Hoorcollege 2 Psychopathologie 2023 Universiteit Utrecht

Hoorcollege 2: DSM-5 Onderzoeksagenda

Drie secties DSM

  • introductie
  • diagnostische criteria
  • opkomende meetmethoden en modellen: condities voor toekomstig onderzoek (kunnen mogelijk later worden opgenomen in sectie 2)

Voorbeelden van "overige specifieke" condities zijn:

  • Attenuated Psychosis Syndrome: er zijn al veel psychotische stoornissen, maar er is vastgesteld dat sommige mensen eens in de week psychotische verschijnselen die mild zijn.
  • Cafeïne Use Disorder: als je verslaafd bent aan red bull of koffie en niet kan functioneren zonder koffie, kun je deze stoornis hebben.
  • Internet Gaming Disorder: een preoccupatie met online activiteiten.
  • Suicide Behavior Disorder: iemand heeft een poging gedaan en dat is voldoende om deze stoornis te geven. In de DSM-5-TR (text revision) is deze verschoven als een V-code, als een aandachtspunt voor klinische aandacht. Dat komt omdat als mensen een poging doen, dat een voorspeller is voor nog een poging te doen. 10% van de pogingen doen mensen zonder een psychologische stoornis.

Criteria voor een stoornis: voorbeeld van persisiterende rouwstoornis

  1. Een coherente set van symptomen : verschillende onderzoeksgroepen onderstelde consistente criteria. Onder andere  aanhoudende separatie stress, onophoudelijk ongeloof en bitterheid over het verlies, etc.
  2. Het syndroom gaat gepaard met lijden en disfunctioneren: het ervaren van intense rouw, 6 maanden na verlies, beperkt het dagelijkst functioneren. Internet gaming disorder zou dus niet voldoen aan dit criterium.
  3. Het syndroom is verbonden met verstoringen in psychobiologische processen: de psychologie is begonnen vanuit een medische invalshoek. We vinden iets pas een stoornis als ergens een biologisch substraat voor te vinden is. Bij veel mentale stoornissen is er echter geen biologisch substraat en voor geen enkele stoornis zijn er unieke biologische disregulaties. ER zijn wel kenmerken  aan te wijzen die de kans vergroten dat iemand deze stoornis krijgt. Denk aan de verstoring in het herstel na separatie van een dierbare en verhoogde activatie van de nucleus accumbes.
  4. Het syndroom onderscheidt zich voldoende van andere stoornissen: in termen van symptomen, onderliggende mechanismen en klinische bruikbaarheid. Uit
  5. Het syndroom heeft klinische bruikbaarheid : rouwstoornis heeft klinische bruikbaarheid, want het heeft diagnostische waarde. Een kleine groep mensen die iemand verliezen heeft iets wat we eerst niet konden benoemen en daardoor ook beter kunnen behandelen.
  6. Voordelen van erkennen syndroom: er moeten meer voordelen zijn aan het opnemen van de stoornis in het systeem moeten opwegen tegen de nadelen. 

DSM-5-TR is van de APA  en wordt veelal gebruikt in westerse landen. gaat alleen over mentale stoornissen. Wordt ook gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek. Als je een berekening doet, kun je op 636.120 manieren voldoen aan de criteria van PTSS, leidt dus tot hogere prevalenties en heterogeniteit.

ICD-11 is van de World Health Organization en wordt ook in landen met lage inkomens gebruikt. includeert ook somatische problematiek. heeft eenvoudige beschrijvingen van stoornissen, in eenvoudige taal, zodat het makkelijk gebruikt kan worden, ook in landen waar men minder bronnen heeft voor uitvoerige diagnostiek. Leidt tot meer bruikbaarheid, maar ook minder beetrouwbaarheid. Zo zijn er minder specifieke criteria. Wordt voornamelijk gebruikt voor klinisch werk. Als je een berekening doet, kun je op 27 manieren voldoen aan de criteria van PTSS

Assessment tools in sectie 3 van de DSM
WHODAS 2.0: Hiermee kan je het functioneren van mensen in kaart brengen op zes verschillende gebieden. Denk aan bewegen, zelfzorg, sociaal functioneren, participeren in de maatschappij, etc. Deze test geeft een index van het algemeen functioneren van iemand.
CFI  (the cultural formulation interview): toegankelijk instrument wat heel concrete vragen aanreikt om de culturele identiteit van iemand te onderzoeken. 

Klinische stadiëring:  het omschrijven van stoornissen in termen van een ontwikkelingsperspectief. Het gaat erom dat je bijv. psychotische stoornissen opdeelt in verschillende stadia. Van een gezond stadium naar chroniciteit.

Profilering: je kijkt wat kenmerken van verschillende stadia zijn, en de bijpassende mechanismen. Je zegt dus niet meer dat je een stoornis of niet hebt, maar je geeft aan in welke fase iemand zit, en welke symptomen daar dan bij horen. 

Transdiagnostiek: vaak is er sprake van comorbiditeit tussen stoornissen. Bvb PTSS en depressie is 60-80% Als iemand meerdere stoornissen heeft, kun je kiezen voor veel verschillende stoornis-specifieke behandelingen (CGT). Welke je moet kiezen is een ingewikkeld proces. Bij transdiagnostiek denk je in terugkomende symptomen en mechanismen die ten basis liggen van stoornissen. 

Transdiagnostische factoren: neurologische processsen, leertheoriën,  perfectionisme, neuroticisme, vermijding, piekeren,
emotieregulatie, cognitieve bias, etc. Behandelingen die effectief kunnen zijn op die factoren zijn mindfulness, ACT, metacognitieve therapie, therapeutische relatie, vertrouwen, huiswerk, motivatie, etc.

RDOC: verkennend model over wat factoren zijn die in onderzoek gevonden worden en die we terugzien in meerdere stoornissen

HITOP:  kijkt hoe je een complex aan symptomen kunt zien en wat aangrijpingspunten voor de behandelingen kunnen zijn.

twee soorten transdiagnostische behandelingen:
1) De one size fits all behandeling - een behandeling die een onderliggend construct aanpakt dat gelinkt is met verschillende problemen. Het protocol van Barlow sluit hierop aan, met het unified protocol. Hij gaat uit van negatief affect als onderliggend construct voor allerlei symptomen, en de vermijding ervan. Het doel is dat je bewustwording van emoties vergroot en de cognitieve flexibiliteit vergroot en het verminderen van emotionele vermijding. Daar zijn allerlei strategieën op gefocust. Een ander voorbeeld van one size fits all is: transdiagnostische CBT voor eetstoornissen. Het is effectief (even effectief als stoornis-specifieke behandelingen), maar het is niet toegespitst op de persoon, sommige patiënten hebben niet het hele protocol nodig en sommige interventies zijn toch ontworpen voor een specifieke
 toornis, zoals die voor eetstoornissen.
2) De my size fits me : een meer gepersonaliseerde gerichte benadering er wordt gekeken naar wat  voor het individu de meest geschikte behandeling is gebaseerd op evidentie. Een voorbeeld is CETA, waarbij je CGT geeft met modules als betrokkenheid, veiligheid, relaxatie, exposure en cognitieve coping. Per patiënt krijg je dus een heel behandelprotocol. Deze strategie blijkt op basis van één studie dat deze methode effectiever is dan
traditionele behandeling. 

Voorwaarden van transdiagnostische behandeling

  • Het behandelaanbod moet lang genoeg zijn, het zijn heftige cliënten.
  • Patiënten moeten direct kunnen starten.
  •  Het behandelaanbod moet kunnen personaliseren.
  • Er moet de mogelijkheid zijn om op- en af te kunnen schalen, qua duur en intensiteit.
  • Er moet een bewezen effectieve methodiek als leidraad genomen worden.

Ook transdiagnostisch is positieve psychologie, met de zes pijlers lichaamsfuncties,
zingeving, mentaal welbevinden, kwaliteit van leven, meedoen en dagelijks functioneren.
Interventies die daarbij horen zijn sport & spel, running, van klacht naar kracht, verdieping
en zingeving.
 

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:
Countries and regions:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Yara Claassen
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1855