Samenvatting Reader Europees Recht

Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.

Bekendmaking van de commissie inzake overeenkomsten van geringe betekenis die de mededinging niet merkbaar beperken in de zin van artikel 81, lid 1, van het verdrag tot oprichting van de Europese gemeenschap (de minimis)

 

Artikel 81 lid 1 van het verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap verbiedt de vorming van overeenkomsten tussen ondernemingen die de handel tussen lidstaten ongunstig kan beïnvloeden of de concurrentie op de gemeenschappelijke markt nadelig beïnvloed. De commissie heeft dit later verduidelijkt door aan te geven dat overeenkomsten die wel nadelig zijn voor de handel tussen lidstaten maar waarvan dit nadeel niet merkbaar is niet onder deze regeling vallen. De commissie stelt dat overeenkomsten tussen kleine en middelgrote bedrijven zelden een merkbaar nadeel veroorzaken voor de gemeenschappelijke markt. Om deze reden zal er tegen overeenkomsten van deze strekking geen procedure worden gestart. Dat wil echter niet zeggen dat deze niet strafbaar kunnen worden gesteld, kartel vorming kan immers nog steeds door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten worden vervolgd.

De commissie heeft de richtlijnen gesteld om aan te geven welk soort overeenkomsten een nadelig effect hebben voor e gemeenschappelijke markt. De volgende soorten overeenkomsten hebben geen nadelig effect wanneer ze:

  • Gesloten is tussen concurrerende partijen of partijen waarvan het onduidelijk is of ze concurreren die gezamenlijk een kleiner marktaandeel hebben dan 10% op de relevante markten waarop hun overeenkomst betrekking heeft.

  • Gesloten is tussen niet-concurrerende partijen die gezamenlijk een kleiner marktaandeel hebben dan 15% op de relevante markten waarop de overeenkomst betrekking heeft.

  • Gesloten is tussen diverse leveranciers of distributeurs die concurreren of niet concurreren en een gezamenlijk marktaandeel hebben van minder dan 5 %.

De commissie is van mening dat wanneer de partijen uit de bovengenoemde punten twee kalender jaren achter een volgende niet meer dan twee procent boven de voor hen aangegeven norm uitkomen het nog steeds niet onder een merkbaar nadelige invloeden van de gemeenschappelijke markt hoeft te worden gerekend. De commissie ziet (potentiële) concurrenten als bedrijven die dezelfde soort activiteiten op dezelfde soort markten uitvoeren of wanneer zij in staat zijn om zonder veel omschakelingskosten over te stappen op dezelfde markt.

De richtlijnen zijn ook niet van toepassing op de zogenoemde “hardcore” restricties. Hardcore restricties zijn overeenkomsten tussen concurrenten die proberen:

  • Het vaststellen van de prijs van producten voor derden.

  • Het beperken van de verkoop of de productie

  • Het toewijzen en of verdelen van markten of klanten

Ook zijn de bovengenoemde richtlijnen niet van toepassing op overeenkomsten tussen niet concurrerende partijen die direct of indirect proberen:

  • De prijs die de leverancier of de afnemer zodanig te beïnvloeden dat er een vaste prijs ofwel minimum prijs ontstaat.

  • Het beperken van het de markt waarin contractgoederen of diensten verkocht kunnen worden door de afnemer. Met uitzonderingen van de volgende gevallen, dit zijn geen 'hard-core' restricties.

  1. Het beperken van een exclusieve markt voor de leverancier. Of door de leverancier aan een andere afnemer toegewezen markt mits deze beperking niet de verkoop van de klanten van de afnemer belemmerd.

  2. De door een op groothandelsniveau werkende afnemer die de verkoop aan eindgebruikers beperkt.

  3. Het beperken van de verkoop aan distributeurs die niet als erkend worden beschouwd door een bepaald distributiestelsel.

  4. De beperking om onderdelen te verkopen aan klanten die met deze onderdelen de mogelijkheid heeft om goederen te gaan produceren die van gelijkwaardige kwaliteit zijn als die van de leverancier.

  • De op detailhandel actieve leden van een selectief distributiestelsel mogen de verkoop, zowel actieve verkoop als passieve verkoop, niet beperken zonder afbeuk te doen aan de mogelijkheid om vanuit een niet erkende plaats van vestiging te werken.

  • Het limiteren van leveringen tussen distributeurs in een bepaald distributiestelsel zelfs wanneer deze op verschillende handelsniveaus actief zijn.

  • De overeenkomst tussen de leverancier en afnemer die deze componenten verwerkt, dat de van verkoop van componenten aan eindgebruikers of herstellers beperkt wordt voor gebruikers aan wie zijn goederen zijn toevertrouwd.

Ook gelden de genoemde richtlijnen niet wanneer concurrenten met oog op de overeenkomst werkzaam zijn in verschillende stadia van de productie- of de distributieketen, een of meer van de hierboven opgesomde “hard-core” ristricties. 

Verbonden ondernemingen zijn ondernemingen die direct of indirect:

  • De beschikking hebben over meer dan de helft van de uitoefening van het stemrecht.

  • De beschikking hebben over meer dan de helft van de leden van de raad van toezicht, raad van bestuur of de wettelijke bevoegde vertegenwoordigingen organen te benoemen

  • De positie hebben de zaken van de onderneming te leiden.

Verbonden ondernemingen zijn ook ondernemingen die ten aanzien van een partij bij de overeenkomst direct dan wel indirect over de hierboven staande bevoegdheden kan beschikken; of ondernemingen waarbinnen een onderneming direct of indirect over een van de partijen bij de overeenkomst over de hier bovenstaande bevoegdheden kan beschikken; ondernemingen die gezamenlijk met een van de partijen bij de overeenkomst over de hier bovenstaande bevoegdheden kan beschikken; ondernemingen die over de hierboven genoemde rechten en bevoegdheden kan beschikken via partijen bij de overeenkomst en daaraan verbonden ondernemingen en ten laatste zijn partijen bij de overeenkomst die met een met hen verbonden onderneming en een of meer derde partijen over de hierboven genoemde bevoegdheden kan beschikken. Voor deze laatste aanmerking als verbonden onderneming wordt het markaandeel van de ondernemingen verdeeld over de ondernemingen die de bovengenoemde bevoegdheden beschikken.

 

 

Mededeling van de commissie betreffende immuniteit tegen geldboeten en vermindering van geldboeten in kartelzaken

Kartels zijn 2 of meer concurrerende ondernemingen die onderlinge afspraken en of gedragingen hebben vastgelegd die ongunstig zijn voor de consument. Kartelvorming heeft een aantal nadelige gevolgen. Zo gaan bedrijven steeds minder aan innovatie doen, worden de prijzen kunstmatig bepaald en kan het de keuzen van de consument beperken. Kartelvorming is om deze reden ook een ernstige schending van artikel 81 van het EG-verdrag. Doordat kartels erg moeilijk op te sporen zijn en ze erg schadelijk zijn voor de gemeenschap heeft de commissie besloten dat ondernemingen of personen die betrokken zijn bij kartel vorming de mogelijkheid krijgen om inruil voor informatie over de kartel een vermindering of zelfs immuniteit ontvangen tegen geldboetes. De aanvraag van immuniteit is ruil voor informatie over een kartel heet een clementieverzoek. Om in aanmerking te komen voor immuniteit tegen geldboetes moet de onderneming als eerste informatie en bewijs aan de commissie verschaffen over een kartel. Deze informatie moet het voor de commissie mogelijk maken om:

  • Gerichte inspecties uit te voeren tegen het des betreffende kartel

  • Een overtreding vast te stellen van artikel 81 van het EG-verdrag

De verschafte informatie moet verklaringen bevatten die door of namens de onderneming zijn gedaan en een inhoudelijke beschrijvingen en toelichtingen geven van het desbetreffende activiteiten van het kartel. Ook moet er in het clementieverzoek naast de naam en adres van de rechtspersoon die het immuniteitsverzoek aanvraagt ook de namen en adressen van andere deelnemers aan het kartel staan. Ook is van belang de informatie over natuurlijke personen die bij de kartel vorming betrokken waren. Dit geld ook voor de natuurlijke personen die het clementieverzoek hebben ingediend. Als laatste is informatie nodig over de eventuele inlichting van een andere mededinging autoriteit. Mocht de commissie al op de hoogte zijn van het kartel en ook al over genoeg bewijs beschikken zal er geen immuniteit worden verleend. Naast de bovengenoemde punten moet de onderneming ook vanaf het moment dat ze naar de commissie zijn gestapt gedurende de hele administratieve procedure:

  • De commissie van alle relevante en volledige informatie voor zien met betrekking tot het bewijsmateriaal.

  • De commissie bij ieder verzoek dat kan helpen bij de zaak van de commissie tegen het kartel antwoord geven

  • De medewerkers die op dit moment en medewerkers die op dit moment niet meer in dienst zijn van de onderneming ondervraagd kunnen worden door de commissie.

  • Er geen informatie achtergehouden, vernietigd of vervalst wordt.

  • Zij geen mededelingen doet over het clementie verzoek of de inhoud hiervan.

Op het moment dat de onderneming haar betrokkenheid heeft aangegeven bij de commissie dient zij deze betrokkenheid te staken tenzij de commissie anders aangeeft in het belang van de procedure. Voor het clementie verzoek is ingediend mag de onderneming geen documenten hebben vernietigd vervalst of verbergen die van belang kunnen zijn als bewijsmateriaal. Een andere reden waarom een onderneming geen beroep op immuniteit via een clementie verzoek kan doen is wanneer een onderneming een andere ondernemingen heeft gedwongen om zich bij het kartel aan te sluiten of binnen het kartel te blijven.

De procedure voor het indienen van immuniteit tegen geldboetes is als volgt. Men dient contact op te nemen met de directoraat-generaal Concurrentie van de Commissie, dit kan in de vorm van een marker of in de vorm van een officieel verzoek voor immuniteit tegen geldboetes. De commissie kan dit verzoek vervolgens inwilligen of naast zich neerleggen. Wanneer de commissie een marker toekend wil dit zeggen dat ze er vanuit gaan dat de onderneming op dat moment naar voren is gekomen met bewijs waarmee ze de commissie kan helpen in de zaak tegen het kartel. Soms krijgen ondernemingen wel een termijn waarbinnen de marker geldig is. Om deze marker te krijgen moet een onderneming zijn verzoek voor de marker rechtvaardigen en zijn eigen betrokkenheid evenals de informatie over het kartel aan de commissie verschaffen. Nadat een onderneming een marker toegekend heeft gekregen kunnen ze informatie bij elkaar zoeken tegen het kartel. Wanneer ze voldoende bewijs hebben kunnen ze de commissie vragen of ze in ruil voor dit bewijs immuniteit tegen geldboetes kunnen krijgen. Het bewijs dat een onderneming moet verschaffen staat in de opsomming hierboven. Wanneer aan deze eis is voldaan zal de directoraat-generaal voorwaardelijke immuniteit tegen geldboetes geven aan de onderneming. Wanneer de immuniteit tegen geldboetes niet door de commissie kan worden verleend, omdat een andere onderneming deze al heeft verkregen of omdat aan de gestelde voorwaarde niet is voldaan, zal zij hiervan de onderneming op de hoogte stellen. De onderneming heeft na het afwijzen van het verzoek de mogelijkheid om de verschafte documenten in te trekken of zijn hulp aan de commissie door te zetten in ruil voor vermindering van de geldboeten. Aangezien de commissie nog steeds de bevoegdheid heeft om inspectie uit te voeren bij ondernemingen is het gunstig om voor optie twee te gaan. De commissie heeft dan opnieuw de mogelijkheid om dit verzoek in te willigen of af te wijzen. Wanneer de onderneming nog steeds belangrijke informatie kan verschaffen en aan de woordwaarde voldoet zoals in de bovengenoemde opsomming is aangegeven komen zijn in aanmerking voor vermindering van de geldboete. De onderneming die als eerste belangrijke informatie over het kartel aan de commissie verschaft en hierdoor in aanmerking komt voor een vermindering van de geldboete kan rekenen om een vermindering van 30 tot 50 %, de tweede op 20 tot 30 % en ondernemingen die daarna komen kunnen rekenen op een vermindering tot 20 %.

 

 

Mededeling van de commissie betreffende de toepassing vanaf 1 januari 2012 van de staatssteunregel op maatregelen ter ondersteuning van banken in het kader van financiële crisis

 

Inleiding

Ten tijden van de financiële crisis is er een uitzondering gemaakt op artikel 107 van het EU-werkingsverdrag. Dit artikel verbiedt staatssteun aan banken. Er is een uitzondering gemaakt op dit artikel om dramatische gevolgen voor de economie van lidstaten te verhelpen, deze uitzondering is ook onder lid 3 onderdeel b van artikel 107 te rechtvaardigen. In deze mededeling wordt gesteld dat de staatssteun aan banken die zou duren tot 31-12-2011 in 2012 nog steeds van belang is en daarom ook nog niet kan worden stop gezet. De commissie is wel van plan zodra de mogelijkheid zich voor doet over te stappen naar een duurzamere methode om financiële instellingen te redden en te herstructureren. Dit wil de commissie doen door over te gaan op artikel 107 lid 3 onderdeel c van het EU-werkingsverdrag. De regels voor staatssteun aan banken worden in deze mededeling op een aantal punten verduidelijkt en aangescherpt.

Vergoeding en voorwaarde voor herkapitalisatie door de staat

Door de economische crisis is de regelgeving veel veranderd de commissie is daarom ook van mening dat de staat steeds vaker aandelen in een bank zal kopen om op deze manier geld te injecteren. Volgens de commissie moet er een korting worden gegeven ten aanzien van de aandelenprijs (na correctie van het verwateringseffect) zodat de overheid een redelijke vergoeding ontvangt. Bij beursgenoteerde banken dient de prijs van de aandelen volgens de genoteerde marktprijs te zijn voor de aandelen met rechten die gelijkwaardig zijn aan aandelen die worden uitgegeven. Zou een lidstaat aandelen kopen zonder stemrecht dan zou de korting nog hoger moeten zijn dan op aandelen met stemrecht. Bij niet beursgenoteerde bedrijven is deze methode om de waarde van de aandelen te bepalen vanzelfsprekend onmogelijk. Bij deze banken moet gekeken worden naar de markgebaseerde waarderingsmethode. De staat moet deze kortingen op de aandelen krijgen omdat een groter kapitaal tekort ten opzichte van bestaand kapitaal ook grotere risico’s met zich mee brengt. De commissie blijft eisen dat wanneer een lidstaat een bank met herkapitalisatiemaatregelen steunt zij ook een herstructureringsplan indienen, dit moet uiterlijk 6 maanden na de goedkeuring van de commissie voor de kapitaal injectie worden ingediend bij de commissie. De termijn van 6 maanden kan ook worden ingekort als er al eerder op basis van artikel 107 lid 3 onderdeel b een besluit is gemaakt om reddingssteun te verlenen aan een bepaalde onderneming. De commissie gaat op het langer termijn kijken of banken ook levensvatbaar zijn zonder inmenging van een lidstaat. Een kapitaal injectie door de overheid mag niet groter zijn dan het bedrag dat noodzakelijk is om de banken levensvatbaar te houden.

 

Vergoeding en voorwaarde voor staatsgaranties

Lidstaten kunnen een staatsgarantie uitgeven voor nieuwe schuldinstrumenten, hieronder valt geen kapitaal. De druk op korte termijn financiering is hoog en daarom garandeert de staat vooral schulden met een korte looptijd die tussen de 1 en 5 jaar ligt, voor gedekte obligaties ligt dit tussen de 1 en 7 jaar. Door de crisis is het risico op obligaties gestegen, om dit risico in te dammen zijn er zogeheten Cds-spreads. Bij een Cds-spread wordt het risico van de belegging gedeeld door (meerdere) instellingen, in ruil voor het dekken van dit risico krijgen deze instellingen een vergoeding. Zo staan ondernemingen er voor in dat de lening terug betaald zal worden, voor deze garantie ontvangen zij ook een deel van het rendement. Hierdoor daalt het risico van de obligatie maar ook de rente. Door de crisis is de formule van deze cds-spreads veranderd, in plaats van 5jarige cds-spreads worden ze nu over de mediaan van 3 jaar bepaald. Naast de berekening is ook zijn de cds-spreads ook opgelopen. Dit komt door de invloed van niet specifieke banken en niet specifieke leningen. Om deze reden moet de formule van het intrinsieke risico van individuele banken worden berekend los van de rest van de mark. Ook moet de formule aangeven dat leningen waarvan de schuld wordt gedekt, bijvoorbeeld door de staat, een veel kleiner risico vormen dan leningen die niet gedekt worden. Wanneer een lening gedekt wordt door een instantie met een andere valuta moet er rekening worden gehouden met een extra valutarisico. Garanties voor leningen met een looptijd van minder dan een jaar gaan volgens de regulieren vergoedingsformule maar voor leningen met een looptijd korter dan 3 maanden geeft de commissie enkel toestemming wanneer deze lening essentieel is voor de financiële stabiliteit. In dit laatste geval zal de commissie bepalen wat een passende vergoeding is. Bij het bepalen van deze vergoeding wordt rekening gehouden dat looptijd van overheidssteun zo kort mogelijk moet blijven. Om garanties te bepalen dient alleen gekeken te worden naar de relevante cds-spreads van een lidstaat. Om te bepalen of deze goed geschat is door de commissie vragen zijn voor iedere nieuwe verleende garantie een indicatieve premie die is gebaseerd op recente marktgegevens. Ook dienen de lidstaten binnen 3 maanden de daadwerkelijk afgesproken garantiepremie mede te delen.

Access: 
Public
Check more of this topic?
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Image

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Check how to use summaries on WorldSupporter.org


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Check related topics:
Activities abroad, studies and working fields
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
709