Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema
- 9127 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
In deze zaak stond de vraag centraal omtrent de interpretatie van artikel 1022 lid 1 Rv. Art. 1022 lid 1 Rv. bepaalt dat de rechter, bij wie een geschil aanhangig is gemaakt waarover een overeenkomst tot arbitrage is gesloten, zich onbevoegd verklaart, als een partij zich voor alle weren op het bestaan van deze overeenkomst beroept, tenzij de overeenkomst ongeldig is.
De Hoge Raad heeft als volgt geoordeeld: "De in art. 1022 lid 1 vervatte regel dat de gedaagde 'voor alle weren' de onbevoegdheid van de rechter op grond van een arbitraal beding dient in te roepen, is een uitwerking voor dit geval van een algemenere regel die beoogt een goede procesorde te bevorderen en ertoe strekt te voorkomen dat na debat van partijen over de rechtsbetrekking die onderwerp is van het geding, de gedaagde in een laat stadium van het geding nog zou kunnen opwerpen dat de rechter op grond van regels die wegens hun zuiver processuele aard die rechtsbetrekking zelf niet raken, niet tot een beoordeling van het geschil omtrent de rechtsbetrekking kan komen (vgl. HR 22 oktober 1993, RvdW 1993, 208). Deze strekking dwingt er geenszins toe het beroep op onbevoegdheid van de rechter in verband met een arbitraal beding ter zijde te stellen op de enkele grond dat de gedaagde in zijn conclusie van antwoord eerst de ingestelde vordering ten gronde heeft bestreden en pas in het slot van deze conclusie de onbevoegdheid van de rechter op grond van het bepaalde in art. 1022 lid 1 heeft ingeroepen. Voldoende maar tevens noodzakelijk is dat de gedaagde die onbevoegdheid inroept in de eerste namens of door hem genomen schriftelijke conclusie, of, zo hij op de voet van art. 105 (thans art. 82 Rv) mondeling ter terechtzitting antwoordt, bij dat mondelinge antwoord."
De Hoge Raad oordeelt dus dat als het beroep wordt gedaan in het eerste genomen processtuk dan voldaan is aan de eisen van art. 1022 Rv.
Art. 1022 Rv stelt dat een beroep op de onbevoegdheid van de rechter in verband met arbitrage voor alle weren moet geschieden. Volgens de Hoge Raad is voldoende dat het beroep op de onbevoegdheid in de eerste schriftelijke conclusie van de gedaagde wordt gedaan. Dit kan de conclusie van antwoord zijn, maar het kan ook zijn dat de gedaagde voorafgaand aan antwoord een conclusie neemt waarin hij zich beroept op de onbevoegdheid van de rechter.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
635 |
Add new contribution