Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Image

Hoorcollege aantekeningen van Burgerlijk Procesrecht week 1 t/m 3

Week 1

Tijdens het eerste hoorcollege is er een algemeen overzicht geschetst over het burgerlijk procesrecht. Er wordt ingegaan op de terreinverkenning van het burgerlijk procesrecht. Op de vragen zoals:

  • Waar gaat het om?
  • Waar vind je het?

Wordt tijdens deze colleges antwoordt op gegeven. De belangrijkste bron van informatie is het wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Het is de studenten aan te raden om een handigheid te vinden in het vinden van relevante wetten. Verder zijn de arresten van belang voor het bestuderen en het begrijpen van de relevante vraagstukken die betrekkingen hebben op het burgerlijk procesrecht.

Het draait bij het burgerlijk procesrecht om het verwezenlijken van het burgerlijk recht. Er zijn twee hoofdprocedures om te procederen: de dagvaardingsprocedure of de verzoekschriftprocedure. Tijdens zo een procedure procesduren 2 personen tegen elkaar. Het kunnen natuurlijke personen zijn of rechtspersonen die tegen elkaar procesduren. We gaan eerst dagvaardingsprocedure behandelen en daarna zal de verzoekschriftprocedure aanbod komen.

Hoofdprocedure 1 Dagvaardingsprocedure (leidend tot vonnis/arrest):

Een schematisch overzicht van de procedure:

  • in eerste aanleg (eiser – gedaagde/verweerder)
  • in hoger beroep (appellant – geïntimeerde)
  • in cassatie (eiser in cassatie – verweerder in cassatie)

 

De dagvaardingsprocedure wordt gebruikt als er een geschil is tussen partijen. De dagvaarding is gericht aan de wederpartij. Waarbij de eiser zijn eis via de rechter wilt verwezenlijken.

 

Hoofdprocedure 2 Verzoekschriftprocedure (leidend tot beschikking):

Een schematisch overzicht van de procedure:

  • in eerste aanleg (verzoeker – gerekwestreerde / verweerder)
  • in hoger beroep (appellant – geïntimeerde of gerekwestreerde / verweerder in hoger beroep)
  • in cassatie (verzoeker in cassatie – gerekwestreerde / verweerder in cassatie)

 

De verzoekschriftprocedure wordt gebruikt voor civiele zaken waarbij er in beginsel geen geschil tussen partijen is. Het verzoekschrift is gericht aan de rechter. Verder komt in het artikel een vorm van het werkwoord ‘verzoeken’ in voor. Aan deze woorden kan je bepalen of je te maken hebt met een verzoekschriftprocedure. Een voorbeeld van een verzoekschriftprocedure is echtscheiding.

De hoofdinstanties om te kunnen procesduren zijn:

 

  • Eerste aanleg: rechtbank incl. sector kanton
  • Hoger beroep (appel): (gerechts)hof
  • Cassatie: Hoge Raad

 

De hoofdfuncties van het burgerlijk recht zijn:

  • Rechtsverschaffing: recht kunnen halen en rechtsbescherming kunnen genieten.

 

  • Bedreiging: de enkele dreiging van een proces zorgt ervoor dat verplichtingen worden nagekomen. Deze functie is van groot preventief belang.

 

  • Politionele functie: het voorkomen van eigenrichting.

 

  • Rechtsontwikkelingsfunctie: via burgerlijke processen kan de rechter ongeregelde rechtsvragen regelen, open normen in de wet invullen, onduidelijkheden verhelderen en oude wetteksten een actueel relevante betekenis geven

 

  • Rechtseenheidsfunctie: gelijke gevallen gelijk behandelen.

 

De hoofdbeginselen van het vak zijn onder andere:

  • Algemeen zorgvuldigheidsbeginsel: rechters en advocaten dienen zich zorgvuldig te gedragen.

 

  • Ministeriebeginsel: rechters en advocaten moeten aan het ministerie (= hun diensten) verlenen. Ze moeten meewerken met de ministeries.

 

  • Hoor en wederhoor: partijen moeten in voldoende mate de kans krijgen om hun standpunten naar voren te brengen en ze moeten zich kunnen uitlaten over alle bescheiden en gegevens die in de procedure ter kennis van de rechter zijn gebracht. De rechter moet ze in het gelegenheid stellen om hun standpunten mondeling toe te lichten.

 

  • Onafhankelijkheid en onpartijdigheid: rechter moet onafhankelijk en onpartijdig zijn ten opzichte van partijen en individueel tot zijn oordeel kunnen komen. Hij moet zich niet laten beïnvloeden door externe of interne factoren.

 

  • Interne toegankelijkheid: het recht krijgen om naar de rechter te kunnen stappen.

 

  • Openbaarheid: de uitspraken van de rechters zijn openbaar. Om de openbare autonomie te kunnen waarborgen.

 

  • Motiveringsbeginsel: de beslissingen van de rechters moeten gemotiveerd worden.

 

  • Redelijke termijn: onredelijke vertraging moet worden voorkomen. Zie arrest: Capuano/Italië – Eindeloze procedure

 

  • Partijautonomie: de rechter mag de feitelijke gronden niet aanvullen. Als het nodig is mag hij ambtshalve de rechtsgronden aanvullen. Zie de arresten: X/mr. Aerts q.q.- Grondslagfantasie

 

Van Schijndel en van Veen/PVF – Pensioenverplichting en Heesakkers/Voets – Ambtshalve rentegeneuzel.

Procederen al ultimum remedium: -

Een regeling in der minne (schikking): je spreekt met de wederpartij af om niet naar de rechter te stappen

Mediation: partijen zoeken samen naar een oplossing, met hulp van een onafhankelijke mediator (= een derde)

Week 2

In hoorcollege 2 wordt de dagvaardingsprocedure in eerste aanleg behandeld. Globaal zullen de voorfase tot het eindvonnis behandeld.

Het verloop van de dagvaardingsprocedure in eerste aanleg excl. voorlopige voorzieningen en bewijs:

Overzicht

  •  Voorfase ( er wordt onderhandeld of er überhaupt een dagvaardingsprocedure moet komen of niet )
  •  Dagvaarding
  •  Rol en rolbeschikking
  •  Stukken in het geding brengen
  •  Conclusie van antwoord (geen conclusie van eis meer)
  •  Comparitie na antwoord
  •  (Conclusie van repliek)
  •  (Conclusie van dupliek)
  •  (Pleidooi)
  •  (Akten)
  •  (Tussenvonnis)
  •  (conclusies na….)
  •  Eindvonnis

De zaak wordt aanhangig gemaakt vanaf de dag van de uitbrenging van de dagvaarding.

Tijden het proces wordt er gebruik gemaakt van de conclusies en akten nemen.

  • Het Conclusie is een tot de rechter gericht stuk (schriftelijk en soms mondeling) de standpuntbepalingen van de partij zijn hierin geformuleerd en het bevat feitelijke en juridische stellingen die zijn toegelicht en onderbouwd.
  • De Akte is eigenlijk (mini-conclusie). De indiener moet kort van stof zijn.

Op basis van deze stukken wordt het proces gevoerd. De rechter beoordeelt of een stuk een akte of een conclusie is.

 

De gedaagde moet tevens de gelegenheid krijgen om te kunnen reageren op de dagvaarding van de eisende partij.

Dit kan in de conclusie van antwoord. De gedaagde kan in de conclusie van antwoord de dagvaarding:

  • Erkennen: bij een erkenning is de gedaagde het op een bepaald punt eens met de wederpartij
  • Refereren: bij een referte refereert de gedaagde zich aan het oordeel van de rechter
  • Ontkennen: bij een ontkenning is de gedaagde het op een bepaald punt niet eens met de wederpartij. Hij voert op dit punt dan een verweer ( gemotiveerd) *Exceptioneel verweer: een processueel verweer (bijv. Nietigheid dagvaarding) *Principaal verweer: een materieel verweer, de gedaagde gaat inhoudelijk in op de standpunten van de wederpartij.

Verder kan de gedaagde in de conclusie van antwoord kan ook een tegeneis instellen, een eis in reconventie. De eis in reconventie kan alleen in eerste aanleg ingesteld worden.

Nadat de conclusie van antwoord heeft plaatst gevonden last de rechter een ‘comparitie na antwoord in ’ (verschijning van partijen voor de rechter), tenzij hij oordeelt dat de zaak daarvoor niet geschikt is.

 

De functies van comparitie na antwoord:
 

  • Schikking: de rechter kan proberen een schikking te bewerkstelligen. Dit kan hij op
    verzoek van partijen of ambtshalve doen. Als een schikking volgt, is dat het einde van de procedure. De zaak wordt ‘doorgehaald’ op de rol.
     
  • Inlichtingen: de rechter kan partijen verplichten om hem inlichtingen te
    verschaffen (88 RV).
     
  • Instructie: het verkrijgen van duidelijkheid omtrent de vraag hoe de zaak het beste
    kan worden aangepakt. Op grond van deze comparitie kan de rechter bepalen wat hij verder gaat doen.

 

Dictum:

Na de comparitie van antwoord wordt het vonnis van de rechter uitgesproken. Het stukje vanaf ‘Beslissing’ heet dictum. Hierin geeft de rechter in het kort aan wat de uitspraak is.

Voorst zijn er tussenvonnissen en eindvonnissen.

  • Een tussenvonnis betekent niet een afsluiting van de zaak in die instantie,
  • Bij een eindvonnis wordt de zaak wel afgesloten (bijv. toewijzing/afwijzing van de vordering of niet-ontvankelijkheid-/onbevoegdheidverklaring).
  • Bij een gedeeltelijk eindvonnis wordt een bepaalde deel van de zaak afgesloten.

 

Afwijzing vordering:

De rechter kan een vordering op 2 manieren afwijzen. Bij niet-ontvankelijk verklaring van de vordering is er een formeel probleem, bij het ontzeggen van de vordering is er een materieel probleem. De regels die gelden voor de sector civiel gelden voor het grootste deel ook voor de sector kanton. Het belangrijkste verschil is dat partijen bij de kantonrechter in persoon mogen procederen (geen vertegenwoordiging verplicht).

Week 3

In hoorcollege 3 wordt bewijs in dagvaardingsprocedure in eerste aanleg ten principale behandeld. Deze vragen zullen globaal worden behandeld:

  • Wat is bewijzen?
  • Waar bewijsrecht te vinden?
  • Bewijsovereenkomsten
  • Wat te bewijzen?
  • Wie moet bewijzen?

De stelplicht van de partijen houdt in het civiele recht in dat het aan de partijen is om bewijs te leveren van feiten en rechten. Partijen mogen in een bewijsovereenkomst afspraken maken omtrent hun bewijspositie aangezien bewijsrecht regelend recht is. Maar dit recht is niet oneindig.

 

Vermoedens o.b.v. bestaande bewijslastverdeling

Vermoeden is bewijsredenering: uit een vaststaand feit (bijv. bezit) wordt een niet vaststaand feit afgeleid (bijv. eigendom) dit behoudens ontzenuwing van dat bewijs (aannemelijk maken dat bezitter dief is) door tegenbewijs te leveren. Maar tegenbewijs is iets anders dan tegendeelbewijs, zacht vs. hard maken.

Soorten vermoedens:

  • Wettelijk vermoeden (voorbeeld: art. 3:119 BW) uit de wet blijkt dat er iets anders wordt vermoed

 

  • Processueel vermoeden: als de rechter op grond van een bepaald processueel feit (bijv. niet-verschijning of weigering van verklaring), een ander niet-vaststaand feit behoudens tegenbewijs aanneemt.

 

  •  Ander feitelijk vermoeden: tijdens de procedure gestelde en gebleken feiten kunnen voor de rechter een aanleiding zijn om een ander, niet bekend, feit aan te nemen.

 

  •  Jurisprudentieel vermoeden: vermoedens naar ongeschreven recht.

(‘omkeringsregel’) zie gynaecoloog arrest:

 

Inhoud omkeringsregel:

Causaal verband tussen onrechtmatige daad of tekortkoming en het ontstaan van de schade wordt aangenomen, tenzij tegenbewijs wordt geleverd - in zin van aannemelijk wordt gemaakt - dat bedoelde schade ook zonder die gedraging of tekortkoming zou zijn ontstaan.

 

Strekking:

Uitzondering op hoofdregel voor bewijslastverdeling van art. 150 Rv ten gunste van slachtoffer/gelaedeerde.

 

Begrenzingen omkeringsregel:

Alleen van toepassing indien

  • er sprake is geweest van een gedraging in strijd met norm die strekt tot voorkomen van een specifiek gevaar ter zake van het ontstaan van schade.
  • degene die zich op de schending beroept, bij betwisting aannemelijk heeft gemaakt dat in het concrete geval het (specifieke) gevaar waartegen de norm bescherming beoogt te bieden, zich heeft verwezenlijkt.

 

Onder Voorlopige bewijslevering wordt verstaan:

  • Voorlopig getuigenbewijs (art. 186 e.v. Rv)

 

  • Voorlopig deskundigenbericht en voorlopige descente (art. 202 e.v. Rv)

 

Voorlopige voorzieningen in dagvaardingsprocedure en kort geding in eerste aanleg

Schematisch overzicht kort geding:

 

Voorlopige voorziening bij bodemrechter:

Kort geding

-Wat is het?

            Ciba Geigy/Voorbraak (Plantengroeiremmiddel)

-Waar te vinden?

Afwijkende competentieregels

            M’Barek/Van der Vloodt (Geld en kort geding)

-Basistype

  - Dagvaarding

  - Pleidooien

  - Vs

De voorlopige voorziening houdt in dat partijen een incidentele vordering kunnen vorderen bij de rechter. Partijen kunnen conform artikel 233 Rv tijdens een bodemprocedure een voorlopige voorziening vorderen van de rechter. Deze kan alleen gevorderd worden als al een geding aanhangig is gemaakt bij de rechter.

Een kort gedingprocedure wordt door een partij ingesteld als hij een spoedeisend belang heeft bij een uitspraak van de rechter. De rechter in kort geding heet de voorzieningenrechter. In het arrest M’ Barek/ Van der Vloodt staan de rest van de gronden voor het instellen van een voorlopige voorziening in dagvaardingsprocedure.

De rechter kan oordelen dat er geen sprake is van spoedeisend belang, in dat geval wordt de eiser niet- ontvankelijk verklaard. Het kort gedingvonnis kan worden ‘overruled’ door een bodemvonnis een kort gedingprocedure is dus anders dan een bodemprocedure.

 

Verzoekschriftprocedure in eerste aanleg

Schematisch overzicht:

Algemeen

Waar te vinden?

Ongecompliceerde rekestprocedure in eerste aanleg (vgl. dagv.)

Verzoekschriftprocedure    Dagvaardingsprocedure

Verzoekschrift                                    Dagvaarding

Verweerschrift                                   Conclusie van antwoord

Mondelinge behandeling        Comparitie na antwoord

Beschikking                            Vonnis

Verschillen in rechtsingang en in mogelijke toeters en bellen

Overeenkomsten

            X/Y (Non-Salomon)

De verzoekschriftprocedure is in het bijzonder sneller, eenvoudiger, goedkoper en informeler dan een dagvaardingsprocedure. Verstek en verzet bestaan niet in de verzoekschriftprocedure. Omdat, in de verzoekschriftprocedure is er geen tegenpartij aanwezig.

 

Kantonrechter/rechtbank

Het verschil tussen een kantonrechter en rechtbank: bij het kantonrecht is er geen verplichte procesvertegenwoordiging (art. 278 lid 3 Rv vs. art. 282 lid 1). Bij de rechtbank is dat wel verplicht.

 

Image  Image  Image  Image

Access: 
Public

Image

Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Statistics
1028