Gezinspedagogiek - Alle Hoorcolleges

College 1                                                                                                                             Sanne Parlevliet

[note: enkele afbeeldingen bij de collegeaantekeningen zijn door de WorldSupporter redactie verwijderd wegens vermoedelijke inbreuk op het auteursrecht]

 ‘Het gezin’ (in Nederland) en de gezinspedagogiek • Theoretisch kader: 3 analysemodellen

Belangrijk om te onthouden dat er veel mythes zijn over de invloed van de gezinssamenstelling op ontwikkeling van het kind.

Mythes

• het maakt uit voor je karakter of je als eerste bent geboren of als tweede of als laatste;

• enig kinderen zijn verwend en niet sociaal omdat ze niet gewend zijn aandacht te delen;

• jongetjes hebben een vader nodig om hun mannelijke kanten te ontwikkelen;

• het is slecht als ouders onderscheid maken tussen hun verschillende kinderen in de manier waarop ze hen opvoeden; (dit is juist goed! Sensitieve ouders proberen hun opvoeding aan te passen)

• geadopteerde kinderen hebben bijna altijd hechtingsproblemen;

• vaders zijn minder zorgzaam dan moeders;

• meerlingen lopen achter omdat ze elkaar hebben en halen dat niet meer in;

• het traditionele gezin is de beste opvoedingssituatie voor een kind.

‘Het gezin’ in Nederland en de gezinspedagogiek

Traditioneel gezin > moderne gezinsvormen o.i.v. Tweede Demografische Transitie vanaf jaren ‘60-’70 (individualisering, secularisering, emancipatie) –

 Soorten gezinnen

- Transities binnen gezinssystemen, minder stabiliteit –

 Mythes

- Invloed op ontwikkeling kind? Ook bepalend door het karakter van het kind zelf

Gezinspedagogisch onderzoek

- Empirisch-analytisch: diverse gezinscontexten, gevolgen van processen (data verzameling)

- Theoretisch: wat verstaan we eigenlijk onder opvoeding (conseptueel onderzoek)

- Historisch: om te begrijpen hoe we bij huidige opvoednormen komen

- Handelingsgericht: hoe kan opvoeding geoptimaliseerd worden (interventies)

- Biologisch: waarom zorgen mensen graag voor een ander?

 

 

 

Theoretisch kader

- Ecologisch model Bronfenbrenner (1979)

 

De invloed van de omgeving op de ontwikkeling van kinderen. Het kind ontwikkelend zich in interactie met zijn omgeving

Proximale processen (dichtbij het referentiepunt): interactie tussen kind en hetgene wat dichtbij hem staat à Microsysteem: het kind heeft direct contact

Hoe processen met elkaar afgestemd zijn (ouders/school/kerk) heeft ook invloed op de ontwikkeling van het kind à Mesosysteem

Invloeden van structuren waar kind geen invloed op heeft, maar die hen wel beinvloed (werk/vrienden van ouders) à Exosysteem

De afstemming binnen het exo en mesosysteem à macrosysteem: cultuur / wet van land

In alle systemen zijn voortdurend veranderingen à Chronosysteem

 

- Sociaal-contextueel procesmodel Belsky (1984)

 

De systemen hebben niet alleen invloed op de ontwikkeling van het kind, maar ook op de opvoeding van ouders (wederzijdsebeinvloeding). De manier waarop ouders opvoeden is afhankelijk van het kind (kindkenmerken: geslacht/temprament/intelligentie), de persoonlijkheid van de ouder (geschiedenis / ervaring met opvoeding, bronnen van steun en stress (werk/vrienden). Opvoeden is volgens Belsky een buffertsystem (beschermend systeem). Een tekort in een systeem, kan gecompenseerd worden door een overvloed in een ander systeem.

 

- Transactioneel model Sameroff (1975)

Één van de eerste onderzoekers die zei dat het kind invloed heeft op de manier van opvoeden van ouders (opvoeden is geen eenrichtingsverkeer). Opvoeden en kindkenmerken beïnvloeden elkaar. Actie reactie (transreactie). Het heet ook wel circulaire causaliteit: gedrag van ouder kan zowel oorzaak als gevolg zijn van het gedrag van het kind. De manier waarop een kind reageert is afhankelijk van kindkenmerken en van de opvoeding. Bepaalde omstandigheden/opvoeding leidt niet altijd tot dezelfde uitkomsten. Nagaan hoe de dynamiek van opvoeding is.  

 

 

- Relationele ethiek en contextuele therapie Nagy (spreek uit: Notsj)

Onvoorwaardelijke loyaliteit tussen ouders en kinderen. Alleen al door de geboorte voelen kinderen zich loyaal tegenover hun ouders. Verticale loyaliteit is de loyaliteit die kinderen voelen voor mensen die voor hen zorgen. Horizontale loyaliteit is de loyaliteit die kinderen voelen voor broers/zussen. Geven en nemen moeten in evenwicht zijn. In de meeste gezinnen gaat dit vanzelf.

 

College 2       Nelleke Bakker

 

  1. John Bowlby (1907-1990)

Londens upper-middle class gezin 4-jarige leeftijd: scheiding van nursemaid Minnie 11-jaar naar kostschool studies geneeskunde en psychologie 1928-1929: vrijwilliger op 2 reformscholen voor onaangepaste kinderen; psychoanalyse

 

1930-1933 studie geneeskunde

1933-1937 psychiatrie + psychoanalyse Tavistock Clinic: geestelijke gezondheid hangt af van de relaties met de verzorgers in de jonge kindertijd

London: afdeling kinderpsychiatrie London Child Guidance Clinic: kinderanalyse PhD-onderzoek over jeugddelinquentie

Eerste artikelen o.a. 1939 ‘Substitute homes’ 1940 ‘The influence of early environment in the development of neurosis’ Separatie van moeder als ziekmakende ervaring in vroege kindertijd (< 5 jaar)

Verzamelde data over moeder-kind relatie: gevolgen voor kind van scheiding (< 5 jaar). Ontdekte syndroom van ‘affectieloze’ dief (geen schuldgevoelens): 17 (14 ‘affectielozen’) van 44 adolescente diefjes hadden scheidingservaring van moeder tussen 6 maanden en 5 jaar; 1944 artikel ‘44 juvenile thieves’ kinderdiefjes

Bowlby’s WHO rapport 1951 Maternal care and mental health (WHO) Ontberen moederliefde (moederlijke deprivatie) in prille jeugd bron geestelijke ongezondheid; gezonde ego- en superego-ontwikkeling vereisen “warme, intieme en ononderbroken verhouding met moeder (of plaatsvervangster) waarin beiden bevrediging en vreugde vinden” Op basis van studies oorlogswezen en evacués: 3 soorten studies: 1) observaties in ziekenhuizen en tehuizen, 2) retrospectieve studies patiënten, 3) follow-up studies na scheidingservaring als jong kind Zelfs slecht gezin beter dan goede inrichting

 

  1. Ethologie als inspiratiebron

• 1951- contact met ethologen; zocht empirische basis voor gehechtheidsgedrag (o.a. Hinde) Gehechtheidsgedrag: verhoogt kans op overleving en nakomelingen (evolutionaire selectie) Niet gericht op voeding maar op nabijheid zoeken tot verzorger (veilige basis) Gehechtheidstheorie: herziening psychoanalyse op basis ethologie (observatie gedrag resusaapjes) Dit helpt je overleven & voortplanten

• 1952/1958 Robertson: 2 films over invloed ziekenhuisopname op tweejarige leeftijd (reactie op separatie: protest, wanhoop, afwijzing); bezoek en overnachting ouders toegestaan

Harlow’s experimenten met resusaapjes (ca. 1960) • Aapjesexperiment: food or security? ‘The nature of love’ (1958) Kritiek op behaviorisme in V.S.: emoties tellen

 

(3) Bowlby over gehechtheid: trilogie Attachment and Loss

1. 1969 Attachment: beschrijft gehechtheidsgedrag en gehechtheidssysteem* Belang van beschikbaarheid

2. 1973 Separation: belang beschikbaarheid (‘accessibility’), sensitiviteit en responsiviteit hechtingsfiguur voor ontwikkeling kind 3. 1980 Loss, sadness and depression:

3 patronen van gehechtheid: veilig, onveilig-vermijdend, onveilig-ambivalent; doorwerking in volwassenheid (affectieve relaties)

• 1979 The making and breaking of affectional bonds

• 1988 A secure basis: clinical applications of attachment theory

 

Basisideeën ‘gehechtheid’ Bowlby • Aangeboren neiging tot nabijheid zoeken bij verzorg(st)er • Gehechtheid als noodzakelijke behoefte in elke levensfase • Gehechtheidssysteem ingeschakeld bij stress, uitgeschakeld bij geruststelling door gehechtheidsfiguur • In vroege kindertijd ontstaat intern (min of meer stabiel) werkmodel van gehechtheid: model van het zelf, model van de sociale wereld

4 fasen ontwikkeling ‘gehechtheid’: theorie nu - Bowlby’s fasen (...)

• 4 fasen in ontwikkeling gehechtheid:

1) 0-3 (2) mnd.: kind zendt signalen uit zonder onderscheid tussen personen – pre-attachment

2) 4-8 (2-6) mnd.: kind richt signalen op één of enkele verzorg(st)ers – attachment in the making

3) 8 (6) mnd.-2 (4) jr.: eigenlijke gehechtheid: kind handhaaft nabijheid van specifieke verzorg(st)er met signalen – focused/clear-cut attachment (separation anxiety)

4) 2- 4jr.: gehechtheid als patroon (intern werkmodel)

Ainsworth’s Strange Situation Procedure (1969-1978)

• M. Ainsworth (1913-1999) psychologe

• met Bowlby (1965): Child care and the growth of love

Procedure om kwaliteit gehechtheid vast te stellen: Vreemde Situatie Procedure: kind (12-18 maanden) 2x kort van moeder gescheiden; stress van scheiding activeert gehechtheidssysteem

• Ainsworth’s Vreemde Situatie procedure (veilig) Haar inbreng: secure base, maternal sensitivity, observatie moeder-kind interactie, categorieën gehechtheid (veilig, onveilig)

 

(5) 4 soorten gehechtheid A-D

Ainsworth e.a. Patterns of attachment (1978)

• Ainsworth’s Vreemde Situatie nagespeeld (1-3) Kind vertoont... – bij ... oudergedrag

1) veilig gehecht (B) (ouder: beschikbaar en responsief; kind laat zich troosten)

2) onveilig-vermijdend gehecht (A) (ouder: weinig betrokken; kind zoekt geen troost)

3) onveilig-ambivalent gehecht (C) (ouder: betrokken, maar niet responsief; kind laat zich niet troosten) Main voegde in 1990 toe:

4) gedesorganiseerd gehecht (D)=geen patroon of vaste strategie (ouder: onvoorspelbaar, onbetrouwbaar voor kind; vaak bij mishandeling)

(6) Gehechtheidsbiografisch Interview: M. Main e.a. 1985

=instrument om mentale representatie van gehechtheid (=spreken over jeugdervaringen) te categoriseren

4 classificaties DEFU

1) autonoom/veilig (Free) (praten open en coherent over jeugdervaringen)

2) gereserveerd (Dismissing, Ds) (marginaliseren betekenis, ontkennen invloed)

3) gepreoccupeerd (Enmeshed) (zijn nog boos en praten incoherent over....)

4) gedesoriënteerd (Unresolved) (onverwerkt verlies/trauma, herbeleving in verhaal)

 

(7) Revisies na 1980 door o.a. Leidse onderzoekers

1) Naar aanleiding van feministische kritiek op eenzijdig focus op moeder: empirisch onderzoek laat zien dat kind ook met vader en andere vaste verzorger (b.v. crècheleidster) gehechtheidsrelatie aangaat

- monotropiemodel (Bowlby, 1951)

- hiërarchiemodel (Bowlby, 1969, 1982)

- onafhankelijksheidsmodel (diverse onderzoekers jaren ‘90)

- integratiemodel (van IJzendoorn, 1992)  onveilige hechtingen kunnen gecompenseerd worden door veilige hechtingen.

Maar: Hinde + Robertson: surrogaat moeders doen separatie-stress afnemen (ca. 1960)

Revisies na 1980 door o.a. Leiden

2) Naar aanleiding van kritiek op westerse ‘bias’: onderzoek naar gehechtheidsrelaties in niet- westerse samenlevingen (v. IJ.: universeel) daar leven ze meer in grotere groepen, maar daar telt de gehechtheid dus alsnog.

3) Verbreding onderzoek naar risicogroepen (wezen, tehuisjongeren, adoptie, pleegzorg, kindermishandeling) responsiviteit van pleegouders kan tegengewicht bieden onveilige hechting

4) Intergenerationele overdracht gehechtheid (kindermishandeling)

5) Longitudinaal onderzoek: gehechtheidspatroon bepaalt gedrag adolescenten (Waters e.a., 2000)

6) Preventie-activiteiten op basis van gehechtheid om positief opvoeden te bevorderen (VIPP=video intervention to promote positive parenting)

(8) Nieuwe onderzoeksinstrumenten i.v.m. gehechtheid

IPPA: Inventory of Parent and Peer Attachment (1987): vragenlijst voor adolescenten om kwaliteit gehechtheid aan ouders te meten

AQS: Attachment Q-sort (1995): 90 beschrijvingen gehechtheidsgedrag sorteren door observator voor meten veilige gehechtheid van jong kind na thuisobservatie

DAI: Disturbances of Attachment Interview voor (pleeg)ouders/verzorgers om verstoorde gehechtheid kind te meten (1999)

CBCL/1-5: Child Behavior Checklist (2000)

C-TRF: Caregiver-Teacher-Report Form (2000) Drie-boxenmethode (2003): video-observatie van semi-gestructureerde ouder-kind interactietaak om sensitiviteit ouder te meten

(9) Kritiek

• Kritische evaluatie: vaders? empirisch bewijs? universeel?

• Als gehechtheidspatronen niet stabiel zijn in levensloop, klopt theorie (over intern werkmodel) dan nog?

• Klinisch non-descripte diagnose ‘reactieve hechtingsstoornis’ (Reactive Attachment Disorder, RAD) in DSM-IV (1994) met inhibitie: geen troost bij ouders zoeken; met disinhibitie: troost bij anderen zoeken + allerlei gedragsproblemen; in DSM-V (2013) alleen bij symptomen >5 jaar

College 3

1989 Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind

Artikel 18: Verantwoordelijkheden van ouders

1. De Staten die partij zijn, doen alles wat in hun vermogen ligt om de erkenning te verzekeren van het beginsel dat beide ouders de gezamenlijke verantwoordelijkheid dragen voor de opvoeding en de ontwikkeling van het kind. Ouders of, al naar gelang het geval, wettige voogden, hebben de eerste verantwoordelijkheid voor de opvoeding en de ontwikkeling van het kind. Het belang van het kind is hun allereerste zorg.

2. Om de toepassing van de in dit Verdrag genoemde rechten te waarborgen en te bevorderen, verlenen de Staten die partij zijn passende bijstand aan ouders en wettige voogden bij de uitoefening van hun verantwoordelijkheden die de opvoeding van het kind betreffen, en waarborgen zij de ontwikkeling van instellingen, voorzieningen en diensten voor kinderzorg.

3. De Staten die partij zijn, nemen alle passende maatregelen om te waarborgen dat kinderen van werkende ouders recht hebben op gebruikmaking van diensten en voorzieningen voor kinderzorg waarvoor zij in aanmerking komen.

Overheidsbeleid

  1. de financiële positie van gezinnen
    1. primair: kinderbijslag, kinderkorting, kindgebondenbudget
    2. secondair: kinderopvangtoeslag, ouderschapsverlof (tijdelijk minder werken). Ook gericht op het mogelijk maken van werk en zorg.

2) de combinatie van zorg en werk: vrouwen laten werken, vergrijzing werk gaan, voorkomen dat ouders overbelast raken

3) opvoeding en opvoedingsondersteuning (sinds jaren 90): steun door (in)formeel netwerk. Ouders kunnen met opvoedvragen terecht bij Centrum voor jeugd en gezin. Wanneer de ontwikkeling van het kind in gevaar komt kunnen ouder onder toezicht gesteld worden vanuit bureau jeugdzorg.

Opvoeden in het belang van het kind

• Opvattingen en ideeën

• Doelen

• Opvoedstijl: algemene manier waarop ouders zich gedragen richting het kind

• Opvoedgedrag: sterk situatie gebonden, sluit niet altijd aan bij opvoedstijl

Opvoedstijlen

Controle/structuur • Normen en waarden • Grenzen • (Gedrags)regels Ondersteuning/warmte/responsiviteit • Affectieve behoeften • Begrip • Bescherming • Stimuleren ontwikkeling (Eten/dak boven het hoofd. Jezelf mogen zijn. Activiteiten ondernemen. Onderwijs)

 

Beschermende en risicofactoren

• Proximale gezinsfactoren: directe relatie, hechting

• Distale gezinsfactoren: kenmerken van ouders: competentie

• Contextuele factoren: systeemrelaties: tussen beide ouders, tussen kinderen onderling

• Globale factoren: sociale context: SES / cultuur

 

College 4   (V)echtscheiding     Johan Zijlstra & Elisa Scholte

Werk: RvdK

  • Gezag en omgangsonderzoek
  • Bescherming / crisis
  • Zittingen: uithuisplaatsing/voogd over het gezin

Filmfragment: De Breuklijn

Ouders zitten zo in emotie dat ze het belang van het kind uit het oog verliezen. Alle ouders houden van hun kinderen, maar verliezen het belang en doen daardoor soms verschrikkelijke dingen. Terwijl ze dit zelf niet zo voelen of door hebben. Kinderen hebben een natuurlijke loyaliteit aan beide ouders.

Kinderen maken soms een keuze die onbegrijpelijk is, maar als je door vraagt merk je dat er wel overna gedacht is. Kinderen kiezen voor de ene ouder, omdat ze denken dat diegene zich niet zelf kan redden. Of omdat broertjes voor de ene ouders kiezen, kiest het andere kind voor de andere ouder. Anders is het zo zielig. (loyaliteit)

Cijfers (v)echtscheidingen globaal

70.000 kinderen per jaar hebben te maken met ouders met een echtscheiding. Dat zijn 8 kinderen per uur.

Op de zitting aanwezig zijn en onvoldoende informatie hebben om de rechter te adviseren. Dan moet er onderzoek gedaan worden, dit zijn er ongeveer 5500 per jaar.

70% is er (relatieve) harmonie tijdens een echtscheiding. Hier komt de Raad van Kinderbescherming niet mee in aanraking. 20-30% loopt vast en strijden over alles.

Wat doen jullie dan aan als kinderen dat aangeven dat ze vanuit loyaliteit bij een ouder willen wonen?

Wat is de reden van het kind om bij de ene ouder te willen wonen?

Soms meer behoefte aan vaderfiguur, soms meer behoefte aan rust etc.

Als de kinderen aangeven vanuit loyaliteit te kiezen, wordt er hen gevraagd wat ze zelf zouden willen. Dat ze zelf de keuze mogen maken. Als de kinderen dan alsnog aangeven bij de ene ouder te willen wonen omdat ze dan zich dan fijner voelen dan is dat ook goed. Hoe sterk de wens van het kind ook is, de ouders beslissen altijd.

Richting ouders: hoe kan het dat het meest dierbare (uw kind), de beslissing uit handen moet geven? Aan de rechter. Ouders moeten aan hun kind kunnen uitleggen waarom de beslissing is genomen, dit heeft te maken met het geven van een voorbeeldfunctie.

Naar mate kinderen ouder worden (15/16), en ze niet meer bij de ene ouder willen wonen. Kan je wel beslissen dat ze hier toch moeten wonen, maar dan lopen ze gewoon weg van huis.

Casus 1: verhuizing

  • Verzoek vervangende toestemming verhuizing
  • Moeder wilt verhuizen, vader is daar op tegen
  • Gezamenlijk gezag: er moet overeenstemming zijn over zorg en contact regeling met kinderen (verhuizen valt daar onder). Hier is een wet voor.
  • Ze wonen in Delfzijl, moeder wilt in Roermond wonen vanwege nieuwe liefde
  • Ouders hebben beide evenveel recht/plicht.
  • Als ouders er niet uitkomen kunnen ze verzoek indienen bij de rechter

Rechter vraagt tijdens zon zitting raad aan de Raad vd Kinderbescherming.

Wat zou je adviseren? Mag moeder verhuizen of niet verhuizen?

Als ouders naar de rechter gaan moeten ze dit zelf betalen. Ouder kan dit ook als strategie doen om geld af te troffelen van de andere ouder. Soms heeft ouder dan gewoon geen geld meer.

Raad aan rechter volgens studenten:

  • Kinderen hebben al een leven opgebouwd in Delfzijl, niet perse goed om te verhuizen
  • Als moeder verhuisd, moet zij wel het reizen regelen
  • Geen noodzaak voor moeder om te verhuizen
  • Belang om vader te blijven zien is groter dan belang van moeder om te verhuizen
  • Moeder kan verhuizen, maar hoofdverblijf wordt bij vader.
  • In groep 8 naar een nieuwe school is echt niet leuk voor een kind
  • Wat is de veerkracht van de kinderen?
  • Kinderen kunnen niet meer ene week bij vader en andere week naar moeder
  • Als partner naar Delfzijl kan komen wonen, is dat ook een optie

Zitting simulatie

2 groepen

  • Verzoekers: Wendy Overwijk
  • Verweerders: Erik-Jan de Raadt

 

Verzoek: Kind (Ingrid) wordt toevertrouwd aan Overwijk. Er komt een regeling voor de komende feestdagen. Mevrouw is van mening dat dochter bij de verjaardag van mevrouw moet zijn.

Verweerders: verzoek van de Raadt is dat verzoeken van Overwijk worden afgewezen. En dat Ingrid wordt toevertrouwd aan meneer de Raadt.

Moeder: Het is beter voor Ingrid om bij mij te wonen omdat vader weinig tijd heeft. Hij drinkt veel en dat vind ik onverantwoord. Het is beter voor de hechting van het kind om bij moeder te zijn.

Vader: Het is beter voor Ingrid om bij mij te wonen. Ik ben er volledig voor Ingrid geweest, gestopt met mijn studie, om moeder te steunen toen ze zich niet goed voelde. Ik sta dus zeker open om voor Ingrid te zorgen. Mijn uitgaansgedrag was besproken dus dat zie ik niet als probleem. Toen Overwijk werd aangesproken door professionals om hulp te zoeken heeft ze dat niet gedaan, hierdoor heb ik mijn twijfels over de verantwoordelijkheid van moeder.

Rechter: wat is de huidige situatie? Wanneer zie je jullie kind?

Vader: ik heb mijn dochter vandaag nog gezien, heb haar naar het kdv gebracht.

Moeder: verdeling gaat slecht. Vader heeft mijn kind mee genomen. Heb mijn kind nu al een week niet gezien

Rechter: hoe is dat voor u?

Moeder: het gaat wel beter met me, maar zonder kind is dat wel lastig

Rechter: Zegt u dan, ik heb mijn kind nodig om mij beter te voelen?

Moeder: niet perse, maar ja denk het wel.

Rechter: jij hebt je kind nodig om je beter te voelen, of blijft dit

Moeder: ik heb mn kind niet nodig om mij goed te voelen, maar het doet tooch wat met een moeder als je kind wordt weg genomen

Rechter: u vindt het gevaarlijk als het kind bij vader is? Hoe ziet u de rol verder?

Moeder: mijn woning het hoofdverblijf, ook goed voor hechtingsproces. In het weekend mag het kind wel naar vader, en feestdagen ook afwisselen

Rechter: dan is het niet gevaarlijk?

Moeder: jawel, maar ik vind niet dat ik dit mag afpakken

Rechter: hoe ziet u de rol van moeder in het leven van je dochter?

Vader: ik ben van mening dat de biologische moeder wel een rol moet blijven spelen. Maar ik maakte mij zorgen over mijn kind dus daarom heb ik haar afgepakt. In de toekomst wil ik wel ruimte geven aan rol van moeder, maar wel belangrijk dat hoofdverblijf bij mij is. Bij mij thuis is het stabieler. Moeder heeft kind nodig om zich goed te voelen, mijn huidige vriendin is wel stabiel.

Rechter: heeft de raad vragen of advies aan de rechter?

Raad: u heeft al de meeste vragen gesteld. Ik heb nog 1 belangrijke vraag, zowel aan vader en moeder. Wat is Ingrid voor meisje?

Moeder: vrij makkelijk kind. In het begin huilde ze wel veel, maar we merken dat ze steeds rustiger wordt. Vooral als ze bij mij is.

Vader: klopt inderdaad, begin lastig. De huilmomenten koppelt ze aan mijn zorg, ik ben er voor haar geweest. Het echt kalm worden gaat makkelijker bij mij dan bij moeder omdat ik ervaren ben. Verder is het een super leuk kind, en ik heb zin om haar te zien opgroeien.

Raad: dankuwel. Verder geen vragen.

Rechter: heeft de raad ook een advies?

Raad: ja. Een paar opmerking. Ik stel de vraag wie Ingrid expres. OP het moment dat het over ingrid gaat zie ik twee betrokken ouders met liefde voor hun dochter. Als het daarvan afwijkt zie ik heel veel pijn en verdriet. Hierdoor vuren ze pijlen op elkaar af. Maar ze vinden beide de opvoeding van beide biologishce ouders wel belangrijk. Ik sta nu voor een moeilijke taak om een orde maatregel te nemen, namelijk waar moet ingrid wonen? Misschien moeten we ingrid door midden delen, allebei een helft. Ik probeer u duidelijk te maken, dat ik zowel verteouwen heb in capiciteiten van vader en moeder. Dit verschil kan misschien het beste opgelost worden door ouders beide evenveel tijd te gunnen met Ingrid. Dan hoop ik dat in de bodum procedure de situatie opnieuw beoordeeld kan worden en kijken hoe de afgelopen periode is geweest. Dan kunnen we ouders misschien verwijzen naar een ouderschap na scheidings traject.

Rechter: ik ga nadenken over de situatie. Wil er nog een nachtje over slapen. Ik hoor positieve maar zorgelijke aspecten. Kunnen ouders elkaar voldoende in de waarde laten? Ik ga hierover nadenken, omdat het over een tijdelijke voorziening gaat zal dit niet lang duren. Uw hoort de uitspraak via uw advocaat.

College 5     Mediapedagogiek     M. Curganov

Een gemedialiseerde wereld

13-18 jr gemiddeld 8.56 uur op social media zonder schoolwerk

Blootstelling: multitasking (muziek aan hebben tijdens sporten)

Non-interactief (passieve consumptie)

  • Tv kijken
  • Lezen (13-16 jr meisjes lezen nog wel)
  • Muziek luisteren

Interactief

  • Gamen
  • Internet & social media

Gebruik: met media bezig zijn

Mediaopvoeding

Jongens VS meisjes

Jongens: vaker gamen / game gerelateerde media

Meisjes: meer bioscoop, meer muziek, meer lezen (meer narratief en sociaal)

We kijken naar een westers perspectief.

Nederland één van de hoogste aantal schermtijd van de wereld, overal in Nederland is wel bereik.

Bij armere gezinnen is het aantal gadgets/devices lager, maar de schermtijd hoger.

Uses and Gratifications

  • Vermaak / ontspanning: jezelf verliezen in een spel/serie
  • Contact / identiteitsontwikkeling: wie ben ik (ten opzichte van anderen), (parasociale) relaties aangaan.  
  • Kennis: alles leren via YouTube

Kansen en risico’s

Kansen:

  • Verhogen van zelfvertrouwen
  • Vriendschappen sluiten en onderhouden
  • Vermaak
  • Een kans op leren en ontwikkelen
  • Ontwikkelen van identitiet

Risico’s:

  • Tijd, en minder tijd aan huiswerk/sporten/buitenspelen
  • Inhoud : geweld, seksualisering en commercie (marketing/advertenteis) (kinderen zijn pas op latere leeftijd bewust van dat reclames bewust in worden gezet)
  • Verlagen van zelfvertrouwen
  • Bevestiging van zelfvertrouwen nodig hebben om jezelf leuk te vinden

Generatiekloof

  • Iedereen boven de 20 heeft geen idee meer wat jongeren onder de 16 allemaal online doen
  • In kennis en kunde lopen volwassenen achter
  • Gezinnen worden verscheurd door mediagebruik

Er is niet zon absoluut beeld. Wel verschillen natuurlijk, maar geen absolute kloof tussen DE jeugd en DE volwassenen.

Onder ouders wel veel onzekerheden over mediaopvoeding. Wat moet ik doen? Zit mijn kind te veel op media? Moet ik hier meer regels in opstellen?

Mediawijsheid

  • Competentiemodel

‘Het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee burgers zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedicaliseerde wereld (Raad voor Cultuur, 2005)

  • 21st Century Skills  

Classificatie

  • Kijkwijzer (met icoontjes: geweld, schelden, seks, etc)
  • PEGI (wordt wel eens niet goed begrepen door ouders, ze denken dat dan het spel moeilijk is qua vaardigheden, maar het is qua gewelddadigheid hogere leeftijd)
  • O.a. Mediasmarties (dingen aanraden voor bepaalde leeftijden)

Media in het gezin

  • Beschermen en stimuleren
  • Wat werkt? Voor wie? (betrokkenheid werkt bij jongere kinderen wel, bij oudere minder)
  • Antwoorden van ouders vs van kinderen
    • Ouders overschatten zichzelf
    • Kinderen onderschatten hun ouders (ze hebben niet door dat ouders mediaopvoeden wanneer ze bijvoorbeeld een leuk boek aanraden)

Mediaopvoeding

3 vormen

  • Restrictief: regels, dingen niet in huis halen, tijdslots
  • Actief: praten met elkaar, commentaar hebben
  • Samen gebruiken (lijkt op actief)

+ 1: participatief leren: ouder en kind samen leren van media

Mediaopvoeding van oudere kinderen

  • De vorm verandert
  • De inhoud verandert
  • Leeftijdsgenoten: elkaar begeleiden en controleren
    • Judith Harrit perspectief: ouders hebben geen rol meer, leeftijdsgenoten nemen over
    • Ouders blijven overeind in de rol, leeftijdsgenoten zijn aanvullend

Opvoedingsondersteuning

  • Zorgen en onzekerheden: nog niet genoeg kennis
  • Opvoedingsondersteuners: hebben zelf ook vragen en hebben niet al het materiaal
  • Advisering: versnipperd en wisselend qua boodschap

Advies onderzocht

  • 62 bronnen
  • Gebruik van kennis
    • Ontwikkelingspsychologie (welk onderwerp belangrijk is voor welke leeftijd)
    • Effectstudies / communicatie (geweld bij kinderen heeft een negatief effect)
    • NIET: pedagogiek

Een pedagogisch perspectief

  • Doelen, middelen en voorwaarden: hoe moet de situatie eruit zien
  • De pedagogische relatie: belangrijke voorwaarde van opvoeding
  • Opvoedingsverantwoordelijkheid: moet gedeeld worden, ook door de overheid (niet veel commercie op de kinderen afvuren wat ouders dan weer moeten afweren): It takes a village to raise a child

 Adviezen geven

1) Hoe ga je om met kinderen en het wereldnieuws? (6 jr)

Laat het kind het jeugdjournaal kijken. Het nieuws voor volwassenen is nog te heftig.

2) Zoon heeft schokkende prank-video gezien. Hoe verwerkt hij zijn nare herinneringen? (4 jr)

Kinderfilter op iPad gezet. Meer toezicht op wat het kind kijkt. Afspeellijst maken voor het kind, niet zelf op video’s klikken. Gewoon eerlijk zijn over wat ontoofd zijn betekend, niet zeggen dat het nep was want dat snap het kind toch niet. Kijk wat leuks over clowns om leuke herinnering op te doen.

  1. Verschillende regels voor ouder en jonger broertje? (11 en 6 jr)

Pijl bij andere ouders hoe lang die kinderen mag gamen. Maar tijdafbakene is wel belangrijk, kind kan zelf nog geen overwogenkeuze maken. Leg uit dat er verschillende regels zijn.

  1. Naaktfoto's verzonden; wat nu? (13 jr)

Adviseur: school betrokken, mentor vragen hoe groot het probleem is. Als het meisje er langdurig last van heeft echt hulp zoeken.

 

  • De opvoeder
  • Hoe kunnen we onze dochter het beste helpen?
  • Meisje zelf/vrienden (klasgenote)/leerkracht
  • Interactief sociaal medium, onbekend welke
  • Contact / identiteitsontwikkeling
  • Kansen: identiteitsontwikkeling
  • Risicos: onzekerheid, sexualisering
  • Waarom heb je het gedaan? Werd je gedwongen? In hoeverre heb je er last van dat de hele school het erover heeft? Hoe heb je gewaarschuwd?
  • Effectenkennis / pedagogische kennis
  • Praat erover met jullie dochter. Probeer achter haar gedachtegang te komen.
  • Ga na wat de gevolgen zijn van je daden voordat je ze doet
  • Doel: zo min mogelijk psychologische schade
  • Middel: goede begeleiding
  • Voorwaarde: goede pedagogische relatie

 

College 6

Opvoedonzekerheid

Algemeen Dagblad:

Om de 3 uur

Toen mijn eerste in 2006 werd geboren, was het devies van het consultatiebureau: om de 3 uur de borst en nóóit vaker. Toen mijn tweede 2 jaar later werd geboren, was het verhaal: baby bepaalt. Oftewel: het wurm mocht zelfs om de 5 minuten aan de borst. Fijn zo. Heb ik mijn eerste nu schromelijk verwaarloosd?

En anders geen toetje

Moet dat bord nu wel of niet leeg? Een generatie-clash, denk ik. Mijn vriendinnen beweren bij hoog en laag dat je van eten 'nooit een strijd moet maken'. Maar de grootouders zweren bij 'bord leeg en anders geen toetje'. Mijn zoon kreeg laatst bij oma geen dessert en dat vond ik zielig.

Goed gedaan, jochie!

Positief opvoeden: dat moest het zijn. Je kinderen aanmoedigen, complimenten geven. En nu? Nu zijn 'we' volgens sommige pedagogen bezig enge narcisten te kweken. Kinderen die denken dat ze zo fantastisch zijn, dat ze de harde wereld later niet aankunnen. Durf ik het nog te zeggen: geweldig geknutseld?

Strafstoel

Ook zo'n interessante: de naughty chair. Jaren vertelden Supernanny Jo Frost en anderen ons dat zo'n time-out in de hoek een prima opvoedmiddel was. Nu beweren anderen dat dit kinderen 'mentaal kan beschadigen'. Wordt mijn zoon een psychisch wrak als ik hem af en toe op de trap zet?

'Ik eis 2 euro erbij'

En dan is er nog die oerkwestie: verdienen kinderen inspraak? Volgens sommige experts gaat het mis met kinderen die over alles onderhandelen, van het zakgeld en de vakantiebestemming tot de inhoud van de broodtrommel. Kids hebben regels nodig. Maar we wilden toch 'mondige burgers'?

Laten blèren?

Bij de geboorte van mijn eerste zoon zei de wijkverpleegkundige: baby op bedtijd gewoon in zijn wiegje laten huilen, anders leert-ie nooit doorslapen. Bij de tweede was de raad: ga vooral naar hem toe, 'want een baby kan je niet genoeg knuffelen'.

Swipe maar door

Ook zoiets: games, mobieltjes, iPads. Moeten we die zoveel mogelijk van onze kinderen weghouden, want overgewicht, vierkante ogen, cyberpesten en allerhande slechts? Of moeten we de computer stimuleren, want whizzkids hebben de toekomst? Ik dub of ik hier niet te ouderwets in ben

 

Alle ouders een verplichte opvoedcursus?

Dit was in NL bijna ingevoerd voor jonge ouders, door Taskforce Kindermishandeling.

Unicef: ‘Nederland op nummer 1 in onderzoek naar welzijn van kinderen’ (Kinderen zijn mentaal, fysiek en sociaal het sterkste in Nederland)

- Ontspannen moeders door keuzevrijheid;

- Betrokkenheid vaders;

- Ruimte voor stem van het kind;

- Contact met en hulp van grootouders.

Maar…

- Overgewicht; relatief groot probleem in NL

- Prestatiedruk; gaat ten koste van het geluksgevoel

- Coronacrisis vergroot verschillen: arme gezinnen hebben hier het meeste last van.

Open brief aan moeders en allen die in kinderen belang stellen: ‘Ik vind dat de tijd rijp is om althans meisjes in de gelegenheid te stellen een speciale opleiding te volgen voor het opvoeden van kinderen.’ Mevrouw Sandberg-Geisweit, 1899. In deze tijd ontstond de professionalisering van opvoedingsadvies (eerst alleen artsen: hygiëne, later psychologen en pedagogen)

Eén die haar kinders baart, is moeder voor een deel; Maar die haar kinders zoogt, is moeder in ‘t geheel. Jacob Cats, Houwelick, 1625 (advies werd gegeven door een advocaat, niet eens door een pedagoog of door een arts) Jacob Cats gaf een hele handleiding over hoe moeders dit zouden moeten doen, maar schreef ook boeken over andere onderwerpen.

Inbakeren of niet? Eerst dacht men dat het goed zou zijn, daarna juist slecht, nu weer goed..

Huilen of verwennen? Eerst vast voedingsschema, bij huilen gewoon laten huilen. Nu zegt men dat laten huilen zielig is en een slechte hechting veroorzaakt.

Opvoedadvies

• Rond 1900 > professionals

• Inventarisatie problemen waar ouders advies bij vragen 2010

• Opvoedingsidealen veranderen

• 20e eeuw: deugdzaamheid, gemeenschapszin, zelfontplooiing

 

Opvoedingsidealen

Beïnvloed door:

• Sociaal-culturele context: eerst was NL verzuilt en dacht men anders over opvoeding.

• Intellectuele context: studie van het kind pas vanaf eind 19e eeuw via psychologie

• Pedagogische context: medisch opvoedingskundige bureaus opgericht eind 19e eeuw

Opvoedingsidealen 20e eeuw

1890-1930 karaktervorming

liberalen (vrijzinnig protestanten)

doel: morele ontwikkeling, deugden

kindbeeld: goede en slechte eigenschappen

stijl: liefdevolle leiding, zo min mogelijk straffen, mogelijkheid tot fouten maken

confessionelen (orthodox gereformeerden, r-katholieken)

doel: morele ontwikkeling, deugden. Kwade neigingen verdringen

kindbeeld: neiging tot kwaad

stijl: oudergezag, gehoorzaamheid (begin vader, maar later aan God), toezicht en tucht (lijfelijke straffen), kinderen tegenhouden lichamelijke sensatie (spannende boeken, snoepen)

> maar steeds vaker ook benadrukken van vertrouwensband

Opvoedingsidealen 20e eeuw

1930-1970 gemeenschapszin

professionalisering = psychologisering/medicalisering ipv priesters

- ontwikkelingsfasen (liberalen, koppige fase van peuters en pubers). Doel werd van deugdelijk zijn veranderde, naar geestelijk gezond zijn.

- Individualpsychologie

- zelfvertrouwen: goed emotioneel balans, dat is nuttig voor de gemeenschap (eigen zeil & natie)

- regels, consequent zijn, vertrouwensband

1970-heden zelfontplooiing

Tweede Demografische

Transitie: autonomie, keuzevrijheid, zelfontplooiing > kinderen stimuleren bij ontwikkeling en ontplooien talenten

aanloop: Dokter Spock Common sense book of baby and child care (1946, Nederlandse vertaling 1950). Ouders kunnen best op zichzelf vertrouwen, opvoeden vanuit liefde.

 

Opvoedingsidealen 20e eeuw continuïteiten discontinuïteiten

- opvoedingsstijl

- opvoedingsdoel

- verantwoordelijkheid

- fouten en zonden > ziekten ouders

- kindbeeld: goede en slechte eigenschappen/zondig > ontwikkelen in fases > autonome individuen met eigen talente

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

goeie samenvatting

Heee, heel chill dat je je samenvatting van college 1-6 heb gepost!!! Alles is heel duidelijk gestructureerd, dat is zeker nodig omdat het eindeloos veel stof lijkt! De plaatjes zijn ook heel chill en verfrissend om naar te kijken tussen alle tekst. Heel goed gedaan!!!

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: LavaVanDrooge
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1030 1 1