Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

College 4 - Psychopathologie

College 4

Als je kind een drift bui krijgt in de supermarkt omdat hij een zak snoep niet mag, en jij wilt dat hij op houdt met krijsen en daarom maar de zak met snoep geeft. Dan beloon je verkeerd gedrag.

 

Gedragsstoornissen

ODD: Oppositional Defiant Disorder

Oppositionele gedragsstoornis

Zit meer in de omgeving dan in het kind zelf.

Kenmerken ODD

Verliest zijn of haar kalmte

Licht geraakt of snel geërgerd

Boos en ontevreden

Opstandig (verzet tegen regels volwassenen)

Maakt vaak ruzie met volwassenen

Ergert vaak anderen met opzet

Geeft de schuld van eigen fouten vaak aan anderen

Is vaak hatelijk en wraakzuchtig

Classificatie kan gesteld als de gedragingen in 1 setting voorkomen (itt ADHD)

Beperkingen in het schoolse en sociale functioneren óf anderen hebben er last van

Specificeren:

Mild: gedragingen in 1 setting

Moderate: gedragingen in 2 settingen

Severe: gedragingen in 3 of meer settingen

CD: Conduct Disorder

       Norm-overschrijdende gedragsstoornis

 

  • agressie (pesten, mishandelen, vechten)
  •  vernieling (waaronder brand stichten)
  •  liegen, stelen (inbreken, oplichten)
  •  regels overtreden (niet thuiskomen, weglopen, spijbelen)

-> 3 v/d 15 beschreven kenmerken in de afgelopen 12 maanden (de kinderen kunnen dus heel erg van elkaar verschillen, hetrogene groep)

-> beperkingen in het schoolse en sociale functioneren

Specificeren:

Childhood onset type: tenminste 1 ‘symptoom’ voor 10 jaar (loopt het vaak minder goed mee af)

Adolescent onset type: geen symptoom voor 10 jaar (tijdens pubertijd op verkeerde pad)

Beperkte prosociale emoties?

Mild: relatief weinig schade aan anderen (spijbelen, weglopen)

Moderate: in between

Severe: relatief veel schade aan anderen (agressie, bedreiging)

  • early starters:
  •  ODD voorloper van CD
  •  oppositionele gedrag blijft vaak bestaan
  •  meer agressieve gedragingen
  •  meer comorbide problemen (ADHD, leerproblemen)
  •  late starters:
  •  CD beginnend in adolescentie
  •  beter toegerust met schoolse en sociale vaardigheden
  •  betere prognose
  • ODD: circa 3%  (NvvP, 2013)
  • CD:   circa 2%  (NvvP, 2013) Amerikaanse cijfers hoger.
  • jongens:meisjes  3:1
  • meisjes vaker relationele agressie (passieve vorm, buitensluiten etc, minder openlijk)
  • (roddelen, buitensluiten, uitlachen)

Comorbiditeit gedragsstoornissen

  • ADHD: zelfde genen (Verhulst)  --  zelfde omgeving
  • Angststoornissen: m.n meisjes
  • Depressie: idem
  • Middelenmisbruik: Zelfde genen/omgeving (foute vrienden)
  • Leerproblemen: Kip of ei? (of slechte school)

 

 

 

Differentiaaldiagnose (wat kan het ook zijn?)

  • Hechtingsproblematiek
  •  ADHD: veel comorbiditeit
  •  ouder-kind relatieprobleem
  • ASS
  • Psychose
  • Depressie
  • Geschatte erfelijkheid: circa 40-70%
  • Temperament -> Emotionele onderreactie (onderreactie autonome zenuwstelsel)
  • Hypothalamus-hypofyse-bijnier (HPA) as: stress-response systeem: hypoactiviteit. Mensen die dit minder hebben gaan zelf opzoek om de prikkel toch te ervaren.
  • Parent-Child Interactions
  • Harde vijandige opvoedingsmethode
  • Dans in 4 passen (coercive parent-child cycle)
  • Stel: papa is aan het koken. Marie wil je de kleurpotloden opruimen ik wil de tafel dekken. (pas 1) Marie zegt: ja straks, ben nog aan het tekenen. Papa zegt dat het nu moet en Marie wordt boos en stampt weg. (pas 2). Vader ruimt de potloden op zodat ze zelf kunnen eten, hij beloond Marie hierdoor voor haar slechte gedrag, zij hoeft immers niet meer op te ruimen (stap 3). Marie komt vervolgens weer naar beden en doet leuk en vrolijk, ze beloond daarmee (onbewust) het gedrag van vader (pas 4). Als dit heel veel gebeurd leert een kind dat je met wangedrag je zin kan krijgen.

Verwerking sociale informatie:

  • Gedrag van anderen als vijandig en bedreigend interpreteren (reactieve agressie)
  • Vooral positieve gevolgen van agressie zien, negatieve gevolgen bagatelliseren (proactieve agressie)

Invloed leeftijdgenoten (peer relationships)

  • Selective affiliation: afgewezen jongeren zoeken elkaar op en versterken elkaars gedrag
  • Deviancy training: jeugdigen nemen antisociaal/delinquent gedrag van elkaar over

Behandeling

  • Oudertraining (Parent Management Training)
  • Leerkrachttraining (contingentiemanagement)
  • Training in sociaal probleemoplossende vaardigheden (vijandige interpretaties afleren, gedragsalternatieven aanleren)
  • Gedragstherapeutische gezinstherapie
  • Multisysteemtherapie (ouders, school, jongere zelf, buurt, peers)

-> 24/7, 3-5 mnd, 1 behandelaar

DMDD

  • disproportionele driftbuien
  •  niet passend bij het ontwikkelingsniveau
  •  gemiddeld 3x per week of vaker
  •  bijna elke dag zichtbaar prikkelbare stemming (irritability)
  •  12 maanden of langer (geen ‘symptoom’ vrije periode langer dan 3 maanden), in minstens 2 settingen
  •  diagnose tussen 6-18 jr gesteld
  •  begin problemen voor 10e levensjaar

 

  •  bij criteria (hypo)manie: dan geen DMDD
  • bij criteria ODD en DMDD: dan alleen classificatie DMDD
  •  symptomen niet toe te schrijven aan middel of lichamelijke kwaal

JOSEPH BIEDERMAN:

  • Loog over geld van de farmaceutische industrie
  • Beloofde studieresultaten aan farmaceutisch bedrijf wat nog niet onderzocht was
  • Is hiervoor veroordeeld, maar ….
  • Werkt en publiceert nog gewoon!!
  • => Diagnose childhood bipolar ver40!voudigde tussen 1994 en 2003 in VS
  • Daarom: DMDD als Alternatief voor ernstig label childhood bipolar
  •  Chronisch prikkelbare stemming (ipv episodisch)
  •  Meer voorspellend voor depressie dan voor bipolaire stoornis op volwassen leeftijd, daarom staat DMDD onder depressie.

Comorbiditeit (bijna altijd)

  • Adhd
  • Angsten, depressies, middelenmisbruik etc
  • 0.8 – 3.3% in de ‘normale’ populatie (Bruno et al., 2019)

DMDD: Achtergrond

  • Relatief ongevoelig voor beloning en straf
  • Moeite met herkennen emoties
  • Overactieve Amygdala lijkt een rol te spelen (net als bij angst)

DMDD: Behandeling

  • Gericht op antecedenten ->

Voorkomen van driftbuien, kans op betere stemming verhogen

  • Dialectische gedragstherapie (DBT-C)

(Perepletchikova et al., 2017)

     emotieregulatie, acceptatie, interactievaardigheden,

              omgaan met crisis + aangevuld met ouderbegeleiding

NB: 50% voldoet na 1 jaar niet aan criteria

Depressie (Major Depressive Disorder)

5 of meer van de volgende symptomen, langer dan 2 weken, waaronder i.i.g. 1) of 2

  1. sombere of prikkelbare stemming
  2.  duidelijke vermindering interesse of plezier
  3.  gewichtsproblemen (teveel of te weinig toename)
  4.  slaapproblemen (teveel of te weinig)
  5.  te veel of te weinig beweging
  6.  verlies van energie
  7.  gevoelens van waardeloosheid, schuldgevoel
  8.  concentratieproblemen, besluiteloosheid
  9.  zelfmoordgedachten of –plannen

+ beperkingen in het schoolse of sociale functioneren

Depressie voor de puberteit:

  • Komt minder vaak voor
  • Persisteert minder vaak tot in de volwassenheid
  • Komt meer bij jongens voor
  • Gaat vaker samen met andere stoornissen
  • Is vaker geassocieerd met disfunctioneren van het gezin
  • Rest college en boek over adolescentie

Specificeren:

  1. Single episode

      Recurrent (bij vaker depressie) (2 of meer, minstens 2 maanden ertussen)

  1. Mild (min aantal sympt, weinig impairment)

     Moderate

     Severe (veel meer sympt dan nodig voor diagnosis, ernstige impairment)

Prevalentie:

  • Nederland:

1 % van de kinderen tot 12 jaar

4% van de adolescenten (2x zoveel meisjes)

  • US

1-2% van de kinderen

3-7% van de adolescenten

Lifetimeprevalentie is veel hoger: 20%!

Comorbide

  • Angst : m.n. Sociale Angst (40-50%)
  • Gedragsstoornissen : ADHD, ODD, CD
  • Middelenmisbruik : peer rejection voorspelt beide
  • Suicide

Differentiaaldiagnose

  • Normale stemmingsschommelingen (maar ja, wat is normaal?? Vb Rouw)
  • Aanpassingsstoornis met depressieve stemming: duidelijke voorafgaande gebeurtenis + minder ernstige ‘symptomen’
  • Lichamelijke ziekten: bij naast depri stemming veel lichamelijke symptomen
  • Anorexia nervosa: maar dan wordt afvallen moedwillig nagestreefd en is men zeer bang om aan te komen

Achtergrond

  • Familiaire kwetsbaarheid: genen en opvoeding / voorbeeldgedrag ouders
  • Monoamine hypothese (tekort serotonine en noradrenaline)
  • overactieve HPA as -> cortisol -> vlucht of vecht respons
  • Sensibilisering = kindling hypothese
  • Stressvolle levensgebeurtenissen (ó depressie)
  • vermijdende coping (acting out, terugtrekken, afleiding zoeken)
  • ouders: onveilige hechting, depressieve moeder, gezinsconflicten
  • cognitieve bias en vertekeningen (ó depressie) Aaron Beck
  • Learned helplessness (geen gevat hebben op wat je overkomt); depressogene attributiestijl  Martin Seligman
  • Moeilijk temperament wekt ook neg reacties op
  • Hypothalamus-hypofyse-bijnier-as, een langzame respons op stress: het duurt ongeveer 30 minuten voordat cortisol in het bloed gemeten kan worden. De aanmaak van adrenaline als respons op stress gaat veel sneller.
  • Vertekeningen: catastrofaal denken, overgeneralisatie, dichotoom denken, gedachten lezen, verpersoonlijken)
  • Depressogene attributiestijl: neg gebeurtenissen toeschrijven aan interne, stabiele en globale factoren. Pos aan externe, instabiele en specifieke factoren

Behandeling

  • Cognitieve interventies: https://www.youtube.com/watch?v=m2zRA5zCA6M
  •  Activeren! (bij kinderen heel belangrijk, in beweging blijven)
  •  IPT: gericht op verbeteren relaties met belangrijke anderen
  • Medicatie:  Fluoxetine (Prozac; SSRI); geeft verhoogd risico agressie en suïcidale gedachten
  • Prozac heeft milde positieve effecten en grote risico’s

Boek: medicatie effectiever dan CGT (combi meest effectief)

Maarrr Cochrane Database (2014): “On the basis of the available evidence, the effectiveness of these interventions for treating depressive disorders in children and adolescents cannot be established.”

 

Zelfbeschadiging (is nog geen DSM ziekte)

  • In afgelopen jaar op 5 of meer dagen opzettelijk eigen lichaam beschadigd (snijden, slaan, branden), zonder suicidal intent
  • Met de verwachting een negatief gevoel op te heffen, een interpersoonlijk probleem op te lossen, of een positief gevoel op te wekken
  • Geassocieerd met 1 vd volgende:
  • Negatieve gevoelens vlak voor het beschadigen
  • Preoccupatie voordat het gedrag plaatsvindt
  • Vaak denken aan zelfbeschadigen
  • Gedrag is niet sociaal geaccepteerd (piercings, tattoo’s) en beperkt zich niet tot nagelbijten of korstjes krabben
  • Het gedrag (of de consequenties ervan) veroorzaakt stress of functioneringsproblemen
  • Het gedrag past niet beter bij een andere stoornis
  • Het gedrag (of de consequenties ervan) veroorzaakt stress of functioneringsproblemen
  • Het gedrag past niet beter bij een andere stoornis
  • https://www.youtube.com/watch?v=PJL4Xo1fBhQ

 

Prevalentie

  • 10-30% vd adolescenten
  • 40% klinische populatie
  • Start meestal rond 14 jaar
  • 50% blijft ‘t jaren doen
  • Meisjes 4x vaker, latere leeftijd gelijk
  • Meestal af en toe (1x per week/maand)

Comorbiditeit

  • Depressie
  • Angst
  • PTSS
  • Suicide (voorspeller, maar niet 1 op 1)

  • Modeling: sociale besmetting (leeftijdsgenoten, media) ó awareness day! (je moet adolescenten niet op ideen brengen)
  • Problemen met emotie-regulatie
  • Misbruik (79%) maar omgekeerde niet waar!!. Dus niet 80% vd mensen die is misbruikt doet zichzelf pijn. Maar 80% vd mensen die zichzelf pijn doen zijn misbruikt.

 

 

 

 

Behandeling

Dialectische gedragstherapie (Marsha Linehan; was zelf erg bezig met haarzelf pijn doen)

  • Aanname: overgevoelig en overactief emotioneel reactiesysteem + onvermogen hier mee om te gaan
  • Accepteren (mindfulness)
  • Emoties reguleren
  • Relaties verbeteren
  • Crisismanagement (Wat doe je als je terug valt)
  • BPS: moeilijkheden emotieregulatie, instabiele identiteit, roerige relaties
  • Oorspronkelijk ontwikkeld voor Borderline
  • Waarheid ontdekken door middenweg van twee extremen te bewandelen
  • Thesis – antithesis – synthesis ; tegengestelde waarheden naast elkaar

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:
Institutions, jobs and organizations:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Follow the author: LavaVanDrooge
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1132