Wat werkt? Kwaliteit en effectiviteit van justitiële interventies - Universiteit Utrecht

HC1 Wat werkt? Kwaliteit en effectiviteit van justitiële interventies 

Voorbeelden van interventies: gezinshulp, justitiële inrichting, vroegtijdig ingrijpen bij hele jonge kinderen. Het gaat dus niet alleen om oudere kinderen.  

Waarom zijn er sancties? Welke perspectieven liggen daaraan ten grondslag? 

  • Vergeldingstheorie 

  • De overheid moet wraak nemen op degene die onrecht pleegde. 

  • Oog om oog, tand om tand. 

  • Absolute straftheorie: de straf vindt zijn grondslag in het misdrijf (de daad staat centraal). 

  • Preventietheorie 

  • Door de persoon te straffen wordt voorkomen dat anderen strafbare feiten zullen plegen. 

  • Relatieve strafrechtstheorie: de straf beoogt een bepaald doel i.p.v. enkel vergelding. 

  • Wordt onderverdeeld in: 

  • Generale preventie: schrikreactie op anderen 

  • Speciale preventie: de misdadiger zelf ervan weerhouden in de toekomst weer misdaden te gaan plegen. 

  • Dader staat centraal. 

De forensische jeugdzorg komt in beeld bij de relatieve theorieën. 

Achtergrond van wat werkt: 

  • In Nederland was er al lange tijd ruimte en geld voor alle soorten interventies: 

  • ‘Baat het niet dan schaadt het niet’. 

  • Dit bleek echter niet houdbaar: bepaalde interventies voor delinquente jongeren bleken schadelijk. 

  • Daarnaast beperking van financiële middelen. 

  • > ontstaan ‘erkenningscommissies’: hulpverleningsprogramma’s moeten laten zien wat ze doen, hoe ze dat doen en voor wie. Deze erkenningscommissies behoren nu allemaal tot het NJI. 

Wat werkt? En hoe stel je dat vast? 

  1. In theorie effectief: beschrijving van wat interventie beoogt te doen op basis van theorieën over het te bestrijden gedrag (WAAROM) 

  1. Interventie sluit aan bij aanwezige risico- en protectieve factoren (dynamisch) en afgestemd op mogelijkheden van cliënten.  

  1. Procesevaluatie: wordt het programma uitgevoerd zoals bedoeld? Wordt de doelgroep bereikt? Vaak beschrijving (HOE) 

  1. Evaluatieonderzoek: is er gedragsverandering? Voor- en nameting 

  1. Effectonderzoek: gedragsverandering toe te schrijven aan interventie? Voor- en nameting en controlegroep (HOE STERK) 

Echter, wat blijkt uit onderzoek? 

  • Uit effectonderzoek blijkt dat onderzoek dat uitgevoerd wordt door universiteiten dat bij selectieve steekproef vrij groot effect heeft, terwijl bij klinisch representatieve groepen een veel kleiner effect zichtbaar is.  

  • Is streng gecontroleerd wetenschappelijk interventieonderzoek generaliseerbaar naar de praktijk? Er is verschil in: 

  • Enkelvoudige versus meervoudige problematiek 

  • Training behandelaars 

  • Protocollering 

  • Eén therapie versus eclectische aanpak 

  • Kwaliteit onderzoeksdesign 

  • Als je mensen verplicht interventies te volgen, moeten die interventies wel doen wat ze beloven > erkenningscommissies kunnen keuren of die interventie effectief is.  

Wat werkt in de jeugdzorg? Modellen 

  • Hoe ontstaan complexe problemen? 

  • Risico/protectieve factoren 

  • Model van Bronfenbrenner: elk gedrag van mensen ontstaat als gevolg van interactie tussen kenmerken van individu en zijn wijdere sociale omgeving en interactie tussen die systemen. Dus ook probleemgedrag.  

  • Dus: risico en protectieve factoren op het niveau van het kind, gezin, en bredere (sociale) context van belang. 

  • Bijvoorbeeld: moeilijk temperament, beperkte verstandelijke vermogens, ernstige of ingrijpende levensgebeurtenissen, psychiatrische problematiek, lage SES, slechte buurt. 

  • Zijn allemaal factoren die kunnen bijdragen aan het ontstaan en in stand blijven van problemen.  

  • Zowel veranderbare (dynamische) als onveranderbare (statische) factoren. 

  • Dynamisch: opvoedvaardigheden, sociaal netwerk 

  • Statisch: verstandelijke vermogens 

  • Risk-needs-responsivity 

  • Behandeling in justitieel kader zou moeten aansluiten bij veranderbare risicofactoren, rekening houden met hoogte van recidiverisico, maar ook met kenmerken waardoor interventie meer/minder succesvol zal zijn.  

  • Om effectief te zijn, moet aangesloten worden bij risk en needs van de cliënt, responsief voor de mogelijkheden van de cliënt.  

  • Risk principle: interventie moet aansluiten bij het risico op herhaling (van de problematiek). Dus: niet te licht, niet te zwaar. 

  • Needs principle: er moet aangesloten worden bij de aanwezige risicofactoren van de cliënt (systeem). Dat wil dus zeggen: bij hechtingsproblematiek daarop of op onderliggende kenmerken focussen en niet op (bijvoorbeeld) sociaal netwerk. 

  • Responsivity principle: responsief voor de mogelijkheden en beperkingen van het cliëntsysteem. Dus: niet iets ingewikkeld cognitiefs bij LVB, en wel aansluitend bij kenmerken en capaciteiten van het systeem. 

  • Dus: in theorie werkt: als aanpak aansluit bij behoeften en situatie van individuele cliënt > beste resultaten. Dat betekent voor hulpverlening in complexe situaties: 1) systematisch inschatten wat de problemen zijn in een gezin en 2) een hulpplan dat hierbij aansluit. 

  • Wat betekent RNR voor behandelplan in Jeugdzorgplus? 

  • Adequate diagnostiek 

  • Individueel behandelplan 

  • Genderspecifiek? 

  • Let op: behandelingen zijn vaak ontwikkeld voor normaal begaafde jongens. 

  • Wat betekent dat voor de behandeling van meisjes, en voor de behandeling van kinderen met een LVB? 

  • Multimodaal  

  • Andere modellen: Good Lives Model (als reactie op RNR) 

  • Positiever, gericht op het versterken van de positieve elementen.  

  • Gericht op herstel en rehabilitatie 

  • Gericht op verbeteren van welzijn 

  • Aanname is dat wanneer self-fulfillment optreedt delictgedrag vanzelf afneemt. 

  • Andrews & Bonta hebben hier weer kritiek op. 

  • Algemeen werkzame factoren 

  • Factoren die altijd bijdragen aan succes: 

  • Gebaseerd op theorie 

  • Motivatie van cliënt 

  • Goede relatie cliënt-hulpverlener (alliantie) 

  • Uitvoering interventie zoals bedoeld 

  • Professionaliteit hulpverlener 

  • Goede werkomstandigheden hulpverlener 

  • Caseload, ondersteuning (intervisie/supervisie), veiligheid 

  • Adequate structurering van de interventie 

  • Doelstelling, planning, fasering 

  • Dutch Cell dogs: algemeen werkende factor. Het welzijn van cliënten vergroten in de hoop zo behandelingen succesvoller te laten verlopen. Eerst connectie dan correctie. Je moet een bepaalde mate van relatie hebben voordat de behandeling succesvol kan zijn.  

  • Specifiek werkzame factoren 

  • Kenmerken van de behandeling of aanpak werken in bepaalde gevallen beter dan andere. 

  • Goed geïmplementeerde interventies lijken beter te werken dan niet goed geïmplementeerde interventies.  

 

Wat werkt niet? 

  • Veel groepsbehandelingen zijn niet effectief. 

  • Iatrogeen effect: tegen elkaar opwerken, opscheppen etc. 

  • Op fysieke inspanning gerichte aanpakken (maar: sommige sportinterventies weer wel). 

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: AnnevanVeluw
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1607