Europees Recht HC Week 3

HC 3A: Vrij verkeer van werknemers

 

Algemene structuur en beginselen:

  1. Wat is een werknemer?
  2. Reikwijdte van 45 VWEU
  3. Rechtstreekse werking
  4. Beperkingen van het vrij verkeer van werknemers
  5. Rechtvaardigingen

 

Harmonisatie en specifieke rechten:

  • Verordening 492/2011
  • Richtlijn 2004/38: verblijfsrechten en non-discriminatie
  • Detachering van werknemers: gelijke behandeling v.s. vrij verkeer van diensten

 

  1. Wat is een werknemer?
  • Geen definitie in het Verdrag: autonoom EU-rechtelijke definitie, definities naar nationaal recht irrelevant. Communautaire inhoud.
  • Criteria in Lawrie-Blum:
    • ‘’voor een bepaalde tijd’’ (niet interpreteren dat het een contract is voor bepaalde tijd, meer een minimumgrens)
    • ‘’onder gezag’’
    • ‘’vergoeding’’
  • Zie ook Trojani: reëel en daadwerkelijk karakter van de loondienst.
  • Werkzoekenden kunnen ook onder 45 VWEU vallen indien zij voldoen aan twee voorwaarden (Antonissen):
    • Zoekende naar werk
    • Reële kans om werk te vinden

Nu gecodificeerd in 14(4)(b) van Richtlijn 2004/38.

 

  1. Reikwijdte van 45 VWEU:
  • Grensoverschrijdend element noodzakelijk:

    • Verhuizen naar een andere lidstaat om daar te gaan werken.
    • Wonen in eén lidstaat, maar werken in een andere lidstaat.
    • Terugkeren naar je eigen lidstaat na in een andere lidstaat gewerkt te hebben.
  • Niet van toepassing op ‘’zuiver interne situaties’’ (Saunders)

 

  1. Rechtstreekse werking van 45 VWEU:
  • Verticale rechtstreekse werking (Van Duyn): 45 lid 1 is vrij helder, maar lid 3 bevat een aantal uitzonderingen (namelijk openbare orde, veiligheid en volksgezondheid). De vraag was of dit geen voorwaarden waren. Is er dan wel rechtstreekse werking? Hof (r.o. 7): er staan inderdaad voorbehouden in lid 3, maar die voorbehouden zijn voor rechterlijke toetsing vatbaar.
  • Ook inroepbaar tegen bepalingen van entiteiten krachtens eigen rechtsbevoegdheid, strekkende tot collectieve regeling van arbeid in loondienst (Walrave en Koch, Bosman).
  • Non-discriminatieverbod heeft volledige horizontale rechtstreekse werking (Angonese). Bank in Italië, meneer wilde daarvoor werken als vertaler. Hij was Italiaans maar Duitstalig en sprak ook vloeiend Pools. De bank zei je moet wel een certificaat halen, specifiek van dit bedrijf.

 

  1. Beperkingen van het vrij verkeer van werknemers
  • Verbod op alle vormen van discriminatie (45 lid 2 VWEU)

    • Gelijke behandeling in toegang tot loondienst
    • Gelijke behandeling in loondienst
  • Verbod op belemmeringen van de toegang tot loondienst o.g.v. 45 VWEU
    • Bij een grensoverschrijdend effect ook inroepbaar tegen de lidstaat

 

Beperkingen: toegang tot loondienst:

  • Directe discriminatie (Van Duyn, Bosman (3+2)). Nederlandse mevrouw wilde werken voor een kerk in Londen, maar kon dat niet doen want in G-B was er een regel dat als er mensen vanuit het buiteland kwamen om voor die kerk (sekte) te werken de toegang werd ontzegd. Voor Britten zelf was het niet verboden om voor die organisatie te werken. Bosman voetbalde voor Luik en spande zaak aan tegen de UEFA en Belgische voetbalbond. Hij kon niet weg bij Luik omdat na het contract ook een transfersom kon worden geëist. 3+2 regel: iedere club mocht 3 buitenlandse spelers in de basis hebben en 2 spelers die al 5 jaar in het land spelen. Vraag of de organisatie een economische activiteit is of een louter sportieve activiteit. Duidelijk economisch, dus discriminerende regel. Transfersom regeling is niet discriminerend, want het land van de club maakt niet uit. R.o. 103: de regels gelden ook voor transfers van tussenclubs en transfers binnen een nationale competitie, maar ze stellen een rechtstreekse voorwaarde voor toegang van spelers tot de arbeidsmarkt van andere lidstaten. Dus de belemmering voor spelers die naar een andere club willen is even groot, maar omdat de regels het zeer moeilijk maken om toegang te krijgen tot de markt in een andere lidstaat geldt dit als beperking van vrij verkeer van werknemers.
  • Indirecte discriminatie (Angonese, Groener in Ambtenbrink/Vedder)
  • Overige belemmeringen van de toegang tot arbeid in andere lidstaten (Bosman (transfersomregel)). Hypothetische en speculatieve belemmeringen vallen niet onder 45 VWEU (Graf). Graf kun je vergelijken met Mobistar en Kranz.

 

  1. Rechtvaardigingen
  • 45 lid 3 VWEU:

    • Openbare orde (Van Duyn, Adoui en Cornuaile). Openbare orde moet eng worden geïnterpreteerd (r.o. 8), lidstaten mogen hierbij hun eigen waarden hanteren, maar dit moet wel consistent worden gehandhaafd. Bij Van Duyn was het onderscheid wel gerechtvaardigd. Het verschil met Adoui en Cornuaile is waarschijnlijk dat bij Van Duyn het Hof zegt dat een lidstaat van wie de autoriteiten een duidelijk standpunt hebben in genomen t.o.v. de activiteiten door het als gevaar aan te merken voor de maatschappij en de bestuurlijke maatregel hebben genomen om die activiteiten tegen te gaan voor een beroep van het begrip openbare niet kan worden verlangd zo’n activiteit te verbieden in de wet. G-B weet dat als ze de organisatie verbieden, deze wrs ondergronds gaat en het dan al helemaal moeilijk wordt te reguleren. Dus voor Britten geen geheel verbod, maar buitenlanders komen er niet in.
    • Openbare veiligheid
    • Volksgezondheid
  • 45 lid 4 VWEU: betrekkingen in overheidsdienst
  • Cassis-rechtvaardiging (Bosman): het Hof neemt t.a.v. beide regels (transfer en 3+2) deze regel aan. Doel van de transfersomregeling is evenwicht tussen de clubs, dit vindt het Hof geen geschikt middel.

 

Harmonisatie: Verordening 492/2011:

  • Verordening 1612/68 van 15 oktober 1968 is vervangen door Verordening 492/2011.
  • Hele specifieke regels t.a.v. alle gebieden waar het non-discriminatiebeginsel geldt.
  • Doelstelling: verbod op alle vormen van discriminatie van werknemers.
    • Artikel 3 lid 1: toegang tot en uitoefening van loondienst
    • Artikel 5: bijstand aan werkzoekenden
    • Artikel 6: medische- en beroepscriteria
    • Artikel 7 lid 1: arbeidsvoorwaarden
    • Artikel 7 lid 2: sociale en fiscale voordelen (bijv. Cristini en O’Flynn)
    • Artikel 9: huisvesting
    • Artikel 10: onderwijs voor kinderen
  • Je kunt alles afleiden uit 45 VWEU, maar dit is een verduidelijking per artikel.

 

Harmonisatie: Richtlijn 2004/38 (WEL meenemen naar tentamen):

  • Als je de nationaliteit van een lidstaat hebt en je verblijft ook in die lidstaat dan val je niet onder deze richtlijn (bijv. Bosman).
  • Brede harmonisatieregel ter vervanging van vele specifieke richtlijnen over o.a. werknemers, zelfstandigen en studenten.
  • Doelstelling: algemeen kader voor reis- en verblijfsrechten van Unieburgers en hun familieleden.
  • Reikwijdte van de richtlijn: artikel 2 (definities) artikel 3 (begunstigden)
  • Rechten van werknemers:
    • Verblijf langer dan drie maanden (7 lid 1 sub a)
    • Behoud van status van werknemer (7 lid 3)
      • Sub a: tijdelijke arbeidsongeschiktheid
      • Sub b en c: onvrijwillige werkloosheid
      • Sub d: aanvang van beroepsopleiding
    • Behoud van verblijfsrecht (14 lid 4)
      • Sub a: werknemers
      • Sub b: werkzoekenden (mogen blijven zolang zij een reële kans hebben op het vinden van een baan, zie Antonissen-criteria)
    • Gelijke behandeling (24 lid 1):
      • Wat voegt dit toe aan 45 lid 2 VWEU en Verordening 492/2011?
        • Voor werknemers weinig tot niets.
        • Voor niet-werknemers wel degelijk wat...
  • Beperkingen van inreis- en verblijfsrecht:
    • 27: dezelfde gronden als bijv. 45 lid 3 VWEU (dus geen Cassis)
    • 28 en 31: bescherming tegen verwijdering en procedurele waarborgen
  • Rechten van familieleden:
    • Basisbeginsel (7): ook familieleden van werknemers hebben recht op verblijf. Gedefinieerd in artikel 2: kinderen en echtgenoten incl. geregistreerd partnerschap. Geldt ook voor familieleden van werknemers die zelf geen Unieburger zijn (7 lid 2).
    • Familieleden kunnen soms hun verblijfsrechten behouden na vertrek of overlijden van de werknemer (12 en 13)
  • Rechten van familieleden na terugkeer naar eigen lidstaat:
    • Richtlijn 2004/38 is niet meer van toepassing (3 lid 1), dus het verblijfsrecht van het familielid heeft ook geen grondslag meer in de richtlijn (7 lid 2).
    • Geen zuiver interne situatie waarin het EU-recht geen rechten meer verleend, want een afgeleid verblijfsrecht voor de derdelander o.g.v. de toepasselijke fundamentele vrijheid in het Verdrag (Singh). 45 VWEU is dan de nieuwe grondslag voor rechtmatig verblijf.

 

Detachering van werknemers:

  • Richtlijn 96/71/EG, minimumeisen:

    • Wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen
    • Algemeen verbindend verklaarde Cao-bepalingen o.a. m.b.t:
      • Minimumloon
      • Maximale werktijden en rustperioden
      • Vakantiedagen

Betekent geen gelijke behandeling tussen gedetacheerde werknemers en lokale werknemers, want sommige werknemers krijgen een veel goedkoper loon voor hetzelfde werk in dezelfde lidstaat.

  • Asscher: gedetacheerde werknemers recht op dezelfde beloning als nationale werknemers.

 

 

 

HC 3B: Vrij verkeer van personen en Unieburgerschap

 

 Wat is Unieburgerschap en wie is Unieburger?

  • Doel van het Unieburgerschap:

    • Europese integratie “dichter bij de burgers brengen”
    • Rechten verlenen aan burgers die niet economisch actief zijn, maar wel in een andere lidstaat willen verblijven (bijv. gepensioneerden en studenten).
  • Hoe word je Unieburger?
    • 20 VWEU:
      • Ius sanguinis (beide ouders of een van de ouders zijn onderdaan)
      • Ius soli (geboren op het territorium van de staat)
      • Naturalisatie
        • Integratie
        • Topsporters
        • Paspoortverkoop (Ius pecuniae): verkopen van de nationaliteit. Donatie doen aan de staat en paspoort terugkrijgen.
    • Afgeleide, maar autonome status: primaire hoedanigheid van de onderdanen van de lidstaten (Grzelczyk r.o. 31). Je krijgt het op de manier van de lidstaat.
  • Acquisitie van nationaliteit: autonome bevoegdheid van de lidstaten
    • Plicht tot wederzijdse erkenning (Micheletti). Meneer uit Argentinië had wat Italiaanse familieleden en was daardoor opeens Italiaans ook al sprak hij geen Italiaans. Andere lidstaten kunnen dit niet erkennen.
  • Bij intrekking van nationaliteit gaat ook Unieburgerschap verloren.
    • Rottman: ging over Oostenrijks staatsburger en hij wilde naar Duitsland en te nationaliseren tot Duitser. Hij verloor het voorgaande burgerschap en was dus geen Oostenrijker meer. De Duitsers kwamen erachter wat hij had gedaan en annuleerden zijn naturalisatie. Staatloos. Hof: dit is niet evenredig.
      • Grensoverschrijdend effect aanwezig
      • Evenredigheidstoets nodig

 

Welke rechten geeft het Unieburgerschap?

  • Belangrijkste rechten:

    • 18 VWEU (non-discriminatie)
    • 21 VWEU (vrij reizen en verblijven in andere lidstaten)
  • Overige rechten:
    • 22 VWEU (kiesrecht)
    • 23 t/m 25 VWEU

 

Rechten van studenten:

  • Verblijfsrecht (7 lid 1 sub c Richtlijn 2004/38): non actieve burgers die onderwijs genieten.
  • Recht op gelijke behandeling:          
    • Uitgangspunt in het Verdrag: non-discriminatie (18 VWEU)
    • Geharmoniseerd in 24 lid 1 Richtlijn 2004/38
    • Uitzondering bij studiebeurzen en -leningen in eerste vijf jaar (24 lid 2 Richtlijn)
  • Verhouding tussen 18 VWEU en 3 Richtlijn 93/96
    • Grzelczyk: hij wilde in België studeren en had ook een bijbaantje. In zijn vierde jaar was dat te druk door scriptie. Hij had niet voldoende middelen om in zijn levensonderhoud te voorzien. Hij deed een beroep op de bijstand, want hij is student. Hof moest oordelen of hij recht had op gelijke behandeling. Basisbeginsel: Unieburgerschap is primaire hoedanigheid van Unieburgers. De aanvraag valt niet onder 3 Richtlijn, want het gaat hier niet om een studiebeurs maar om een bijstandsregeling (r.o. 39). Dit moet worden beoordeeld onder 18 VWEU (non-discriminatie), omdat we nu Unieburgerschap hebben, hebben lidstaten een plicht tot zekere financiële solidariteit. Mag wel vereist zijn dat er zekere sociale integratie is.
    • Bidar: was vanuit Frankrijk naar G-B verhuisd. Hij rondde zijn middelbare school af en ging aan UCL een studie beginnen. Na een paar jaar wilde hij gebruik maken van studiefinanciering. Deze werd geweigerd met een beroep op artikel 3. Slaagt niet, want Bidar heeft recht op gelijke behandeling (r.o. 46). Hij woonde dus al in Engeland voordat hij de studie ging volgen. Artikel 3 is secundair en moet worden uitgelegd in het licht van 18 VWEU. Je mag wel vereisen dat een student blijk heeft gegeven van een zekere mate van integratie. 3 jaar verbleven in lidstaat, maar voor studenten was het onmogelijk om hieraan te voldoen want de jaren dat je studeerde telden niet mee. Hof: als lidstaat moet je individueel beoordelen en in ieder individueel geval bepalen of iemand recht heeft op studiefinanciering.

 

Algemene rechten onder Richtlijn 2004/38:

  • Artikel 4 en 5: in- en uitreisrecht: enkel geldig paspoort of ID-kaart.
  • Artikel 6: verblijfsrecht tot 3 maanden in een andere lidstaat: enkel geldig paspoort of ID-kaart vereist.
  • Artikel 7 lid 1: verblijfsrecht voor langer dan 3 maanden:
    • Werknemers of zelfstandigheden
    • Voldoende bestaansmiddelen (geen onredelijke belasting voor het sociale bijstandsstelsel) 
    • Studenten
    • Familieleden van Unieburgers die onder a, b of c vallen
  • Artikel 16: duurzaam verblijfsrecht na 5 jaar ononderbroken verblijf, m.u.v. korte onderbrekingen (lid 3).

 

Non-discriminatie onder Richtlijn 2004/38:

  • Artikel 24 lid 1: recht op gelijke behandeling voor Unieburgers die op basis van deze richtlijn op het grondgebied van een gastland verblijven. Geen welvaartstoerisme (Dano). Roemeense mevrouw met kind gaat naar Duitsland om uitkering aan te vragen, niet om te werken. Hof kijkt naar 24 lid 1, recht op gelijke behandeling mits voldaan aan 7 lid 1. Je bent hier niet naartoe gekomen om te werken dus er is geen indicatie dat je in de toekomst voldoende bestaansmiddelen zult hebben dus je wordt een last voor de sociale bijstand. Geen recht op verblijf en gelijke behandeling.
  • Artikel 24 lid 2: specifieke uitzonderingen op het gelijkheidsbeginsel.
  • Dat je op enig moment beroep doet op sociale bijstand, betekent niet meteen dat je een last bent voor dit systeem. Het is dus niet zo dat je dan meteen voldoende bestaansmiddelen hebt. Een beroep op sociale bijstand betekent niet meteen een verlies van het verblijfsrecht (14 lid 3).

 

Onzelfstandige Unieburgers en hun familieleden (Zhu en Chen):

  • Catherine Zhu: geboren in Belfast, opgegroeid in Whales, maar met een Iers paspoort. Je had in China een 1 kind politiek, een tweede kind kon je een boete opleveren. Twee Chinese personen waren zeer welvarend en hadden en zoon en wilden ook graag een dochter. De risico’s waren groot. Zij konden wel een paspoort van een ander land kopen. Lidstaten beslissen zelf wie hun onderdanen zijn. In de ogen van Ierland is Ierland het eiland, dus incl. Noord-Ierland. Als je daar geboren werd, werd je Iers staatsburger. De moeder besloot toen ze zwanger was naar Noord-Ierland te vliegen en daar werd de dochter gebeld. Ius soli: zij werd Iers staatsburger. Zij zijn naar Belfast gegaan en hebben verblijfsvergunning aangevraagd, afgewezen want geen grensoverschrijdend effect.
  • Grensoverschrijdend effect zonder grensoverschrijding. Noord-Ierland is hetzelfde land als Wales. Hof: het hebben van een nationaliteit anders dan waar je woont zorgt dat je automatisch binnen de reikwijdte van de Richtlijn valt. Dus Catherine viel hierbinnen.
  • Catherine: verblijfsrecht in G-B o.g.v. 7(1)(b) Richtlijn 2004/38, haar moeder was heel rijk en kon haar volledig financieel voorzien. Zij had dus voldoende middelen maar kon niet verblijven zonder haar moeder want ze was 2 en die moeder had het geld.
  • En moeder Chen:
    • Geen verblijfsrecht o.g.v. 7(2) Richtlijn, want niet afhankelijk en valt niet onder definitie familieleden. Probleem is dat als die moeder weg moet, Catherine ook weg moet.
    • Wel een afgeleid verblijfsrecht o.g.v. 21 VWEU, i.v.m. het nuttig effect van het verblijfsrecht van de Unieburger.

 

Onzelfstandige Unieburgers en hun familieleden (Ruiz Zambrano):

  • 2 mensen uit Colombia hadden asiel aangevraagd in België, duurde lang dus ze kregen in de tussentijd kinderen. Zij kregen staatsburgerschap. Zij dreigden uitgezet te worden.
  • Geen grensoverschrijdend effect, ogenschijnlijk een volledig interne situatie.
  • Zonder grensoverschrijdend effect toch binnen de reikwijdte van EU-recht bij verlies van het effectieve genot van de belangrijkste aan hun status van burger van de Unie ontleende rechten (r.o. 42).
  • Kunnen minderjarige kinderen alleen in België achterblijven terwijl beide ouders terug naar Colombia moeten? Unieburger zou de facto grond gebied van de EU moeten verlaten. Verlies van de rechten verbonden aan het Unieburgerschap.
  • 21 VWEU niet van toepassing, maar recht gevonden in 20 VWEU zelf. Ouders mochten wel blijven.

 

Onzelfstandige Unieburgers en hun familieleden (Dereci):

  • Dereci: moeder uit Oostenrijk, vader uit Turkije (onrechtmatig verblijf in Oostenrijk), 3 kinderen met Oostenrijkse nationaliteit.
  • Geen grensoverschrijdend effect. Worden de kinderen bij deportatie van de Turkse ouder gedwongen het grondgebied van de EU te verlaten? Hof: geen enkele koppeling met het EU-recht, kinderen kunnen te allen tijde bij hun moeder blijven wonen. Kinderen worden niet daadwerkelijk gedwongen Oostenrijk te verlaten.
  • Toepasselijk recht: nationaal vreemdelingenrecht en 8 EVRM, maar geen van beide geeft een recht op gezinshereniging in Oostenrijk. Gezinsleven. EU-recht is echter niet van toepassing, dus het Hof kan hier niet over oordelen.

 

Zelfstandige Unieburgers en hun familieleden:

  • Wanneer mogen familieleden van werknemers, hoewel zelf geen Unieburger, zich voegen bij de werknemer?
  • Tijdens het gebruikmaken van de vrij verkeersrechten (7 lid 2 Richtlijn)
  • Na terugkeer naar de eigen lidstaat:
    • Afgeleid recht van familieleden o.g.v. de toepasselijke Verdragsbepaling, bijv:
      • 45 VWEU (bij terugkeer als werknemer)
      • 49 VWEU (bij terugkeer als zelfstandige, zie Singh)
  • ALLEEN familieleden als gedefinieerd in artikel 2 Richtlijn.

 

Zelfstandige Unieburgers en hun familieleden:

  • In Singh ging het om daadwerkelijke economische activiteit als werknemer en later zelfstandige.
  • Na de invoering van het Unieburgerschap is economische activiteit niet langer noodzakelijk voor vrij verkeer.
  • Hebben familieleden uit derde landen ook een afgeleid verblijfsrecht o.g.v. de uitoefening van de vrij verkeersrechten als Unieburger?
  • Zo ja, hoelang moet je in het buitenland verblijven om bij terugkeer het afgeleid verblijfsrecht in stand te doen houden? Wanneer komt de casus binnen de reikwijdte van het Unierecht in Unieburgerschap-gerelateerde zaken?
  • Zaak: O. en B.:
    • Twee NL’se vrouwen. De ene was getrouwd met Nigeriaan, de ander met Marokkaan. Beide geen Unieburgers. Pogingen om gebruik te maken van Unieburgerschap om sneller en goedkoper een afgeleid recht te krijgen. Vrouwen gaan beide af en toe naar het land van hun partner.
    • Geen Richtlijn 2004/38
    • Kijken naar 21 VWEU in het licht van 7(1) en (2) Richtlijn, je moet minimaal hebben voldaan aan de criteria van artikel 7. Als je dat doet, mag je terugkeren naar NL en wordt het verblijfsrecht behouden. Bestendig je familieleven gedurende minimaal drie maanden in een andere lidstaat en kom dan terug naar je eigen lidstaat.
      • Wie hebben de mogelijkheden om even drie maanden in een andere lidstaat te gaan wonen?

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:
Activity abroad, study field of working area:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: romycnossen
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
789