Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema
- 9115 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
HR 2 december 2011, LJN BR5216; NJ 2012/197 m.nt. T.F.E. Tjong Tjin Tai
Nefalit/Jantje Schraa c.s.
Wolting heeft in oktober 1979 een door hem gebouwde loods met asbestcement golfplaten gedekt, afkomstig van Nefalit. Waar nodig heeft hij de platen geslepen of gezaagd. De daarbij vrijgekomen asbestcementstof is door inademing in zijn longen terechtgekomen en heeft twintig jaar later tot mesothelioom geleid, waaraan hij uiteindelijk in 2000 is overleden.
De erven Wolting (Jantje Schraa c.s.) hebben in 2003 een stukje van een van de dakplaten
– die samen met de loods sinds 1986 eigendom van een manege waren – laten onderzoeken. Uit het onderzoeksrapport is gebleken dat in het onderzochte materiaal wit asbest aanwezig was.
De erven hebben vervolgens een ander onderzoeksbureau opgedragen onderzoek naar de herkomst van de platen te doen. Uiteindelijk wordt in 2006 vastgesteld dat de platen in de manege van Nefalit afkomstig zijn.
De erven vorderen in dit geding een verklaring voor recht dat Nefalit jegens Wolting en diens erven onrechtmatig heeft gehandeld en daardoor schadeplichtig is geworden en vergoeding van de door de erven geleden en nog te lijden schade. Het onrechtmatig handelen van Nefalit bestaat volgens de erven hierin dat Nefalit in 1979 astbesthoudende golfplaten in het verkeer heeft gebracht terwijl zij wist dat deze platen gevaarlijk waren bij het normale gebruik en dat zij heeft nagelaten de afnemers van de platen te waarschuwen voor het gevaar dat aan deze producten was verbonden.
Nefalit heeft zich verweerd met onder meer een beroep op verjaring op grond van artikel 3:310 lid 1 BW, zowel verjaring van de korte, subjectieve verjaringstermijn à vijf jaar als verjaring van de lange, objectieve verjaringstermijn à twintig jaar.
De rechtbank en het hof hebben dit verweer verworpen. Zij waren beide van oordeel dat in dit geval niet de in het eerste lid van artikel 3:310 BW genoemde verjaringstermijn van twintig jaar (de objectieve, lange verjaringstermijn) van toepassing is, maar de in artikel 3:310 lid 2 BW genoemde termijn van dertig jaar.
Hoge Raad
Zoals in eerdere jurisprudentie is overwogen, heeft de wetgever met artikel 3:310 lid 2 BW beoogd een ruimere mogelijkheid van verhaal van kosten van het opruimen van milieuschade te laten bestaan tegenover veroorzakers van vervuiling.
In het onderhavige geval is echter blijkens de grondslag van de vordering de ‘gebeurtenis waardoor de schade is veroorzaakt’ – zie de laatste zinsnede van artikel 3:310 lid 2 BW – gelegen in het feit dat Nefalit in 1979 asbesthoudende golfplaten in het verkeer heeft gebracht zonder de afnemers te waarschuwen voor het haar bekende gevaar dat bij normaal gebruik aan deze producten was verbonden. Ook al is naderhand bij het slijpen of zagen van deze golfplaten asbestcementstof in de lucht vrijgekomen die door Wolting is ingeademd, dit kan niet worden aangemerkt als ‘verontreiniging van lucht’ in de zin van milieuverontreiniging, zoals in artikel 3:310 lid 2 BW is bedoeld.
In het onderhavige geval dient artikel 3:310 lid 2 BW hoe dan ook toepassing te vinden, nu asbest een bijzonder gevaar van ernstige aard voor personen oplevert als bedoeld in artikel 6:175 BW (aangehaald in dit artikellid) en dat de vaststaande feiten tot geen andere conclusie kunnen leiden dan dat dit gevaar zich heeft verwezenlijkt.
Dat de vordering van de erven niet gebaseerd is op aansprakelijkheid van Nefalit op de voet van artikel 6:175 BW, maar op onrechtmatige daad van Nefalit bestaande in het in het verkeer brengen van asbestcementplaten, waarvan zij wist dat zij gevaarlijk waren bij normaal gebruik en zonder de afnemers van de platen te waarschuwen voor het gevaar dat aan deze producten was verbonden, brengt niet mee dat artikel 3:310 lid 2 BW toepassing mist. De verwijzing in artikel 3:310 lid 2 BW naar schade als gevolg van de verwezenlijking van een gevaar ‘als bedoeld in artikel 175 van Boek 6’ beoogt immers niet de toepasselijkheid van artikel 3:310 lid 2 BW te beperken tot vorderingen die op artikel 6:175 BW zijn gegrond, maar duidt die verwijzing slechts aan om welke soort schadelijke stoffen het gaat. Nu de vordering van de erven erop is gebaseerd dat Wolting is overleden als gevolg van het door Nefalit op onrechtmatige wijze (zonder waarschuwing) in het verkeer brengen van golfplaten met de (in de zin van artikel 6:175 BW) bijzonder gevaar opleverende asbestcementstof, geldt voor die vordering de in artikel 3:310 lid 2 BW bepaalde verjaringstermijn van dertig jaren na het in het verkeer brengen van die platen.
Met het oordeel van het hof dat de korte verjaringstermijn van vijf jaar van artikel 3:310 lid 1 BW niet was verstreken, omdat de erven eerst in 2006 daadwerkelijk bekend zijn geworden met de voor de schade aansprakelijke persoon, terwijl niet gezegd kan worden dat zij onvoldoende voortvarendheid hebben betracht om tot die kennis te komen, heeft hij tot uitdrukking gebracht dat de erven in de gegeven omstandigheden in voldoende mate uitvoering hebben gegeven aan het redelijkerwijs van hen te verlangen, eenvoudig uit te voeren onderzoek naar de identiteit van de voor de schade aansprakelijke persoon (vgl. HR 3 december 2010, LJN BN6241; NJ 2012/196 m.nt. C.E. du Perron (X/Bemoti c.s.), r.o 3.6 in fine).
Het onderdeel dat met een aantal klachten opkomt tegen dit oordeel faalt.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
452 |
Add new contribution