Education Category: Creative, Sports
Ages:
Zwieren met Sjaaltjes
Sjaals zijn geschikte attributen bij dansen en
bewegen. Zwieren met sjaaltjes verlengt je
beweging en dat is handig met de relatief
korte dreumes- en peuterarmen.
De sjaals kunnen ook worden gebruikt als 'danskleding’.
Met dreumesen en peuters
» Meepetsen in de maat op tafel of op benen, meezwaaien.
» Achter elkaar aanlopen door de ruimte in de maat
van de muziek.
» Verschillende manieren van bewegen afwisselen:
springen, stampen, op de tenen lopen, heen en
weer wiegen op twee benen.
actiever deelname:
wie trommelt er vandaag op de bongo’s als teken om naar buiten te gaan?
Welk liedje zingen we aan tafel, bij het tandjes poetsen, op
het aankleedkussen? En ook alle feestelijkheden worden
opgeluisterd met muziek. Al deze activiteiten vinden één
op één plaats tijdens de verzorging of in de grote groep.
» Verschillende bewegingen imiteren: vliegen als een
vogel, zweven als een vlinder, racen als een auto.
» Dansen met materialen zoals linten of sjaaltjes, op
de plek of door de ruimte.
» Liedjes met voorgeschreven bewegingen uitvoeren
zoals: In de maneschijn.
Ontdekactiviteiten
› Voorwerpen samen onderzoeken, uitproberen.
› Stiltes laten vallen en samen luisteren wat er te horen is.
› Klankspelletjes met instrumenten en met stem.
› Muzikale kiekeboe.
› Geluidenwandeling buiten of binnen
Versjes en stemspelletjes
Behalve zingen − en dat doet niet iedereen
even spontaan en makkelijk − kun je ook muzikaal
en gevarieerd met je stem aan de slag met
versjes en voorlezen. En ook losse, spontane acties
zijn mogelijk: naar aanleiding van een verhaal
of een uitje kun je met je stem allerlei herinneringen
ophalen en verklanken:
de spoorbomen ... (hoog) dingdingdingdingding
en een voorbij razende trein ... (laag)
ieie jenggg.
En terwijl je hand voor vliegtuigje speelt,
neem je je stem mee: stijgen, dalen, turbulentie
− hoe doe je dat en wat is het verschil met een
sportvliegtuigje? Daag jezelf uit en gebruik je
fantasie: de kinderen vormen altijd een dankbaar
en betrokken publiek.
Versjes opzeggen
› Versjes die gaan over dagelijkse dingen of over favo-
riete bezigheden, kunnen worden gekoppeld aan het
uitvoeren daarvan. Zo komen ze op een natuurlijke,
vanzelfsprekende manier vele keren voorbij. Je kunt
afwisselen door het versje in één cadans te blijven
herhalen of door af en toe stiltes te laten vallen.
› Zeg het versje op en observeer of en welke kinderen
spontaan gaan meedoen of op een andere manier
reageren.
› Je kunt ook de tekst van een liedje opzeggen alsof
het een versje is.
Versjes laten opzeggen
› Kinderen uitnodigen om het versje op te zeggen als
aankondiging van een activiteit.
› Kinderen uitdagen mee te gaan doen door het versje te
blijven herhalen, met af en toe een kleine variatie in
het tempo, het volume of de klank van je stem.
› Het damespaard: neutraal, met veel expressie (een echte
dames/heren/boerenstemgeluid).
Liedjes voorzingen
› Als aankondiging van een overgang in het dagritme
‘We gaan naar buiten, waar de vogeltjes fl uiten’.
› Als gezongen opdracht (opruimen/jassen pakken).
› Als sfeermaker bij een activiteit.
Liedjes laten meezingen
Begin altijd met het liedje een paar keer voor te zingen
voordat je vraagt om mee te doen. De pedagogisch medewerker
stimuleert de kinderen om mee te zingen door
zelf eerst af en toe een (laatste) woordje weg te laten en
vervolgens steeds grotere stukjes. Met liedjes kun je kinderen
op dezelfde manier uitnodigen en uitdagen als met
versjes opzeggen.
Liedjes zelfstandig laten zingen
Uitnodigen en aanmoedigen, bijvoorbeeld:
› tijdens een uitstapje naar de kinderboerderij: wie weet
een dierenliedje? (en dan niet gelijk gaan meezingen,
eerst luisteren, knikken, aanmoedigen);
› zingen voor de microfoon, aan het hoofd van de tafel,
bij het ophalen, voor een geluidsopname.
Samen kijken en luisteren
› Een pedagogisch medewerker voert een activiteit uit
met een kleine groep en nodigt andere kinderen uit om
te komen kijken.
› Een pedagogisch medewerker voert uit, de andere pekunnen
Laten meespelen met muziek
› Meespelen in de maat met een muziekfragment.
› Afwisselen met muziek aan- en uitzetten = wel of
niet spelen.
› Afwisselen met hard en zacht, snel en langzaam.
Zelfstandig laten spelen
› Nodig een kind uit om tijdens een knutsel- en spelactiviteit
voor muziek te zorgen.
› Geef het kind een instrument en vraag of het even wil
kijken ‘of hij het nog doet’ of ‘kun je voor mij muziek
maken om op te springen’.
Muzikale verhalen maken
› Het voorleesverhaal combineren met klankimitaties;
met je stem of met attributen.
› Het prentenboek bekijken en samen benoemen en verklanken
hoe alles klinkt: de storm en de regen in ‘Mon-kie’, de dieren uit het boekje over de kinderboerderij.
› Foto’s/plaatjes/voorwerpen bekijken, benoemen, er
toepasselijke geluiden bij maken, bijvoorbeeld een
foto van een badkamer of dieren.
Add new contribution