Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema
- 9130 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
ABRvS 20 maart 2013, Administratiefrechtelijke Beslissingen (AB)2013/209, m.nt. Neerhof (Middelburg)
Casus
De appellant had bij de raad een verzoek ingediend om het bestemmingsplan ‘Sprencklaan’ te herzien, voor de realisatie van een extra woning op een perceel mogelijk te maken. Op grond van de geldende bestemming "Tuin" was dit niet mogelijk. De gemeenteraad Middelburg had besloten het verzoek niet in te willigen. Volgens de raad stuit de bouw van een extra woning op ruimtelijke bezwaren, o.a. een aantasting van het gebied en de ongeschiktheid van de bestaande weg als ontsluitingsweg. De appellant had hiertegen bezwaar gemaakt en dit bezwaar werd gegrond verklaard, het besluit met een nadere motivering werd gehandhaafd en het verzoek om vergoeding van de in de bezwaarfase gemaakte kosten afgewezen. Tegen dit besluit heeft appellant beroep ingesteld.
ABRvS
I.c. gaat het dus om een besluit waarbij is geweigerd een bestemmingsplan te herzien. De appellant voert aan dat dit in strijd is met art. 2:4 Awb en art. 28 van de Gemeentewet. Naast het perceel in kwestie woont een raadslid en volgens de appellant had dit raadslid behoren te onthouden van beraadslaging en stemming over het verzoek, nu hij volgens appellant hierbij een persoonlijk belang had. De raad had moeten voorkomen dat dit raadslid aan de beraadslaging en stemming deelnam. Het geschil gaat niet over het feit dat de raadslid woonachtig is op een perceel dichtbij het perceel van appellant. Het verzoek van appellant tot herziening van het geldende bestemmingsplan is door de raad behandeld en het betreffende raadslid heeft niet deelgenomen aan de beraadslaging en stemming hierover. Wel heeft hij later deelgenomen aan de stemming over het bezwaar. Met de kleinst mogelijke meerderheid is het besluit met een nadere motivering gehandhaafd.
Art. 2:4 lid 2 Awb is bedoeld om aan de burger een waarborg te bieden voor naleving van de norm uit art. 2:4 lid 1 Awb. Het tot besluiten bevoegde bestuursorgaan heeft een zorgplicht die inhoudt dat door het orgaan wordt voorkomen dat de besluitvorming niet meer voldoet aan de norm van lid 1. Met het begrip ‘persoonlijk’ is volgens de wetsgeschiedenis gedoeld op ieder belang dat niet behoort tot de belangen die het bestuursorgaan uit hoofde van de hem opgedragen taak behoort te behartigen. I.c. gaat het om besluitvorming door de gemeenteraad die een belangenafweging vergt waarbij politieke inzichten een belangrijke rol spelen, daarom moet voor de invulling van het begrip ‘persoonlijk belang’ worden aangesloten bij art. 28 lid 1a Gemeentewet. Dit moet strikt worden uitgelegd, nu daarbij het fundamentele recht van een raadslid om deel te nemen aan een stemming wordt ingeperkt. Uit art. 2:4 Awb volgt niet dat een persoon die deel uitmaakt van een democratisch gekozen b.o. zoals de gemeenteraad en die bij een besluit belanghebbende is als bedoeld in art. 1:2 lid 1 Awb, niet zou moeten deelnemen aan de besluitvorming. Dit zou afbreuk doen aan de taak en de fundamentele rechten van een gekozen volksvertegenwoordiger en het democratisch proces. Wel kunnen er bijkomende omstandigheden zijn die maken dat de behartiging van het persoonlijk belang van een raadslid zodanig aan de orde is bij het onderwerp van de besluitvorming dat hij daaraan niet behoort deel te nemen. Wel kan de gemeenteraad niet verhinderen dat een lid deelneemt aan de besluitvorming en aan stemmingen, maar deelname van een lid kan er bij aanwezigheid van zo’n persoonlijk belang wel toe leiden dat de rechter oordeelt dat het besluit is genomen in strijd met art. 2:4 Awb.
De conclusie dat het betrokken b.o. in strijd met dit artikel een besluit heeft genomen, kan echter pas worden getrokken als aannemelijk is dat de betrokken volksvertegenwoordiger de besluitvorming echt heeft beïnvloed. I.c. zijn zulke bijkomende omstandigheden niet aanwezig. Er bestaat geen aanleiding om te oordelen dat het betrokken raadslid heeft gehandeld in strijd met art. 28 lid 1a Gemeentewet en de raad daarmee met art. 2:4 Awb.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
410 |
Add new contribution