Arbeidsrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefententamens - UL
- 1902 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Samenvatting bij 'Arbeidsongevallen' - Asser Deel 7-V - 2015, 249 t/m 274
Civielrechtelijke werkgeversaansprakelijkheid voor de gevolgen van arbeidsongevallen en beroepsziekten heeft een eigen plaats in Boek 7 BW. Er waren twee redenen voor een speciale regeling naast de algemene regeling van Boek 6. Ten eerste waren er bijzondere regels nodig met betrekking tot de beperking van de aansprakelijkheid van de werkgever en de invloed van de eigen schuld van de werknemer. Ten tweede was er behoefte aan regels over de verdeling van de bewijslast.
Art. 7:658 lid 1 regelt de zorgplicht van de werkgever. Hij is verplicht de lokalen, werktuigen en gereedschappen waarin of waarmee hij de arbeid doet verrichten zo in te richten, te onderhouden, alsmede zodanige maatregelen te treffen en aanwijzingen te geven als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van de werkzaamheden schade lijdt. De stelplicht en de bewijslast dat de werkgever aan zijn plicht heeft voldaan liggen bij de werkgever (HR Boock/Heisterkamp Transport). Wat redelijkerwijs van de werkgever gevraagd kan worden is afhankelijk van de omstandigheden van het geval.
De werkgever dient niet alleen de wettelijke voorschriften inzake arbeidsomstandigheden na te leven. Hij moet ook datgene doen wat redelijkerwijs van de werkgever kan worden verlangd gezien de omstandigheden van het geval. Zo dient de werkgever bij het inzetten van productiemiddelen zich bewust te zijn van de daaraan verbonden risico’s en mogelijkheden om die risico’s te beperken. Daarbij moet hij zich door deskundigen laten voorlichten. Vervolgens moet hij de werknemers voorlichtingen geven over de risico’s en erop toezien dat veiligheidsnormen worden nageleefd.
Het handhaven van de publiekrechtelijke veiligheidsnormen geldt als absolute minimumnorm. Verzuim van voorschriften die bescherming beogen te bieden tegen specifieke gevaren die zich in het voorliggende geval hebben gerealiseerd, wordt de werkgever zwaar aangerekend. Wel kan hij mogelijk nog aantonen dat het ongeval ook had plaatsgevonden als de werkgever het voorschrift wel had nageleefd.
De werkgever bepaalt zelf de inrichting van de werkomgeving en de gebruikte werktuigen. Hij is dan ook aansprakelijk voor gevaren die daardoor worden veroorzaakt. Bij de beoordeling daarvan kijkt men naar de voorzienbaarheid van het gevaar, welke maatregelen de werkgever redelijkerwijs kon nemen en of hij voldoende waarschuwingen aan de werknemers heeft gegeven. De Hoge Raad geeft nog nadere criteria ter beoordeling van de gevaarzetting: de waarschijnlijkheid van de niet-inachtneming van de vereiste voorzichtigheid door de werknemers, de grootte van de kans dat daaruit ongevallen ontstaan, de ernst van de mogelijke gevolgen daarvan en de moeite van het nemen van de veiligheidsmaatregelen.
Uit na het ongeval aangebrachte voorzieningen kan de rechter soms afleiden dat de werkgever het gevaar eenvoudig had kunnen voorkomen door deze voorzieningen eerder aan te brengen. Deze rechtspraak ontmoedigt werkgevers helaas om na ongevallen bepaalde maatregelen te nemen.
De ervaring leert dat dagelijks gebruik van machines ertoe leidt dat de gebruiker niet altijd even voorzichtig is. Hiermee dient de werkgever rekening te houden, door een soort marge in te bouwen zodat de werknemer niet bij de kleinste onvoorzichtigheid meteen letsel oploopt (HR Messaoudi/Hoechst).
Het is niet de bedoeling geweest om met art. 7:658 een absolute waarborg tegen gevaar te scheppen. Dat kan nu eenmaal niet. Zogenaamde huis-, tuin- en keukenongevallen vallen buiten de zorgplicht van de werkgever. Denk aan schade als gevolg van de breuk van een leuning van een bureaustoel (HR Hilligehekken/CVO) of het uitglijden over puin bij het opruimen van bouwmaterialen (HR Oost-Brands Bouwgroep).
De werkgever moet zijn werknemers waarschuwen voor risico’s op de werkvloer. Die waarschuwingen moeten ook voldoende concreet en intens zijn. De werkgever moet inschatten of zijn waarschuwing waarschijnlijk zal leiden tot het werkelijk vermijden van het gevaar door de werknemers (HR Bayar/Wijnen).
Ook de ervaring, opleiding en functie van de werknemer speelt een rol bij de bepaling van de zorgplicht van de werkgever. Door werknemers een veiligheidscursus te laten volen kan hij voldoen aan zijn zorgplicht (HR Dusarduyn/Du Puy). Van een bedrijfsleider mag een hogere mate van zelfbescherming tegen bijvoorbeeld RSI worden verwacht dan van lagere functies.
De werknemer die ervoor kiest geen gebruik te maken van veiligheidsmaatregel doet dit in principe voor eigen risico. Zo kan een werknemer die een minder veilige trap kiest (ten opzichte van een veiligere trap meer meer treden) geen schade verhalen op zijn werkgever als hij van die trap valt.
Zowel lichamelijk als psychisch letsel valt onder de zorgplicht van de werkgever. Wel moet aangetoond worden dat er een causaal verband bestaat tussen de werkzaamheden en het psychische letsel. Oorzaken als shockschade en pesten kunnen een rol spelen. Bejegening door de werkgever en onvoldoende begeleiding kunnen niet leiden tot schending van de zorgplicht ex art. 7:658 (HR Chubb Lips/Jansens), maar wel tot strijdigheid met goed werkgeverschap ex art. 7:611.
De werkgever dient ook de vereiste veiligheidsmaatregelen te nemen met het oog op mogelijke ziekten die ontstaan uit de werkzaamheden. Het hangt wel af van de omstandigheden van het geval en de ten tijde van het ontstaan van de schade bestaande bekendheid van bepaalde gezondheidsrisico’s.
Ongevallen buiten de werkzaamheden vallen in prinipe niet onder de aansprakelijkheid van de werkgever. Op grond van art. 7:658 dient de werkgever te zorgen voor een veilige werkomgeving, maar die strekt zich niet uit tot gebieden waarover de werkgever geen zeggenschap heeft. Ongevallen tijdens woon-werkverkeer vallen dus buiten deze zorgplicht.
Hoewel art. 7:658 zich niet uitstrekt tot buiten de werksfeer, is de werkgever in bijzondere gevallen verplicht tot schadevergoeding voor ongevallen buiten de werksfeer op grond van goed werknemerschap ex art. 7:611. Als woon-werkverkeer in hoge mate gelijk kan worden gesteld met werkverkeer dan kan hiervan sprake zijn, bijvoorbeeld bij een ongeval met een bedrijfsbusje op weg naar het werk in HR Vonk/Van der Hoeven. Veel hangt ook hier af van de omstandigheden van het geval, maar er moet in ieder geval sprake zijn van bijzondere omstandigheden, bijvoorbeeld een aan de werkgever bekend, specifiek en ernstig gevaar.
De zorgplicht van de werkgever strekt zich niet uit tot alle verkeersongevallen die zijn werknemers overkomen in verband met (woon-)werkverkeer. Gezien het risico dat alle weggebruikers lopen, dient de werkgever wel te zorgen voor een adquate verzekering van werknemers wiens werkzaamheden ertoe kunnen leiden dat hun een verkeersongeval overkomt. Deze verplichting hangt wel onder andere af van de bestaande verzekerningsmogelijkheden. Gebruikt de werknemer een eigen auto, dan dient de werkgever hem te faciliteren in het afsluiten van een verzekering. Doet hij dat niet en krijgt de werknemer een onverzekerd ongeval, dan is de werkgever aansprakelijk voor de schade voor zover deze middels een verzekering had kunnen worden gedekt. Deze verzerkingsplicht van de werkgever geldt alleen voor verkeersongevallen, niet voor andere risico’s.
De werknemer die stelt dat de werkgever zijn zorgplicht heeft verzaakt, moet het causaal verband tussen de schade en de werkzaamheden aannemelijk maken. Hij hoeft niet rechtstreeks aan te tonen dat de werkgever is tekortgeschoten in zijn zorgplicht. De werkgever dient vervolgens te bewijzen dat hij heeft gedaan wat hij kon doen om zijn zorgplicht na te komen (HR Joe/Chicago Bridge).
In sommige gevallen, bijvoorbeeld bij werk met gevaarlijke stoffen, is het bijzonder moelijk om causaal verband tussen werkzaamheden en schade te bewijzen. In dergelijke gevallen geldt de omkeringsregel. Als de werknemer is blootgesteld aan gevaarlijke stoffen, dan wordt het causale verband geacht aanwezig te zijn als de werkgever heeft nagelaten om maatregelen te nemen die redelijkerwijs nodig zijn om de schade te voorkomen. Wel dient de werknemer eerst aannemelijk te maken dat hij schade heeft geleden die door de blootstelling zou kunnen veroorzaakt.
Nieuwe ziektebeelden, zoals ME, burn-out en RSI, worden niet altijd unaniem erkend door de medische wetenschap. De diagnose van deze ziekten is vaak moeilijk te stellen, wat het bewijzen van causale verbanden extra moelijk maakt. Bij deze ziekten geldt echter niet zonder meer de omkeringsregel. De werknemer moet nauwkeurig aangeven welke klachten door welke werkzaamheden zijn veroorzaakt en in welke zin de werkgever zijn zorgplicht daaromtrent heeft verzaakt. Van belang daarbij is dat het probleem bij de werkgever kenbaar was.
Soms is niet duidelijk in hoeverre de werknemer zelf verantwoordelijk is geweest voor de schade die door de werkzaamheden is ontstaan. In dat geval kan de rechter de geschatte mate van aan de werknemer toe te rekenen omstandigheden aftrekken van de gehele schade. Vervolgens wordt de werkgever voor het overige aansprakelijk gesteld. Als de werknemer bijvoorbeeld longkanker heeft gekregen nadat hij met asbest heeft gewerkt, maar hij in zijn eigen tijd ook veel heeft gerookt, dan zal de mate van aansprakelijkheid over de werkgever en werknemer worden verdeeld.
De werkgever is op grond van art. 7:658 lid 2 in beginsel aansprakelijk voor de schade die zijn werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt, tenzij hij aantoont dat hij de in art. 7:658 lid 1 genoemde verplichtingen is nagekomen.
Ook schade die zich voordoet na uitdiensttreding kan vallen binnen de aansprakelijkheid van de werkgever. In HR Janssen/Nefabas werd de werkgever aansprakelijk gesteld voor de schade door asbest, lange tijd nadat de betreffende werknemers uit dienst waren getreden. Daaraan stond zelfs niet in de weg dat destijds niet bekend was dat asbest dergelijke schade kon veroorzaken.Op grond van redelijkheid en billijkheid was de vordering ook niet verjaard.
Hoewel art. 7:658 hierover niets meldt, is de werkgever op grond van art. 6:108 ook aansprakelijk tegenover nabestaanden als de werknemer overlijdt.
Op grond van art. 7:658 lid 2 is de werkgever niet aansprakelijk als de schade is veroorzaakt door opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. Opzet of bewuste roekeloosheid wordt niet snel aangenomen. Pas als de werknemer zich daadwerkelijk bewust is geweest van het roekeloze karakter van zijn gedrag, is sprake van bewuste roekeloosheid. Het niet dragen van een autogordel kwalificeert bijvoorbeeld niet zonder meer als roekeloos gedrag.
Op grond van art. 7:658 is de werkgever ook aansprakelijk voor schade geleden door personen die arbeid voor hem verrichten zonder arbeidsovereenkomst. Lid 4 verklaart de kantonrechter bevoegd om kennis te nemen van ook deze vorderingen. De werknemer kan ook de inlener en de eigen werkgever gezamenlijk aansprakelijk stellen ex art. 7:658. Het moet wel gaan om werkzaamheden die gewoonlijk in de onderneming worden uitgeoefend (inclusief regulier onderhoudswerk, HR Davelaar Allspan). Een ingehuurde klusser voor een incidentele klus valt echter niet onder de zorgplicht van de inlener.
De werkgever is ook aansprakelijk voor schade toegebracht aan zaken van de werknemer, die hij heeft gebruikt in de uitoefening van zijn werkzaamheden. Hierbij geldt wel het vereiste dat de werknemer de betreffende zaken heeft gebruikt met het risico van ernstige beschadiging. Bij bewuste roekeloosheid of opzet draagt de werknemer de schade zelf.
Op grond van art. 7:658 lid 3 kan van deze aansprakelijkheidsregeling niet ten nadele van de werknemer worden afgeweken.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1544 |
Add new contribution