Werkcollege
Vraag 1 – Beleidsregels Uit het voor deze week voorgeschreven artikel van Feenstra & Tollenaar blijkt dat de ABRvS in oktober 2016 een nieuwe jurisprudentielijn heeft ingezet over de toepassing van beleidsregels.
a. Wat houdt deze nieuwe jurisprudentielijn in?
Nieuwe interpretatie van art. 4:84. Je bent overeenkomst je beleidsregel te handelen, maar als er bijzondere omstandigheden voordoen met betrekking op de belangen van de burger onevenredig worden geraakt moet je van de beleidsregel afwijken.
b. Wat betekent deze nieuwe jurisprudentielijn voor de rechterlijke toetsing van beleidsregels?
Een beleidsregel kan je niet in bezwaar of beroep (art. 8:3 lid 1)
Vraag 2 - Natuurbescherming De Wet natuurbescherming implementeert de Habitatrichtlijn 92/43/EC en bevat onder andere de volgende artikelen: Art. 3.5 Wet natuurbescherming 1. Het is verboden in het wild levende dieren van soorten, genoemd in bijlage IV, onderdeel a, bij de Habitatrichtlijn, bijlage II bij het Verdrag van Bern of bijlage I bij het Verdrag van Bonn, met uitzondering van de soorten, bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn, in hun natuurlijk verspreidingsgebied opzettelijk te doden of te vangen. 2. (…) 3. (…) 4. Het is verboden de voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van dieren als bedoeld in het eerste lid te beschadigen of te vernielen. Art. 3.8 Wet natuurbescherming 1. Gedeputeerde staten kunnen ontheffing verlenen van een of meer van de verboden, bedoeld in de artikelen 3.5 en 3.6, tweede lid, ten aanzien van dieren of planten van daarbij aangewezen soorten, dan wel ten aanzien van de voortplantingsplaatsen, rustplaatsen of eieren van dieren van daarbij aangewezen soorten. 1 2. (…) Gedeputeerde Staten van Noord-Holland publiceren in het Provinciaal Blad regels ter invulling van de bevoegdheden neergelegd in artikel 3.8 Wet natuurbescherming onder vermelding van de volgende overwegingen: Overwegende dat het wenselijk is om vast te leggen op welke wijze uitvoering en invulling wordt gegeven aan de bevoegdheden voortvloeiend uit de hiervoor genoemde artikelen van de Wet natuurbescherming;
a. Wat voor soort besluit zijn de in het Provinciaal Blad gepubliceerde regels van de Gedeputeerde Staten van Noord-Holland?
Beleidsregel
b. In hoeverre zijn deze regels vatbaar voor rechterlijke toetsing door de bestuursrechter? II. Oefenvragen
Beleidsregels kan je niet bij de bestuursrechter aanvechten
Vraag 3 Vertrouwensbeginsel Piet Knotwilg woont in de gemeente Zand en Vee en houdt sinds het jaar 2018 op zijn erf een paardenstal met daarnaast een opslag voor paardenmest. Het College van B&W besluit tot handhaving over te gaan door Piet onder oplegging van een dwangsom te gelasten de mestopslag te verwijderen. Het College voert daartoe aan dat voor het houden van de mestopslag een omgevingsvergunning nodig is, terwijl die nooit door Piet is aangevraagd. Piet komt op tegen de oplegging van de dwangsom door bezwaar te maken bij het College van B&W. Hij verwijst daartoe naar een gespreksverslag van 20 december 2018 waaruit blijkt dat aan hem door ambtenaren van de gemeente is toegezegd dat voor de mestopslag geen vergunning is vereist en dat niet handhavend zal worden opgetreden. In dat gespreksverslag is tevens opgenomen dat de ambtenaren aanwezig waren ‘namens het College van B&W’.
a. Op welk rechtsbeginsel doet de heer Knotwilg een beroep?
Vertrouwensbeginsel
b. Heeft het beroep op dit beginsel naar uw mening kans van slagen?
Amsterdamse dakterras.
Is er sprake van een toezegging --> ja, want ondubbelzinnige en onvoorwaardelijke toezegging
Kan je de toezegging aan het bestuursorgaan toerekenen --> ja, want College van B&W gaf de toezegging en mag er dus op redelijke grond vanuit gaan dat de toezegging daadwerkelijk een toezegging gaf
Dus gerechtvaardigd vertrouwen
Verzet een belangenafweging zich tegen het honoreren van het gerechtvaardigd vertrouwen? --> we gaan daar niet vanuit
Vraag 4 Hommerson De uitspraak Hommerson (ABRvS 9 maart 2016, ECLI:NL:RVS:2016:620) betreft een beroep tegen een exploitatievergunning en een aanwezigheidsvergunning. Ook de verordening met bijbehorende kaart wordt door de bestuursrechter getoetst.
a. Geef van elk van deze documenten aan of, en zo ja, wat voor soort besluiten het zijn in de zin van de Awb.
Vergunningen, dus beschikkingen
b. Welke rechtsnorm wordt in deze uitspraak geformuleerd?
Beginsel van gelijke kansen
c. Van welk beginsel maakt deze rechtsnorm deel uit volgens de ABRvS?
Gelijkheidsbeginsel
d. Op welke wijze toetst de bestuursrechter de verordening met bijbehorende kaart aan de rechtsnorm genoemd in vraag c?
De verordening kan je niet aanvechten bij de bestuursrechter
Add new contribution