Inleiding burgerlijk recht - UL - B1 - Eindtoets 2009 (2)

 

Vragen

Vraag 1

Mevrouw Smoeltjes gaat verhuizen en biedt haar huidige woning te koop aan via een kleine advertentie. De advertentie luidt als volgt: „Te koop aangeboden: mooie landelijk gelegen bungalow, goed onderhouden, vijf kamers, inclusief garage. Vraagprijs: €350.000,- k.k. Tel.nr. op te vragen via de redactie. Bereikbaar na 18.00 uur.“ De heer Voetjes is de eerste die het huis komt bezichtigen. Hij bedankt Smoeltjes na afloop van de bezichtiging en zegt haar zeer geïnteresseerd te zijn. Twee weken later stuurt Voetjes een aangetekende brief naar Smoeljtes met de mededeling dat hij de woning wil kopen voor de vraagprijs zoals vermeld in de advertentie. Na ruim een week niets gehoord te hebben van Smoeltjes, neemt Voetjess telefonisch contact op met Smoeljtes. Zij deelt hem mede dat het huis daags voor zijn telefoontje aan een ander verkocht is. Voetjes stelt zich op het standpunt dat het huis reeds aan hem is verkocht. Is dit standpunt juist?

Vraag 2

Hans koopt bij fokkerij Ronald een renpaard. Afgesproken wordt dat Ronald het paard op 11 april zal afleveren bij Hans. Door drukte komt Ronald aan aflevering van het paard echter niet toe. Het paard staat op 25 april nog altijd bij Ronald als de bliksem in de stallen slaat. Enkele paarden, waaronder het verkochte paard, zijn op slag dood. Hans lijdt hierdoor schade. Het paard kan nu namelijk niet deelnemen aan de belangrijkste race van het seizoen. Hans vordert schadevergoeding van Ronald. Zal een beroep op overmacht door Ronald een kans van slagen hebben?

Vraag 3

Dennis is sinds 1968 eigenaar en exploitant van een hotel in Oman. Op 8 juni 2009 verkoopt hij het in originele staat verkerende hotel aan aannemer en projectontwikkelaar Stan. De koopprijs bedraagt €1.550.000. Stan had bij de bezichtiging van het hotel voorafgaande aan de koop gezien dat in verschillende scheidingswanden asbest is verwerkt. Bij de renovatie van het hotel treft hij in de plafonds nog meer asbest aan. Het verwijderen van het asbest in de plafonds kost €45.000. Stan stelt dat Dennis is tekortgeschoten in de nakoming van de koopovereenkomst, omdat het hotel meer asbest bevatte dan hij bij de bezichtiging had gezien. De verplichting van Dennis het hotel te leveren zonder asbest vloeit volgens Dennis voort uit artikel 10 van de overeenkomst dat luidt: 'Het is de verkoper niet bekend dat zich in het registergoed asbesthoudende materialen bevinden'.

a. Aan de hand van welke maatstaf moet artikel 10 worden uitgelegd?

b. Noem twee omstandigheden die in deze casus van belang zijn voor de uitleg van de bepaling in artikel 10.

Vraag 4

Jan is eigenaar en uitbater van bar-dancing De Steen, gelegen in Leiden. Burgemeester en wethouders van Leiden verplichten hem te voorzien in een extra brandladder, zodat bezoekers die zich op de etages van de bar-dancing bevinden, in geval van brand snel kunnen worden geëvacueerd. Jan geeft diezelfde dag aan aannemer Winst B.V. opdracht tot het plaatsen van de extra brandladder. Hendrik, een werknemer van Winst B.V., bevestigt de trap met vier keilbouten aan de buitengevel van de bar-dancing. Een week later komt Hein, een gemeenteambtenaar, de extra brandladder controleren. Zodra Hein op de ladder staat, breekt deze los van de muur. Hein stort naar beneden. Aan het ongeval houdt hij ernstig hoofdletsel en twee gebroken armen over. Vast staat dat de ladder, in strijd met van toepassing zijnde veiligheidsvoorschriften, slechts met vier in plaats van met acht keilbouten aan de muur was bevestigd.

a. Wie is/zijn jegens Hein aansprakelijk voor zijn letselschade?

Als gevolg van een tekort aan zogenoemde rode bloedplaatsjes bij Hein en een daarmee samenhangend langzamer genezingsproces, duurt de ziekenhuisopname van Hein twee maanden langer dan gebruikelijk is.

b. Stel: Hendrik is aansprakelijk jegens Hein. Komen de kosten van het extra lange verblijf in het ziekenhuis voor vergoeding in aanmerking?

Vraag 5

Dylan is zijn skivaardigheden aan het bijspijkeren op een overdekte skibaan. Terwijl hij op zijn ski’s van de helling komt, hoort hij boven zich een hoop geschreeuw van Cees, die te hard gaat en dus de controle over zijn snowboard verliest. Dylan wordt door Cees onderuit gehaald. Dylan breekt daarbij zijn sleutelbeen. Dylan wil zijn schade verhalen op Cees. Het staat vast dat Cees zich niet heeft gehouden aan de regel dat de snelheid waarmee een boarder van de helling komt, moet zijn aangepast aan zijn vaardigheid op de piste. Hoe wordt getoetst of Cees zich al dan niet zorgvuldig heeft gedragen? Besteed in uw antwoord aandacht aan het Natrappen-arrest.

Vraag 6

Patrick exploiteert een schoonmaakbedrijf. Op een dag is een van zijn industriële stofzuigers defect. Patrick laat de stofzuiger herstellen door Schoon B.V., die daarvoor €3.500,- in rekening brengt. Patrick heeft echter te weinig geld om de rekening van Schoon BV te kunnen betalen. Mag Schoon BV aan Patrick afgifte van de herstelde stofzuiger weigeren totdat de vordering is voldaan?

Vraag 7

Patrick vraagt aan Schoon BV of deze bij wijze van betaling akkoord gaat met de overdracht van de vordering van €3.500,- die Patrick heeft op fietsenhandelaar Simons, wegens door Patrick verrichte schoonmaakwerkzaamheden. Schoon BV gaat akkoord en op 13 augustus tekenen partijen een akte van cessie. Op 15 augustus verzenden Schoon BV en Patrick een schriftelijke mededeling van deze (openbare) cessie aan Simons. Deze brief wordt op 17 augustus bij Simons bezorgd. Intussen is Patrick op 16 augustus failliet verklaard. Behoort de vordering tot de failliete boedel van Patrick?

Vraag 8

Barobank heeft een hypotheekrecht op het bedrijfsgebouw van schoonmaakbedrijf Patrick. In dat bedrijfsgebouw staat een verplaatsbare generator die door Patrick wordt gebruikt om zijn industriële stofzuigers op te laden. De Barobank meent dat zijn hypotheekrecht zich mede uitstrekt tot deze generator. Is dit standpunt van Barobank juist?

Vraag 9

Richard, van beroep pianodocent aan het conservatorium, is op huwelijkse voorwaarden getrouwd met Annette, werkzaam als advocaat-partner bij een groot kantoor. Op een dag ziet Richard een prachtige concertvleugel uit 1922 te koop staan voor €25.000. Hij is van het instrument bijzonder gecharmeerd en koopt de vleugel op afbetaling. Richard geeft vanaf dat moment op deze vleugel les aan zijn conservatoriumstudenten.

  1. Is Annette aansprakelijk voor de door Richard aangegane schuld?

  2. Kan Annette deze koop op afbetaling aantasten?

Vraag 10

Huub en Inez zijn getrouwd in gemeenschap van goederen. Hun gezamenlijke vermogen bedraagt €600.000. Inez heeft twee zoons uit een eerder huwelijk (Achmed en Simon), waarvan er 1 (Achmed) verslaafd is aan drugs. Inez heeft bij testament Achmed onterfd. Zij heeft haar man en Simon tot erfgenamen benoemd. Bij een tragisch verkeersongeval komt Inez om het leven. Kan Achmed enige aanspraak maken op de nalatenschap, en zo ja, voor hoeveel?

Antwoordindicatie

Vraag 1

Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan aldus artikel 6:217 lid 1 BW. De vraag in deze casus is echter of de advertentie wel kan worden gezien als een aanbod. Het arrest Hofland/Hennis biedt hier uitkomst. In dit arrest ontstond er ook een geschil over de verkoop van een huis op basis van een advertentie in de krant. De Hoge Raad formuleerde in dit arrest een nieuwe regel met betrekking tot de uitleg van een advertentie. De Hoge Raad overweegt:

„Een advertentie waarin een bepaalde zaak voor een bepaalde prijs te koop wordt aangeboden, leent zich in beginsel er niet toe door eventuele gegadigden anders te worden opgevat dan als een uitnodiging om in onderhandeling te treden.“

Dit principe kan ook worden toegepast op deze casus. De advertentie van mevrouw Smoeltjes kan dan niet worden beschouwd als een aanbod maar als een uitnodiging tot het doen van een aanbod of om in onderhandeling te treden. Het standpunt van Voetjes is dus onjuist. Smoeltjes heeft nog geen aanbod gedaan en de bevestiging van de verkoop door Voetjes brengt dus geen overeenkomst tot stand.

Vraag 2

In casu kan Ronald geen beroep op overmacht doen. Artikel 6:84 BW bepaalt namelijk dat de crediteur er geen nadeel van mag ondervinden als de debiteur niet presteert. Dit artikel bepaalt dus een risico-omslag bij verzuim. Het artikel luidt:

„Elke onmogelijkheid van nakoming, ontstaan tijdens het verzuim van de schuldenaar en niet toe te rekenen aan de schuldeiser, wordt aan de schuldenaar toegerekend; deze moet de daardoor ontstane schade vergoeden, tenzij de schuldeiser de schade ook bij behoorlijke en tijdige nakoming zou hebben geleden.“

Als Ronald dus in verzuim was ten tijde van het intreden van de overmacht situatie zal hij de schade dus moeten dragen. De vraag die nog wel beantwoord moet worden is of Ronald ook echt in verzuim was. Artikel 6:83 bepaalt dat voor verzuim een ingebrekestelling nodig is. Artikel 6:84 BW geeft hierop echter een aantal uitzonderingen. In deze casus is artikel 6:83 sub a BW van toepassing welke bepaalt dat als er een bepaalde datum geprikt is voor de overdracht of levering van een product en deze wordt overschreden een ingebrekestelling niet nodig is. Ronald was dus in verzuim en een beroep op overmacht kan derhalve op basis van artikel 6:84 BW niet slagen.

Vraag 3a

Aan de hand van de goede trouw als in artikel 3:11 BW, aldus het arrest Van Geest/Nederlof.

Vraag 3b

  1. De eerste vraag is of Dennis op de hoogte was van de asbest in het plafond. Als dit niet het geval was, was er sprake van wederzijdse dwaling. Dit is omschreven in artikel 6:228 lid 1 sub c BW:

  2. “Een overeenkomst die is tot stand gekomen onder invloed van dwaling en bij een juiste voorstelling van zaken niet zou zijn gesloten, is vernietigbaar:

  3. c. indien de wederpartij bij het sluiten van de overeenkomst van dezelfde onjuiste veronderstelling als de dwalende is uitgegaan, tenzij zij ook bij een juiste voorstelling van zaken niet had behoeven te begrijpen dat de dwalende daardoor van het sluiten van de overeenkomst zou worden afgehouden.”

  4. Als hij hiervan wel op de hoogte was dan had hij wellicht een spreekplicht zoals omschreven in het arrest van Geest/Nederlof:

„Wanneer een partij voor de totstandkoming van een overeenkomst aan de wederpartij bepaalde inlichtingen had behoren te geven ten einde te voorkomen dat de wederpartij zich omtrent het betreffende punt een onjuiste voorstelling van zaken zou maken, zal de goede trouw zich in het algemeen ertegen verzetten dat eerstgenoemde partij ter afwering van een beroep op dwaling aanvoert dat de wederpartij het ontstaan van de dwaling aan zichzelf heeft te wijten. (…) Dat die regel juist ertoe strekt ook aan een onvoorzichtige koper bescherming te bieden tegen de nadelige gevolgen van dwaling veroorzaakt door het verzwijgen van relevante gegevens.”

Vraag 4a

Jan op basis van 6:174 BW

Winst B.V. op basis van 6:170 BW

Hendrik op basis van 6:162 BW

Als gevolg van een tekort aan zogenoemde rode bloedplaatsjes bij Hein en een daarmee samenhangend langzamer genezingsproces, duurt de ziekenhuisopname van Hein twee maanden langer dan gebruikelijk is.

Vraag 4b

Ja, deze kosten komen zeker voor vergoeding in aanmerking. Van belang hierbij is de uitspraak van de Hoge Raad in het arrest Renteneurose. In deze zaak ging het om een man die werd neergeslagen met een wapenstok. Hij ondervond hier fysiek en psychisch letsel van. De politieman die hem sloeg was aansprakelijk voor de geleden schade. De vraag ontstond echter of hij ook aansprakelijk was voor de schade zodra deze ernstiger zijn en langer duren dan in de normale lijn van verwachtingen ligt doordat het slachtoffer een neurotische behoefte tot schadevergoeding had. De Hoge Raad oordeelde dat dit wel degelijk toerekenbaar is aan de veroorzaker van de onrechtmatige daad. De Hoge Raad beoordeelt dat de betreffende agent in theorie het risico heeft genomen een slachtoffer met deze aandoening aan te treffen, waardoor een in casu hogere schadevergoeding gerechtvaardigd is. Deze regel is ook van toepassing op bovenstaande casus en dus kan Hendrik aansprakelijk zijn voor de extra kosten.

Vraag 5

Binnen een sportsituatie zullen er zwaardere eisen worden gesteld aan de onrechtmatigheid of lichtere zorgvuldigheidsnormen gelden dan buiten de sport- of spelsituatie. Algemeen wordt aangenomen dat risicoschepping een wezenlijk onderdeel van de activiteiten in het kader van sport en spel vormt. De Hoge Raad geeft dan ook in het arrest Natrappen aan:

“De vraag of de deelnemer aan een sport als voetbal onrechtmatig heeft gehandeld door een gedraging waardoor aan een andere deelnemer letsel is toegebracht moet minder spoedig bevestigend worden beantwoord dan wanneer die gedraging niet in het kader van de sportbeoefening zou hebben plaatsgevonden. De deelnemers aan een sport als voetballen hebben tot op zekere hoogte gevaarlijke gedragingen waartoe het spel uitlokt over en weer van elkaar te verwachten, terwijl gedragingen die een overeenkomstig gevaar in het leven roepen, buiten het kader van de sport door de deelnemers aan het maatschappelijk verkeer als regel niet van elkaar behoeven te worden verwacht en mede daarom veelal niet aanvaardbaar zijn. Niet reeds het enkele overtreden van de spelregels, waaronder regels ter bescherming van de veiligheid van de spelers, is onrechtmatig. Wel is de overtreding van een spelregel een factor die meeweegt bij de beoordeling van de onrechtmatigheid.”

Deelnemers aan sporten en spelen weten normaalgesproken dat er bepaalde risico's aan hun activiteiten zijn verbonden en aanvaarden deze risico's tot op zekere hoogte. Dit zal mee worden genomen in de toets naar het gedrag van Cees.

Vraag 6

Schoon BV kan afgifte van de stofzuiger weigeren op basis van de exceptio non adimpleti contractus zoals omschreven in artikel 6:262 lid 1 BW. Dit artikel luidt:

“Komt een der partijen haar verbintenis niet na, dan is de wederpartij bevoegd de nakoming van haar daartegenover staande verplichtingen op te schorten.“

Aan de volgende vereisten moet worden voldaan:

  • Wederkerige overeenkomst

  • De vordering is opeisbaar

  • Niet-nakoming door de wederpartij

  • Deze niet-nakoming berust niet zelf al op een opschorting

  • De geschonden verbintenis en de verbintenis die de schuldeiser wil opschorten staan tegenover elkaar

Aan al deze vereisten is voldaan dus Schoon BV kan afgifte van de stofzuiger weigeren.

Vraag 7

Voor een geldige cessie worden de vereisten omschreven in artikel 3:94 lid 1 BW. Het gaat om een akte van cessie en een mededeling daarvan aan de debiteur. Voor de vereisten aan een akte van cessie zijn artikel 3:94 en het arrest De Liser de Morsain/Rabobank van belang. Bij de mededeling  van een dergelijk document gaat de wetgever in het algemene deel van Boek 3 BW uit van en genuanceerde ontvangsttheorie.

Artikel 3:37 lid 3 luidt:

“Een tot een bepaalde persoon gerichte verklaring moet, om haar werking te hebben, die persoon hebben bereikt. Nochtans heeft ook een verklaring die hem tot wie zij was gericht, niet of niet tijdig heeft bereikt, haar werking, indien dit niet of niet tijdig bereiken het gevolg is van zijn eigen handeling, van de handeling van personen voor wie hij aansprakelijk is, of van andere omstandigheden die zijn persoon betreffen en rechtvaardigen dat hij het nadeel draagt.“

De cessie is dus pas compleet op 17 augustus wanneer de brief bij Simons wordt bezorgd. De vordering valt dus binnen de failliete boedel van Patrick.

Vraag 8

Artikel 3:4 BW bepaalt:

“Al hetgeen volgens verkeersopvattingen onderdeel van een zaak uitmaakt, is bestanddeel van die zaak.“

De vraag die hier dus moet worden beantwoord is of de verplaatsbare generator deel uitmaakt van het gebouw. Hierop kan het arrest Depex/Curatoren Bergel een antwoord bieden. Het komt aan op de vraag, wat de verkeersopvatting ten aanzien van de relatie tussen gebouw en installatie/machine meebrengt. De Hoge Raad overweegt in het arrest:

“Het gaat in gevallen als het onderhavige om beantwoording van de vraag of apparatuur en gebouw naar verkeersopvatting te zamen als een zaak moet worden gezien. Wanneer gebouw en apparatuur in constructief opzicht specifiek op elkaar zijn afgestemd, ligt hierin een aanwijzing voor een bevestigende beantwoording van die vraag.
Hetzelfde geldt wanneer het gebouw uit een oogpunt van geschiktheid als fabrieksgebouw – gebouw dienende tot het huisvesten van een produktie-inrichting – bij ontbreken van de apparatuur als onvoltooid moet worden beschouwd. Bij het aanleggen van deze laatste maatstaf komt het niet aan op de functie welke de apparatuur (eventueel) vervult in het produktieproces.“

In casu zal de generator naar mijn mening geen deel uitmaken van het gebouw. Uit de casus blijkt niet dat het gebouw op de generator is afgestemd of dat het gebouw zonder de genrator niet als fabrieksgebouw kan dienen. Het standpunt van Barobank is dan dus onjuist.

Vraag 9a

Artikel 1:93 lid 1 BW luidt: “Van het ogenblik der voltrekking van het huwelijk bestaat tussen de echtgenoten van rechtswege algehele gemeenschap van goederen, voor zover daarvan bij huwelijkse voorwaarden niet is afgeweken”. Artikel 1:94 lid 2 voegt daaraan toe dat dit ook alle schulden bevat. Bij het huwelijk van Annette en Richard is er echter wel afgeweken door middel van huwelijkse voorwaarden. De casus geeft niets aan me betrekking tot de inhoud van deze voorwaarden maar er kan vanuit worden gegaan dat de vermogens van deze twee echtelieden zijn gescheiden en dat Annette dus niet aansprakelijk is.

Vraag 9b

Nee, Annette kan deze koop niet aantasten. Artikel 1:88 bepaalt in lid 1 sub d dat er voor een koop op afbetaling toestemming van de echtgenoot geldig is tenzij deze aankoop uitsluitend of hoofdzakelijk is ten behoeve van de uitoefening van zijn beroep of bedrijf. Aangezien Richard pianodocent is en zijn leerlingen lesgeeft op deze vleugel zal de aankoop onder deze exceptie vallen en kan Annette de aankoop niet aantasten. Dit is een regel van dwingend recht en zal dus niet door de huwelijkse voorwaarden kunnen worden aangetast.

Vraag 10

Achmed kan inderdaad aanspraak maken op een deel van de erfenis. Kinderen hebben namelijk een speciale positie en hebben altijd recht op een deel van de erfenis van hun ouders aldus artikel 4:63 BW. Artikel 6:64 lid 1 geeft aan dat de legitieme portie de helft bedraagt van de waarde waarover de legitieme porties worden berekend, gedeeld door het aantal in artikel 10 lid 1 onder a genoemde, door de erflater achtergelaten personen. Dit komt voor Achmed neer op 100.000 euro. Achmed zal hier echter wel pas aanspraak op kunnen maken als Huub ook is overleden.

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:
Activity abroad, study field of working area:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
2810 1