtelijk’ in de bewezenverklaring, wordt daarom de grondslag van de tenlastelegging verlaten. De bestanddelen zijn volgens de HR dus wel degelijk essentieel. (Zie r.o. 7.4).
In casu zou het gevolg van het ontbreken van een bestanddeel in de tenlastelegging ‘ontslag van alle rechtsvervolging’ (OVAR) zijn. Het bewezenverklaarde kan dan namelijk niet als strafbaar feit worden gekwalificeerd.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1233 |
Add new contribution