Hoorcollege 6B: Bestuursrecht, besluitvorming en veiliger verkeer
Korte herhaling van hoorcollege 6a
Een a orgaan is een rechtspersoon krachtens publiekrecht ingesteld. Een b orgaan is een rechtspersoon krachtens privaatrecht ingesteld.
De Nederlandsche Bank is een rechtsorgaan, belast met overheidstaken. Het is een soort toezichthouder op particuliere banken. De Nederlandsche Bank is een b-orgaan.
De APK-keurder is maar voor een heel klein stukje bestuursorgaan. Ook dit is een B-orgaan.
Een A-orgaan is altijd Awb plichtig. Een B-orgaan is alleen bij uitoefening bestuursbevoegdheid Awb plichtig. Dus de APK-keurder is alleen Awb plichtig wanneer hij APK’s doet.
Publiekrechtelijk handelen: besluit
We kennen vier besluiten:
Algemeen verbindend voorschrift (avv): hierin wordt bepaald hoe een bestuursorgaan om moet gaan met een aan haar toegekende bevoegdheid;
Beleidsregels (art. 1:3 lid 4 Awb). De beleidsregel lijkt op een algemeen verbindend voorschrift. Een beleidsregel wordt ook wel een ‘kan’ regel genoemd. “de minister kan iets doen, is hier niet toe verplicht;
Bestuurlijke maatregel
Beschikking: is een besluit in een individueel geval (art. 1:3 lid 2 Awb). Dit staat recht tegenover het algemeen verbindend voorschrift.
Besluit
Kenmerken van een besluit zijn:
Schriftelijke beslissing, dit is een op schrift gestelde bedoeling;
Publiekrechtelijk van aard;
Door een bestuursorgaan;
Rechtshandeling: een beoogd rechtsgevolg.
Het is belangrijk het verschil tussen publiek en privaat rechtelijk besturen. Publiekrechtelijk besturen is door middel van een wetgevende bevoegdheid, privaatrechtelijk besturen is vaak door middel van het eigendomsrecht. Een voorbeeld van privaatrechtelijk handelen is het aanpakken van de riolering. De riolering is eigendom van de gemeente, dus de gemeente kan ook beslissen om die riolering aan te pakken.
Beginselen:
- Legaliteitsbeginsel: er is een wettelijke grondslag vereist voor handelen dat ingrijpt in vrijheiden en eigendommen van burgers (rechtszekerheid)
- Specialiteitsbeginsel (art. 1:2 lid 2 Awb, art. 3:4 lid 1 Awb):
Rechtskader bij privaatrechtelijk optreden
Belangrijk hierbij is het Ikon arrest HR 1987: Ikon heeft in een huis woonruimte gevestigd in Amsterdam. De gemeente Amsterdam is het hier niet mee eens. Ikon vindt dat de gemeente Amsterdam in strijd handelt met het gelijkheidsbeginsel, door niet ook de anderen aan te pakken. De gemeente Amsterdam zegt dan dat ze handelen op privaatrechtelijk handelen en dan niks van doen hebben met het gelijkheidsbeginsel. De Hoge Raad beslist, dat ook al doen ze aan privaatrechtelijk handelen, ze zich alsnog moeten houden aan het gelijkheidsbeginsel.
Wanneer een zwerver in de UB zit en de studenten hier overlast van ervaren, dan wil het bestuur de zwerver er uit zetten. Dit is dan privaatrechtelijk besturen. Het bestuur is eigendom van het gebouw en kan gebruik maken van hun privaatrechtelijke bevoegdheid.
Veiliger verkeer
De EU heeft zich als doel gesteld te zorgen voor veiliger verkeer. Wanneer de gemeente drempels legt op straat, is dit privaatrechtelijk handelen. De gemeente heeft de straat namelijk in eigendom.
Wanneer de regering de A1 wil verbreden: is dit een privaatrechtelijke handeling.
Wanneer de wetgever de wegenverkeerswet wil wijzigen, om op die manier te zorgen voor veiliger verkeer, is dit geen besluit. Een besluit van de wetgever is een wet, de wetgever is geen bestuursorgaan. Ook al wordt er voldaan aan bijna alle eisen van een besluit, het blijft gewoon een wet. Het is namelijk wetgeven en geen besturen.
Algemeen verbindend voorschrift?
Zelfstandig en naar buiten werkend voorschrift;
Voor herhaalde toepassing vatbaar;
Algemeen naar persoon;
Krachtens Grondwet of formele wet bevoegd orgaan.
Beschikking
Een besluit dat geen algemene strekking heeft;
De beschikking is echt een besluit in de zin van art. 1:3 Awb.
De afwijzing van een aanvraag is ook een beschikking (art. 1:3 lid 2 Awb) ook al heeft het geen rechtsgevolg: zoals het afwijzen van de aanvraag van een lening bij DUO. Hier wordt op het tentamen vaak een vraag over gesteld.
Bestuurlijke maatregel
Aanwijzingsbesluiten: een bestuurlijke maatregel is een concretisering van een algemeen verbindend voorschrift naar plaats of tijd. Bijvoorbeeld het plaatsen van een verkeersbord voor een voetgangersgebied. De bestuurlijke maatregel activeert eigenlijk de algemeen verbindend voorschrift. De bestuurlijke maatregel heeft dus geen zelfstandige werking, het heeft altijd een algemeen verbindend voorschrift nodig.
Beleidsregels
Verschillen
Verschillen tussen een algemeen verbindend voorschrift en een beleidsregels zijn: het bestuursorgaan moet van zijn beleidsregel afwijken wanneer het echt niet anders kan (art. 4:84 Awb). Dit kan bij een algemeen verbindend voorschrift niet.
Daarnaast kan een beleidsregel geen bevoegdheden creëren voor zichzelf en in een beleidsregel kunnen niet echte verplichtingen voor de burger worden gecreëerd. Dit kan bij een algemeen verbindend voorschrift allemaal wel.
Handhaving en sancties
Organen kunnen toezichthouden (Hfst. 5:2 Awb) op allerlei verschillende zaken.
Ze hebben verschillende bevoegdheden:
Bij alle bevoegdheden bestaat er een verplichting tot medewerking.
De burgemeester heeft de bevoegdheid, in verband met cafés en restaurants, te controleren op de drank en horeca wet. Ook het college van B&W heeft deze bevoegdheid. Daarnaast wordt er veel gecontroleerd op de naleving van de tabakswet. Wanneer het niet wordt nageleefd, zijn er sancties. Er bestaat een onderscheid tussen herstelsancties en bestraffende sancties.
Voorbeelden van herstelsancties:
Er bestaan twee soorten herstelsancties: last onder bestuursdwang en last onder dwangsom.
Last onder bestuursdwang (art. 5:21 Awb) is het dreigen met feitelijk optreden, bijvoorbeeld een briefje aan een fiets hangen, waarop staat dat de fiets binnen een week verwijderd moet worden, anders doet de gemeente dit.
Een last onder dwangsom is het dreigen met een boete (art. 5:32 Awb). Bijvoorbeeld wanneer iemand permanent in een zomerhuisje woont en dan het bericht krijgt, dat deze persoon binnen een jaar eruit moet anders moet hij een boete betalen.
Voorbeeld van een bestraffende sanctie:
Voor beide sancties bestaat er een wettelijke grondslag op grond van artikel 5:4 Awb.
Daarnaast bestaan er nog de regressieve sancties. Deze soort sancties worden niet in het boek genoemd. Een voorbeeld van een regressieve sanctie is het intrekken van een vergunning.
Back to top
Add new contribution