Stereotype en Gender rollen

Education Category: General
Ages: 12-16

Verschillende lessen over stereotypes, gender rollen en diversiteit. De lessen duren tussen de 15 en 50 minuten. Er worden verschillende thema's behandeld aan de hand van opdrachten en discussie punten.

Hieronder staat de eerste introductie les. De andere lessen en activiteiten kun je vinden in het pdf bestand.

Introductie met stereotypes

Opmerkingen:
Begin de activiteit zonder opmerkingen.
Focus op 4 tot 6 groepen van de onderstaande lijst. Kies minstens 2 groepen waardoor een aantal leerlingen zich voelen aangesproken, want je wilt dat de tieners geraakt worden door de activiteit.

Mannen
Vrouwen
Blanken
Afro-Amerikanen
Aziaten
Katholiek
Joods
Protestants
Moslim
Schoolverlaters
Lesbiennes/homoseksuele/biseksuele
Tiener ouders
Mensen met AIDS
Drugs gebruikers
Fietsers

Gebruik minstens 2 etnische groepen zodat het niet lijkt alsof je er 1 groep hebt uitgepikt.
Maak van lesbiennes en homoseksuele 1 groep.

De les:

• Schrijf 'oude mensen' op het bord. Vertel de leerlingen dat ze woorden mogen roepen die gebruikt worden om 'oude mensen' te beschrijven. Leg uit dat je niet op zoek bent naar andere namen zoals 'seniore burgers', maar meer naar beschrijvingen zoals 'grijs haar', 'slechtziend' of 'met pensioen'. Schrijf de reacties uit de klas op onder de titel.
• Schrijf vervolgens een van de groepen op die je hebt gekozen. Vraag weer aan de klas om op te noemen wat deze groep beschrijft. Hou het tempo hoog, schrijf op wat er wordt genoemd en ga door.
• Herhaal dit voor 3 of 4 andere groepen.
• Laat de leerlingen een paar minuten naar deze lijsten kijken en laat ze de volgende zinnen af maken;

1. 'Als ik naar deze lijsten kijk dan voel ik...'
2. 'Als ik naar deze lijsten kijk dan realiseer ik me dat...'

• Na ongeveer 5 minuten vraag je een vrijwilliger om voor te lezen wat ze hebben opgeschreven. Als niemand antwoordt vraag je iemand die bij een groep hoort zijn gevoelens te delen. Nadat de deelnemers hun reactie hebben gegeven voeg je je eigen conclusie toe en vat je de lijsten samen die waarschijnlijk negatieve termen, pijnlijke woorden enz. bevatten.
• Kies een lijst die extra pijnlijk is en vraag aan de leerlingen hoeveel mensen uit die groep werkelijk aan die termen voldoen. Met input van de groep om cirkel je de kenmerken die wel alle leden van die groep hebben. Bijvoorbeeld 'kinderen krijgen' voor vrouwen, 'gekruld haar' voor Afro-Amerikanen en 'vieren Pesach' voor Joden. En streep de woorden door die niet van toepassing zijn op alle leden van de groep. Bijvoorbeeld 'gevoelig' voor vrouwen, 'arm' voor Afro-Amerikanen en 'gierig' voor Joden.
• Schrijf het woord 'stereotype' op het bord en vraag om een definitie. Die uiteindelijk moet lijken op de volgende definitie: Het idee of verwachting dat alle leden van een groep (van mensen die een gedeeld kenmerk hebben zoals ras, etnische achtergrond, gender enz.) heel erg hetzelfde zijn, met weinig individuele verschillen.
  Leg uit dat het woord 'stereotype afkomstig is van oude drukkerijen die een mal gebruikte om steeds hetzelfde patroon opnieuw te drukken.
• Leg uit dat de meeste woorden die je hebt gehoord van de leerlingen om een groep te beschrijven stereotypes zijn. De beschrijvingen gooien iedereen op een hoop en behandelen hun alsof ze allemaal het zelfde zouden zijn. (Als je vervolg lessen hebt geplant over het onderwerp kan je uitleggen dat die zullen gaan over stereotypes en de negatieve gevolgen daarvan).
• Eindig de les met een aantal discussie punten

Discussie punten:

1. Hoe voelde je toen de beschrijvende woorden en zinnen werden geroepen? Was het moeilijk of makkelijk om dingen te bedenken? En waarom wel of niet?
2. Waar leren we over stereotypes en verschillende groepen?
3. Als iemand geloofd dat stereotypes waar zijn, hoe zullen die overtuigingen dan het gedrag van iemand beïnvloeden? (geef een voorbeeld: Iemand kan zich op een bepaalde manier gedragen, verwachten dat andere mensen zich op een bepaalde manier gedragen, denken dat hij/zij beter of slechter is dan die mensen, dingen doen om die mensen te pleasen of te schaden).
4. Geloof je een stereotype over een groep waarbij je hoort. Hoe is dat?
5. Wat als een stereotype waar blijkt voor 1 lid van een groep? (Antwoord: het betekent dat die persoon die karaktereigenschap heeft, het zegt niks over de andere leden van die groep.)

Kinderen leren kritisch denken, ontwikkelen empathie voor anderen en leren over vooroordelen en de invloed van stereotypes.

Requisites