Duizend-en-een-Nacht: Historie en ontwikkeling
Bijna iedereen heeft weleens van Duizend-en-een-Nacht gehoord; sprookjes uit de Arabische wereld vol met djinns, verleidelijke vrouwen en rijke sultans. Een van de bekendste verhalen uit het boek is het verhaal van Aladdin en de Wonderlamp, waar een wereldbekende animatiefilm van is gemaakt.
Maar wist je dat Duizend-en-een-Nacht niet volledig uit de Arabische wereld afkomstig is, en dat het eigenlijk nooit als een geheel boek is geschreven? En dat het sprookje van Alladin en de Wonderlamp niet bij de oorspronkelijke verhalen hoort? Duizend-en-een-Nacht is een rijke bundel van verhalen, met personages en sprookjes afkomstig uit het huidige Arabische en Perzische cultuurgebied, Noord-Afrika en India. De verhalen gaan niet alleen over vrouwen in een harem die hun sultan bedienen, maar vooral over machtige vrouwen die hun plek binnen hun familie en hun rijk opeisen. Er komen magische djinns in voor, die hun eigen werelden en koninkrijken hebben, maar je komt ook historische namen tegen die uit de geschiedenisboeken stappen en een nieuw gezicht aan de lezers laten zien.
Een voorbeeld hiervan is Haroen al-Rashid (766-809); hij was een bekende kalief uit het Abbasiden kalifaat dat bestond van 750 tot 1258 n. Chr. Deze periode wordt gezien als het Islamitische gouden tijdperk, waarin cultuur, wetenschap, filosofie en geneeskunde in het Midden-Oosten floreerde. Haroen al-Rashid komt als personage zeer duidelijk naar voren in Duizend-en-een-Nacht, waardoor hij niet alleen een naam uit de geschiedenis blijft maar door de verhalen opnieuw tot leven komt en tot de verbeelding van vele schrijvers en lezers spreekt.
Wil je meer leren over Duizend-en-een-Nacht, de verschillende invloeden op de verhalen en de vele interpretaties van de verhalen door de jaren heen? Hou dit magazine dan in de gaten!
Bronnen:
- Kader Abdolah - 1001 Nacht, een hervertelling (2020)
- Historisch Nieuwsblad - Wijsheid uit het Oosten
- Brittanica - Haroen al-Rashid
De islamitische Gouden Eeuw
Dat Nederland tijdens de zeventiende eeuw de 'Gouden Eeuw' beleefde is algeheel bekend, maar wist je dat zo'n Gouden Eeuw zich ook in de islamitische wereld heeft voorgedaan? Toen christelijk Europa zich in de Middeleeuwen bevond, floreerde in de islamitische wereld de kunst en wetenschap. Deze islamitische Gouden Eeuw begon volgens historici rond 750 na Christus, rond de tijd dat Bagdad de hoofdstad werd van het rijk van de Abbasiden. Het Abbasidische Rijk reikte op zijn hoogtepunt van Centraal-Azie tot Noord-Afrika, nam zowel Arabische als Perzische cultuurelementen op en de leiders werkten actief aan het verbreden van hun kennis.
De eerder genoemde kalief Haroen al-Rashid opende in Bagdad het 'Huis der Wijsheid'. Het was een bibliotheek waar voornamelijk Perzische en Arabische manuscripten te vinden waren, zoals Griekse teksten vertaald naar het Perzisch. Zo ontstond in Bagdad een 'vertalingsbeweging' en werden een grote hoeveelheid wetenschappelijke en filosofische teksten vertaald, maar ook literatuur en poezie, vanuit onder andere Perzisch, Syrisch en Grieks. Inmiddels was ook het gestandaardiseerde Arabisch ingevoerd waardoor wetenschappers door het hele rijk heen met elkaar konden communiceren.
Naast deze belangrijke vertalingen ontwikkelde de wetenschap zich verder in de Arabische wereld, vooral op het gebied van wiskunde. De Arabische wiskundigen borduurden voor op wiskunde uit Egypte, Perzie, Griekenland en India, de Arabieren introduceerden de decimale breuk, oftewel de cijfers achter de komma. Verder brachten de nieuwsgierige alchemisten in de Arabische en Perzische wereld de scheikunde naar een hoger niveau, dat tot praktische uitvindingen leidde. Zo vonden ze uit hoe goud omgesmolten kon worden tot een metaal om munten van te slaan, ontdekte ze medische toepassingen voor alcohol en ze perfectioneerden het productieproces van glas en tegels. Tevens namen de de wijze van papier maken over uit het Verre Oosten.
Vanaf de 13e eeuw, toen Bagdad in 1258 werd verwoest door de Mongoolse leider Hulagu Khan, kwam de islamitische Gouden Eeuw steeds meer in het gedrang en moest de Arabische Wereld zijn ' wetenschappelijke koppositie' langzamerhand afstaan aan Europa waar in de daaropvolgende eeuwen de Renaissance tot stond kwam.
Bronnen:
- historischnieuwsblad.nl/wijsheid-uit-het-oosten/
- visionair.nl/ideeen/waarom-kwam-er-een-einde-aan-de-islamitische-gouden-eeuw/
Zobeideh, de vrouw van Haroen al-Rashid
Haroen al-Rashid is een van de bekendste personages in Duizend-en-een-Nacht en daarnaast een belangrijk historisch persoon. Minder bekend is zijn vrouw Zobeideh, hoewel zij op haar eigen manier grote bijdrages geleverd heeft aan de loop van de geschiedenis. Ze was een nicht van Haroen al-Rahsid en de kleindochter van kalief Al-Mansur.
Toen Zobeideh op een van haar pelgrimages naar Mekka was, ondervond ze dat er veel problemen waren met de wateraanvoer waardoor veel mensen dorst hadden of zelfs overleden. Vanuit haar machtige positie binnen het kalifaat besloot zij dit aan te pakken en ze gaf bevel om de problematiek op te lossen. Zo werden er meerdere kanalen en bronnen aangelegd en werden de wegen richting Mekka verbeterd.
Op die manier kan met aanzienlijke zekerheid vastgesteld worden dat de miljoenen moslims die door de eeuwen heen op bedevaart naar Mekka zijn gegaan de wegen hebben bewandeld waar Zobeideh haar macht op heeft uitgeoefend, om zo hun tocht voorspoediger te laten verlopen.
Antoine Galland en 1001 Nacht
Hoewel Duizend-en-een-Nacht dus een bundel van verhalen uit Afrika, het Midden-Oosten en west-Azie is, is de titel ook zeer bekend in het Westen. Dit is mede te danken aan de Fransman Antoine Galland (1646-1715) die een bewerking maakte van de verhalen waarvan hij de eerste twee volumes publiceerde in 1701.
Galland was afkomstig uit een arme familie maar hij wist zich dermate op te werken dat hij tussen 1670 en 1675 met de Franse ambassadeur meereisde naar Constantinopel, de hoofdstad van het toenmalige Ottomaanse Rijk. Aldaar leerde hij Arabisch, Perzisch en Turks en aan het einde van de 17e eeuw kreeg hij een manuscript van een deel van 1001 Nacht in handen. Hij vertaalde het naar het Frans en het succes ervan moedigde hem aan om met meer vertalingen te komen. Vanuit een Syrisch manuscript begon hij meer vertellingen te vertalen, en hij ontmoette een Syrische verteller van wie hij nog meer verhalen te horen kreeg.
Het is hoogstwaarschijnlijk dat Galland degene is geweest die bepaalde verhalen aan Duizend-en-een-Nacht heeft toegevoed, die niet bij een van de oorspronkelijkere manuscripten hoorde. Denk hierbij aan Aladdin en Ali Baba en de 40 Rovers. Ook paste Galland zijn vertaling deels aan aan de tijdsgeest en nam hij diverse passages niet op die wel in de manuscripten waar hij mee werkte stonden. Wanneer je de vertaling van Duizend-en-een-Nacht van Antoine Galland leest, kun je dus geen enorm oorpronkelijke weergave van het origineel verwachten, maar wel heeft hij de verhalen veel dichterbij de Westerse mens gebracht en veel kennis beschikbaar gesteld.
Bronnen:
- Britannica
- Wiki: Gallands vertaling van 1001 Nacht
- 863 keer gelezen
Add new contribution