Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema
- 9127 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
DSM
HR 14 december 2007, JOR 2008/11
Casus
DSM was voornemens een loyaliteitsdividend aan “trouwe” aandeelhouders toe te kennen. Een aandeelhouder die hiervoor in aanmerking wilde komen, diende zich bij de DSM te melden met het verzoek ingeschreven te worden in het zogenaamde Register I. Als voorwaarde voor inschrijving diende de aandeelhouder een verzoek tot uitlevering van zijn aandelen uit het girale systeem te doen, zodat hij rechtstreeks aandelen op naam zou gaan houden en zou worden ingeschreven in Register I. Als gevolg hiervan zou ook het zogenaamde Reglement Register I op die aandeelhouder van toepassing worden. Indien de aandeelhouder daarna gedurende drie achtereenvolgende boekjaren de aandelen voor eigen rekening en risico zou houden, zou hij gerechtigd worden tot een loyaliteitsdividend van 30 % van het gemiddelde dividend over de voorgaande drie jaren en, na ieder volledig kalenderjaar daarna, tot een loyaliteitsdividend van 10 % boven op het gewone dividend over dat jaar. Dit systeem kon alleen ingevoerd worden met een wijziging van de statuten. Het was niet de bedoeling van DSM om verschillende soorten aandelen te creëren waaraan verschillende dividendrechten waren verbonden. DSM wilde ten eerste lange termijn aandeelhouders belonen. En ten tweede wilde DSM de communicatie met deze groep aandeelhouders versterken. De statutenwijziging is echter nimmer op de AVA in stemming gebracht omdat er door een aantal fondsen een enquêteverzoek bij de Ondernemingskamer werd ingediend.
Ondernemingskamer
De OK is van oordeel “dat artikel 2:92 lid 1 BW inhoudt dat in de statuten van een NV bepalingen kunnen worden opgenomen die ertoe leiden dat de vennootschap verschillende soorten aandelen kent en dat per soort verschillende rechten aan het aandeel kunnen worden verbonden. Slechts door bij de statuten objectief te verbinden eigenschappen kan in de aan aandelen toekomende rechten diversificatie worden aangebracht. Niet kan worden aanvaard dat deze diversificatie voortvloeit uit het treden door de aandeelhouder in een nadere verhouding tot de vennootschap. Het bepaalde in artikel 2:92 lid 1 BW dient derhalve zo te worden verstaan dat binnen dezelfde soort aan elk aandeel van die soort gelijke rechten zijn verbonden, ongeacht in wiens handen dat aandeel zich bevindt. Het gaat hier om een fundamentele en dwingende regel van het Nederlands vennootschapsrecht. Dit gevolg van de voorgestelde statutaire bepaling dat de omvang van het recht op dividenduitkering door DSM op het gewone aandeel niet meer wordt bepaald door de soort van het aandeel, maar door omstandigheden die de houder van dat aandeel betreffen, is zodanig in strijd met de regel van artikel 2:92 lid 1 BW dat een statutaire bepaling die tot dit gevolg leidt niet toelaatbaar moet worden geacht.” De OK verbiedt DSM vervolgens om de statutenwijziging op de AVA in stemming te brengen.
Rechtsvraag
Hoe dient de regel zoals neergelegd in artikel 2:92 lid 1 BW te worden verstaan?
Rechtsregel
De Hoge Raad is van oordeel dat de oordelen van de OK blijk geven van een onjuiste rechtsopvatting met betrekking tot artikel 2:92 lid 1 BW. “De in artikel 2:92 lid 1 BW opgenomen hoofdregel dat aan alle aandelen in verhouding tot hun bedrag gelijke rechten en verplichtingen zijn verbonden, is van regelend recht, nu daarvan in de statuten kan worden afgeweken. Uit de tekst en de strekking van deze bepaling volgt niet dat een statutaire afwijking van deze hoofdregel slechts mogelijk is met betrekking tot aandelen van een bepaalde soort. In het bijzonder schrijft artikel 2:92 lid 1 BW, gelezen in verband met artikel 2:105 BW, niet dwingend voor dat aan aandelen van dezelfde soort altijd in omvang gelijke aanspraken op dividend moeten zijn verbonden.
Artikel 2:92 lid 1 BW verzet zich daarom niet tegen een regeling in de statuten waarbij aan geregistreerde aandeelhouders onder bepaalde voorwaarden een financiële uitkering, bijvoorbeeld in de vorm van een aanvullend dividend, wordt toegekend, mits deze regeling geen schending oplevert van het in artikel 2:92 lid 2 BW neergelegde gelijkheidsbeginsel.”
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
853 |
Add new contribution