Inleiding Staats- en Bestuursrecht - UU - Werkgroepopdrachten 2016/2017 - Week 7

MC-vragen

Vraag 1

Welke gerechten behoren tot de rechterlijke macht?

  1. Rechtbanken, Gerechtshoven en Hoge Raad;
  2. Rechtbanken, Centrale Raad van Beroep en College van Beroep voor het bedrijfsleven;
  3. Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Centrale Raad van Beroep en College van Beroep voor het bedrijfsleven;
  4. Gerechtshoven, Hoge Raad, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Vraag 2

Beoordeel de juistheid van de volgende stellingen:

  1. Voor het bepalen van de bevoegdheid van de burgerlijke rechter is het fundamentum petendi (de aard van de rechtsbetrekking) doorslaggevend.
  2. Leden van de rechtelijke macht met rechtspraak belast worden door de ministerraad voor het leven benoemd.

 

  1. Beide stellingen zijn juist.
  2. Beide stellingen zijn onjuist.
  3. Alleen stelling I is juist.
  4. Alleen stelling II is juist.

Vraag 3

Welke van de onderstaande beweringen is juist?

  1. In het Arbeidskostenforfait-arrest overwoog de Hoge Raad dat de rechter nimmer rechtsvormend mag optreden, indien belangrijke keuzes van rechtspolitieke aard moeten worden gemaakt.
  2. In het Arbeidskostenforfait-arrest overwoog de Hoge Raad dat de rechter rechtsvormend mag optreden, indien voldoende duidelijk uit het stelsel van de wet blijkt hoe dit dient te geschieden.
  3. In het Harmonisatiewet-arrest overwoog de Hoge Raad dat het Statuut geen aanknopingspunt bevat om toetsing van de wet aan het Statuut open te stellen.
  4. In het Harmonisatiewet-arrest overwoog de Hoge Raad dat artikel 120 Grondwet enkel een toetsingsverbod van wetten aan de Grondwet inhoudt.

Vraag 4

In het Harmonisatiewetarrest:

  1. oordeelde de Hoge Raad dat het toetsingsverbod van artikel 120 Grondwet ruim moet worden uitgelegd
  2. sloot de Hoge Raad uit dat algemeen verbindende voorschriften aan fundamentele rechtsbeginselen kunnen worden getoetst.
  3. oordeelde de Hoge Raad dat het toetsingsverbod van artikel 120 Grondwet restrictief moet worden uitgelegd.
  4. sloot de Hoge Raad uit dat algemeen verbindende voorschriften aan het Statuut kunnen worden getoetst.

Vraag 5

Welke van de onderstaande beweringen met betrekking tot de rechterlijke onafhankelijkheid is juist?

  1. De leden van de rechterlijke macht met rechtspraak belast worden bij koninklijk besluit benoemd en ontslagen.
  2. De wetgever mag bepalen dat leden van de rechterlijke macht met rechtspraak belast niet werkelijk voor het leven worden benoemd, maar op een bepaalde leeftijd worden ontslagen.
  3. De leden van de rechterlijke macht met rechtspraak belast kunnen door de wetgever worden geschorst.
  4. De Grondwet ruimt in de benoemingsprocedure voor leden van de rechterlijke macht met rechtspraak belast geen enkele plaats in voor de Tweede of Eerste Kamer

Open vragen

Vraag 1

Het Benthem-arrest van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft grote gevolgen gehad voor (de inrichting van) het stelsel van de rechtsbescherming tegen de overheid.

  1. Waarom diende de Friese garagehouder Benthem een klacht in bij de toenmalige Europese Commissie voor de Rechten van de Mens in Straatsburg?
  2. Leg aan de hand van het Benthem-arrest uit dat het ook in het bestuursrecht vaak gaat om het vaststellen van burgerlijke rechten en verplichtingen in de zin van artikel 6 EVRM.
  3. Leg aan de hand van het Benthem-arrest uit dat administratief beroep wel een alternatief voor bezwaar kan zijn, maar niet voor beroep bij de bestuursrechter.

Vraag 2

De Evangelische Vereniging Doetinchem (EVD) heeft een busje met een aanhangwagen langs de openbare weg staan. Op de aanhangwagen staat een groot bord met het opschrift:
“Jezus Leeft”. Het geheel is op een opzichtige wijze geparkeerd, midden op een rotonde, zodat de boodschap door iedereen die daar passeert, gezien wordt. Met gebruikmaking van artikel 170 Wegenverkeerswet 1994 (WVW) wordt het busje namens het college van burgemeester en wethouders (hierna: het college) van Doetinchem weggesleept, omdat gevreesd wordt dat het de veiligheid op de openbare weg in het gevaar brengt. De EVD is woest en haar advocaat voert, na tevergeefs bezwaar te hebben gemaakt bij het college, in de procedure voor de bestuursrechter aan dat artikel 170 WVW in strijd is met hun recht op godsdienstvrijheid zoals neergelegd in artikel 6 van de Grondwet. Artikel 170 WVW houdt volgens hem ten onrechte geen rekening met groepen die hun religieuze overtuiging op deze manier te berde willen brengen. De advocaat dringt er derhalve bij de bestuursrechter op aan om artikel 170 WVW
 m deze reden buiten toepassing te verklaren.

Hoe groot acht u de kans dat de bestuursrechter daartoe overgaat?

Vraag 3

In de Marktverordening Utrecht 2014 zijn de volgende bepalingen opgenomen:
Artikel 6 Standplaatsvergunning
1. Het is verboden om een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college.
2. Het is verboden op het marktterrein te handelen zonder vergunning.

Artikel 7 Vereisten voor het toekennen van een standplaats
Voor toewijzing van een standplaats komt alleen een handelingsbekwaam natuurlijk persoon in aanmerking die:

  • de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt,
  • een aanvraag voor een vergunning bij het college heeft ingediend,
  • een aansprakelijkheidsverzekering voor zijn marktbedrijf heeft en
  • in Nederland werk mag verrichten.

Dirk Pieters is opgegroeid op een boerderij. Hij is 19 jaar en studeert in Utrecht. Om wat bij te verdienen wil hij graag op zaterdag een standplaats op de markt innemen, waar hij dan producten van de boerderij van zijn ouders wil verkopen: kaas, eieren en andere ambachtelijke producten. Hij dient bij het college van burgemeester en wethouders een aanvraag in voor een standplaatsvergunning, maar krijgt na 6 weken een brief waarin zijn aanvraag wordt afgewezen omdat er geen ruimte meer is op de markt voor een extra kraam.

a. Welke stap dient Dirk Peters eerst te ondernemen voordat hij naar de bestuursrechter kan?

b. Geef tot in hoogste bestuursrechterlijke instantie aan hoe Dirk Peters vervolgens kan procederen.

Na enige tijd krijgt Dirk Peters te horen dat er ruimte is vrijgekomen op de markt en dat hij een nieuwe aanvraag kan indienen. Dan ziet hij tot zijn schrik dat drie weken daarvoor de Marktverordening is gewijzigd. In de nieuwe verordening staat dat de minimumleeftijd voor een standplaatsvergunning 21 jaar is. Nu komt hij dus nog steeds niet in aanmerking voor een
vergunning. Dirk vindt de aanpassing van de verordening belachelijk. Volgens hem is het leeftijdsdiscriminatie en is er geen enkele reden om een hogere leeftijdsgrens te hanteren. Hij
wil de verordening bij de rechter aanvechten.

c. Bij welke rechter kan Dirk Pieters in beroep tegen de wijziging in de Marktverordening?

Vraag 4

Actueel met betrekking tot het stelsel van bestuursrechtelijke rechtsbescherming is dat in het regeerakkoord ‘Bruggen slaan’ de volgende passage is opgenomen: ‘De Raad van State wordt
gesplitst in een rechtsprekend deel en een adviserend deel. Het rechtsprekende gedeelte wordt samengevoegd met de Centrale Raad van Beroep (CRvB) en het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBB).’ In een brief van 26 juni 2014 (Kamerstukken II 2013/14, 29279, nr. 200) heeft het kabinet duidelijk gemaakt hoe het invulling wil geven aan het hierboven genoemde regeerakkoord (vergelijk ook Kamerstukken II 2014/15, 29279, nr. 220).

  1. Bestudeer deze brief en geef in uw eigen bewoordingen weer op welke wijze de plannen van het kabinet bijdragen aan een meer overzichtelijker en onafhankelijker stelsel van bestuursrechtelijke rechtsbescherming.
  2. Wat betreft het streven om het stelsel van bestuursrechtelijke rechtsbescherming meer overzichtelijker te maken presenteert het kabinet één oplossing. Welke andere oplossingen zijn er te bedenken, en motiveer daarbij welke uw voorkeur heeft.

Antwoordindicatie MC-vragen

  1. B

  2. B

  3. B

Antwoordindicatie Open vragen

Vraag 1

  1. Meneer Benthem diende een klacht in bij het toenmalige Europese Commissie voor Rechten van de Mens in Staatsburg omdat als hij zijn tankstation zou verliezen hij failliet zou gaan en ook vond hij dat er een schendig van artikel 6 lid 1 EVRM plaatsvond. Zijn zaak was niet gehoord door een onpartijdig tribunaal. (gerechtelijke organen)

  2. Volgens het Benthem-arrest kan het in het bestuursrecht ook vaak gaan om het vaststellen van burgerlijke rechten en verplichtingen in de zin van artikel 6 EVRM omdat die manier worden bepaald welke rechter bevoegd is tot het bekijken van de zaak. In het Benthem-arrest is die afweging, volgens Benthem, niet juist gemaakt. Niet de aard van het geschil (fundamentum petendi) is doorslaggevend maar het object van het geschil (objectum litis) is hier de vergunning, hij heeft de vergunning om zijn eigendom zo te kunnen gebruiken zoals hij dat wil (in de vorm van het lpg-station) de vergunning heeft een vermogensrechtelijk karakter, dus kan hij ook de vergunning overdragen als iemand zijn lpg-station overneemt (privaatrechtelijk karakter). Aard van het geschil is niet vaststellen van burgerlijk recht, maar het object van het geschil wel.

  3. Administratief beroep kan wel een alternatief zijn voor een bezwaar omdat er bij een administratief beroep een heroverweging plaatsvindt bij een ander bestuursorgaan, vaak hoger bestuursorgaan. Bij een bezwaar vindt er ook een heroverweging plaats alleen dan bij hetzelfde bestuursorgaan. Administratief beroep mag alleen plaatsvinden als blijkens de wettelijke regeling blijkt dat er administratief beroep ingesteld mag worden. Een beroep wordt behandeld door alleen de bestuursrechter, die wordt geacht alleen de rechtmatigheid van het aangevallen besluit te beoordelen. Een bezwaar en een administratief beroep worden dus allebei behandeld door een bestuursorgaan en een beroep wordt behandeld door een bestuursrechter. Daarom kan een administratief beroep geen alternatief zijn voor een beroep en wel voor een bezwaar.

Vraag 2

Artikel 170 WVW luidt als volgt: “Tot de bevoegdheid van burgemeester en wethouders tot oplegging van een last onder bestuursdwang als bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet, behoort de bevoegdheid tot het overbrengen en in bewaring stellen van een op een weg staand voertuig, indien met het voertuig een bij of krachtens deze wet vastgesteld voorschrift wordt overtreden en bovendien verwijdering van het voertuig noodzakelijk is in verband met

  1. het belang van de veiligheid op de weg, of

  2. het belang van de vrijheid van het verkeer, of

  3. het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen.”

Artikel 6 GW luidt als volgt: “Ieder heeft recht zijn godsdienst of levensovertuiging, individueel of in gemeenschap met anderen, vrij te belijden, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.

Artikel 170 WVW in strijd met art. 6 GW, de rechter mag volgens art. 120 GW een formele wet niet toetsen aan de grondwet. Dus de rechter kan hier niet over oordelen. Als het had gestaan dat art. 170 WVW in strijd was geweest met art. 9 EVRM dan had volgens art. 94 GW wel door een rechter getoetst kunnen worden. Formele wet mag wel aan het EVRM getoetst worden.

Vraag 3

a. Dirk Peters moet een bezwaar indienen bij het bestuursorgaan wat zijn aanvraag heeft afgewezen. Art. 7:1 lid1 Awb.

  1. Binnen 6 weken bezwaar indienen door een bezwaarschrift te schrijven naar de overheidsinstantie. Daarna krijg je vaak een bevestiging dat je bezwaar in behandeling is genomen.
  2. Als het bezwaar door de overheidsinstantie ongegrond wordt verklaard, kan je in beroep gaan. Hiervoor moet je een beroepsschrift binnen 6 weken indienen. Hierna krijg je een bevestiging dat je beroepschrift is ontvangen en dat je griffierecht moet betalen.
  3. Hierna vindt de zitting plaats
  4. Als het conflict tijdens de zitting niet wordt opgelost kan de rechter uitspraak doen. De rechter doet direct aan het einde van de zitting mondeling uitspraak, of schriftelijk binnen zes weken na de zitting.
  5. Uitspraak waar je het niet mee eens bent, kan je in hoger beroep gaan bij Raad van State, tenzij een andere hoger beroepsrechter bevoegd is ingevolge hoofdstuk 4.

8:1 Awb, tegen besluit kan je in beroep gaan -> eerste aanleg bij de Rechtbank
Hoofdregel is dat je eerst naar de rechtbank gaat, tenzij er een andere bestuursrechter in eerste aanleg is bevoegd hoofdstuk 2 bijlage 2 (H2B2).

b. Daarna kan je in hoger beroep gaan bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, tenzij een andere hogere bestuursrechter bevoegd is volgens hoofdstuk 4. Art. 8:105 AWB

  1. Van belang is dat de marktorganisator (de rechtspersoon) niet kan worden aangemerkt als bestuursorgaan in de zin van de Awb. Hieruit vloeit voort dat een beslissing van de marktorganisator, bijvoorbeeld met betrekking tot de toewijzing van marktplaats, ook geen besluit is in de zin van de Awb. Derhalve kan hiertegen geen bezwaar of beroep worden ingesteld, maar moet men zich bij een geschil tot de burgerlijke rechter/civiele rechter. (vangnetrechter) Het betreft geen bestuursrechtelijke zaak meer, omdat het gaat om een privaatrechtelijk geschil  hij beroept zich op een burgerlijk recht.  objectum litis (Guldenmond/Noordwijkerhout). Eerst kijken kan hij bij de bestuursrechter terecht en daarna kijken of hij bij de burgerlijke rechter terecht kan. (objectum litis). Bv. het is een AVV (Algemeen Verbindende Voorschriften) dus hij kan niet naar de bestuursrechter, dus hij is aangewezen op de bestuursrechter.
  2. Is de marktverordening een besluit in de zin van de Awb? Zie Art. 1:3 Awb:
  3. schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan (art. 1:1 Awb), publiekrechtelijke rechtshandeling.
  4. markt ordening is schriftelijk, verordening door de gemeenteraad (bestuursorgaan), wijziging in de marktverordening dus het is een rechtshandeling die publiekrechtelijk is --> eenzijdig besluit, bevoegdheid van de gemeenteraad om gemeentelijke verordeningen vast te stellen  --> dus het is een besluit in de zin van de Awb. Zolang je belanghebbend bent bij dit besluit, kan je dan dus procederen bij de bestuursrechter --> is niet het geval 8:1 Awb --> uitzonderingen art. 8:3 lid 1 sub a, dit geld niet voor Algemeen Verbindende Voorschriften (AVV).

c. Beroep is niet mogelijk. Op grond van Art. 8:3 lid 1 sub a kan hij niet in beroep bij de bestuursrechter, dus Dirk Pieters kan zich tot de burgerlijke rechter richten en zeggen dat er sprake is van een onrechtmatige daad (Guldenmond/Noordwijkerhout) objectum litis leer.

Vraag 4

  1. Striktere scheiding tussen de afdelingen. Hoe minder van de hoogste bestuursrechters je hebt hoe overzichtelijker het wordt. (Kleyn-arrest  als iemand bij de advisering betrokken is geweest, mag hij nooit betrokken worden bij de rechtspraak van dezelfde zaak)

  2. Art. 42 lid 3 wet van de Raad van State --> dubbele benoemingen;

Aantekeningen werkgroep

Een AVV (Algemeen verbindend voorschrift) valt niet onder het toetsingsverbod van art. 120 GW. Dus een AVV kan wel aan de GW getoetst. Formele wetten en verdragen kunnen niet aan de grondwet getoetst worden volgens art. 120 GW. Kan in een proces aanspannen tegen een AVV bij een burgerlijke rechter/civiele rechter wegens onrechtmatige daad.

Een formele wet gaan wel aan het EVRM getoetst worden.

Beschikking (beschikking tegen één iemand, niet van algemene strekking art.1:3 lid2) – besluit (Besluit tegen grotere groep, wel van algemene strekking art.1:3 lid1)

Bezwaar – administratief beroep

Beschikking valt niet onder de uitzonderen van art. 8:1 Awb - Art. 8:2 – 8:5 Awb, dus is wel bevoegd om zich tot de bestuursrechter te richten.

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1649