Drugskoerier (HR 21-03-2006, NJ 2006, 246)

Onderwerp

Ernstig geschokte rechtsorde’ in de zin van art. 67a Sv

Casus

Op grond van een tijdelijke noodmaatregel werden binnenreizende koeriers met een hoeveelheid van ten hoogste 3 kg cocaïne na inbeslagneming van de cocaïne heengezonden zonder dagvaarding. Dit, omdat er onvoldoende capaciteit beschikbaar was om alle drugskoeriers gevangen te houden en te vervolgen.

De verdachte is op Schiphol aangehouden op grond van de Opiumwet, wegens verdenking van de invoer van 2,2 kg cocaïne. De verdachte is in verzekering gesteld en vervolgens is een bevel tot bewaring gegeven. Als grond voor dit bevel is aangegeven dat op het feit waarvan de verdachte wordt verdacht, naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van twaalf jaar of meer is gesteld en de rechtsorde ernstig door dat feit is geschokt (art. 67a Sv). De daarop volgende vordering tot gevangenhouding is door de rechtbank die daarover moest beslissen afgewezen. De Officier van Justitie is tegen deze beschikking in hoger beroep gegaan. Het hof heeft dit hoger beroep verworpen.

Rechtsvraag

Mag de hoogte van de straf worden meegenomen in de beoordeling of van een ‘ernstig geschokte rechtsorde’ in de zin van art. 67a Sv sprake is?

Rechtsgang

Dit is geen normale zaak, maar een oordeel over een bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte door de Officier van Justitie. De Officier vindt dat er wel sprake is van een ‘ernstig geschokte rechtsorde’ en dat daarom voorlopige hechtenis is toegelaten. De rechtbank en het hof oordeelden van niet.

Voor de toelating van voorlopige hechtenis moet er sprake zijn van een verdenking van een feit waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van twaalf jaar of meer is gesteld en dat de rechtsorde ernstig door dat feit is geschokt (art. 67a Sv).

De rechtbank overweegt dat voor de vraag of de rechtsorde geschokt is, niet uitsluitend bepalend is de hoogte van de straf die op het feit is gesteld. Daarnaast moet worden aangenomen dat het feit zo ernstig is, dat het met de heersende rechtsovertuiging zou strijden en het onbegrijpelijk zou worden gevonden in de samenleving, dat de verdachte in vrijheid de berechting zou kunnen afwachten. Het invoeren van de tijdelijke maatregel als het voortduren ervan heeft geen aantoonbare onrust, verzet of verontwaardiging in de samenleving opgeleverd.

Ook het hof vindt dat er geen sprake is van een geschokte rechtsorde in de zin van art.67 Sv.

Voor zover het gaat om deze vorm van overtreding van de Opiumwet, een first offender koerier die zich schuldig maakt aan het in Nederland binnen brengen van minder dan 3 kilo cocaïne, heeft heenzending concrete aanwijzingen opgeleverd dat dit niet tot grote sociale onrust heeft geleid. De Officier van Justitie stelt dat er sprake is van een ernstig geschokte rechtsorde ómdat er een straf van meer dan twaalf jaar op het feit is gesteld.

De Hoge Raad beslist dat voor de beoordeling of er sprake is van een ‘ernstig geschokte rechtsorde’ niet moet worden gelet op de straf die op het feit is gesteld. Het beroep wordt verworpen.

Conclusie

Of de rechtsorde ernstig is geschokt door het feit waarvoor de voorlopige hechtenis is gevorderd, wordt niet bepaald door de straf die op dat feit is gesteld.