SenterNovem - Arrest
SenterNovem, ABRVS 12-06-2006, nr. 63.
Onderwerp
Mandaat bevoegdheid te beslissen op bezwaarschrift.
Casus
Aan appellante is ex artikel 4:29 e.v. Awb een subsidie verleend op grond van de Subsidieregeling milieugerichte technologie. Nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, wordt op grond van artikel 4:42 e.v. Awb de subsidie vastgesteld. Bij besluit van 11 mei 2004 heeft verweerder (hierna de Staatssecretaris) de aan appellant (HGP Systems Integration B.V.) verleende subsidie vastgesteld op €54.495,77 en €221.104,23 aan reeds verstrekte voorschotten teruggevorderd. Bij besluit van 27 juli 2005 heeft de Staatssecretaris naar aanleiding van het daartegen door appellante gemaakte bezwaar het besluit van 11 mei 2004 heroverwogen, de subsidie vastgesteld op €25/774.00 en 5249.826,00 aan reeds verstrekte voorschotten teruggevorderd. Tegen dit besluit heeft appellante bij brief, bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, beroep ingesteld. Dit beroep is ter behandeling aan de Afdeling doorgezonden. Bij brief heeft de Staatssecretaris een verweerschrift ingediend.
ABRvS
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 5 april 2006, waar beide partijen bij aanwezig waren. De ABRvS verklaart het beroep ongegrond.
Conclusie
In de beslissing op bezwaar is het bedrag waarop de subsidie wordt vastgesteld, een lager bedrag dan in het primaire besluit. Zowel de bevoegdheid in het kader van de subsidieregeling, als de bevoegdheid om te beslissen op het bezwaar komen toe aan de Staatssecretaris van VROM. De Staatssecretaris heeft zijn bevoegdheden gemandateerd aan ambtenaren werkzaam bij het Ministerie van Economische Zaken. Deze ambtenaren zijn dan ook niet werkzaam onder zijn verantwoordelijkheid. Is er dan sprake van een bevoegd in mandaat genomen beslissing? Uitgangspunt is art. 10:3 lid 1 Awb. Er is een wettelijke grondslag, maar mogelijk gooit de aard van de gemandateerde bevoegdheid roet in het eten. In r.o. 2.6.2. van de uitspraak staat dat de aard van de bevoegdheid namelijk een volledige heroverweging ,ex art. 7:11 lid 1 Awb, vereist dat de beslissing op bezwaar wordt genomen binnen de directe invloedssfeer van het verantwoordelijke bestuursorgaan. Aan de eis van het zich bevinden binnen de directe invloedssfeer van het verantwoordelijke bestuursorgaan is niet voldaan, indiende bevoegdheid om te beslissen op bezwaar wordt gemandateerd aan een bezwaarschriftencommissie als bedoeld in art. 7:13 Awb. Ook is de Appellante weliswaar slechter af door het bezwaar, maar dit is hier geen ongeoorloofde reformatio in peius. De Staatssecretaris was reeds op grond van art. 4:49 lid 1 Awb, bevoegd het primaire besluit tot subsidievaststelling te herzien. En dat is een uitzondering op het verbod van reformatio in peius.
- 854 keer gelezen
Add new contribution