Samenvatting International Accounting (Doupnik)

Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.


Hoofdstuk A: An introduction

Wat is International Accounting?

Accounting kan worden gedefinieerd als de functionele gebieden van financial accounting, managerial (bestuurlijke) accounting, belastingen en accounting informatie systemen.

International kan worden gedefinieerd op 3 verschillende niveaus, namelijk:

  1. Supranationale accounting, zoals de standaarden, accounting regels en taxatie gebruikt door die supranationale bedrijven.
  2. Het bedrijfsniveau, zoals de standaarden, accounting regels en taxatie gebruikt door de bedrijven zelf, gerelateerd aan internationale bedrijfsactiviteiten en buitenlandse investeringen.
  3. Het breedste niveau, de standaarden, accounting regels en taxatie die worden gebruikt binnen een land, maar ook tussen verschillende landen.

Dit boek zal met name naar het breedste niveau kijken, met een kleine focus op internationale bedrijfsactiviteiten en buitenlandse investeringen.

Wat is International Financial Accounting?
accounting is the language of business”

Internationaal perspectief
accounting dimensies van internationale transacties
beschrijvende/vergelijkende accounting

De evolutie van een multinationale organisatie
In de jaren ’50 begonnen de bedrijven veel meer te concurreren met andere bedrijven in andere landen. Hierdoor ontstonden moeilijkheden wat betreft het boekhouden. Debiteuren en verkoopopbrengsten moesten worden geboekt, zoals altijd, maar dit keer stond er een andere valutateken voor het bedrag. De oplossing was dat er een nieuwe post debiteuren, verkopen etc. werd gemaakt voor het desbetreffende valutateken. Maar toen ontstond het volgende probleem, de koers van de valuta’s kon (en kan) natuurlijk fluctueren. Dus als het geld daadwerkelijk van de debiteuren werd ontvangen, bestond er de mogelijkheid dat er minder of meer geld werd ontvangen dan wat er op de factuur stond vermeld. Dit risico van fluctuerende koers wordt Foreign Exchange Risk genoemd. 

Het boekhoudprobleem kon als volgt worden opgelost:

  • Behandel het verschil als een vermindering op de verkoopopbrengsten
  • Boek het verschil als een apart verschil, veroorzaakt door een verandering in de Foreign Exchange Rate
  • De dekking van Foreign Exchange Risk

Er zijn verschillende manieren die worden gebruikt om de Foreign Exchange Risk te dekken of te managen. Een populaire manier is om Foreign Currency opties te kopen. De eigenaar van de optie heeft het recht, niet de plicht, om de Foreign Currency te verkopen tegen de vooraf afgesproken wisselkoers.
Een andere manier is het maken van een Foreign Currency forward contract, in dit contract worden ook de risico’s in gedekt door vooraf een wisselkoers af te spreken.

Foreign Direct Investment
Het aantal verkopen in het buitenland nam sterk toe, waardoor het interessant werd om in het buitenland een fabriek of een hoofdkantoor te plaatsen. Dit wordt Foreign Direct Investment genoemd. 

The ownership and control of foreign assets
Dan is er de mogelijkheid om een bestaand gebouw (fabriek) over te nemen, dit wordt Acquisition genoemd; of een geheel nieuw gebouw te bouwen, dit wordt een (Greenfield) Investment genoemd.

In beide gevallen is het van belang dat de Net Present Value (NPV) positief is!

Voor het bepalen van de NPV wordt, zoals wel bekend, gekeken naar de Financial Statements van de afgelopen jaren om de cash flows te berekenen. Deze cash flows moeten wel gebaseerd worden op After-tax basis, omdat de bedrijfsbelastingen zeker invloed hebben op de cash flows. Denk aan verschillende belastingtarieven in verschillende landen.

Zie bewijsstuk 1.1 Reasons for Foreign Direct Investment

Financial Verslagen for Foreign Operations

De financiële verslagen moeten worden opgesteld als een geconsolideerd verslagen, dus het hoofdkantoor en de (buitenlandse) ondernemingen. Het verslag moet vooral volgens de GAAP van de locatie van het hoofdkantoor worden gedaan. Maar om de GAAP van het buitenlandse bedrijf te kunnen consolideren, moeten er 2 procedures worden volbracht:

De berekende bedragen onder het buitenlandse GAAP moeten worden omgezet in de GAAP van het hoofdkantoor.

Als de bedragen zijn omgezet in de juiste GAAP, dan moeten de bedragen nog worden aangepast in de juiste valuta. Dus gebruikmaken van de wisselkoers.

Maar door deze 2 procedures is het mogelijk dat de balans dan niet meer in evenwicht is (zie blz. 6). Maar hoe wordt de balans nu weer in evenwicht gebracht? Daarover zijn nog veel discussies gaande: simpelweg het verschil toevoegen aan het Eigen Vermogen of moet het als een verlies/winst worden geboekt op de winst- en verliesrekening?

International Income Taxation

Door het concurreren in het buitenland ontstaan er 2 vraagstukken:

  1. Wat zijn de tarieven van de inkomstenbelastingen in het buitenland en hoe kunnen die legaal worden geminimaliseerd?
  2. Wat zijn de tarieven van de (inkomsten)belastingen die in het binnenland moeten worden afgedragen en hoe kunnen deze tarieven legaal worden geminimaliseerd?

International Transfer Pricing

Een voorbeeld om legaal het af te dragen belastingbedrag zo laag mogelijk te houden is het verkopen van materiaal volgens de Intercompany Sale. Voorheen zouden moeder en dochteronderneming binnen een land elkaar voorzien van onderdelen van het eindproduct, nu gebeurt dat ook, maar zijn de ondernemingen in verschillende landen gevestigd.

Performance Evaluation of Foreign Operations

Zowel moeder- als dochteronderneming moeten hun doelen wel kunnen behalen. Daarom is het van dat er per kwartaal een verslag wordt uitgebracht aan het hoofdkantoor over de stand van zaken.

Het management van het hoofdkantoor is geïnteresseerd in de evalutaties van de prestatie van de operating units, maar ook in die van de individuen die verantwoordelijke zijn voor het managen van de operating units.

Maar hoe moeten deze doelen worden gepresenteerd? In de valuta van het eigen land of van het land van het hoofdkantoor?

International Auditing

Auditing betekent de controle van de rekeningen, zoals een balans en een winst- en verliesrekening. Het belangrijkste doel van de evaluatie is het behouden van de controle over de gedecentraliseerde activiteiten. Een belangrijk onderdeel van deze controle is de Internal Auditing. Deze Internal Auditor moet:

  • er zeker van zijn dat het beleid en de procedures van het bedrijf worden gevolgd
  • zaken aan het licht brengen als fraude, errors, onduidelijkheden etc.

Een van de moeilijkheden die nu ontstaat is in welke taal moet het verslag worden gemaakt? Er moet tussen de verschillende locaties goed worden gecommuniceerd en er mogen zeker geen misverstanden ontstaan door verkeerde opvattingen van woorden. Maar er moet ook rekening worden gehouden met verschillende culturen en gewoontes.
Er is ook een External Auditor aanwezig, deze komt voor dezelfde problemen te staan als de Internal Auditor. Deze External moet ook een verslag uitbrengen over de dochteronderneming, net als de Internal. Maar hij bekijkt het als een “outsider”.

The Global Economy

Export is de voornaamste reden waarom bedrijven zich gaan begeven op de internationale markt, en daarom een internationaal bedrijf worden. The Product Cycle Theory suggests that, as time passes, exporters may feel the only way to retain advantage over competition in foreign markets is to produce locally, derby reducing transportation cost. Een multinational corporation is een bedrijf dat een hoofdkantoor heeft in het ene land, maar zijn activiteiten in andere landen heeft gelocaliseerd. 

Grote bedrijven in een land zijn niet vanzelfsprekend een multinational. Het zijn vaker de kleinere bedrijven die een multinational zijn, omdat hun activiteiten verspreid zijn over andere landen! Door de internationale markt is het ook mogelijk geworden om geld te lenen van of uit te lenen aan andere bedrijven in het buitenland: international capital markets.

Lees op blz. 15 & 16 de samenvatting.

Hoofdstuk B: Worldwide accounting diversity

Evidence of Accounting Diversity

Uit onderzoek is gebleken dat er redelijk veel verschillen zijn tussen de financiële rekeningen van verschillende landen.

Er worden bijvoorbeeld andere volgordes aangehouden voor de balans. Wij kennen de passieve kant als te beginnen met het Eigen Vermogen, gevolgd door de Schulden.

Maar in de U.S. beginnen ze met hun schulden en dan pas het Eigen Vermogen.

In de U.K. is het gebruikelijk om aan de actieve kant de Noncurrent Assets te verminderen met de Noncurrent Liabilities, daarbij opgeteld het Working Capital. Zodat aan de passieve kant alleen het Eigen Vermogen staat vermeld.

Op de bladzijden 28, 29 en 30 kun je goed de verschillen tussen de balansen zien.

Diversiteit in accounting systemen wereldwijd

accounting systeem is de verzameling gebruikte verslaggevingpraktijken

er zijn zoveel systemen als er landen zijn

accounting systemen ontstaan uit en weerspiegelen de omgeving die zij dienen. Maar welke omgeving? In de omgeving zijn factoren die veel invloed hebben op de FAS (financial Accounting System).

Reasons for Accounting Diversity

Al met al kunnen bovenstaande factoren worden gebundeld in 5 items. Deze 5 items worden gezien als een beïnvloedende factor op de Financial Verslagen Practices van een land:

Legale systeem

Code law: veel geschreven rechten, die een voorschrijvende functie hebben. Hier bestaan veel dikke wetboeken. Gemaakt door de Government. General.

Common law: het gewoonte recht; de geschreven rechten hebben hier een verbiedende functie. Gemaakt door een Nongovernmental Organization. Detailed.

Fiscus

Afhankelijke jaarrekeningen: het enkelvoudige systeem, de gepubliceerde jaarrekeningen vormen de basis voor de belastingen. De fiscale en vennootschappelijke jaarrekeningen zijn hetzelfde (n.v.t. op de geconsolideerde jaarrekening).

Onafhankelijke jaarrekeningen: het duale systeem, er worden 2 jaarrekeningen gemaakt; een fiscale rekening voor de overheid en een vennootschappelijke jaarrekening voor de aandeelhouders. De fiscale rekening zal een lagere winst weergeven dan de vennootschappelijke rekening (n.v.t. op de geconsolideerde jaarrekening).

Verschaffers van financiële bronnen

Privaat: denk hierbij aan de bank, de overheid en families; deze jaarrekeningen zullen een groot Vreemd Vermogen tonen door alle leningen die de bedrijven hebben. Een Weak Equity, credit/family/state oriented. Deze vorm van financiering legt niet veel druk op de jaarrekeningen die gepubliceerd zullen worden, omdat bijna alles in contracten is vastgelegd. Deze bronnen zullen hoe dan ook hun leningen met de afgesproken interest terug krijgen. Zij zijn geïnteresseerd in de solvabiliteit en liquiditeit van het bedrijf, te halen uit de balans.

Publiek: denk hierbij aan de aandelenbeurs; deze jaarrekeningen zullen een groot Eigen Vermogen tonen door alle uitstaande aandelen. Een Strong Equity, Shareholder-oriented. Deze vorm van financiering legt veel druk op de jaarrekeningen die gepubliceerd zullen worden, omdat de aandeelhouders willen weten hoe goed het gaat met het bedrijf; zullen ze veel dividend krijgen en hoeveel is hun aandeel nog waard? Zij zijn geïnteresseerd in de winst, vermeld in de Income Statement.

Inflatie: speciale accounting regels voor landen met een hyperinflatie

Politieke en economische banden: door bijv. een gezamenlijke historie kunnen de accounting regels in die landen hetzelfde zijn. Maar ook in de EU zijn deze regels gelijk aan elkaar. Ook het niveau van economische ontwikkeling is van invloed.

Hoe belangrijk deze 5 items voor een land zijn verschilt per land en per werelddeel.

De correlatie van deze 5 items

Land

Juridisch systeem

Beursonder-nemingen

Per miljoen inwoners

Duale ver-slaggeving

Duitsland

Code

933

11,23

Nee

Japan

Code

1.894

14,94

Nee

Frankrijk

Code

980

16,46

Nee

Spanje

Code

718

17,93

Nee

USA

Common

7.019

25,24

Ja

GB

Common

2.292

38,42

Ja

Canada

Common

1.409

44,60

Ja

Australië

Common

1.217

62,87

Ja

Te zien is dat:

common law countries tend to have greater numbers of publicity traded compagnies, reling more herviel on equity as a source of capital

code law countries tend to link taxatiën to accounting statements and rely less on financing provided by shareholders.

Problems caused by Accounting Diversity

Preparation of Consolidated Financial Statements

Multinationals moeten in de geconsolideerde balans alle jaarrekeningen van de buitenlandse ondernemingen opnemen. Alles moet worden aangepast volgens de GAAP van het land van het hoofdkantoor.

Het buitenlandse bedrijf kan er voor kiezen om twee jaarrekeningen bij te houden, een volgens de locale GAAP en een volgens de GAAP van het hoofdkantoor. Of het bedrijf kan er voor kiezen om de balans volgens de lokale GAAP aan te passen op het moment dat de balans wordt opgesteld.

Access to Foreign Capital Markets

Als een multinational met het hoofdkantoor gevestigd in land X, een overgroot deel van zijn Eigen Vermon in land Y heeft, dan moet de jaarrekening ook worden opgesteld volgens de GAAP van land Y. Dit vergt veel tijd en bovendien kost het heel veel geld.

Comparability of Financial Statements

Voor een potentiële investeerder is het haast onmogelijke om de financiële positie van Volkswagen (Duitsland), Nissan (Japan) en Ford (U.S.) te kunnen vergelijken.

Al deze landen hebben hun eigen regels en procedures.

Zo is er ook een groot verschil tussen de GAAP van Oost-Europese landen en West-Europese landen, doordat in het Westen democratisch is en het Oosten voornamelijk meer communistisch.

Lack of High-Quality Accounting Information

In sommige landen is veel minder informatie over de financiële positie van het land en de bedrijven bekend dan in andere landen. Kijk maar naar Oost-Europese landen en West-Europese landen.

Rahman verklaart: It is a known fact that the very threat of discours influenceer behavior and improves management, particularly risk management. It seems that the lack of appropriate discours requirements indirectly contributed to the deficient internal controls and imprudent risk management practices of the corporations and banks in the crisis-hit countries.

Dus ook het risico wat een investering met zich meebrengt, moet goed staan vermeld in de discours.

Al 3 decennia lang probeert men de accounting verschillen tussen landen te verminderen. Dit proces wordt harmonisatie genoemd. Het uiteindelijke doel van de harmonisatie is dat er een set met Internationale Accounting Regels is, die wordt opgevolgd door alle bedrijven over de hele wereld.

Accounting Clusters

Wereldwijd zijn er clusters van landen te vinden die overeenkomstige accounting regels hebben/volgen. Er zijn vele classificatie mogelijke waarmee landen in een cluster kunnen worden ingedeeld.

Doel

in welke mate komen accountingsystemen overeen

in welke mate bewegen ze van elkaar

welke systemen zijn dominant en waarom

Relevantie

identificeren van kernelementen

faciliteren van internationaal verslaggeving

faciliteren van harmonisatie

ontwikkelingslanden

Een van die classificatieschema’s identificeert 3 grote accounting modellen

Fair Presentation/Full Disclosure Model: ook wel Anglo-Saxon of Anglo-Americain model genoemd, hierbinnen vallen landen als U.K. en U.S.. Georiënteerd op de besluiten die moeten worden genomen wat betreft de behoefte van crediteuren en investeerders. Common law countries en Engelstalig.

Legal Compliance Model: ook wel Continental European model genoemd, landen in Europa en Japan. Code law countries. Veel private bronnen.

Inflation-Adjusted Model: met name landen in Zuid-Amerika. Behalve een aanpassing van inflatie, wordt het model van Legal Compliance gevolgd.

Classificatiemodellen

Deductieve modellen (“judgemental”)

Mueller (1967)

Nobes (1983, 1998)

Gray (1988)

Inductieve modellen (“empirical”)

Doupnik & Salter (1993)

La Porta, Lopez-de-Salinas, Schleifer & Vishny (1997, 1998, 2000)

Judgemental modellen zijn deductieve modellen, wat inhoudt dat er veel regels uit boeken zijn gehaald, alles wordt logisch beredeneerd.

Empirical modellen zijn inductieve modellen, wat inhoudt dat deze modellen meer praktijkgericht zijn. Ervaringen worden uitgebreid geanalyseerd.

Het zijn Parera en Doupnik die de modellen de namen inductief en deductief hebben gegeven.

Mueller (1967)

Vier patronen in accounting ontwikkeling, de eerste stap!

macro-economisch (

Zweden

micro-economisch

Nederland

onafhankelijke discipline

V.S., V.K.

uniforme accounting (alles opgelegd door de overheid en de fiscus)

centraal geleide economieën

Frankrijk

Macro vs. Micro => hebben veel overlappingen

Onafhankelijk vs. Uniform => hebben veel overlappingen

Nobes (1983, 1998)

Nobes bouwde verder op de Macro vs. Micro.

Hij maakt bij z’n eigen classificatie gebruik van het Anglo-Saxon en Continental European Model.

In 1983 volgde dit model:

 

In 1998 volgde het onderstaande model:

Hij ziet accounting systemen als een Strong Equity als ze een publieke financieringsbron hebben met dus als financieringsvorm het Eigen Vermogen.

Alle andere accounting systemen zijn Weak.

Hij spreekt hier dus niet meer over landen, maar over accounting systemen.

Gray (1988)

Maakte het onderstaande model:

Straks zal er verder worden ingegaan op de theorie van Gray.

Doupnik & Salter (1993)

Zij maakten het volgende schema:

La Porta et al. (1997)

Deze groep ontwikkelde dit model

Common Law

Code Law

Fair presentation

Legal compliance

Stock market financing

Banks and governments financing

Verslagen aimed at outside investors

Verslagen aimed at creditor protection

Accounting standard setting by private sector

Accounting standard setting by public sector

Strong accounting profession

Weak accounting profession

Separation between financial and tax accounting

Alignment between financial and tax accounting

Anglo-Saxon origin

Continental European origin

Stockholder CG-model

Stakeholder CG-model

The Influence of Culture on Financial Verslagen

Cultuur heeft invloed op de maatschappelijke waarden, maar ook op het menselijk handelen, dus de individu.

Hofstede

Hofstede identificeerde 4 culturele dimensies die kunnen worden gebruikt om overeenkomsten en verschillen in culturen over de hele wereld te beschrijven:

individualisme vs. collectivisme

sterke vs. zwakke risicomijding

grote vs. kleine machtsafstand

mannelijkheid (prestatiegerichtheid) vs. vrouwelijkheid (zorgzaamheid)

Gray

Gray identificeerde 4 accountingwaarden:

professionaliteit vs. statutaire beheersing

uniformiteit vs. flexibiliteit

conservatisme vs. optimisme

geheimhouding vs. transparantie

Gray pleitte ervoor dat de nationale cultuurwaarden invloed hebben op de accountingwaarden.

Cultuurdimensies

Accounting waarden

   
 

Professionaliteit

Uniformiteit

Conservatisme

Geheimhouding

Individualisme

Pos.

Neg.

Neg.

Neg.

Risicomijding

Neg.

Pos.

Pos.

Pos.

Machtsafstand

Neg.

Pos.

n/a

Pos.

Mannelijkheid

n/a

n/a

Neg.

Neg.

Bovendien ontwierp hij een framework om te laten zien hoe de cultuurwaarden de accountingwaarden beïnvloeden.

Societal values zijn de cultuurwaarden volgens Hofstede.

Te zien is dat deze cultuurwaarden directe invloed hebben op de accountingwaarden, maar ook indirect via de Institutionele gevolgen.

Volgens Gray bestonden de accounting systemen (AS) uit de volgende kenmerken:

Autoriteit (ga je zelf aan de slag of laat je het over aan de professional?)

Handhaving (welke regels zijn er?)

meting (“measurement”) (de meting van de cijfers, lage versus hoge winst)

disclosure (welke informatie moet er worden toegevoegd?)

Dus Hofstede heeft de maatschappelijke (culturele) waarden geïdentificeerd, daarbinnen heeft Gray de accountingwaarden geïdentificeerd en gekeken welk effect deze waarden hebben op het accounting systeem.

De volgende relatie is te ontdekken tussen de maatschappelijke waarden, de accountingwaarden en de accountingsystemen

A Simplied Model of the Reasons for International Differences in Financial Verslagen

Nobes ontwikkelde een model met 2 verklarende factoren: de cultuur en de aard van de financing systemen. Volgens hem is de grootste reden voor de internationale verschillen in financial verslagen dat de doelen voor de verslagen van elkaar verschillen.

Hij heeft 2 klassen ontworpen:

Class A = Strong Equity = Anglo-Saxon

Class B = Weak Equity = Continental European

Zijn versimpelde versie van het model ziet er als volgt uit:

External Environment => Culture, including institutional structures => Strength of equity

outsider financing systeem => Class of accounting

De meeste landen in de ontwikkelde wereld hebben een onafhankelijke cultuur, voor deze landen heeft Nobes een ander model ontwikkeld:

Self-sufficient (type 1 culture) => Strong equity-outsider financing => Class A (Accounting for outside shareholders)

Self-sufficient (type 2 culture) => Weak equity-outsider financing => Class B (Accounting for tax and creditors)

Veel landen in de ontwikkelingswereld worden cultureel overheerst door een ander land, meestal nog een gevolg van de tijd van Europese kolonisten. Deze landen zullen dus ook het accounting systeem overnemen van het overheersende land, onafhankelijk van hun eigen aard van equity financing systeem.

Lees blz. 46 t/m 59 voor extra voorbeelden van accounting diversities.

De samenvatting is ook goed om door te lezen!

Hoofdstuk C: International Convergence

Harmonisatie kan worden uitgelegd als het reduceren van accounting verschillen tussen diverse landen, maar met behoud van een hoge mate van flexibiliteit in de accounting practices. Dit kan op twee manieren worden gedaan:

harmonisatie van accounting regels;

harmonisatie van de uitvoering van de accounting.

De eerste manier van uitleg staat niet centraal. De diverse instanties die zich bezig houden met de harmonisatie, beogen de harmonisatie van de uitvoering van accounting regels. Momenteel is het een probleem dat de accounting regels die centraal zijn opgesteld alsnog op een verschillende manier worden toegepast door landen.

De tweede manier staat wel centraal. De inspanningen die wereldwijd worden uitgevoerd door instanties/regeringen, zullen uiteindelijk moeten leiden tot een harmonisatie van de uitvoering van accounting.

Standaardisatie kan worden uitgelegd als het elimineren van verschillen in accounting voor economische transacties of andere gebeurtenissen.

Convergentie is ook een proces dat over een lange periode plaatsvindt. Afwijkend van de harmonisatie, wordt er met convergentie bedoeld dat er internationaal één set met standaarden wordt toegepast. Het reduceren van de internationale verschillen in accounting standaarden door het ontwikkelen van een set standaarden van hoge kwaliteit, in samenwerking met de makers van de nationale standaarden.

Het hoofddoel van de International Accounting Standards Board (IASB) is het bereiken van internationale convergentie van de standaarden, dus wereldwijd dezelfde standaarden. Er moet dus een set met standaarden worden ontwikkeld van zeer hoge kwaliteit voor de financiële rapportage (global standard setting).

Het doel van de IASC is het bereiken van harmonisatie van de accounting standaarden tussen landen, dus wereldwijd niet één set met standaarden, maar zo min mogelijk verschillen met een flexibele uitvoering/toepassing.

Dus:

Afstemmen internationale accounting praktijken:

harmonisatie: reduceren van accounting verschillen

standaardisatie: eliminatie van accounting verschillen

convergentie: naar een internationale accounting standaard

doel: verhogen vergelijkbaarheid

Betreft:

verslaggeving

disclosure

controle

Argument for and against Harmonization

Voordelen:

Meer perfecte internationale vermogensmarkt

door afname informatieasymmetrie

internationale vermogensmarkt biedt een ruimer assortiment en betere spreidingsmogelijkheden

Faciliteert internationale fusies en overnames

Reduceert verslaggevingskosten multinationals

denk aan cross-listing en inzetbaarheid accounting personeel

Vergemakkelijkt consolidatie

Vergemakkelijkt accountantscontrole

Betere corporate governance

Nadelen:

Verlies van nationale soevereiniteit

Kosten door verlaging nationale flexibiliteit

Maar ook verlies aan geloofwaardigheid door verhoging keuzemogelijkheden

Verhoging directe verslaggevingkosten

first-time adoption” en “standards overload”

Verhoging kosten door extra regelgevers en toezichthouders

Verlaging opbrengsten accountantscontrole

Verlaging concurrentiemogelijkheden internationale vermogensmarkten

Major Harmonization efforts

Er zijn 2 grote partijen geweest die veel hebben meegewerkt aan de ontwikkelingen omtrent de harmonisatie. Deze 2 partijen zijn:

enerzijds de Europese Unie, vooral regionaal

anderzijds de International Accounting Standards Committee (IASC), met name globaal.

Ook de International Organization of Securities Commissions en de International Federation of Accountants hebben hun steentje bijgedragen.

International Organization of Securities Commissions (IOSCO)

Opgericht in 1974; in eerste instantie opgericht voor het ontwikkelen van een framework waarbinnen de Securities Regulory Agencies in de Verenigde Staten informatie konden uitwisselen en werden adviezen en hulp aangeboden aan de agencies die snel groeiende markten in de gaten moesten houden.

1986, hun werkzaamheden worden buiten de VS ook in werking gebracht; het begin van een internationale organisatie zit er aan te komen!

Nu is de IOSCO de grote organisatie achter de securities regulators over de hele wereld!

Een van de doelen was het opstellen van een lijst met daarin de verschillende regelgeving van de verschillende landen. Op deze manier hielpen ze de IASC in het ontwikkelen van internationale accountingstandaarden.

International Federation of Accountants (IFAC)

Opgericht in 1977 door leden van 51 landen. Vandaag de dag bestaat deze globale organisatie uit 158 leden uit 123 landen. Bovendien werken er 2.5 miljoen accountants in verschillende branches.

Zijn missie is om te voldoen aan de publieke behoefte aan regelgeving, het bundelen van wereldwijde accountants professionaliteit, meewerken aan de ontwikkeling van sterke internationale economieën door het verstevigen en promoten van de noodzaak van kwalitatief hoge professionele standaarden, wat betreft auditing, ethics, education & training.

1999, de IFAC richt een nieuwe organisatie op: International Forum on Accountancy Development (IFAD) vanwege hun ongenoegen over en kritiek op de Wereldbank, die zou niet genoeg doen aan de accounting professionaliteit in snelgroeiende landen en ontwikkelingslanden. Lid van de IFAD waren onder andere de IOSCO, IASB, SEC, maar ook grote accountancy bedrijven. De voornaamste reden voor deze oprichting was dat men meer transparantheid wilde voor financiële verslagen.

Europese Unie (EU)

Opgericht in 1957 en bestaat uit gezonde industriële landen met gelijke politieke doelstellingen, vergelijkbare levensstandaarden, hoge mate van handel binnen de unie, en goede transport mogelijkheden.

De Europese Commissie is verantwoordelijk voor de administratie van de EU.

Van begin af aan was het hoofddoel van de EU om een verenigde bedrijfsomgeving te creëren, waarin veel onderling gehandeld werd. Met name harmonisatie van bedrijfswetten en belastingen, het promoten van een vrijhandel in goederen en arbeid tussen lidstaten, en het creëren van een gemeenschappelijke kapitaalmarkt. Veel lidstaten hebben daarom ook de Euro ingevoerd.

Door deze invoering werd het proces van harmoniseren van de financiële verslagen praktijken vergemakkelijkt. Bovendien werd dit proces geholpen doordat landen bepaalde richtlijnen moesten opnemen in hun wetten. Maar hoe deze richtlijnen werden toegepast door de landen, was verschillend.

De richtlijnen kunnen worden verdeeld in 2 stukken:

The Fourth Directive (1978): had betrekking op waarderingsregels, eisen voor de discours en een format voor de financiële rekeningen. Maar ook accountingregels wat betreft de jaarverslagen.

De True & Fair View werd opgezet: bedrijven moeten afwijken van de regels m.b.t. het waarderen van hun bezittingen en schulden, als de rekeningen niet overeenkomen met de werkelijkheid. Er moet dus een zekere mate van flexibiliteit zijn.

The Seventh Directive (1983): had betrekking op geconsolideerde financiële rekeningen.

Al deze aanpassingen leidde niet tot volledige vergelijkbaarheid tussen de lidstaten, maar reduceerde wel de verschillen in financiële statements. Het framework van de EU werd door andere landen overgenomen, die nog zoekende waren naar een accountingsysteem. Met name door de landen die lid wilde worden van de EU. Dit is een bewijs van de invloed die economische banden tussen landen kunnen hebben op accountingpraktijken.

In 2000 voerde de EU de International Accounting Standards (IAS) in, omdat er volgens de Europese Commissie niet veel meer kon worden toegevoegd aan de accountingregels van binnen de EU, vandaar de uitbreiding naar wereldwijde regels. Vanaf 2005 moesten landen dit invoeren.

International Accounting Standards Committee (IASC)

Opgericht in 1973 door de 10 leidende accounting landen (VS, VK, NL, Fr, Dui, Aus, Can, Ier, Jap, Mex) met als doel het formuleren van Internationale Accounting Standards. Nu bestaande uit leden uit 114 landen.

De ‘lowest-common-denominator’ benadering hield in dat in het begin van het bestaan van de IASC er 26 basis standaarden waren ontworpen waren aan leden zich moesten houden, maar de meeste regels bestonden uit vele opties voor toepassingen. In 1988 maakten al veel landen gebruik van deze 26 standaarden.

De Comparability Project was de tweede fase van het harmonisatieproces. In deze fase vonden er 2 belangrijke activiteiten plaats.

De eerste was de publicatie van “the framework for the preparathion and presentator of financial statements”, waarin de doelstellingen van de financiële rekeningen, de kwalitatieve karakteristieken van de financiële informatie, de definities van de elementen van de financiële rekeningen en de criteria voor het toekennen van de elementen van de financiële rekeningen stonden geformuleerd.

De tweede grote activiteit was het “Comparability of financial statements Project” dat als doel had het elimineren van de hoeveelheid keuzes van de toepassing van de International Accounting Standards. 10 van de IAS werden aangepast in 1993 en werden in 1995 ingevoerd.

De IOSCO Agreement is de laatste fase van de harmonisatie, die begint met deze Agreement in 1993 en eindigt met de creatie van de IASB in 2001. De hoofdactiviteit gedurende deze fase was het ontwikkelen van een kernset van international standards die door de IOSCO werden aanbevolen. Maar deze periode werd ook gekenmerkt door het voorstel om de IASC te herstructureren en de uiteindelijke goedkeuring van dit voorstel.

In 1987 werd de IOSCO lid van de IASC en steunde het Comparability Project van de IASC. In 1993 stemde IOSCO in met de lijst van kern standaarden en werd deze lijst ook door de IOSCO aanbevolen. Dit was een zeer belangrijke stap in het harmonisatieproces.

U.S. reaction to IAS: alleen de Verenigde Staten en Canada accepteerden niet dat buitenlandse bedrijven in hun land gebruik maakten van de IAS zonder een toevoeging van de lokale GAAP.

In de U.S. moeten bedrijven zich houden aan het Present Fairly principe, wat inhoudt dat als het bedrijf de SFAS/US GAAP standaarden opvolgt, de eerlijke gegevens van het bedrijf worden weergegeven.

In 1996, U.S. Securities and Exchange Commission (SEC) kondigde 3 criteria aan waaraan de IAS moest voldoen om geaccepteerd te worden:

het samenstellen van een uitgebreide, algemeen geaccepteerde basis van accounting

van zeer hoge kwaliteit zijn, resulteren in vergelijkbaarheid en transparantie, en het verschaffen van een volledige toelichting (disclosure)

zeer streng worden geïnterpreteerd en toegepast.

Als reactie op de derde criteria werd de Standard Interpretations Committee (SIC) opgericht door de IASC om een gids te vormen voor de accountingregels IAS.

De SEC ging de IAS aanpassen en vergelijken zodat het kon worden samengebracht met de US GAAP. De FASB bestuurde deze vergelijking.

Ook al ging men ervan uit dat de US GAAP en IAS algemeen gelijk waren, de FASB liet zien dat er nog veel verschillen waren over hoe deze werden toegepast.

Compliance with IAS

Uit onderzoek bleek dat bedrijven lang niet allemaal even ver waren met het invoeren van de IAS. Het ene bedrijf was duidelijk veel verder dan het andere bedrijf.

Creation of the IASB

De IASC had problemen die vooral te maken hadden met de kennis in het vakgebied Accounting. Door deze problemen werd er een nieuwe commissie opgericht: International Accounting Standards Board (IASB) waarbij de leden werden gekozen o.b.v. hun kennis en expertises.

In 2001 nam de IASB de IASC over als de maker van de International Accounting Standards, welke nu een andere naam kregen: International Financial Verslagen Standards (IFRS). Het proces van herstructureren kostte 5 jaar, zie tabel 3.1.

De formatie van de IASB in 2001 markeerde het begin van een nieuwe tijdperk in de internationale financiële verslagen, met een wijziging in focus van harmonisatie naar globale standaard setting.

Lees blz. 81 t/m 84 voor meer gedetailleerde informatie over de IASB.

Alles kort samengevat:

De International Accounting Standards Board (IASB) is een onafhankelijk internationaal orgaan belast met het opzet van standaarden voor het opzetten van jaarverslagen en jaarrekeningen. De IASB is in Londen gevestigd en is de opvolger van de Board van het International Accounting Standards Committee (IASC). Het IASC heeft bestaan van 1973 tot 2001.

To achieve international convergence with IFRS.

Structuur
In 2001 is de huidige structuur opgezet. Er is een overkoepelende stichting opgezet, gevestigd in Delaware (V.S.), die er voor moet zorgen dat de IASB onafhankelijk zijn werk kan doen. De Trustees (stichtingsbestuur) van de IASC Foundation benoemen de leden van de IASB en van de twee belangrijkste adviserende commissies: de Standards Advisory Council en de International Financial Reporting Interpretations Committee (IFRIC). De trustees hebben ook de verantwoordelijkheid voor het beheer van de stichting, voor het zorgen voor de middelen.
De originele trustees waren de 19 leden van het IASC–bestuur. Bij vertrek van een van de leden wordt de plek opgevuld door coöptatie. Er zijn wel een aantal randvoorwaarden geformuleerd, bijvoorbeeld dat nieuwe leden op voordracht van de International Federation of Accountants (IFAC) benoemd worden en dat een vaste geografische verdeelsleutel gehanteerd wordt.

Ontstaan
De IASB is ontstaan uit de IASC, belangrijkste beweegreden voor het opzetten van deze vorm was het garanderen van de onafhankelijkheid van de IASB. De IASB is verantwoordelijk voor het opzetten en beheren van de internationale standaarden voor financiële verslaglegging: IAS (International Accounting Standards) en IFRS (International Financial Reporting Standards).

De IASB is samengesteld op basis van capaciteit: de 14 leden van de IASB zijn experts op het gebied van de financiële verslaglegging. En niet alleen van de accountantsfirma’s , maar ook van de kant van bedrijven die de jaarverslagen moeten maken en van bijvoorbeeld de overheden die de jaarverslagen gebruiken. IASB-leden worden benoemd voor een periode van 5 jaar (met mogelijk één verlenging van de termijn) en zijn betaalde krachten die zich fulltime met de IASB-taken bezig houden.

Commissies
International Financial Reporting Interpretations Committee (IFRIC)
Doel van deze commissie is om de IASB te adviseren. De IFRIC brengt die adviezen uit, rapporten waarin aangegeven is hoe met de IAS-standaarden omgegaan moet worden, hoe bepaalde zaken geïnterpreteerd moeten worden.. Daarnaast moet de IFRIC een actieve rol spelen in het uniformeren van de internationale standaarden met nationale standaarden en eisen. De IFRIC publiceert haar bevindingen en voordat ze definitief worden is er altijd nog ruimte voor commentaar.

Standards Advisory Council
De Standards Advisory Council (SAC) is een commissie die de IASB adviseert omtrent de standaarden. De SAC is zeer divers samengesteld, allerlei geledingen die belang hebben bij de inhoud van de financiële verslaglegging kunnen hierin deelnemen. Het is het discussieplatform waar de meningen gevormd worden die uiteindelijk tot standaarden moeten leiden.

The IASB Framework

Het doel van dit Framework is het assisteren van de IASB in de ontwikkeling van toekomstige standaarden en het herzien van de bestaande standaarden. Bovendien biedt het assistentie bij het opstellen van de financiële rekeningen met toepassing van de IFRS. Ook helpt het met onderwerpen die nog niet zijn geformuleerd in de IFRS.

Het Framework identificeert werknemers, klanten, investeerders, overheidsinstellingen etc als potentiële gebruikers van financiële rekeningen, en concludeert dat de financiële rekeningen die voldoen aan de behoeftes van investeerders, ook aan de meeste behoeftes van de andere gebruikers voldoen.

Dit betekent dus dat de IFRS er voor moet zorgen dat er een set met standaarden komt die voldoen aan de eisen om een investeringsbesluit te nemen.

Hoofddoel: to provide information useful for decision making. Financial statements must be prepared on an accrual basis. The underlying assumption is that the enterprise for which financial statements are being prepared is a going concern.

It deals with the following:

Objective of financial statements and underlying assumptions

Qualitative characteristics that affect the usefulness of financial statements

Definition, recognition, and measurement of the financial statements element

Concepts of capital and capital maintenance.

Vier kwalitatieve karakteristieken die een financiële rekeninginformatie bruikbaar maken:

Relevantie

Geloofwaardigheid

Vergelijkbaarheid

Begrijpelijkheid

Het maken van schattingen voor de toekomst, of gemaakte schattingen in het verleden bevestigen.

International Financial Reporting Standards (IFRS)

In tabel 3.2 staan de IFRS’s weergegeven, zoals ze waren geformuleerd in Maart 2008.

Deze standaarden werden IFRS’s genoemd ipv IAS, omdat de IASB een private organisatie was en mocht niets worden gepubliceerd voor de bedrijven. De IFRS’s mochten wel worden geopenbaard, zodat landen en bedrijven de standaarden konden overnemen en implementeren.

IASB maakt gebruik van een principles-based benadering in de ontwikkeling van accountingstandaarden, en liever niet meer van de rules-based benadering.

De principles-based benadering focust op het vaststellen van de beginselen, die voortkomen uit het IASB Framework, het verschaffen van recognition en measurement. Door deze benadering wordt IFRS een betere, beperkte gids voor de toepassing van de standaarden.

Op blz. 94&95 staan illustraties van een resultatenrekening en balans volgens de IFRS.

Internationale convergentie

Uit onderzoek is gebleken dat er 3 verschillende convergentie strategieën worden gebruikt:

Replacing national GAAP with IFRS (supplemented for issues not adressed by IFRS)

Adopting IFRS as national GAAP on a standard-by-standard basis

Eliminating differences between national GAAP and IFRS when possible and practible.

Op blz. 99 staat een tabel waarin het gebruik van IFRS in de geconsolideerde balansen door verschillende landen weergegeven.

De acceptatie van de IFRS

Men moet accepteren dat er verschillende wijzen van toepassing van de IFRS zijn, maar de onderstaande punten zullen door elk land worden toegepast:

Alle ondernemingen; IFRS vervangt lokale GAAP

Geconsolideerde jaarrekeningen moederondernemingen

Idem, maar alleen beursgenoteerde ondernemingen

Buitenlandse beursgenoteerde ondernemingen. Binnenlandse ondernemingen gebruiken lokale GAAP.

Binnenlandse ondernemingen die een beursnotering in het buitenland hebben. Andere binnenlandse ondernemingen gebruiken lokale GAAP.

Norwalk agreement

De US Financial Accounting Standard Board (FASB) en IASB hebben zich in de zogenoemde ‘Norwalk Agreement’ gecommiteerd aan de convergentie van US GAAP en IFRS. Door dit convergentieproject wordt verwacht dat sommige verschillen op termijn zullen verdwijnen.

Tot slot nog een keer de verschillen van alle standaarden op een rijtje

IASB/IFRS:

principle based

true and fair view”

FASB/SFAS

rules based

present fairly”

Norwalk agreement

eliminatie van verschillen

coördineren van regelgevingsproces

Lees ook blz. 105 Summary.

Hoofdstuk D: International Financial Reporting Standards

De FASB heeft de verschillen tussen US GAAP en IFRS in 7 categorieën geplaatst:

Definitie verschillen

Recognition verschillen

Measurement verschillen

Alternatieven

Gebrek aan een gids of benodigdheden

Presentatie verschillen

Disclosure verschillen

In de meeste gevallen is de IFRS flexibeler dan de US GAAP.

IFRS is principle-based en de US GAAP is rules-based.

Maar er zijn natuurlijk ook gevallen waarin de IFRS minder flexibel is dan de US GAAP. Een voorbeeld hiervan is de IAS 2 Inventories. LIFO is niet toegestaan volgens de IFRS, maar volgens de US GAAP wel!

Verder is hoofdstuk D niet een heel belangrijk hoofdstuk, omdat er veel voorbeelden worden besproken. Andere hoofdstukken zijn relevanter, bovendien staat alles van hoofdstuk D ook in het eerste deel van deze samenvatting.

Lees op blz. 141 Summary.

Hoofdstuk E: Comparative Accounting

In dit hoofdstuk worden de accounting environments van 5 landen beschreven, namelijk: China, Duitsland, Japan, Mexico en Verenigd Koninkrijk.

Juist deze landen worden uitgebreid besproken omdat ze economisch erg belangrijk zijn, ze allemaal verschillende accountingsystemen hebben. Bovendien weerspiegelen deze verschillende accountingsystemen hun unieke historische en culturele achtergrond.

In bewijsstuk 5.1 worden de demografische en economische gegevens van de betreffende landen met elkaar vergeleken.

NEDERLAND

Financieringsbronnen:

Binnen Nederland wordt er voornamelijk via aandelen krediet aangetrokken door bedrijven. Dit leidt er toe dat eigen vermogen erg belangrijk is, wat resulteert in een shareholder-georienteerd land.

Juridisch systeem:

Nederland wordt traditioneel onderschreven door civil law. In civil law systemen wordt accounting vooral bepaald door regelgeving en is het accountingberoep minder goed ontwikkeld, dit is echter niet het geval in Nederland.

Fiscus:

In Nederland is er sprake van een duaal verslagsysteem. Er wordt namelijk een aparte vennootschappelijke en een fiscale jaarrekening opgesteld. De invloed van de fiscus in Nederland wordt mede bepaald door het feit dat Nederland veel affiniteit heeft met Anglosaksische landen. Deze landen hebben ook een onafhankelijke relatie tussen accounting en de fiscus.

Politieke en economische banden:

De beursgenoteerde ondernemingen in Nederland zijn verplicht om IFRS te volgen wat betreft de geconsolideerde jaarrekeningen. Daarnaast maakt Nederland deel uit van de EU, die bepaalde EU-richtlijnen heeft opgesteld waar Nederland zich aan moet houden. Deze richtlijnen leiden er toe dat de Dutch GAAP en de IFRS meer van elkaar gaan verschillen.

Inflatie:

Als in een land sprake is van een bepaald niveau wat betreft inflatie, wordt hier aparte accounting op toegepast. In Nederland is er geen sprake van hoge inflatie.

Opleidingsniveau:

De status van het accountingberoep in Nederland is hoog. Er wordt veel nadruk gelegd op de wetenschappelijke opleiding die uiteindelijk 8 jaar duurt voordat een nieuwe accountant officieel kan worden benoemd.

Cultuur:

Volgens de Hofstede dimensies scoort Nederland hoog op individualisme (bevolking is zelfstandig), gemiddeld op risicovermijding (onzekerheid verminderen door middel van regels en wetten) en laag op mannelijkheid (mannen en vrouwen worden gelijk behandeld).

CHINA

Financieringsbronnen:

Voor de ontwikkeling van een gecentraliseerde markt richting een markt economie, was de Chinese overheid de grootste vermogensverstrekker. Na de economische hervorming werden er ook aandelen en obligaties uitgegeven.

Vooral voor de economische hervorming was het de bedoeling dat de accounting inzicht gaf in de efficiëntie van het gebruik van de middelen die verstrekt waren door de overheid (“fund accounting system”). In China gaat het dus vooral om staatsgeld en eigen vermogen. In Nederland wordt er meer gefinancierd met eigen vermogen. Hiertoe zie je ook het verschil dat de Chinezen middels hun jaarverslagen een verantwoording af moeten leggen aan de overheid en Nederland meer richting hun aandeelhouders.

Politieke en economische banden:

Van 1950 tot aan 1992 domineerde de relatie met de Sovjet Unie in China. Dit bepaalde in grote mate de accounting praktijken en opleidingen in China. Door de ontwikkeling naar een markteconomie veranderde dit echter. Hiertoe kwam er een zekere harmonisatie met de westerse markten,de chinezen gingen meer open staan voor IFRS. Toch hanteren de Chinezen tot op heden nog hun eigen standaarden als PRC Chinese GAAP en Accounting System for Business Enterprises, zodat de overheid nog een zekere controle uit kan oefenen. In Nederland zie je sterk de Europese invloeden, doordat de bedrijven in Nederland veelal IFRS gebruiken naast de Dutch GAAP.

Opleidingsniveau:

Voor 1949 was het accountingberoep in China slecht ontwikkeld. Na 1949 domineerde de Sovjet-Unie de ontwikkeling van het accountantberoep in China. Na de economische hervorming in 1980 is het accountingberoep en de educatie beter ontwikkeld. De Westerse praktijken werden geaccepteerd als lesmateriaal op universiteiten. Het accountingberoep is echter nog steeds zwak ontwikkeld omdat het accountingberoep geen zeggenschap kan uitoefenen, de overheid ontwikkeld alle accounting praktijken.

Cultuur:

De Chinese cultuur staat bekend om zijn communisme (sterke inmenging van de overheid) en guanxi (onderlinge netwerken, insiders en outsiders) . In het verleden werden accountants ook gezien als outsiders, waardoor zij geen invloed hadden op het ontstaan van de accountingstandaarden.

Uit de twee cultuur elementen zijn de cultuurelementen van Hofstede, zoals collectivisme en machtsafstand makkelijk te plaatsen. Deze kenmerken sluiten goed aan op de sterke invloed van de overheid op accounting standaarden.

DUITSLAND

Financieringsbronnen:

In Duitsland spelen banken een belangrijke rol in het verlenen van krediet aan bedrijven. De financiële verslaggeving van Duitsland wordt hierop aangepast, zo is er minder nadruk op de publieke verantwoording en het vrijgegeven van informatie. Daarentegen wordt in Nederland veel meer gefinancieerd met eigen vermogen. Hierdoor is Nederland meer shareholder-georienteerd en Duitsland meer stakeholder-georienteerd, dit leidt tot verschillende rapportage eisen (Doupnik & Perera, 2010, p.33).

Fiscus:

De gepubliceerde financiële overzichten van Duitse bedrijven dienen als basis voor het berekenen van het belastbaar inkomen. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van het enkelvoudige verslagsysteem, waarbij de fiscale jaarrekening gelijk is aan de vennootschappelijke jaarrekening (Doupnik & Perera, 2010, p.33). Een land gekenmerkt door code law vindt de beursen minder belangrijk wat zal resulteren in een hogere invloed van de fiscus (enkelvoudige verslaggeving). Voor Duitsland gaat dit op. Echter, wijkt Nederland wijkt hiervan af (code law en een dual verslaggeving), omdat zij shareholders-georienteerd zijn (www.accaglobal.com).

Politieke en economische banden:

De ‘Financiële statement richtlijnen wet’ is de basis voor financiële verslaggeving in beide landen. Desondanks maken niet-beursgenoteerde ondernemingen gebruik van het Duitse GAAP. Deze GAAP en de IFRS komen niet altijd overeen omdat Duitsland niet altijd specifieke regels heeft voor alle gebieden van de accounting (Doupnik & Perera, 2010, p.185). Verder wordt de accounting in Duitsland nog deels beïnvloed door de historie met betrekking tot WO II. Na deze oorlog was een periode van sterk economische groei wat er tot leidde dat de externe verslaggeving steeds belangrijker werd.

Cultuur:

Zoals is te zien, is vooral het verschil tussen masculiniteit groot. Dit wil zeggen dat er in Nederland weinig differentiatie en discriminatie is tussen geslacht. Dit is te verklaren door de meer open cultuur in Nederland in vergelijking met de conservatieve cultuur van Duitsland.

JAPAN

Financieringsbronnen:

De voornaamste bron van financiering in Japan zijn bankleningen en eigen vermogen d.m.v. cross owning uitgegeven. Japan is een sterk credit-georiënteerd land en Nederland daarentegen een shareholder-georienteerd land. Bij credit-georiënteerde bedrijven worden de banken vaak vertegenwoordigd in de directie. Daardoor verkrijgen zij al hun benodigde informatie. Hierdoor is de verslaggeving in Nederland gedetailleerder dan in Japan. Het niveau van informatie in de disclosure is te laag in Japanse jaarverslagen.

Juridisch systeem:

In Japan is er sprake van ‘code law’. In dit juridische systeem heeft het accountingberoep nauwelijks inspraak, omdat de overheid (Kokkai) alles heeft bepaald. Het accountingberoep is in Japan dus minder ontwikkeld. In Nederland is er het systeem van civil law waarbij het accountingberoep een rol heeft gespeeld in de ontwikkeling van accountingregulatie. Dit leidt er toe dat de accountingregels in Nederland meer een gids vormen voor de toepassingen van alle regels dan in Japan.

Politieke en economische banden:

De beursgenoteerde ondernemingen in Japan zijn verplicht om de verslaggeving op te stellen volgens de Commercial Code of Japan. In 2005 is er door de Accounting Standards Board of Japan een plan gelanceerd om JGAAP en IFRS (zoals de EU) dichterbij elkaar te brengen. Het is toegestaan voor Japanse ondernemingen om de IFRS toe te passen, in 2015/2016 zal het worden verplicht gesteld door de overheid. Zowel Nederland als Japan zijn druk bezig met de harmonisatie van de internationale accountingregels. Door de EU-toepassing van de IFRS door Japan komen Nederland en Japan dichterbij elkaar wat betreft de toepassing van de accountingregels.

Cultuur:

Volgens de dimensies van Hofstede worden in een collectivistisch cultuur de regels van bovenaf bepaald, zoals in Japan door de regering. Het accountingsberoep wordt hier nauwelijks in betrokken, waardoor ruimte ontstaat voor eigen toepassing van regels. De hoge mate van risicomijding in Japan leidt tot een conservatieve manier van boekhouden

De hoge prestatiegerichtheid van Japan is in strijd met de hoge score op conservatisme en risicomijding. In Japan boeken ze juist niet snel de resultaten, wat een kenmerk is van hoge prestatiegerichtheid (mannelijkheid).

De hierboven geschetste verschillen in de cultuurdimensies leiden tot verschillen in de toepassing van de financiële verslaggevingregels.

MEXICO

Financieringsbronnen:

Van oudsher zijn bedrijven in Mexico familiebedrijven. Lange tijd hadden bankleningen de voorkeur als financiering ten opzichte van equity. De verslaggeving zal in Nederland daarom waarschijnlijk opener zijn vanwege een grotere noodzaak tot publieke verantwoording. In Mexico neemt echter het publieke kapitaal toe als financieringsbron. Tevens geldt in Mexico net als in Nederland een verplichte jaarlijkse audit en openlijke publicatie van de financiële verslaggeving voor beursgenoteerde bedrijven.

Juridisch systeem:

Het juridische systeem is gebaseerd op civil law, hoewel de accounting standaarden gebaseerd zijn op Anglo-Amerikaanse benaderingen. Verder gaan de accounting standaarden uit van het eerlijkheidsbeginsel en niet van legal compliance. De MIPA is zowel het instituut dat de accounting standaarden maakt als handhaaft. Deze accounting standaarden worden door de overheid als gezaghebbend erkend. Dit komt overeen met de Nederlandse situatie, waarbij ook het juridische systeem is ingegeven door civil law, maar toch de accountants veel invloed hebben op de accounting standaarden.

Politieke en economische banden:

Mexico zit samen met de Verenigde Staten en Canada in de North American Free Trade Agreement (NAFTA). Een van de doelen van de NAFTA is het wegnemen van drempels en grenzen die de handel tussen de leden kunnen belemmeren. Momenteel heeft Mexico een vrije-markt economie. Omdat Mexico deel uit maakt van de NAFTA lijken hun standaarden op de US-GAAP in tegenstelling tot Nederland, waar de accounting standaarden meer aansluiten op IFRS.

Inflatie:

Mexico heeft een geschiedenis van hoge inflaties, niet zelden boven de 20%. Echter, Mexico heeft inflatie accounting opgegeven om meer in lijn te komen met de IFRS. De Mexicaanse accounting standaard B-10 vereist nog wel van bedrijven dat ze niet-geldelijke posten corrigeren voor de inflatie effecten. Echter, door de lage inflatie voldoet dit niet aan de regels van IAS 29, die dit alleen vereist voor landen met hyperinflatie. De actuele inflatie van Mexico is 4%, terwijl dit voor Nederland 1,5% is.

Cultuur:

Zoals uit bovenstaande figuur blijkt, zitten er grote verschillen tussen de cultuur van Mexico en Nederland op basis van de determinanten van Hofstede.

Hoewel een hoge score op power distance en uncertainty avoidance een negatieve invloed zouden hebben op de mate van professionalism is dit in Mexico niet het geval. De beroepsgroep van accountants is goed ontwikkeld en heeft ook veel invloed op de accounting standaarden. De cultuurverschillen in beide landen leiden dus niet tot grote verschillen in de accounting praktijk.

VERENIGD KONINKRIJK

Financieringsbronnen:

De meest voorkomende bron van financiering in de UK is de kapitaal markt. Hierdoor is het vergemakkelijken van een efficiënte kapitaalmarkt het hoofddoel van de accountant. In de UK ligt nog meer nadruk op de shareholder approach dan in Nederland. Hierdoor ontstaat er meer open en transparantere bedrijfsvoering, waarbij dus veel financiële informatie toegankelijk is voor aandeelhouders.

Opleidingsniveau:

In de UK is de opleiding tot accountant voor iedereen toegankelijk omdat er geen vooropleiding vereist is. De opleiding wordt door de praktijk en de grote accountants kantoren sterk beïnvloed waardoor er een betere aansluiting is op de praktijk. Dit is verschillend in vergelijking met Nederland aangezien hier de opleiding tot accountant Universitair is.

Juridisch systeem:

De UK hanteert het zogeheten ‘Common Law’ systeem en dit komt niet overeen met Nederlands. Het grootste verschil is dat in de UK de rechten van de aandeelhouders beter beschermd zijn dan in Nederland. Dit geeft meer flexibiliteit waardoor vooral kleine en buitenlandse aandeelhouders betere bescherming krijgen en deze daarom liever deze landen investeren. Dit heeft ook tot gevolg dat de accountants meer in te brengen hebben dan in Nederland.

Politieke en economische banden:

De UK maakt geen onderdeel uit van de Eurozone, maar moet zich wel aan de financiële regelgeving van de EU houden. Er zijn echter niet veel verschillen in rapportage methoden. De meest voorkomende methoden die gebruikt worden, zijn UK GAAP en IFRS. Er zijn echter weinig verschillen tussen UK GAAP en IFRS. Dit komt mede omdat het de bedoeling is dat IFRS volledig zal worden aangenomen.

Cultuur:

Het enige grote verschil tussen de UK en Nederland zit in de Masculiniteit. Deze is laag in Nederland, wat wil zeggen dat er weinig differentiatie en discriminatie is tussen geslacht. Dit is te verklaren door de meer open cultuur in Nederland. Dit heeft voor de accountant als gevolg dat er in de UK meer prestatiegericht gewerkt wordt en minder in teamverband. Dit kan leiden tot optimisme en eventueel meer risico. De account zal hier rekening mee moeten houden als de jaarrekeningen worden gecontroleerd.

Hoofdstuk F: Foreign Currency Transactions

De wisselkoers is de prijs van een munt uitgedrukt in die van een andere munt. Een wisselkoers van bijvoorbeeld 1,33 dollar voor 1 euro betekent dat 1,33 Amerikaanse dollars evenveel waard zijn als één euro. En dat 1 dollar een waarde heeft van 75 eurocent. Wisselkoersen spelen een grote rol bij de internationale handel maar hebben ook invloed op de binnenlandse economie. Overheden en centrale banken letten daarom scherp op de werking van de valutamarkten, de markt waar wisselkoersen tot stand komen.

De wisselkoers wordt vaak bepaald door vraag en aanbod op de internationale valutamarkt. Wanneer er meer vraag is naar een bepaalde valuta (bijvoorbeeld de Amerikaanse dollar) dan er aanbod is, dan zal de wisselkoers van de dollar stijgen. Dit wordt een appreciatie genoemd. Dit gebeurt als het aanbod van dollars afneemt en de vraag gelijk blijft. Een depreciatie is juist het tegenovergestelde van appreciatie. Dat geschiedt als het aanbod van een munt toeneemt of een de vraag naar die munt afneemt.

Centraal probleem

impact van transacties in vreemde valuta en buitenlandse operationele activiteiten op de verslaggeving

erkennings- en meetproblemen

Relevantie

aanzienlijk deel van de omzet komt uit buitenland

belangrijke groep ondernemingen opereert internationaal

Implicaties voor beleggers

wisselkoersrisico

transactie- en translatieresultaten

Directe en indirecte notering

wat kost/krijg ik voor een vreemde valuta?

bijv.: $1 = €0,73 DIRECTE NOTERING

wat kost/krijg ik voor een eigen valuta?

bijv.: €1 = $1,37 INDIRECTE NOTERING

indirecte notering is het omgekeerde van directe notering

Wisselkoersen

Spotkoers of Spotrate: de wisselkoers op het moment van afsluiten van een koop, huidig.

Termijnkoers of Forward rate: de wisselkoers op het moment dat er daadwerkelijk wordt betaald, toekomstig.

Translatie en conversie

Translatie betreft het omrekenen naar een andere valuta.

Conversie betreft het omruilen van valuta’s.

Koersresultaten kunnen op 2 manieren worden verwerkt, namelijk volgens het:

Enkel transactieperspectief: hierbij wordt ervan uitgegaan dat de export sale niet compleet is voordat het geld daadwerkelijk is ontvangen en is geconverseerd. Op de balans worden de bedragen vermeld die betaald zijn, dus niet de bedragen van de afgesloten verkoop. Dit verlies/winst wordt niet vermeld.

Dubbel transactieperspectief: de export sale en het ontvangen van het geld worden bij dit perspectief gezien als 2 aparte transacties. Zo moet de export sale worden vermeld op de balans op het moment van aangaan van de verkoop, en moet de ontvangst van het geld ook worden vermeld. Hierdoor is wel bekend of er een verlies is geleden of een winst is behaald door de fluctuerende wisselkoers.

De Internationale Regelgeving accepteert alleen het dubbele transactieperspectief.

De journaalposten die horen bij dit perspectief zijn:

Date of Sale:

Debiteuren

@ Sales

Tegen de spotkoers op die datum

Date of Payment

Wisselkoersverlies

@ Debiteuren

Verschil in spotkoersen

Cash

@ Debiteuren

Tegen de spotkoers op die datum

Maar het kan ook voorkomen dat de Date of Sale plaatsvindt in jaar 1 en de Date of Payment in jaar 2. Daarom dit voorbeeld!

Aankoop machine

Nederlandse onderneming koopt op 1 december machine voor FC1.000,-.

machine wordt direct geleverd

betalingstermijn van 2 maanden

Koersontwikkeling

1 december: FC1 = €1,05

31 december: FC1 = €1,15

1 februari: FC1 = €1,10

Enkel transactieperspectief

1/12 machine € 1.050 (1.000 x 1,05)

aan crediteuren € 1.050

31/12 machine € 100 (1.000 x [1,15-1,05])

aan crediteuren € 100

1/2 crediteuren € 50 (1.000 x [1,15-1,10])

aan machine € 50

crediteuren € 1.100 (1.000 x 1,10)

aan kas € 1.100

Gevolg: machine staat voor €1.100 in de boeken,er is €1.100 voor betaald en er zijn geen koersresultaten verantwoord.

Dubbel transactieperspectief

1/12 machine € 1.050 (1.000 x 1,05)

aan crediteuren € 1.050

31/12 koersresultaten (verlies) € 100 (1.000 x [1,15-1,05])

aan crediteuren € 100

1/2 crediteuren € 50 (1.000 x [1,15-1,10])

aan koersresultaten (winst) € 50

crediteuren € 1.100 (1.000 x 1,10)

aan kas € 1.100

Gevolg: machine staat voor €1.050 in de boeken, er is €1.100 voor betaald en er is een netto koersresultaat van minus € 50 verantwoord.

Hedgen of Hedging betreft het (geheel of gedeeltelijk) afdekken van een financieel risico van een investering door middel van een andere investering.

Er zijn verschillende redenen waarom men kan hedgen. Een bedrijf wil vaak marktrisico's afdekken (ten gevolge van bijv. schommelingen in brandstofprijzen of valutaprijzen). Termijncontracten en opties (options) zijn dan een gebruikelijke manier om dit te doen.

The type of item being hedged:

Foreign-currency-denominated asset/liability

Foreign currency firm commitment

Forecasted foreign currency transaction

The nature of the item being hedged:

Existing (or future) asset

Existing (or future) liability

The type of hedging instrument being used

Forward contract

Option

The nature of the hedged risk

Fair value exposure

Cash flow exposure

Nu volgt er een voorbeeld met hedging!
Spotkoersen
1 december: FC1 = €1,05
31 december: FC1 = €1,15
1 februari: FC1 = €1,10

Termijnkoersen
1 december: FC1 = €1,05 (2 maanden)
31 december: FC1 = €1,15 (1 maand)
1 februari: FC1 = €1,10 (0 maand)
1/12 aankoop termijncontract geen boeking

machine € 1.050 (1.000 x 1,05)

@ crediteuren € 1.050

31/12 termijncontract € 100 (1.000 x [1,15-1,05])

@ resultaat termijncontract (winst) € 100

koersresultaten (verlies) € 100 (1.000 x [1,15-1,05])

@ crediteuren € 100

1/2 resultaat termijncontract (verlies) € 50 (1.000 x [1,15-1,10])

@ termijncontract € 50

crediteuren € 50 (1.000 x [1,15-1,10])

@ koersresultaten (winst) € 50

kas € 50

@ termijncontract € 50

crediteuren € 1.100 (1.000 x 1,10)

@ kas € 1.100

Gevolg: machine staat voor €1.050 in de boeken, er is netto €1.050 voor betaald; het koersverlies van €50 is volledig goedgemaakt door hedging

Hoofdstuk G: Analysis of Foreign Financial Statements

Een financial statement analyse is een onderdeel van de bedrijfsanalyse.

Een bedrijfsanalyse is een evaluatie van de bedrijfsomgeving van de organisatie, de strategieën, de financiële positie en hun doelstellingen.

Een Financial statement analyse bestaat uit de volgende stappen:

Accounting analyse

Financial analyse

Prospective analyse

Accounting analyse

De accounting analyse begint met een analyse om kijken in hoeverre de financiële statements van het bedrijf overeenkomen met de economische realiteit.

Er zijn 3 soorten bronnen die een vertekening kunnen veroorzaken:

Accounting standards that are inconsistent with economic reality (a rule that requires all research and development costs to be expensed immediately with no possibility of recognizing an asset is an example).

Estimation errors by managers in applying accounting standards (the estimation of the cost of pension and other postretirement benefit is an example).

The intentional manipulation of financial statements by managers, often referred to as earnings management (the intentional overstatement of an accrued restructuring charge is an example).

Deze vertekeningen worden in de accounting analyse opgezocht, bovendien wordt er gekeken waar nog informatie aan toegevoegd moet worden.

Financial analyse

De financiële analyse heeft betrekking op de toegevoegde informatie die moet leiden tot

Cash flow analyses, de analyse over hoe een bedrijf geld genereert en gebruikt

Profitability analyses, met een focus op het rendement van geïnvesteerd kapitaal

Risk analyses, inclusief een evaluatie van de liquiditeit en solvabiliteit van een bedrijf om zijn leningen te kunnen aflossen/betalen.

Prospective analyse

In deze analyse worden de resultaten van de accounting en Financial analyse gecombineerd, samen met een analyse over de bedrijfsomgeving, bedrijfsstrategie en een voorspelling van de toekomst voor het bedrijf.

Waarom is het nodig om de financiële statements van buitenlandse bedrijven te analyseren?

Een aantal redenen hiervoor is:

Foreign Portfolio Investment: bedrijven kunnen hun portfolio risico verlagen door in andere bedrijven te beleggen, ook internationaal = diversificeren!

International mergers and acquisitions: tegenwoordig is het normaal dat bedrijven elkaar overnemen of samengaan, zowel in het binnenland als met bedrijven in het buitenland.

Other reasons kunnen zijn:

Het maken van beslissingen over buitenlandse klanten

Het evalueren van de toestand van buitenlandse aanbieders

Benchmarking t.o.v. de concurrenten over de hele wereld

Maar het evalueren van de financiële statements van buitenlandse bedrijven verloopt niet altijd zo soepel, er kunnen heel wat problemen ontstaan.

Het voornaamste probleem is de diversiteit in accounting principles, zoals behandeld in de vorige hoofdstukken. Maar de volgende problemen kunnen zich ook voordoen:

Toegankelijkheid van data

De taal

De munteenheid

Terminologie

Opmaak

De inhoud van de disclosure

Tijdigheid

Internationale ratio analyses

Verschillen in accounting principles

Bekijk de voorbeelden 9.1 t/m 9.8.

Buitenlandse bedrijven die geregistreerd staan op de US Stock zullen hun financiële statements ook volgens de US GAAP moeten opstellen. De lokale financiële statements zullen moeten worden herzien.

Bekijk de voorbeelden 9.9 t/m 9.14.

Met name 9.11 is erg belangrijk, hierin staan de verschillen tussen een Local GAAP en de US GAAP opgesomd. Er bestaan verschillen in

Inventory

Revaluation of Property, Plant & Equipment

Capitalization of Interest on Property, Plant & Equipment

Deferred Charges

Sale of Land

Government Grants

Restructuring Costs

Derivative Financial Statements

Employee Share Trust Arrangements

Ordinary Dividends

In dit laatste stuk wordt de relevantie van de reconciliatie van IFRS naar US GAAP weergegeven.

De financiële verslaggeving, zoals de resultatenrekening en de balans worden op twee manieren gebruikt:

Het vormt de basis voor het nemen van investeringsbeslissingen voor beleggers: aan de hand van deze twee financiële rapportages zijn zij in staat om te kunnen bepalen of een investering wel of niet gedaan moet worden.

De resultatenrekening en de balans worden gebruikt voor de informatieverschaffing richting contractpartijen, bijvoorbeeld over de financiële gezondheid van de organisatie.

Door het toepassen van verschillende accounting standaarden, zoals IFRS en US GAAP, ontstaan er verschillen in de jaarrekening. De relevantie van de reconciliatie is onder andere toe te schrijven aan de vele verschillen dan wel waarderingsverschillen tussen IFRS en US GAAP. Als beleggers en contractpartijen een goed inzicht willen krijgen in de accounting cijfers van een bedrijf en een vergelijking willen maken tussen meerdere bedrijven is het van belang dat de financiële rapportages van IFRS naar US GAAP worden omgezet. Als er een reconciliatie wordt uitgevoerd, zullen er minder problemen ontstaan in het analyseren van buitenlandse financiële rapportages.

Enkele problemen die zich kunnen voordoen bij het analyseren van buitenlandse financiële verslagen, zijn onder andere:

Verschillen in terminologie zijn weggenomen doordat IFRS in 2005 de Amerikaanse terminologie heeft overgenomen. Hierdoor neemt de relevantie van de reconciliatie van IFRS naar US GAAP af. Verschillen in terminologie die bestonden, waren bijvoorbeeld stock vs. inventory en stock vs. Shares.

Verschillen in accounting principes: Dit zijn de grootste verschillen tussen IFRS en US GAAP. Een voorbeeld is het verschil in het behandelen van indirecte kosten van voorraden. Onder US GAAP worden deze kosten als productkosten opgenomen onder Cost of Goods Sold in de periode wanneer de producten worden verkocht. Bij IFRS worden deze kosten als operationele kosten opgenomen in de periode wanneer de kosten zich voordoen. Dit leidt tot een verschil in bijvoorbeeld de contributiemarge. Als een belegger een ratio analyse zou uitvoeren om bedrijven te vergelijken, kan dit leiden tot misleidende resultaten als een belegger niet bewust is van de onderliggende verschillen in accounting principes. Een ander voorbeeld, gerelateerd aan de waardering van voorraden, is dat onder US GAAP het waarderen van de voorraden door middel van LIFO toegestaan is en ook veel wordt toegepast. Volgens de regels van IFRS mag LIFO niet worden gebruikt, hierdoor kunnen significante verschillen ontstaan in de waardering van de voorraden en derhalve op de balanswaarde. Een laatste voorbeeld is dat onder US GAAP het niet is toegestaan om de vaste activa met een lange levensduur te herwaarderen, terwijl dit onder IFRS wel is toegestaan. De waarde van de vaste activa kan daardoor bij US GAAP ver afwijken van de huidige marktwaarde.

De reconciliatie van financiële verslagen van IFRS naar US GAAP zal de verschillen tussen de financiële verslagen niet volledig kunnen wegwerken. Dit komt omdat er binnen de accountingstandaarden ruimte is om eigen flexibele regels toe te passen. De reconciliatie van deze flexibele toegepaste regels kan alleen goed gebeuren als er genoeg informatie in deze verslagen en bijlagen is verschaft. De vereiste informatieverschaffing verschilt ook weer per land en accountingstandaard.

Om deze redenen blijft het soms moeilijk om na de reconciliatie een vergelijking uit te kunnen voeren tussen de financiële rapportages en kan het nut van de relevantie van reconciliatie sterk in twijfel worden getrokken.

Vanuit het perspectief van harmonisatie van accountingregels wordt er steeds meer de nadruk gelegd op de overeenstemming van de regels van US GAAP en IFRS. In 2002, is er een afspraak gemaakt tussen FASB en IFRS (Norwalk Agreement) om op korte termijn de bestaande verschillen tussen US GAAP en IFRS weg te werken, ook wel convergentieproject genoemd. Deze afspraken en de wens tot harmonisatie, zal op lange termijn bijdragen aan een betere vergelijkbaarheid tussen op US GAAP gebaseerde en op IFRS gebaseerde jaarrekeningen. Als de wens tot harmonisatie uiteindelijk tot volledige uitvoering komt, zal er één accountingstandaard komen en is er geen reconciliatie meer nodig.

In 2007 is er nog een belangrijk besluit genomen door de SEC. Deze heeft besloten dat buitenlandse ondernemingen niet langer meer verplicht zijn om een reconciliatie van IFRS naar US GAAP uit te voeren. Tot op heden is er nog geen specifieke accountingstandaard zoals het Convergentieproject had gehoopt. Hiertoe zal het vervallen van de reconciliatieverplichting, de aantrekkelijkheid van aandelen van buitenlandse ondernemingen voor de Amerikaanse belegger afnemen, want die moeten nu zelf de niet US GAAP jaarrekening omzetten naar US GAAP.

Op dit moment is de reconciliatie zeker nog relevant als gevolg van de verschillen in waardering, terminologie en andere verschillen tussen IFRS en US GAAP. Echter, op lange termijn zal de relevantie van de reconciliatie afnemen, omdat enerzijds steeds meer bedrijven IFRS als accounting standaard gaan toepassen en anderzijds omdat IFRS en US GAAP steeds dichter naar elkaar toe groeien door de wens tot harmonisatie.

Hoofdstuk H – International Taxation

Belastingen zijn één van de grootste kostenposten voor ondernemingen. Multinationals zijn verplicht belastingen te betalen aan verschillende nationale overheden, zij proberen wereldwijd deze belastingdruk zo laag mogelijk te houden. De keuzes voor multinationals met betrekking tot belastingen kunnen betrekking hebben op a. waar gaan we opereren in het buitenland, b. welke rechtsvorm gaat de onderneming in het buitenland aannemen en c. hoe wordt de onderneming in het buitenland gefinancierd. Kennis van verschillende belastingregimes is voor een multinational dus van belang.

  1. Locatie

Het besluit van een multinational om in het buitenland te investeren is afhankelijk van de voorspellingen van winst na belasting en cash flows. Omdat de effectieve belastingdruk per land kan verschillen, kunnen de winsten na belasting van dezelfde ondernemingen sterk verschillen in verschillende landen.

  1. Rechtsvorm

Omdat verschillende rechtsvormen in het buitenland verschillend kunnen worden belast, is het van belang de afweging tussen verschillende rechtsvormen te maken.

  1. Financieringsmethode

Multinationals kunnen hun buitenlandse activiteiten financieren door middel van kapitaalstortingen (equity) en door middel van leningen (debt). Cash flows die worden gegenereerd door de buitenlandse ondernemingen kunnen worden terugbetaald aan de multinationals door dividendbetalingen (equity financing) of door interestbetalingen (debt financing). Landen heffen een speciale withholding tax op dividenden en interestbetalingen aan buitenlanders. Withholding taxes kunnen verschillen tussen landen in type en betalingen. Hierdoor moeten multinationals de afweging maken tussen dan wel financiering met equity, dan wel met debt.

Typen belastingen en belastingtarieven

In dit deel wordt gefocust op de belastingen op winsten. Andere soorten belastingen worden achterwege gelaten. De twee belangrijkste typen belastingen op winsten zijn: 1. Vennootschapsbelasting (corporate income tax) en 2. Withholding taxes.

Vennootschapsbelasting:
Nationale overheden heven bijna altijd een directe belasting op bedrijfswinsten. De belastingtarieven van de vennootschapsbelasting kunnen per land sterk verschillen (exhibit 11.1). Deze verschillen zijn voor multinationals van belang in de afweging waar zij gaan opereren in het buitenland.

Belastingparadijzen (tax havens)
Enkele belastingjurisdicties kennen een abnormaal laaf belastingtarief op de vennootschapsbelasting, zij worden belastingparadijzen genoemd. Bedrijven en individuen zien deze jurisdicties als een ‘oplossing’ om hun wereldwijde belastingdruk zo laag mogelijk te houden. Veel bedrijven vestigen zich in deze belastingparadijzen om zo geen belasting te betalen in landen met een hoger tarief. Door de OECD zijn richtlijnen opgesteld om te voorkomen dat deze ondernemingen belastingen in andere landen kunnen ontduiken. Exhibit 11.2 laat de criteria van de OECD zien die zij stellen aan belastingparadijzen en een lijst van landen die zij typeren als belastingparadijzen.

 

Withholding taxes
Withholding taxes zijn belastingen die worden geheven op betalingen die gemaakt worden aan buitenlandse moederbedrijven of buitenlandse verbonden ondernemingen door bedrijven in een bepaald land. Er zijn drie typen betalingen die zijn onderworpen aan withholding taxes:

  1. Dividenden

  2. Interestbetalingen

  3. Royalty’s

Exhibit 11.3 geeft een overzicht van de hoogte van de withholding taxes in verschillende landen op de drie typen betalingen.

Tax-planning strategy
De verschillen die bestaan in de withholding taxes van verschillende landen geven de mogelijkheid de belastingdruk van een onderneming te verlagen door de financieringsmethode van buitenlandse activiteiten te veranderen. De onderneming zal een afweging maken tussen equity investeringen, debt investeringen en verschillende combinaties daarvan.

Belastingjurisdictie

Een van de belangrijkste zaken op het gebied van internationale belastingheffing is de vraag welke van de landen waarin een onderneming opereert belasting mag heffen over de winst. Dubbele belastingheffing moet zien te worden voorkomen.

Foreign source income is de benaming voor winst die overzees wordt behaald. Op dit punt worden twee standpunten ingenomen:

  1. Worldwide (nationality) approach: alle winsten van een inwoner of bedrijf die is opgericht in een bepaald land, worden ook in dat land belast. Het maakt hierbij niet uit in welk land de winst behaald is.

  2. Territorial approach: in dit geval worden alle winsten die binnen de grenzen van het land worden behaald (domestic source income) belast.

Een tweede punt dat samenhangt met belastingjurisdicties zijn de bases voor belastingheffing. De meeste landen gebruiken als basis voor belastingheffing: de bron, het burgerschap, de verblijfplaats of een combinatie van deze drie.

  • Source of income: de meeste landen heffen de belasting waar het inkomen is verdiend, oftewel bij de bron.

  • Citizenship: in dit geval worden burgers belast in het land van oorsprong, onafhankelijk van waar zij verblijven of waar hun inkomen wordt verdient.

  • Residence: in dit geval worden burgers belast in het land waar zij verblijven, onafhankelijk van waar zij vandaan komen en waar hun inkomen wordt verdient.

Dubbele belastingheffing

De combinatie van een worldwide approach en de verschillende bases voor belastingheffing kunnen er toe leiden dat er overlap ontstaat, wat uiteindelijk leidt tot een dubbele of zelfs driedubbele belastingheffing. Een dubbele heffing komt vaak voor wanneer het thuisland van een bedrijf belasting heft op basis van verblijf en het buitenlandse dochterbedrijf wordt belast op basis van de bron.

Één van de belangrijkste doelen van de meeste nationale belastingsystemen is neutraliteit: dit houdt in dat het belastingsysteem op de achtergrond moet blijven en dat bedrijfs-, investerings- en consumptiebeslissingen gemaakt moeten worden door niet-belasting-redenen. In een internationale context bestaan er drie standaarden voor neutraliteit. Een hiervan is: capital-export neutrality: hier wordt aan voldaan als de beslissing van een belastingbetaler waar te investeren (hier of overzees) niet wordt beïnvloed door belastingen.

Foreign tax credit

Wanneer het voorkomt dat het thuisland belasting heft op basis van verblijfplaats en de buitenlandse dochter wordt belast op basis van de bron, zal één van beide landen af moeten zien van belastingheffing om zo een dubbele heffing te voorkomen. De internationale norm is in dit geval dat heffing over de bron voorrang krijgt over heffing over de verblijfplaats. De moedermaatschappij in het thuisland moet in dit geval dus afzien van belastingheffing.

Dit kan gerealiseerd worden op meerdere manieren:

  • Er kan worden afgezien van belastingheffing op foreign source income. In dit geval zal dus een territorial approach aangenomen worden.

  • Ook kan de moedermaatschappij toegestaan worden om de belasting die zij betaald aan de buitenlandse overheid af te trekken van haar belastbare inkomen.

  • De moedermaatschappij kan worden voorzien van krediet (tax credit) op betaalde belastingen aan de buitenlandse overheid.

In US worden de tweede en de derde optie vooral toegepast.

De derde optie, toepassing van een Foreign Tax Credit (FTC) brengt een ingewikkelde berekening met zich mee. De toegestane FTC is gelijk aan de laagste van de 1. werkelijke belastingen betaald aan de buitenlandse overheid en 2. het bedrag aan belastingen dat betaald zou zijn als de winst in US belast zou zijn. Dit laatste wordt ook wel de overall FTC limitation genoemd, omdat de US regering nooit een tax credit toestaan die groter is dan het bedrag dat zij anders als belasting hadden geheven. De overall FTC limitation kan als volgt berekend worden:

Overall FTC limitation = (foreign source taxable income) / (worldwide taxable income)
x US taxes before FTC

Teveel aan foreign tax credits kunnen worden verrekend met andere jaren. Toegestaan is: 1 jaar carry back en 10 jaar carry forward.

Een directe FTC is toegestaan voor foreign income taxes die direct betaald werden door de Amerikaanse belastingbetaler. Hieronder vallen belastingen die betaald werden door een Amerikaanse bedrijf op buitenlandse winsten en withholding taxes die betaald worden over dividenden, interest en royalty’s.
Een indirecte FTC is toegestaan voor foreign income taxes die betaald worden door een buitenlandse dochter van een Amerikaans moederbedrijf. De indirecte FTC mag niet worden genomen totdat het buitenlandse dochterinkomen is belast in de USA.

Tax treaties

Tax treaties (belastingverdragen) zijn overeenkomsten tussen twee landen over hoe individuen en bedrijven uit het ene land worden belast als zij inkomen verwerven in het andere land. Belastingverdragen vergemakkelijken de internationale handel en investering door belastingbarrières te verlagen.

Belastingverdragen verminderen de mogelijkheid dat dubbele belasting wordt geheven, ze voorzien daarnaast in een mogelijkheid voor belastingverlaging door een verlaging in withholding taxes en daarnaast vereisen belastingverdragen dat de landen informatie uitwisselen die helpen in de handhaving van hun nationale belastingvoorzieningen.

De OECD heeft verschillende regels gemaakt wat betreft belastingverdragen tussen landen.

Treaty shopping is het verschijnsel waarbij een inwoner van land A een bedrijf in land B gebruikt om zo voordeel te hebben van het belastingverdrag dat land B heeft met land C.

Omdat buitenlandse winsten in een andere valuta staan dan de winsten die behaald zijn in het land zelf, moeten deze nog worden omgerekend. Hiervoor zijn verschillende maatstaven. Voor foreign branch net income geldt dat deze wordt omgerekend naar US dollars door de gemiddelde exchange rate van dat jaar te gebruiken. De betaalde belastingen worden omgerekend door de wisselkoers van het moment van betaling te gebruiken. Dividenden die zijn ontvangen van een buitenlandse dochter worden omgerekend door de spot rate te gebruiken die op het moment van dividenduitdeling gelde. De belastingen die geacht werden te betalen worden omgerekend gebruikmakend van de wisselkoers op het moment van betaling.

Tax incentives

Vaak gebruiken overheden de nationale belastingregels om bepaald gedrag aan te moedigen. Zo kan export worden gestimuleerd door het belastingtarief op exportverkopen te verlagen. Belastingvrijstellingen (tax holidays) worden veel gebruikt door overheden.

Hoofdstuk I – International Transfer Pricing

Transfer pricing gaat om de prijs waartegen transacties tussen twee gerelateerde partijen uitgevoerd zullen worden. Overdrachten kunnen zijn van een dochter naar de moeder (upstream), van de moeder naar de dochter (downstream), of van een dochter naar een andere dochter van dezelfde moedermaatschappij. Deze overdrachten kennen we ook wel als: intercompany transactions. De centrale vraag bij intercompany-transacties is: tegen welke prijs moet de transactie uitgevoerd gaan worden? In dit hoofdstuk gaat het om international transfers: intercompany transacties die over landsgrenzen heen gaan.

Twee factoren die de prijs van international transfers bepalen:

  • Het doel dat het management van het hoofdkantoor wil bereiken door zijn transfer pricing praktijken.

  • Daarnaast bestaat in veel landen een wet die bepaald hoe intercompany transacties over de grenzen heen geprijsd mogen worden. Deze wet voorkomt dat multinationals hun fair share van belastingen ontwijken.

Transfer pricing methods

Er bestaan drie veel gebruikte methoden:

  1. Cost-based transfer price: de prijs wordt gebaseerd op de kosten van het produceren van een goed of service. De kosten kunnen bepaald worden als variabele productie kosten, variabele plus vaste productie kosten of volledige kosten. De transfer prijs bevat vaak ook een winstmarge voor de verkoper (cost-plus price). Dit soort systemen zijn makkelijk te gebruiken maar twee kanttekeningen: 1. Welke maatstaf voor kosten moet gebruikt worden? 2. Inefficiënties in een eenheid kunnen worden overgebracht naar een andere eenheid, want er is geen drijfveer voor de verkoopafdeling om de kosten te beheersen.

  2. Market based transfer price: de prijs die gevraagd wordt is gebaseerd op de prijs die gevraagd wordt indien het product in plaats van aan een gerelateerd bedrijf, aan een derde werd verkocht. Dit systeem is afhankelijk van het bestaan van concurrerende markten, soms is voor een item geen concurrerende markt en bestaat er dus ook geen externe marktprijs.

  3. Negotiated price: de prijs is het resultaat van onderhandelingen tussen de verkoper en de koper en de prijs hoeft niet gerelateerd te zijn aan de kostenwaarde of marktwaarde.

De methode die toegepast wordt hangt af van de situatie. Zo is de market-based methode het best van toepassing wanneer 1. De markt voor het product perfect concurrerend is. 2. Onderlinge afhankelijkheid tussen beide partijen minimaal zijn en 3. Er geen voordeel of nadeel is tussen het product intern of extern kopen/verkopen.

Objectives of international transfer pricing

In het algemeen zijn er twee mogelijke doelen van het bepalen van de passende prijs bij international transfer pricing: 1. Prestatie-evaluatie en 2. Kosten minimalisatie.

Government reactions

Om te voorkomen dat multinationals door transfer pricing proberen belastingen, of importheffingen te ontwijken hebben veel overheden richtlijnen in het leven geroepen wat betreft transfer pricing. Ook de OECD heeft een richtlijn ontworpen.

In de USA gelden de Treasury Regulations, deze vereisen in van de vijf volgende methoden om de arm’s length price (marktconforme prijs) te bepalen in de verkoop van een tastbaar bezit:

  • Comparable uncontrolled price method: deze methode wordt gezien als de meest betrouwbare maatstaf voor een marktconforme prijs wanneer een vergelijkbare ongecontroleerde transacties plaatsvindt. De transfer price wordt bij deze methode gebaseerd op de verkoopprijs die er zou zijn wanneer hetzelfde product werd verkocht aan een niet-gerelateerde onderneming. De volgende factoren bepalen wanneer een transactie kan worden gezien als een vergelijkbare transacties: de kwaliteit van het product, de contractuele afspraken, het niveau van de markt, de geografische markt, de datum van de transactie, het ontastbare eigendom dat gepaard gaat met de verkoop, de valutarisico’s, de alternatieven die er zijn voor de verkoper en koper. Wanneer een transactie niet volledig vergelijkbaar is, zullen er enkele aanpassingen gemaakt moeten worden aan de transfer price.

  • Resale price method: deze methode bepaalt de transfer prijs door een passende brutowinst af te trekken van de prijs, waarvoor de gecontroleerde koper het goed weer kan verkopen. Om deze methode toe te passen moet het bedrijf de uiteindelijk verkoopprijs aan ongecontroleerde partijen kennen en moet zij in staat zijn om een passende brutowinst voor de herverkoper vast te stelle. Deze methode wordt toegepast wanneer de koper/herverkoper een soort van verdeler van de eindproducten is (sales subsidiary). De methode is alleen acceptabel wanneer de koper/herverkoper geen substantiële waarde toevoegt aan het product.

  • Cost-plus method: deze methode wordt toegepast wanneer er geen vergelijkbare gecontroleerde verkopen zijn en wanneer de koper meer doet dan het simpel verdelen van de eindproducten die hij gekocht heeft. Deze methode telt een passende brutowinst op bij de kosten van het produceren van een goed om zo tot een marktconforme prijs te komen.

  • Comparable profits method: deze methode is gebaseerd op het idee dat belastingbetalers die in dezelfde situatie zitten zullen proberen om dezelfde opbrengsten in een bepaalde periode te genereren. Een marktconforme prijs wordt in dit geval vastgesteld door te refereren naar een objectieve maatstaf van winstgevendheid die verdiend wordt door ongecontroleerde belastingbetalers in vergelijkbare, ongecontroleerde verkopen.

  • Profit split method: deze methode neemt aan dat de verkoper en de verkoper een economische eenheid zijn. De totale winst van de eenheid die voortkomt uit verkopen aan ongecontroleerde partijen wordt verdeeld over de leden van de economische eenheid en is gebaseerd op de relatieve bijdrage die elk lid leverde aan de winst. Dit relatieve aandeel in de winst wordt gebaseerd op de vervulde functies van elk lid, het risico en de ingezette middelen. In feite zijn er twee versies van de profit split methode: 1. Comparable profit split method en 2. Residual profit split method.

Comparable profit split method: de verdeling van de winst tussen de twee gerelateerde partijen wordt bepaald door de operating profit die verdiend wordt door elke partij in een vergelijkbare ongecontroleerde transactie. De mate van vergelijkbaarheid kan gecontroleerd wordt met behulp van exhibit 12.3.

Residual profit split method: deze methode wordt gebruikt wanneer gecontroleerde partijen immateriële vaste activa bezitten die hen de mogelijkheid geven winsten te genereren die meer zijn dan wat er verdiend wordt in vergelijkbare ongecontroleerde transacties.

De gecombineerde winst van beide partijen wordt verdeeld door een twee stappen proces: 1. De winst wordt verdeeld over beide partijen om zo een marktopbrengst voor hun standaardbijdrage aan de bedrijfsactiviteit te geven. Hierna zijn nog niet alle winsten verdeeld, dus volgt stap 2: het resterende deel van de winst wordt verdeeld, gebaseerd op de relatieve waarde van immateriële activa dat elk bedrijf bijdraagt aan de bedrijfsactiviteit.

Er kunnen zes categorieën van intangible property (immateriële goederen) worden onderscheden:

  • Patenten, uitvindingen, formules, processen, ontwerpen, patronen en know-how

  • Copyrights en literaire, muzikale of artistieke composities

  • Handelsmerken, handelsnamen of merknamen

  • Franchises, licenties of contracten

  • Methoden, programma’s, systemen, procedures, campagnes, onderzoeken, studies, voorspellingen, schattingen, klantenlijsten of technische data

  • Andere vergelijkbare items. Een item wordt als vergelijkbaar gezien wanneer het zijn waarde ontleent aan een intellectuele inhoud en andere immateriële goederen, meer dan van fysische eigenschappen.

Er bestaan vier methoden om de arm’s-length price (marktconforme prijs) voor de licentie van immateriële goederen:

  • Comparable uncontrolled transaction method (CUT method): bepaalt in hoeverre de prijs die een bedrijf aan een gerelateerd bedrijf vraagt voor het gebruik van een immaterieel actief een marktconforme prijs is, door de prijs te vergelijken met een prijs die gevraagd zou worden aan een niet-gerelateerd bedrijf.

  • Comparable profits methods: dit is hetzelfde principe als bij materiële goederen.

  • Profit split method: hetzelfde principe als bij materiële goederen.

  • Unspecified methods

Intercompany loans and services

Wanneer een lid van een gecontroleerde groep een lening verstrekt aan een ander lid van dezelfde groep, wordt vereist dat er een arm’s-length interestvoet wordt toegepast. Bij het bepalen van deze marktconforme interestvoet zijn alle relevante factoren van belang zoals: de hoofdsom, de duur, de zekerheid, kredietwaardigheid van de kredietnemer en de interestvoet die van toepassing is op vergelijkbare leningen tussen niet-gerelateerde partijen.

Ook wanneer een lid van een groep een dienst verleent aan een ander lid van de groep moet een arm’s-length price toegepast worden. Wanneer de geleverde dienst identiek is aan de bedrijfsactiviteiten van de dienstverlener, dan is de marktconforme prijs gelijk aan de direct en indirecte kosten die gemaakt zijn met het verstrekken van de dienst. In dit geval hoeft er geen winstmarge opgenomen te worden. Wanneer de dienst echter verleend wordt als een ‘integral part’ van de bedrijfsfunctie van de dienstverlener, bevat de prijs die gevraagd wordt een winstopslag die gelijk als die bij vergelijkbare diensten die geleverd worden aan niet-gerelateerde partijen.

Arm’s-Length range

Door de verschillende methoden die gebruikt worden om een marktconforme prijs vast te stellen, zullen er ook meerdere marktconforme prijzen ontstaan. Dit leidt tot een zogenaamde “arm’s-Length range”. Wanneer de marktconforme prijs binnen de range valt, die ook gehanteerd wordt door IRS, zal er een bedrijf hier niet op aangesproken worden. Wanneer de prijs te veel afwijkt van de arm’s-length prijs zullen hier straffen op staan. Daarnaast is het van belang dat het bedrijf een documentatie bijhoudt hoe zij tot de arm’s-length prijs zijn gekomen.

Advance pricing agreements

Advance pricing agreements (APAs) zijn overeenkomsten tussen bedrijven en de nationale belastingautoriteit over wat een acceptabele transfer pricing method is. Zo lang de overeengekomen methode gebruikt worden, zullen de transfer prijzen van het bedrijf niet worden aangepast.

Hoofdstuk J – Comparative international auditing and corporate governance

Auditing (accountantscontrole) verbetert de precisie, de kwaliteit en de geloofwaardigheid van informatie die beschikbaar is voor gebruikers van de jaarrekening, vooral voor besluitvorming.

International auditing gaat om de regels voor de controle van jaarrekeningen die internationaal worden toegepast en het gaat om de processen die samenhangen met de controle van jaarrekeningen voor multinationals.

De recente (boekhoud)schandalen hebben geleid tot regelgevende maatregelen die het belang van controleopdrachten benadrukken als een essentieel ingrediënt voor het opzetten en handhaven van het vertrouwen van beleggers in markten door corporate governance. Corporate governance gaat over de manier waarop bedrijven worden bestuurd en beheerst.

International diversity in external auditing

Tussen landen bestaan grote verschillen in external auditing. De verschillen komen vaak voor in de gebieden van: het doel van de auditing, de controleomgeving, regelgeving van de controle en de rapporten.

Het hoofddoel van de externe accountant is het onderzoeken in hoeverre de jaarrekening vrij is van afwijkingen van het materieel belang. De precieze rol van een accountant kant echter sterk verschillen tussen verschillende landen. De bedrijfsstructuur is een belangrijke factor die invloed heeft op het doel van een externe accountant. In Europa hebben bedrijven bijvoorbeeld een two-tiered bedrijfsstructuur, met een raad van commissarissen (supervisory board) en een bestuur (management board). De RvC heeft een algemene toezichtfunctie op de prestaties van het bestuur. De basisfunctie van de accountant is om de RvC bij te staan. Dit verschilt van de situatie die bestaat in Angel-Saksische landen.

Controlekwaliteit (audit quality) kan omschreven worden als de waarschijnlijkheid dat een fout of onregelmatigheid in de jaarrekening wordt opgespoord en gerapporteerd. De controlekwaliteit zal verschillen in verschillende controleomgevingen. De controleomgevingen in verschillende landen worden bepaald door culturele, wettelijke, financiële en infrastructurele factoren.

Verschillende landen hebben ook verschillende regelgeving met betrekking tot de accountantscontrole. De verschillende benaderingen variëren tussen een sterke afhankelijkheid van het beroep (bijvoorbeeld UK) tot een sterke afhankelijkheid van de overheid (bijvoorbeeld China).

De verschillen tussen de accountantsrapporten van verschillende landen kunnen soms groot ook. Er kunnen zelfs verschillen bestaan tussen de rapporten van verschillende bedrijven in één land. De verschillen tussen accountantsrapporten komen voort uit verschillen in de wettelijke vereisten in een land en de status van het bedrijf.

International harmonization of auditing standards

Door de globalisatie van kapitaalmarkten en de groei van international kasstromen wordt het belang van een grensoverschrijdend begrip van financiële verslagen en de daarbij behorende accountantsrapporten groter. Internationale harmonisatie van accountantsstandaarden is belangrijk in de weg naar internationale convergentie van financiële verslaggeving standaarden. Het de internationale kapitaalmarkten verzekeren dat het controleproces consistent is geweest tussen verschillende bedrijven, en vooral dat er één set van hoge kwaliteitsstandaarden zijn toegepast op zowel het moeder- als het dochterbedrijf. Dit vergroot de geloofwaardigheid van de informatie in financiële rapporten.

Uiteindelijk zal hierdoor de allocatie van middelen in internationale kapitaalmarkten meer efficiënt en effectief zijn. Daarnaast zal harmonisatie van de standaarden er voor zorgen dat het voor accountantskantoren mogelijk is haar efficiëntie en effectiviteit van het controleproces wereldwijd te verbeteren. Toch zijn de hebben tot nu toe de pogingen tot harmonisatie nog weinig succes gehad.

De verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van internationale accounting standaarden ligt bij de IFAC via haar International Auditing and Assurance Standards Board (IAASB).

Ethics and international auditing

De morele status van het accountantsberoep is gebaseerd op vertrouwen, dat wordt bepaald door het ethische gedrag van haar leden. Internationaal gezien is het beroep toegewezen aan het ethiekonderwijs van internationale organisaties zoals IFAC. Zo kent het IFAC de IFAC code of ethics for professional accountants.

Additional international auditing issues
 

  • Auditor’s liability

In het algemeen kunnen accountant onderworpen worden aan drie soorten aansprakelijkheid: burgeraansprakelijkheid, strafrechtelijke aansprakelijkheid en professionele sancties. Burgeraansprakelijkheid in van toepassing wanneer accountants niet voldoen aan een contract of aan burgerlijke verplichtingen. Strafrechtelijke aansprakelijkheid is van toepassing wanneer accountant betrokken zijn bij strafbare feiten, bijvoorbeeld het opzettelijk geven van misleidende informatie. Professionele sancties (waarschuwingen en uitsluitingen door professionele instanties) worden opgelegd als accountants handelen in strijd met de regels die voor hun zijn opgesteld door deze professionele instanties.

In geval van burgerlijke aansprakelijkheid kunnen accountants blootgesteld worden aan geschillen geïnitieerd door 1. de klant-onderneming (de andere partij in het contract) of 2. een derde partij (een partij die niet betrokken is bij het oorspronkelijke contract, bijvoorbeeld een aandeelhouder). In landen gelden verschillende regels met betrekking tot de aansprakelijkheid naar derde partijen.

  • Auditor independence

Één van de belangrijkste kenmerken is de onafhankelijkheid van een accountant, vooral de onafhankelijkheid van het management. Dit punt vormt ook een belangrijk onderwerp voor internationaal debat. Toezichthouders in bijvoorbeeld de UK, de USA en sommige andere landen hebben de nadruk gelegd op publieke toezichthoudende instanties om de zaken met betrekking tot accountantsonafhankelijkheid in kaart te brengen. Daarnaast hebben grote accountantskantoren een beleid ontwikkelt waarin de controlefunctie wordt gescheiden van het niet-controle werk (bijvoorbeeld de tax-afdeling) waardoor de onafhankelijkheid kan worden gegarandeerd.

  • Audit committees

Een controlecommissie is een commissie van de bestuursleden die toezicht houden op het financiële verslaggevingproces, inclusief het controleproces. De afgelopen jaren is de aandacht voor controlecommissies sterk gegroeid, omdat zij een belangrijk onderdeel van corporate governance vormen.

In het algemeen zijn controlecommissies verantwoordelijk voor: het monitoren van het financiële verslaggevingproces, het toezicht houden op de interne controlesystemen en het toezicht houden op de interne controle en de onafhankelijke openbare boekhoudkundige functie.

Internal auditing
Interne controle is een onderdeel van accounting die gebruik maakt van de basistechnieken en methoden van controle, het functioneert als een evaluatie activiteit binnen een entiteit. De interne accountant is een persoon van binnen de organisatie. Interne controle helpt de geloofwaardigheid van het zakelijke rapportage systeem te herstellen en te handhaven.

De taken van de interne controle bestaan uit:

  • Herziening van de administratieve organisatie en het interne controlesysteem

  • Onderzoek van de financiële en operationele informatie

  • Herziening van de spaarzaamheid, efficiëntie en effectiviteit van handelingen

  • Herziening van de naleving met wetten, regelgeving en andere externe vereisten maar ook met de naleving van managementbeleid, richtlijnen en andere interne vereisten.

Interne controle kan een belangrijke bijdrage leveren aan het risicomanagement. Één van de belangrijkste taken van de interne controle is het in kaart brengen van risico’s en het verschaffen van zekerheid.

De vraag naar goede interne controle is sterk gegroeid de afgelopen dertig jaar, vooral als gevolg van reglementaire en wettelijke vereisten in veel landen.

Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Image

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Check how to use summaries on WorldSupporter.org


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1317