Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema
- 9120 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Perspectief in de longstay?, Penitentiaire kamer Gerechtshof Arnhem, 5 maart 2007, LJN, AZ9806
Beslissing:
De longstayvoorzieningen nemen een bijzondere plaats in binnen de tenuitvoerlegging van de tbs. Plaatsing in de longstay betekent een koerswijziging in de benadering van de tbs-gestelde: immers op verandering gerichte behandeling wordt niet langer zinvol geacht. In plaats daarvan wordt overgegaan tot beveiliging, stabiliteit en zorg. Deze koerswijziging kan ingrijpende consequenties hebben voor de duur van de tbs-maatregel. Er moet rekening mee worden gehouden dat het verblijf op de longstay een eindstation betekent; niet alleen in het kader van de tenuitvoerlegging van de tbs, maar ook in het leven van de terbeschikkinggestelde. . Het is de taak van de verlengingsrechter telkens naar aanleiding van een vordering tot verlenging te beoordelen of de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden, omdat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen die verlenging eist. De expliciete mogelijkheid tot uitplaatsing uit een longstay-voorziening vloeit logisch voort uit de op de maatregel van toepassing zijnde beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit.
Samenvatting:
De raadsman stelt: “er is wel een eenvoudige procedure om in de Longstay te komen, maar een procedure om eruit te komen is er niet”. De harde juridische realiteit is dat er serieus rekening mee moet worden gehouden dat het verblijf op de longstay levenslang kan gaan duren. Deze vaststelling wringt met het wettelijke systeem van de tbs, waarin juist een op verandering gerichte behandeling een belangrijke rol inneemt.
Die behandeling behoort tot de kern van de tbs, met als doel om het delictgevaar te verminderen. Bovendien wordt, in de toch vrij uitvoerige regeling van de tbs in de formele wet, de longstay niet expliciet genoemd. In feite bestaat er ook geen misverstand over de bedoeling van de longstayplaatsing, immers het behandelings- en resocialisatie-element maakt expliciet geen deel meer uit van de maatregel. Deze interne rechtspositie impliceert dat de longstayplaatsing geen waarborgen biedt voor een onafhankelijk rechterlijk oordeel.
De Minister is belast met de goede tenuitvoerlegging van de tbs en de taken in dit verband zijn beperkt vastgelegd in de wet. Gelet op art. 37c Sr. mag slechts bij wet een verdergaande inbreuk op de vrijheid van de tbs-gestelde worden gemaakt dan door oplegging van de tbs-maatregel is gelegitimeerd. Dit vloeit voort uit de artt. 15 en 16 van de Grondwet en art. 7 van het EVRM, maar ook uit het strafrechtelijke legaliteitsbeginsel. Omdat de verlengingsrechter geen feitelijke gegevens meer krijgt waarop het oordeel over het recidivegevaar kan worden gebaseerd, moet worden gezegd dat de verlengingsprocedure zijn beschermende karakter heeft verloren en tot een ritueel is verworden. Volgens de raadsman is de plaatsingsbeslissing én de verlengingsbeslissing en de voortzetting daarvan in strijd is met het legaliteitsbeginsel en met art. 5 EVRM, omdat de strekking van de plaatsing op een longstay is dat de tenuitvoerlegging van de tbs niet meer tot doel heeft beveiliging door middel van behandeling en resocialisatie, maar slechts beveiliging door middel van feitelijke levenslange vrijheidsbeneming. De Minister van Justitie beslist de facto, volgens de raadsman, tot een levenslange vrijheidsbeneming, terwijl het opleggen van deze sanctie is voorbehouden aan de strafrechter. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat de tbs niet voor levenslang in het leven is geroepen, hetgeen ook volgt uit de periodieke toetsing van de noodzaak van voortzetting van de maatregel.
Tevens betoogt de raadsman dat de Pentraire Kamere niet bevoegd is te gelasten dat betrokkene wordt teruggeplaatst voor drie maanden, omdat zijn cliënt de afgelopen jaren al niet meer of nauwelijks inhoudelijk is behandeld. In december 2005 is hij op de longstayafdeling geplaatst en dus formeel al één jaar niet meer behandeld. De Pentraire Kamer beschikt dus niet over recente en feitelijke gegevens waarop het recidivegevaar (het wettelijke criterium) gebaseerd kan worden. De verlengingsrechter kan de noodzaak van verlenging tbs (inhoudelijk) niet meer naar behoren beoordelen en is hiermee voor een dilemma geplaatst dat buiten de competentie ligt.
De Penetraire Kamer reageert hierop als volgt. Het is de taak van de verlengingsrechter telkens naar aanleiding van een vordering tot verlenging te beoordelen of de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden, omdat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen die verlenging eist. De expliciete mogelijkheid tot uitplaatsing uit een longstay-voorziening vloeit logisch voort uit de op de maatregel van toepassing zijnde beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit. Voortdurend dient bekeken te worden of de maatschappij op een minder ingrijpende wijze beschermd kan worden en of behandeling welke is gericht op resocialisatie tot de mogelijkheden behoort. Wanneer het delictrisico is verminderd of wanneer er zich behandelmogelijkheden voordoen, is het aan het hoofd van de inrichting om een verzoek tot overplaatsing te doen.Vervolgens advies van de LAP (worden ingewonnen. Op basis hiervan zal ITZ in naam van de minister van Justitie een reguliere plaatsingsbeslissing nemen. Denkbaar is dat de LAP in deze gevallen ook adviseert welke setting passend is.
De wetgever heft vervolgens de mogelijkheid niet uitgesloten dat een terbeschikkingstelling een zeer lange duur kan hebben. De behandeling dient te worden voortgezet tot het moment dat de betrokkene in staat wordt geacht terug te keren in de maatschappij. Een langdurige onderbreking of definitieve stopzetting van de behandeling is door de wetgever destijds ook niet uitdrukkelijk overwogen of geregeld. Bij longstay-plaatsingen blijft echter de mogelijkheid van terugkeer in de samenleving bestaan. Met het oog op die terugkeer wordt op gezette tijden getoetst of inmiddels nieuwe behandelmogelijkheden bestaan dan wel of anderszins het delictrisico verminderd kan worden. Het is de taak van de verlengingsrechter telkens naar aanleiding van een vordering tot verlenging te beoordelen of de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden, omdat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen die verlenging eist. Voor de beoordeling of hiervan sprake is, is onder meer van belang of door middel van behandeling van de terbeschikkinggestelde de gevaarlijkheid van de terbeschikkinggestelde kan worden verminderd.
Overheidsinstanties dienen op grond van het EVRM (zie hiervoor EHRM 11 april 2006 Leger, ro. 2c) altijd open te blijven staan voor de mogelijkheid dat de delictsgevaarlijkheid van een terbeschikkinggestelde - ten aanzien van wie een maatregel ten uitvoer wordt gelegd - zodanig wordt of is verminderd dat de strafrechtelijke vrijheidsbeneming (voorwaardelijk) dient te worden beëindigd. Daaruit vloeit eveneens voort dat door de verlengingsrechter een daadwerkelijke beoordeling van die mogelijkheid plaatsvindt waarbij alle aspecten die met de gevaarlijkheid samenhangen in de beoordeling worden betrokken. Hiervoor verlangt de verlengingsrechter onder meer een actieve houding bij onderzoek aan de zijde van de kliniek.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
528 |
Add new contribution